Pedagogy and education - Theme
- 12765 reads
Obesitas komt in alarmerende mate zowel bij volwassenen als bij kinderen in de VS voor, waarbij de prevalentie bij jongere kinderen groeit. Tijdens de eerste twee levensjaren zijn kinderen vooral afhankelijk van hun opvoeders wanneer het aankomt op adequate en gepaste voeding. Kindgerichte voedingsbenaderingen van ouders, waarbij sensitief zijn en reageren op de signalen van honger en verzadiging van een kind, worden als ondersteunend gezien voor de ontwikkeling van controle over de eetlust. Voedingsbenaderingen waarbij er een gebrek is aan sensitiviteit en responsiviteit worden verondersteld een rol te spelen in de ontwikkeling van obesitas door het overvoeden terwijl een kind geen honger (meer) heeft.
Het doel van dit onderzoek was om de Responsiveness to Child Feeding Cues Scale ( RCFCS ) te ontwikkelen, een observationele maatstaf voor dyadische voedingsinteracties tussen kind en ouder. Bij deze maatstaf wordt er gekeken naar het ontwikkelen van obesitas en de beheersing van eetlust voor verzorgers van kinderen jonger dan 2 jaar.
Er werd een onderzoek uitgevoerd om de interbeoordelaarsovereenstemming en voorlopige criteriumvaliditeitsassociaties van de RCFCS van kind/moeder en gezinsdemografie te evalueren
N = 144 etnisch diverse moeders en hun gezonde kinderen van 7 tot 24 maanden oud, die deelnamen aan een groter onderzoek naar beoordelingsmethoden voor voeding en waarvan de moeders de primaire opvoeder waren van het kind.
Inclusiecriteria voor de kinderen waren: een voldragen geboorte (37-42 weken), voedingsproblemen en chronische medische aandoeningen of medicatiegebruik.
De observaties van voedinginteracties werden opgenomen met twee camera's in een nagebootste huiselijke kamer met bijvoorbeeld TV en eigen badkamer. Demografische factoren en eigenschappen van moeder en kind (zoals gewicht) werden ook gemeten.
RCFCS
De RCFCS omvat voedingsaanwijzingen die de periode van de vroege kindertijd tot de peutertijd bestrijken, zodat de responsiviteit op voeding binnen en over de perioden van de vroege ontwikkeling van het kind kan worden onderzocht. Op deze manier kunnen zowel de variabiliteit in voedingsgedrag en gedragspatronen bij baby's van 3 maanden oud en hun verzorgers, als vergelijkingen in de ontwikkeling tussen 3 maanden oude en 6 maanden oude baby-verzorger-interacties onderzocht worden. Daarnaast is de RCFCS theoretisch gebaseerd op de hechtingstheorie, waarbij zowel het kind als de verzorger een actieve rol spelen in de voedingsinteractie.
Het instrument keek naar de volgende factoren:
Alle variabelen werden op een 5-punt Likertschaal gescoord, waarbij 1 "Helemaal niet" en 5 "Hoog" representeerde.
Responsiviteit op signalen van honger bij kinderen werd beoordeeld op basis van de soorten hongersignalen die werden waargenomen vanaf het begin van de observatie tot het moment waarop de verzorger met voedselbereiding begon, gedefinieerd als het punt waarop de moeder voedsel begon te bereiden of het kind in de slaapzaal werd geplaatst.
Betrouwbaarheid voor het coderen van de sterkte van signalen van late honger van het kind, evenals de negatieve expressiviteit van de moeder jegens het kind tijdens het voeden kon niet worden geschat vanwege een lage waargenomen frequentie van optreden. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de overige variabelen was gemiddeld (.60) tot hoog (>0.80).
Algemene responsiviteit van moeder en kind op elkaar waren positief gerelateerd aan elkaar. Moeders die algemeen responsief waren op het kind hadden kinderen die vergelijkbaar sterk reageerde op hun moeder.
Moeders die over het algemeen meer responsief waren tijdens de voedingsinteractie, waren ook meer responsief op voedingssignalen (vooral hongersignalen). Moeders reageerden bijna 2 keer zoveel op hongersignalen dan op verzadigingssignalen.
Kinderen waren over het algemeen meer responsief naar moeder toe als hun moeders ouder waren en een hogere educatie en inkomen hadden.
Er werden hogere mate van responsiviteit van de moeder gevonden op:
Hoewel de inspanningen om obesitas te voorkomen zich steeds meer richten op kinderen in de vroege stadia van ontwikkeling, blijft de wetenschappelijke onderbouwing rond voeding voor kinderen zwak. Het observatieinstrument RCFCS blijkt betrouwbaar te zijn voor het meten van responsiviteit bij kinderen tussen de 7 en 24 maanden oud, op te maken uit de hoge interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en initiële bewijs voor validiteit.
De responsiviteit van de moeder tijdens het voeden was gecorreleerd met de algemene responsiviteit en betrokkenheid bij het kind tijdens het voeden. Moeders reageerden over het algemeen beter op hongersignalen dan verzadigingssignalen, wat te maken kan hebben met de de biologische evolutie. Daarnaast reageerden moeders meer op hongersignalen dan verzadigingssignalen van kinderen die zichzelf voedden dan jongere kinderen die nog steeds voornamelijk door de verzorger werden gevoed. Deze bevindingen zijn logisch in het licht van het toenemende vermogen van baby's om te communiceren gedurende het eerste jaar, wat de specificiteit van de signalen van het kind en de nauwkeurigheid van de interpretatie van de verzorger zou kunnen vergroten.
Langere borstvoedingsperioden werden in verband gebracht met een grotere respons op verzadigingssignalen van het kind, wat zou kunnen komen door het intieme moment van borstvoeden ten opzichte van een fles geven (maar dit is nog niet onderzocht). Moeders die beter reageerden tijdens het voeden, hadden over het algemeen hogere inkomens en opleidingsniveaus, wat verklaard zou kunnen worden door het betere begrip van de ontwikkeling van het kind.
Daarnaast was BMI van de moeder negatief geassocieerd met het reageren op verzadigingssignalen. Dit kan te maken hebben met het design van het onderzoek, wat zich gericht heeft op bredere voedingsconstructies waarin het reageren op de signalen en eetlust van het kind impliciet is, maar niet wordt gemeten. Het zou kunnen dat zwaardere moeders minder bewust zijn van hun eigen verzadigingssignalen en daardoor ook minder bewust zijn van de signalen van hun kinderen. Een andere verklaring kan zijn dat de voedingssignalen van kinderen met zwaardere moeders moeilijker te interpreteren zijn dan die van andere kinderen.
De bevindingen suggereren dat de reactie van de moeder op voedingssignalen van het kind door verschillende factoren wordt beïnvloed en een doelwit voor interventie kan zijn.
Artikelsamenvatting van Hodges, E. A., Johnson, S. L., Hughes, S. O., Hopkinson, J. M., Butte, N. F., & Fisher, J. O. (2013). Development of the responsiveness to child feeding cues scale. Appetite, 65, 210-219 bij het derdejaars vak Observatie van interacties binnen gezinnen van de studie Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bestaat uit samenvattingen en studiehulp bij het derdejaars vak Observatie van interacties binnen gezinnen van de studie Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden.
...There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1859 |
Add new contribution