Psychology and behavorial sciences - Theme
- 15807 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In veel gemeenschappen worden etnische minderheden geassocieerd met negatieve kenmerken. Sommigen worden zelfs afgebeeld als vijandig, gevaarlijk en bedreigend. Uit onderzoek naar sociale cognitie blijkt dat de perceptie van bedreiging een wisselwerking heeft met verschillende psychologische processen: bedreigende informatie krijgt prioriteit in ons visuele systeem, grijpt onze aandacht en kan automatisch gedrag (vechten of vluchten) veroorzaken. Er wordt verondersteld dat deze associaties met dreiging ook bijdragen aan de zogenoemde shooter bias – de neiging om sneller op ongewapende zwarte mannen te schieten dan op ongewapende blanke mannen. Men heeft de assumptie dat deze bias komt doordat Afro-Amerikaanse mannen vaak worden gestereotypeerd als gevaarlijk, gewelddadig en bedreigend.
Het huidige onderzoek kijkt of deze shooter bias ook geldt voor andere groepen die met dreiging worden geassocieerd – in dit onderzoek wordt gekeken naar Moslim/Arabische mannen – en of het effect ook geldt in populaties buiten Noord Amerika. Buiten Noord Amerika zijn namelijk slechts drie studies gedaan naar dit fenomeen, die geen duidelijke resultaten lieten zien.
In dit onderzoek zijn twee experimenten gedaan. Experiment 1 is een schiettaak met Moslim/Arabische en blanke mannen, waarbij wordt gekeken of het effect van de shooter bias kan worden gegeneraliseerd naar andere groepen minderheden. Experiment 2 is een replica van het oorspronkelijke experiment, gebaseerd op het idee dat replica’s de specifieke context van de testomgeving in acht dienen te nemen om een valide resultaat neer te zetten. Het doel van het tweede experiment was de ecologische validiteit van de schiettaak vergroten.
In dit experiment voerde men de originele schiettaak uit, waarbij de doelwitten bestonden uit gewapende en ongewapende blanke en Moslim/Arabische mannen. Aan dit experiment deden 164 participanten mee. De participanten bestonden uit studenten van de Universiteit van Hamburg, deelnemers aan een open dag op de Universiteit van Hamburg en ook werden buiten de campus participanten geworven.
Bij de schiettaak kregen ze 20 oefentrials en 80 daadwerkelijke testtrials. Ze kregen ieder target maar één keer te zien – ofwel in de gewapende ofwel in de ongewapende situatie. Ten slotte werden de participanten gevraagd naar hun hypotheses over het onderzoek en werd hen gevraagd hun gevoelens over verschillende sociale groepen te beoordelen op een 101-punts lijn (waarbij 50 stond voor erg warm en -50 voor erg koud). De groepen die zij gevraagd werden te beoordelen waren boeddhisten, christenen, atheïsten, moslims, Russen, Turken, Duitsers en Italianen. Hierna moesten zij nog twee etnische groepen in Duitsland (Duitse mannen en Moslim mannen) beoordelen op dreigings-gerelateerde kenmerken, een vragenlijst invullen over intergroepscontact, beoordelen hoe prototypisch de stimuli van de test waren, en een demografische vragenlijst invullen.
Uit de resultaten blijkt een voorwerp-effect: mensen reageren sneller op een geweer dan op een ander voorwerp. Ook werd een etniciteit-effect gevonden: mensen reageerden sneller op Arabische/Moslim mannen dan op blanke mannen. Een interactie-effect laat zien dat deze reactietijden inderdaad sneller waren voor Arabische/Moslim mannen in de gewapende conditie, maar niet in de ongewapende conditie.
De conclusie die we uit deze resultaten kunnen trekken is dat participanten de neiging hebben om sneller te ‘schieten’ op gewapende Arabische/Moslim mannen, vergeleken met gewapende blanke mannen. Dit suggereert dat de shooter bias een betrouwbaar effect is, dat niet beperkt blijft tot (de sociale groepen in) Amerika. Dit effect is vooral interessant omdat er culturele verschillen zijn in wapenbezit tussen Amerikanen en Europese landen. Eerder werd namelijk gevonden dat landen waarin de wetten voor wapenbezit beperkend zijn, ook een lagere shooter bias zouden kennen. Dit onderzoek spreekt dat dus tegen.
Het tweede experiment had twee hoofddoelen: 1) de taak zo aan te passen dat het een meer ecologisch valide scenario voor Europese burgers representeerde; en 2) onderzoeken of de shooter bias zich laat generaliseren naar andere vormen van gedrag omdat dit effect mogelijk ook kan plaatsvinden op andere, meer subtiele manieren.
De schiettaak werd op drie aspecten aangepast voor dit tweede experiment. Ten eerste werd men nu niet gevraagd te ‘schieten’, maar konden ze de doelwitten ‘vermijden’ of ‘toenaderen’. Ten tweede werd de achtergrond van de taak veranderd in een Duitse stad, zodat de setting bekender was voor de participanten. Ten slotte werden de gevaarlijke voorwerpen van de doelwitten veranderd in messen (in plaats van vuurwapens). Ook werden in deze tweede taak de doelwitten veranderd zodat zij op Turken leken, omdat Turken de grootse minderheidsgroep in Duitsland zijn en zij geassocieerd worden met het stereotype dat ze gevaarlijk zijn.
Aan dit experiment deden in totaal 165 participanten mee, welke op dezelfde manier werden geworven als in experiment 1. Na afloop van deze nieuwe ‘vermijdingstaak’ werden de participanten gevraagd dezelfde metingen in te vullen als bij het eerste experiment.
Uit de resultaten blijkt een hoofdeffect van voorwerp: er werd sneller gereageerd op messen dan op andere objecten. Tevens was er een significant hoofdeffect van etniciteit: men reageerde sneller op Turkse dan op blanke Duitse doelwitten. Ook hier werd een interactie-effect gevonden: de reacties waren sneller voor Turkse mannen dan voor blanke mannen in de messen-conditie. De reacties waren tevens langzamer voor de Turkse mannen (vergeleken met de blanke mannen) in de gewone voorwerpen-conditie. Ook bleek dat men in het tweede experiment beter het onderscheid kon maken tussen een mes en een ander voorwerp wanneer het doelwit een Turk was. Dit is een effect dat de onderzoekers niet hadden verwacht.
Experiment 2 bouwt voort op experiment 1. De participanten vermijden gewapende Turkse doelwitten sneller dan gewapende blanke doelwitten. In experiment twee was het ook nog zo dat de participanten langzamer waren om de ongewapende Turkse doelwitten (in vergelijking met de ongewapende blanke doelwitten) te benaderen.
De resultaten geven aan dat de shooter bias zich laat generaliseren naar andere doelgroepen (Arabieren/Moslims en Turken) en ook voorkomt buiten de Verenigde Staten (in dit geval in Duitsland). Tevens toont dit onderzoek aan dat de resultaten zich laten uitbreiden tot ander dreigings-gerelateerd gedrag (vermijding).
Volgens de auteurs liggen aan beide effecten (shooter bias en vermijdingsgedrag) dezelfde psychologische processen ten grondslag. Ze gaan er vanuit dat in beide taken de reactietijden worden beïnvloed door stereotype-congruentie (met snellere reactietijden bij congruente taken en langzamere bij incongruente taken).
Het kan zijn dat de reacties op de vermijdingstaak minder moreel geladen zijn (je hoeft niet gelijk te schieten), waardoor sociale wenselijkheid bij deze taak mogelijk minder voorkomt. Ook is de vermijdingstaak cognitief lastiger: bij de schiettaak moet men één beslissing maken – schieten of niet schieten – terwijl men bij de vermijdingstaak twee beslissingen moet maken – vermijden of toenaderen en het lokaliseren van deze reactie. Deze complexere taak zorgt voor meer cognitieve belasting, waardoor de participant minder aandacht kan schenken aan het nadenken over de stereotypen.
Ten slotte draagt dit onderzoek ook bij aan de bestaande literatuur omdat het de methodologische tekortkomingen van eerder onderzoek in kaart heeft gebracht en in dit onderzoek anders heeft getest. De vermijdingstaak kan nieuwe inzichten bieden in het onderzoeken van vooroordelen jegens bepaalde minderheden, in omgevingen die meer aansluiten bij het alledaagse leven.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1341 | 1 |
Add new contribution