Hoofdzaken Verzekeringsrecht van Wery en Mendel
Hoe zijn verzekeringen bij de wet geregeld? - BulletPoints 1
Verzekeringsrecht is al lang niet alleen maar gericht op handel, naast ondernemers verzekeren ook praktisch alle particulieren hun risico’s. Autobezitters zijn hiertoe zelfs wettelijk verplicht. Wel dient een van de partijen, de verzekeraar, een ondernemer te zijn. De verzekeringsovereenkomst is een kansovereenkomst: de werking van de verbintenis is afhankelijk van een toekomstige onzekere gebeurtenis/een onzeker voorval of feitelijke gesteldheid. Het is een voorwaardelijke verbintenis (art. 6:21 en 22 BW). Die onzekerheid kan bestaan het uit volgende: Of de verzekeraar ooit een uitkering verschuldigd zal worden; Wanneer dit het geval dan zal zijn; Wat de hoogte is van een eventuele uitkering; Wat de duur van de door de verzekeringnemer verschuldigde premiebetaling zal zijn. De verzekering is volgens art. 7:925 lid 1 BW: ‘een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verzekeringnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der overeenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat, dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of ook hoe lang de overeengekomen premiebetaling zal uren. Zij is hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering’. Dit is dus van toepassing op de schade- en de somverzekering. De verzekeraar loopt 2 risico’s: Moreel risico: Dit risico is gelegen in de persoon van de verzekerde, vooral in zijn eventuele minder goede eigenschappen. Het risico bestaat namelijk dat hij, vooral omdat hij nu toch verzekerd is, niet voldoende zorg zal besteden aan het voorkomen of afwentelen van het gevaar.Daarnaast kan hij de verzekeraar bedriegen. De verzekeraar moet vervolgens maar de onzorgvuldigheid of het bedrog bewijzen. Wat vaak lastig is, zodat hij het risico loopt door gebrek aan bewijs gehouden te zijn tot uitkering waartoe hij materieelrechtelijk niet verplicht was. Materieel risico/contractuele risico: Het risico dat de verzekeraar loopt op basis van het contract zelf: de kans dat hij tot uitkering gehouden zal worden omdat het onzekere voorval plaats heeft gehad en ook aan de andere voorwaarden voor het ontstaan van de uitkeringsplicht is voldaan.
Verzekeraars kunnen verzekeringen afsluiten zonder dat daarbij zelfstandige assurantietussenpersonen een rol hebben. Dit zijn de ‘direct writers’. Maar heel vaak treden allerlei (assurantie)tussenpersonen op bij het sluiten van de verzekeringen en ook bij verrichtingen als premie-incasso, schade aanmelding en schade afwikkeling. Hier zijn verschillende vormen van. Telkens dient bezien te worden of een verzekeringstussenpersoon bij een bepaalde handeling alleen heeft bemiddeld, dan wel (tevens) heeft vertegenwoordigd zie artikel 62 WvK. Daarnaast moet uitgezocht worden voor welke partij hij dit heeft gedaan en (in verband daarmee) in hoeverre zijn wetenschap van bepaalde feiten (bijvoorbeeld een niet gemelde ziekte) of een door hem gemaakte fout aan een partij moet worden toegerekend. Wil een verzekeraar bepaalde door hem verzekerde risico’s niet of niet geheel dragen, dan kan hij deze weer verzekeren bij een ander, de herverzekeraar. Art. 7:927 regelt dat de bepalingen van Titel 17 niet van toepassing zijn op de herverzekering. Dit wordt door de wetgever gerechtvaardigd omdat contracten vaak internationaal zijn en er gelijkwaardige partijen tegenover elkaar staan. De wettelijke regeling van de mededelingsplicht regelt als sanctie op schending van de mededelingsplicht niet langer de vernietigbaarheid van de verzekeringsovereenkomst zoals het oude art. 251 WVK deed. Van art. 6:228 BW wordt afgeweken (algemene dwaling). Er is nu een genuanceerder sanctiepakket.
De polis is een onderhandse akte die tot bewijs dient (art. 156 lid 1 Rv). Art. 7:932 legt een verplichting aan de verzekeraar op om zo spoedig mogelijk na het sluiten van de overeenkomst een polis af te geven waarin de overeenkomst is vastgelegd. Dit betekent niet dat de gangbare praktijk waarbij een gedeelte van de overeenkomst in de polis wordt weergegeven en een ander deel in de algemene voorwaarden, in strijd is met de wet. De bescherming van de algemene voorwaarden voor de consument strekt zich niet uit tot de bepalingen die naar objectieve maatstaven als de kern van de overeengekomen verplichtingen kunnen worden beschouwd, artikel 6:231 e.v. BW. Wie dient er premie te voldoen? In principe alleen de verzekeringnemer, maar de polis kan anderen aanwijzen en daarnaast volgt soms uit de wet dat een ander premieplichtig is zoals artikel 7:948 lid 3 BW. Bij verzekering t.b.v. een derde blijft de verzekeringnemer de enige premieplichtige.In de praktijk is het gebruikelijk dat de tussenpersoon voor de verzekeraar het incasso van de premies in handen heeft. Art. 7:936 bevat het delcredere beding: dit beding regelt dat de tussenpersoon jegens de verzekeraar de premieschuld van de verzekeringnemer overneemt. De verzekeraar heeft geen recht op premie voor zover geen risico is gelopen (art. 7:938 & 7:939 BW) (bijv. als het verzekerde goederen voor een reis zijn verzekerd maar niet worden verzonden). Dit ziet niet alleen op de verzekeraar, maar ook op de uitkeringsgerechtigde. Is een gebouw verzekerd onder de voorwaarde dat bepaalde blusmiddelen aanwezig zijn en hieraan is niet voldaan, dan is wel risico gelopen, zij het niet door de verzekeraar. Blijkt de premie zonder rechtsgrond te zijn betaald, dan kan zij op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) worden teruggevorderd. De verzekeraar heeft daarbij wel recht op een billijke vergoeding van te zijnen laste gekomen kosten (provisie en administratiekosten). Van art. 7:939 BW kan niet afgeweken worden (art. 7:943 BW).
Art. 7:940 lid 1 BW regelt een opzegtermijn voor de verzekeringnemer op 2 maanden en verbiedt een langere opzegtermijn. Een kortere opzegtermijn kan wel overeengekomen worden als dat de verzekeringnemer of de uitkeringsgerechtigde tot voordeel strekt (art. 7:943 lid 2 BW). De termijn van 2 maanden geldt ook voor de verzekeraar, zodat een beding dat hem een kortere opzegtermijn regelt, ongeldig is.Art. 7:942 BW regelt de bijzondere verjaringsregels voor verzekeringen en daarnaast zijn er ook nog de artt. 7:985 BW (levensverzekering) en 10 WAM. Art. 7:942 regelt een verjaringstermijn van 3 jaren, waarvan niet kan worden afgeweken ten nadele van de verzekeringnemer/uitkeringsgerechtigde (in tegenstelling tot art. 3:307 BW). Ook vangt de verjaring aan de dag volgend op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid van zijn vordering bekend is geworden. Dit is ook gunstiger t.o.v. 3:307 BW. Wordt er gestuit, dan volgt (merkwaardigerwijs) een verjaringloos tijdperk (zie lid 2). Bij afwijzing verjaard de rechtsvordering door verloop van 6 jaren (lid 3).
Hoe is de schadeverzekering bij wet geregeld? - BulletPoints 2
Opgenomen in art. 7:944 en 7:960 BW: de verzekering dient te strekken tot vergoeding van schade. De verzekerde mag niet door uitkering in een duidelijk voordeliger positie geraken. Het beginsel kent 2 aspecten: 1.De strekking van de overeenkomst: De overeenkomst dient gericht te zijn op schadevergoeding, en niet op een duidelijk voordeliger positie van de verzekerde. Is dit toch het geval, dan is die overeenkomst of clausule nietig (art. 3:40 lid 1 en 2 BW). Dit maakt de gehele overeenkomst alleen nietig bij ‘onverbrekelijk verband’ met andere delen van de overeenkomst, als de overeenkomst zonder die clausule niet zou zijn gesloten (art. 3:41 BW). 2. Uitvoering van een geheel geldige verzekeringsovereenkomst. Het indemniteitsbeginsel heeft een tweeledige ratio: 1. De schadeverzekering hoort in haar strekking en gevolgen te blijven binnen de perken van het bij voorbaat dekken van de financiële gevolgen van risico’s die de verzekerde loopt en mag niet misbruikt worden ter verrijking; 2.De verzekerde die geen verzekerbaar belang heeft en met name degene die voor een te hoog bedrag heeft verzekerd krijgt er belang bij dat het voorval intreedt. Dit gedrag is ongewenst, zowel vanuit moreel als maatschappelijk oogpunt en vanuit het oogpunt van de verzekeraar. Die alleen niet verplicht is tot uitkering bij opzet of roekeloosheid, maar hij dient dit te bewijzen (art. 7:952 BW)! Slaagt hij hier niet in, dan dient er alsnog uitgekeerd worden. Het morele risico is daarom verbonden aan het beginsel.
Belang is een zodanige betrokkenheid van de verzekerde bij het onzekere voorval, dat hij daardoor vermogensschade zou kunnen lijden. Bij de vraag of de verzekerde een belang heeft en zo ja welk, dien je na te gaan of het evenement voor hem de mogelijkheid van schade inhoudt, en zo ja, waarin die zou kunnen bestaan. Er zijn 3 soorten belangen:Het belang dat, ten gevolge van het voorval, een subjectief recht verloren kan gaan of waardevermindering kan ondergaan; Het belang dat door het voorval, een verwachte vermogensvermeerdering uitblijft; Het belang van het ontstaan van een schuld.Als een verzekerd belang overgaat van de verzekerde op een ander dan gaat ook de verzekering mee over (zie art. 7:948 lid 1 en 2). Dit artikel ziet op overdracht onder bijzondere titel (art. 3:80 BW) van een zaak (een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object (art. 3:2 BW)) of een beperkt recht. Het ziet niet op gevallen waarbij geen sprake is van overdracht van een beperkt recht of een zaak.Art. 6:145 BW bepaalt dat de overgang van een vordering de verweermiddelen van de schuldenaar onverlet laat. Dit zou onbruikbaar zijn voor toonder- en ordervorderingen en zodoende regelt art. 6:146 BW een uitzondering: een verweermiddel als daar genoemd kan aan een opvolgend schuldeiser uit order- of toonderpapier alleen worden tegengeworpen ‘op het tijdstip van de overdracht het verweermiddel bekend was aan de verkrijger of voor hem kenbaar was uit het papier’.
De verzekeraar verzekert zijn verzekeraarsbelang bij een herverzekeraar. Dit belang is een heel ander belang dan het oorspronkelijk verzekerd belang. Op grond van het indemniteitsbeginsel mag dubbele verzekering er niet toe leiden dat in totaal meer dan de verzekerbare waarde als schadevergoeding zou moeten worden uitgekeerd. Art. 7:961 regelt bij dubbele verzekering dat de verzekerde mag kiezen welke verzekeraar hij wil aanspreken. De eerst aangesproken verzekeraar dient de schade te vergoeden maar heeft verhaal op de overige, naar evenredigheid van de bedragen waarvoor elke verzekeraar aangesproken kon worden. Omdat onzekerheid een van de essentialia van de verzekering is moet het in de overeenkomst worden omschreven. De Hoge Raad omschrijft het onzeker voorval als: een voorval dat niet als een normale gebeurtenis is te verwachten en dat schade kan veroorzaken in het verzekerd belang. Art. 7:925 BW eist echter dat bij het sluiten van de overeenkomst geen zekerheid bestaat dat de verzekeraar een uitkering zal moeten doen. Een beetje onzekerheid is dus al voldoende en daaraan is sneller voldaan dan aan de eis dat die schadeoorzaak niet als een normale gebeurtenis mag zijn te verwachten. Beide criteria zijn goed te verdedigen, ondanks hun verschillende uitgangspunt. Art. 7:925 BW regelt de uiterste grens: het mag niet gaan om een bij het sluiten van de overeenkomst als zeker te verwachten gebeurtenis. De omschrijving van de Hoge Raad sluit beter aan bij de gebruikelijke praktijk. Bij de vraag of er sprake is van een onzeker voorval dien je dus te kijken naar het concrete geval: wat is het voor verzekering en wat zijn partijen overeengekomen? De verzekerde moet schade hebben geleden ‘in zijn verzekerde belang’, de verzekeraar hoeft geen andere schade te vergoeden. Als er schade in het verzekerde belang is geleden, moet de schade worden vastgesteld. De schadeberekening hangt dus nauw samen met het waardeberekening.Dan treedt de schadevergoedingsplicht van de verzekeraar in werking.
De omvang van de verplichting van de verzekeraar hoeft niet van de omvang af te hangen, maar is van nog twee factoren afhankelijk: de verzekerde som en de verzekerbare waarde. In één geval moet de verzekeraar meer uitkeren dan de verzekerde som, namelijk als de geleden schade tezamen met de door de verzekerde gemaakte onkosten ter voorkoming of vermindering van schade en ter vaststelling van de schade de verzekerde som te boven gaan (art. 7:959 lid 1 BW). Artikel 7:945 begint met de bereddingsplicht. Art. 7:959 omvat niet alleen bereddingskosten maar ook expertisekosten. Lid 2 van art. 7:957 is van dwingend recht, art. 7:959 lid 1 niet voor professionals en is voor consumenten semi-dwingend. De verzekeraar moet bewijzen tot welk bedrag de geleden schade voortkomen of verminderd had kunnen worden. De bereddingsplicht ziet niet op de algemene preventieve maatregelen maar wel op concrete preventieve maatregelen: het moeten ingrijpen bij onmiddellijk dreigend gevaar dat een gedekt risico zich zal verwezenlijken. Niet nakoming van de plicht levert over het algemeen wanprestatie (art. 6:74 BW) op. Wanprestatie ziet ook op nalatigheden van anderen, bijv. ondergeschikten.
Het doel van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (WAM) is bescherming van verkeersslachtoffers. De volgende hoofdbeginselen gelden: 1. Verzekeringsplicht op de bezitter van een motorrijtuig en op degene aan wie ene kenteken is opgegeven. Vrijgesteld zijn de staat en zij die met gemoedsbezwaren tegen sluiten verzekering zijn (art. 17 en 18 WAM). Zie ook art. 20 en 21 WAM. 2. De benadeelde heeft een eigen recht op schadevergoeding (art. 6 lid 1 WAM): hij kan de verzekeraar met voorbijgaan van de verzekeringnemer rechtstreeks aanspreken. 3. Er bestaat een Waarborgfonds Motorverkeer, waarin verplichte stortingen worden gedaan door verzekeringsmaatschappijen en de Staat (art. 24 WAM). Benadeelden kunnen een recht op schadevergoeding geldend maken. 4. De wet is van dwingend recht, in zoverre dat van een bepaling alleen afgeweken kan worden als de bevoegdheid daartoe uit de bepaling zelf blijkt (art. 16 WAM).
Hoe is de levensverzekering bij wet geregeld? - BulletPoints 3
Paragraaf 2 van boek 7, titel 17, afdeling 1 is gewijd aan de levensverzekering. Deze wordt in art. 7:975 BW als volgt omschreven: ‘Levensverzekering is de in verband met het leven of de dood gesloten sommenverzekering met dien verstande dat ongevallenverzekering niet als levensverzekering wordt beschouwd.’ Titel 18 is aan de lijfrente gewijd, want deze ontstaat op een andere wijze dan door een levensverzekering (met name door schenking of testamentaire beschikking). Art. 7:990 BW zegt dan ook: ‘Lijfrente is het van het in leven zijn van één of meer personen afhankelijke recht op een periodieke uitkering in geld.’ ‘Elke overeenkomst omtrent uitkering van een kapitaal of rente, op levens- en sterftekansen gegrond, waarbij de uitkering of de premiebetaling of beide in enigerlei opzicht afhankelijk zijn gesteld van het in leven of dood zijn van 1 of meer bepaalde personen’, zo kenmerkt Molengraaff de levensverzekering. Art. 7:975 geeft de wettelijke bepaling.
Er zijn vele soorten levensverzekeringen, maar zij hebben het volgende gemeen: 1.) de personen die erbij betrokken zijn, 2.) het vereiste onzekerheid en c.) de verzekerde som. Voor de meeste levensverzekeringen is het daarbij nog typerend dat zij naast risico- ook een spaarelement hebben.Een poging om de HR te bewegen het algemene eigen schuld art. 276 WvK (oud) rechtstreeks of analogisch toepasselijk te verklaren i.g.v. schuld van verzekeringnemer, lijf of begunstigde, strandde. De HR wees op het verzorgingskarakter en op het spaarelement van de overeenkomst van levensverzekering. Wel kan opzettelijke veroorzaking van de dood van het lijf door de begunstigde meebrengen dat de aanwijzing van hem als begunstigde vervalt, dat heeft dan echter niet ten gevolge dat de verzekeraar bevrijd is van betaling, maar dat hij aan een ander dient uit te keren.Na het afsluiten van de overeenkomst heeft de verzekering recht op de uitlevering van de ondertekende polis (art. 7:932 lid 1 BW). Daarnaast is in de polis een aantal rechten toegekend aan de verzekeringnemer die hij gedurende de loop van de verzekering, dus al voordat de uitkering opeisbaar wordt, uitoefenen kan. Deze worden beschikkingsrechten genoemd.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1138 |
Add new contribution