- Hoofdstuk A - Het doel van het bestuderen van media-effecten
- Hoofdstuk B - Basisbegrippen
- Hoofdstuk C - Media-effecten
- Hoofdstuk D - Invloed van de media
- Hoofdstuk E - Theorieën over de media
- Hoofdstuk F - Lichamelijke effecten
- Hoofdstuk G - Effecten op de cognitie
- Hoofdstuk H - Effecten op onze overtuigingen
- Hoofdstuk I - Veranderende attitudes door media-effecten
- Hoofdstuk J - Media-effecten op het gevoelsleven
- Hoofdstuk K - Media-effecten op gedrag
- Hoofdstuk L - Effecten die macro-level media hebben op het publiek
- Hoofdstuk M - Effecten die macro-level media hebben op instellingen
- Hoofdstuk N - Effecten van macro-level media op de maatschappij, cultuur en de massamedia
- Hoofdstuk O - Waarschuwingen bij het interpreteren van literatuur over media effecten
Hoofdstuk A - Het doel van het bestuderen van media-effecten
multi-tasking | Het gebruik van verschillende media op hetzelfde moment. |
automaticity | De automatische verwerking van informatie. |
Hoofdstuk B - Basisbegrippen
algoritmes | Sjablonen, ontstaan uit ervaring, voor het leiden van de perceptie en het interpreteren van de betekenis van boodschappen. |
blootstellingstaten | De soort ervaring die een mens heeft wanneer hij of zij aan een mediaboodschap wordt blootgesteld. De vier soorten blootstellingstaten zijn: aandachtsstaat, automatische staat, getransporteerde staat en zelfreflexieve staat. |
informatieverwerkingstaken | Personen die worden blootgesteld aan mediaboodschappen bevinden zich achtereenvolgens in de activiteiten filteren, betekenis matching en betekenis constructie. |
mediablootstelling | Er is sprake van mediablootstelling wanneer aan de criteria van fysieke blootstelling, perceptuele blootstelling en psychologische blootstelling is voldaan. |
Hoofdstuk C - Media-effecten
media-effecten | Producten van media-invloed die direct en indirect inwerken op individuen of groepen op macroniveau. |
soort effect | Eén van de zes effecten: cognitief, overtuiging, attitudes, affect, fysiologisch of gedragsmatig. |
functies door de media beïnvloed | Algemene manieren waarop de media individuen kunnen beïnvloeden. |
sjabloon voor media-effecten (Media Effects Template, MET) | Tweedimensionale tabel welke wordt gebruikt om media-effecten te categoriseren. |
Hoofdstuk D - Invloed van de media
media-invloed | Manieren waarop media hun invloed uitoefenen. Soorten effecten waarop media invloed hebben: het baseline patroon effect, het reinforcement patroon effect en het fluctuatie patroon effect. |
manifeste effecten | Wanneer een effect gemakkelijk te zien is en te linken is aan blootstellingen aan de media. |
verwerkingseffecten (process effects) | Veranderingen in de buigzaamheid van de ‘baseline’ van een persoon. Dit ligt onder het manifestatieniveau en is dus niet waarneembaar. |
Hoofdstuk E - Theorieën over de media
cultivatietheorie | De theorie die stelt dat mensen die thema’s en patronen op televisie aanschouwen eerder denken dat deze thema’s en patronen ook van toepassing zijn op de echte wereld. |
derdepersoonseffect | Mensen zien een sterker effect van de media op andere mensen dan op zichzelf. |
agendasetting | De media bepalen waarover men denkt, ofwel het bepalen van de ‘agenda’. |
spiral of silence | De zwijgspiraaltheorie, waarbij publieke overtuigingen worden bepaald door in welke mate er over een bepaald onderwerp wordt gesproken in de media. |
uses and gratifications | De theorie waarbij nadruk wordt gelegd op de doelen waar media voor gebruikt wordt. |
priming | De media bepalen niet alleen waarover, maar ook hoe er over een bepaald onderwerp wordt gedacht door middel van het oproepen van associaties. |
framing | Het proces waarbij een boodschap al een ‘denkkader’ bevat: de betekenis zit al in de boodschap gevangen. |
elaboration likelihood model (ELM) | Een model dat zich richt op hoe mensen informatie verwerken: ofwel door zorgvuldig aandacht te besteden (via de central route of information processing) ofwel door onbewust informatie tegen te komen (via de peripheral route). |
schema | Een groep symbolen die ons kan helpen om de zintuigelijke informatie die wij tegenkomen te plaatsen |
sociaal leren | Het idee dat mensen gedragingen kunnen leren door slechts aan de gedragingen van andere mensen te kijken. |
diffusie van innovatie | Informatie wordt stap voor stap verspreid over alle lagen van de bevolking. |
Hoofdstuk F - Lichamelijke effecten
fysiologische effecten | De effecten van media op het lichaam |
perceptuele processen | Automatische processen die onze aandacht op bepaalde stimuli richten, waardoor verdere automatische verwerking of bewuste aandacht plaatsvindt. |
habituatie-effect | Een media-effect dat veroorzaakt wordt wanneer telkens dezelfde stimuli worden gepresenteerd, waardoor er een steeds minder sterk effect bij de toeschouwer ontstaat. |
Hoofdstuk G - Effecten op de cognitie
cognitieve effecten | De effecten van media op de geest. |
cognitieve dissonantie | Wanneer twee ‘cognities’ met elkaar botsen en zo voor mentale onrust en onbalans zorgen. |
Hoofdstuk H - Effecten op onze overtuigingen
descriptieve overtuigingen | De overtuigingen die ontstaan vanuit directe ervaring met een object en daardoor met veel zekerheid kunnen worden gesteld |
inferentiële overtuigingen | De overtuigingen die ergens vanuit moeten worden afgeleid. |
hostile media-effect | Mensen met een sterke opvatting over een onderwerp zien mediaberichten over dat onderwerp als bevooroordeeld tegen hun opvatting. |
drip drip drip hypothese | De mediaboodschappen vormen ‘druppels’ die langzaam invloed uitoefenen op iemands overtuigingen. |
drench hypothese | Een mediaboodschap kan in één keer invloed hebben op iemands overtuigingen. |
Hoofdstuk I - Veranderende attitudes door media-effecten
attitude | Een evaluatie, waarbij iets vergeleken wordt met een standaard. |
socialisatie | Het proces waarbij iemand, bewust of onbewust, waarden en normen overneemt van bijvoorbeeld de omgeving. |
sleeper effect | Mensen verkrijgen hierbij informatie uit de media maar vergeten later wat de bron was van die informatie |
mere exposure effect | Het effect waarbij mensen onbewust herhaaldelijk aan een object worden blootgesteld zij, waarna zij later bewust een voorkeur krijgen voor dat bepaalde object. |
Hoofdstuk J - Media-effecten op het gevoelsleven
affect | Een verzamelterm voor emoties en stemmingen. |
desensitisatie-effect | Een media-effect waarbij mensen na herhaalde blootstelling aan geweld op televisie hun empathie verliezen voor de slachtoffers van geweld in de serie. |
Hoofdstuk K - Media-effecten op gedrag
vicarious learning | Plaatsvervangend leren, waarbij men gedragingen niet zelf hoeft uit te voeren om te kunnen zien of het gedrag tot goede of slechte consequenties leidt. |
media-suggested behavior | Het gedrag dat wordt gezien in de media wordt niet exact gekopieerd – er vindt een afgeleid gedrag plaats. |
Hoofdstuk L - Effecten die macro-level media hebben op het publiek
two-step flow theory | De theorie waarin wordt gesteld dat informatie niet direct aan het publiek wordt overgebracht, maar dat dit verloopt via opinieleiders. |
kennisklooftheorie (knowledge gap theory) | De kloof waarbij de ene groep mensen meer van media leren dan de andere groep. |
Hoofdstuk M - Effecten die macro-level media hebben op instellingen
sound bites | Korte uitspraken met pakkende zinnen, die door de media worden opgepikt. |
horse race | De (politieke) wedstrijd waarbij centraal staat welke persoon of partij aan de winnende hand is, of juist verliest. |
cultural homogenization | Andere landen nemen de gewoontes van het land over waar de mediaboodschap vandaan komt. |
Hoofdstuk N - Effecten van macro-level media op de maatschappij, cultuur en de massamedia
Marxisme | De stroming waarin mensen de wereld vormen door technologie en fysieke middelen te gebruiken. |
feminisme | De stroming die stelt dat de media een beeld scheppen van de man als van nature sterk en goed en van de vrouw als zwakker en minder competent. |
Britse cultuurstudies | Een school die probeert de historische overheersing van de elite te traceren, de sociale consequenties die dit heeft te bekritiseren en de invloed die de elite heeft over minderheidsgroeperingen aan te tonen. |
cultureel imperialisme | Het proces waarbij een dominante cultuur zijn cultuur op andere culturen wilt overbrengen. |
Hoofdstuk O - Waarschuwingen bij het interpreteren van literatuur over media effecten
massamedia | De zender probeert een publiek te creëren en dit publiek herhaaldelijk bloot te stellen aan zijn boodschappen. |
Bron
- 2013-2014
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution