Begrippenlijst Research Methods for the Behavioral Sciences van Forzano & Gravetter

Begrippenlijst opgesteld in 2015 bij de custom editie van het boek Research Methods for the Behavioral Sciences van Forzano & Gravetter

Hoofdstuk 1. Manieren om kennis te verzamelen: Een introductie in de methodologie van onderzoek doen

Methodes om kennis te vergaren

Manieren waarop je dingen kan weten of een antwoord op een vraag die je hebt kan verkrijgen.

De methode van vasthoudendheid

In deze methode van kennis verzamelen accepteer je informatie als de waarheid omdat het altijd al zo geloofd wordt.

De methode van intuïtie

Deze methode zorgt ervoor dat mensen informatie accepteren op basis van wat hun gevoel zegt.

De methode van autoriteit

Je maakt gebruik van de expertise van iemand anders om kennis te verkrijgen.

De methode van geloof

Een variatie op de methode van autoriteit, waarbij je zoveel geloof hebt in een persoon dat je zijn of haar informatie zonder enige twijfel als waar aanneemt.

Rationele methode

 

Deze methode gaat op zoek naar antwoorden door gebruik te maken van logisch redeneren.

Premise uitspraken

Een uitspraak die een feit of een aanname beschrijft.

Argument

Een combinatie van verschillende premise uitspraken die je kunt combineren en zo tot een logische conclusie kan komen.

Empirische methode

Deze methode maakt gebruik van observatie en de zintuigen om kennis te verkrijgen.

Inductie

Het gebruik van een kleine hoeveelheid observaties als basis voor het trekken van een algemene conclusie.

Variabelen

Dit zijn kenmerken of condities die kunnen veranderen of verschillende waarden hebben, bijvoorbeeld leeftijd voor mensen.

Hypothese

Een uitspraak die een beschrijving geeft van een variabele of een relatie tussen variabelen, het is een soort van voorstel dat getest kan worden aan de hand van observaties.

Deductie

Je gebruikt een algemene uitspraak als basis van een conclusie over specifieke zaken.

Wetenschappelijke methode

Een manier van kennis verkrijgen die gebruik maakt van observaties om een hypothese op te stellen en aan de hand van die hypothese weer een logische voorspelling doet. Zo’n voorspelling wordt vervolgens getoetst via observaties.

Testbare hypothese

Een hypothese waarin alle variabelen en gebeurtenissen echt zijn, en deze dus ook geobserveerd en gedefinieerd kunnen worden.

Weerlegbare hypothese

Een hypothese waarvan je eventueel aan zou kunnen tonen dat hij vals is.

Participanten

Mensen die mee doen aan onderzoek.

Subjecten

Dingen of dieren die onderzocht worden en dus niet menselijk zijn.

 

Hoofdstuk 2. Het vinden van ideeën voor je onderzoek: Beginnen met onderzoek

Toegepast onderzoek

Een vorm van onderzoek doen die volledig gericht is op het beantwoorden van een praktische vraag of op het oplossen van een praktisch probleem.

Basis onderzoek

Een vorm van onderzoek die gericht is op het beantwoorden van een theoretische vraag of gewoon om meer informatie te verkrijgen over een bepaald onderwerp.

Primaire bron van informatie

Een primaire bron is een bron van informatie die direct komt van observaties of een andere vorm van onderzoek doen, geschreven door de persoon die ook daadwerkelijk het onderzoek heeft gedaan.

Secundaire bron van informatie

Bij een secundaire bron van informatie wordt een beschrijving of een samenvatting gegeven van een onderzoek dat al eerder door iemand anders is gedaan. Een secundaire bron is dus geschreven door iemand die niet zelf onderzoek heeft gedaan.

Hoofdstuk 6. Interne en externe validiteit: Kwantitatief versus kwalitatief onderzoek

Kwantitatief onderzoek

Een vorm van onderzoek die gebaseerd is op het meten van variabelen voor de verschillende participanten om zo voor elke participant een score te krijgen, met name via numerieke waarden. Deze waarden worden vervolgens door middel van statistische analyse omgezet tot een conclusie.

Kwalitatief onderzoek

Een vorm van onderzoek doen die gebaseerd is op het doen van observaties en het rapporteren van deze observaties door middel van een verhaal, vaak ondersteund door uitspraken van de participanten.

Onderzoeksstrategie

De algehele aanpak van het onderzoek, die vooral bepaald wordt door middel van de onderzoeksvraag en het soort antwoorden dat je hoopt te vinden.

Validiteit

De mate waarin een studie accuraat is en een goed en volledig antwoord kan geven op de onderzoeksvraag.

Bedreiging van de validiteit

Elk onderdeel van een studie dat vragen kan oproepen met betrekking tot de kwaliteit van het onderzoek of de mate waarin de resultaten van het onderzoek kloppen.

Externe validiteit

 

De mate waarin de resultaten uit het onderzoek gegeneraliseerd kunnen worden, bijvoorbeeld naar andere mensen, een andere tijd of een andere plaats.

Bedreiging van de externe validiteit

Elk kenmerk van de studie dat de mate waarin een onderzoek gegeneraliseerd kan worden beperkt.

Interne validiteit

De mate waarin een eenduidige, duidelijke verklaring gegeven kan worden voor de relatie tussen twee variabelen zonder dat hier andere variabelen een invloed op hebben.

Bedreiging van de interne validiteit

Elk kenmerk van de studie dat er voor zorgt dat er een alternatieve verklaring is voor de relatie tussen twee variabelen.

Extraneous variabele

Elke variabele die wel in het onderzoek zit, maar niet een van de twee variabelen is die daadwerkelijk onderzocht worden en die verder geen invloed heeft op het onderzoek.

Storende variabele

Een variabele van buitenaf die op systematische wijze samenhangt met de twee variabelen die in het onderzoek bestudeerd worden, en daardoor een alternatieve verklaring kan bieden voor de resultaten die gevonden zijn.

Vertekening door toewijzing

Deze vertekening vindt plaats als er door de toewijzing van participanten aan de verschillende groepen een te groot verschil tussen de persoonlijke kenmerken per groep ontstaat.

Geschiedenis

Een bedreiging van de interne validiteit die veroorzaakt wordt doordat er een gebeurtenis buiten het onderzoek om gebeurt die invloed heeft op de uiteindelijke score van de participanten.

Volwassen worden

Een bedreiging van de interne validiteit die veroorzaakt wordt doordat de participanten ouder worden tijdens het onderzoek en daardoor fysiek of mentaal kunnen veranderen.

Instrumentatie/
Instrumentele vertekening

Een verandering in de meetinstrumenten van een onderzoek die plaats vindt als de participanten gemeten worden in een serie behandelingen, waarbij de verandering in scores dus niet met zekerheid kan worden toegewezen aan de behandeling maar ook de schuld zou kunnen zijn van het meetinstrument.

Test effecten

Staan ook wel bekend als volgorde effecten, die plaatsvinden als participanten aan meerdere behandeling mee moeten doen en door de ene behandeling hun score op de volgende behandeling kunnen laten beïnvloeden.

Statistische regressie

Een wiskundig verschijnsel waarbij extreme scores in de ene meting in een volgende meting bij dezelfde persoon veel minder extreem zijn.

Onderzoeksontwerp

Een algemeen plan voor het opzetten van een onderzoeksstrategie, waarin wordt aangegeven of de studie naar een individu of een groep kijkt en hoeveel variabelen er in de studie aanwezig zullen zijn.

Onderzoeksprocedure

 

Een exacte beschrijving die stap voor stap aangeeft hoe het onderzoek zal verlopen.

Hoofdstuk 9. Zuivere experimenten: Relaties van oorzaak en gevolg

Experimentele onderzoeksstrategie

Het doel van deze onderzoeksstrategie is om vast te stellen dat er een oorzaak en gevolg relatie is tussen twee variabelen, waarbij het nodig is om de onafhankelijke variabele te manipuleren.

Onafhankelijke variabele

Deze variabele wordt gemanipuleerd door de onderzoeker en daardoor ontstaan verschillende condities van deze variabele.

Conditie van de behandeling

Dit is een situatie die gekarakteriseerd wordt doordat er verschillende waarden zijn van de onafhankelijke variabele. Er zijn altijd twee of meer waarden.

Levels

Dit is een andere naam voor de verschillende waarden die gemaakt zijn voor de onafhankelijke variabelen.

Afhankelijke variabele

Deze variabele is de variabele die geobserveerd wordt om te kijken of er veranderingen plaatsvinden naar aanleiding van de manipulatie.

Manipulatie

 

Het identificeren van specifieke waarden bij de onafhankelijke variabele en het maken van een aantal behandelingen die deze verschillende waarden meetbaar maken.

Randomisatie

Het gebruik van een willekeurig proces om ervoor te zorgen dat er geen systematische relatie bestaat tussen bepaalde variabelen.

Willekeurige toewijzing

Dit is het gebruik van een willekeurig proces om participanten toe te wijzen aan een van de groepen in het experiment.

Experimentele groep

De groep binnen een experiment die de behandeling zal ondergaan.

Controle groep

De groep binnen het experiment die geen behandeling hoeft te ondergaan.

Geen-behandeling groep

Een ander woord voor controle groep, er is bij deze groep geen behandeling.

Placebo effect

De reactie van een participant aan een experiment op medicijnen die geen echt lichamelijk effect kunnen hebben, puur en alleen doordat de participant denkt dat hij echte werkende stoffen heeft geslikt.

Placebo controle groep

Een conditie waarbij de participanten een placebo ontvangen in plaats van een echt medicijn.

Controle van manipulatie

Een extra maatregel om te controleren hoe de participanten de manipulatie ervaren hebben, of ze de manipulatie überhaupt gemerkt hebben.

Simulatie

Een conditie maken binnen in een experiment waarbij de natuurlijke omgeving van de participant wordt nagebouwd en waarin de onderzoekers dus natuurlijk gedrag verwachten.

Veldonderzoek

Een onderzoek dat plaatsvindt in een natuurlijke omgeving, waarbij de onderzoekers zich dus niet ophouden in een laboratorium maar echt naar de mensen en hun omgeving toe gaan.

 

Hoofdstuk 10. Experimenteel ontwerp tussen groepen: Een introductie van experimenten tussen groepen

Tussen-groepen experimenteel ontwerp

Bij deze opzet is het nodig om voor de verschillende condities in je experiment verschillende groepen participanten te hebben, waardoor elke participant maar aan één conditie deel neemt en dus maar één score krijgt.

Onafhankelijk experimenteel ontwerp

Andere benaming voor een tussen-groepen experimenteel ontwerp.

Individuele verschillen

Persoonlijke kenmerken die verschillen van participant tot participant noemen we ook wel zo.

Beperkte willekeurige toewijzing

Bij deze manier van participanten toewijzen aan een van de groepen in het experiment kan er niet volledig willekeurig worden toegewezen omdat er kenmerken zijn waar de groepen aan moeten voldoen, bijvoorbeeld dat alle groepen een gelijke grootte moeten hebben.

Matchen

Het toewijzen van participanten aan een groep zodat de verschillende persoonlijke kenmerken goed verdeeld zijn over de groepen, je doet dit door voor een participant in de ene groep een participant in de andere groep te plaatsen met dezelfde persoonlijke kenmerken.

Hoofdstuk 11. Experimenteel ontwerp binnen groepen: Introductie van ontwerp binnen groepen

Binnen groepen experimenteel ontwerp

Dit experimentele ontwerp vergelijkt twee of meerdere condities binnen een studie door dezelfde groep participanten aan alle condities mee te laten doen.

Herhaalde metingen experimenteel ontwerp

Een andere naam voor een binnen groepen experimenteel ontwerp.

Volgorde effecten

Dit soort effecten kan ontstaan bij een onderzoek doordat alle participanten een aantal condities moeten doorlopen, wat invloed kan hebben op hun gedrag of prestaties tijdens de behandelingen. Voorbeelden zijn geoefend raken in bepaalde opdrachten of vermoeidheid.

Overdrachts effecten

(carry over)

Veranderingen die plaatsvinden in het gedrag of de prestaties van de participanten, die veroorzaakt worden door een conditie waar ze eerder aan mee hebben gedaan. Het verschil tussen volgorde effecten en deze effecten is dat volgorde beïnvloedt doordat er een bepaalde volgorde is, terwijl in dit effect de participant zelf beïnvloedt wordt door een conditie en dit mee neemt naar de volgende conditie.

Progressieve volgorde

Veranderingen in het gedrag van de participant door de algemene ervaring van het mee doen aan een onderzoek met meerdere condities, maar niet zozeer door een behaalde conditie of behandeling.

Counterbalancing

 

Bij deze methode om volgorde effecten tegen te gaan deel je de participanten op in verschillende groepen en laat je ze wel allemaal dezelfde behandelingen ondergaan maar allemaal in een verschillende volgorde. Bijvoorbeeld groep één doet volgorde A – B – C en groep twee krijgt volgorde B – A – C.

Gematchte subjecten ontwerp

In dit ontwerp wordt elke persoon in de ene groep gematcht aan een persoon in de andere groep op basis van individuele verschillen. Op deze manier is het voor onderzoekers mogelijk om belangrijke eventueel storende variabelen onder controle te houden.

 

Hoofdstuk 12. Non-experimentele en semi-experimentele onderzoeksstrategieën

Non-experimentele strategie

Een onderzoeksstrategie waarbij je de scores van de verschillende groepen kan vergelijken door verschillende condities te gebruiken. Het grote verschil met een zuiver experiment is het feit dat er weinig tot geen controle is van bedreigingen van de interne validiteit.

Semi-experimentele strategie

Een onderzoeksstrategie waarbij je de scores van de verschillende groepen kan vergelijken door verschillende condities te gebruiken. Het grote verschil met een zuiver experiment is wel controle is van eventuele bedreigingen van de interne validiteit, maar dat deze controle niet zo streng is als bij een zuiver experiment.

Non-equivalent groepsontwerp

Een onderzoeksontwerp waarbij de verschillende groepen participanten zo zijn ingedeeld dat er geen controle mogelijk is van de toewijzing van participanten aan de verschillende groepen. Je dient als onderzoeker dus gebruik te maken van de indeling die je krijgt, en kan hier niets aan veranderen door bijvoorbeeld matchen of randomiseren.

Differentieel onderzoeksontwerp

Een onderzoeksontwerp waarbij je in een studie verschillende bestaande groepen vergelijkt, bijvoorbeeld klassen van een school.

Non-equivalent controle groep ontwerp

Het gebruik van bestaande groepen, waarbij er een de controle groep vormt en de andere een groep met behandeling. Je kunt als onderzoeker de participanten dus niet op willekeurige wijze toewijzen.

Enkel posttest non-equivalent onderzoeksontwerp

 

Het vergelijken van twee non-equivalente groepen waarbij de ene groep wordt geobserveerd na een behandeling en de andere groep wordt geobserveerd zonder behandeling.

Pretest-posttest non-equivalent onderzoeksontwerp

Een ontwerp waarin twee non-equivalente groepen worden vergelijken, waarbij beide groepen twee keer gemeten worden. Bij de ene groep zal tussen de metingen door een behandeling plaatsvinden, bij de andere groep niet.

Een groep pretest-posttest onderzoeksontwerp

Hierbij zitten alle participanten in één groep en worden ze zowel voor als na de behandeling gemeten.

Tijdsserie ontwerp

Er is een aantal observatiemoment, zowel voor als na de behandeling. De behandeling vindt dan bijvoorbeeld plaats na drie observaties en vervolgens zijn er weer drie observaties.

Developmental onderzoekstontwerp

Een onderzoeksontwerp waarbij je veranderingen in gedrag probeert te observeren die gerelateerd zijn aan leeftijd.

Cross-sectioneel onderzoeksontwerp

Een ontwerp waarbij verschillende groepen participanten worden gebruikt, en elke groep een andere leeftijdscategorie vertegenwoordigt. De groepen worden op hetzelfde moment gemeten en vervolgens vergeleken.

Cohort

Mensen die rond dezelfde tijd geboren zijn en ook onder ongeveer gelijke omstandigheden zijn opgegroeid.

Cohort effecten

Dit houdt in dat er bepaalde verschillen zijn tussen leeftijdsgroepen die veroorzaakt worden door unieke evaringen die niet leeftijd zijn, maar er wel mee te maken hebben. Zo denken mensen die in de jaren veertig zijn opgegroeid heel anders dan kinderen van nu.

Longitudinaal ontwikkeld onderzoeksontwerp

Een onderzoeksontwerp kijkt naar de ontwikkelingen van een groep cohorten, dus mensen die ongeveer even oud zijn en dezelfde leefomstandigheden hebben (gehad).

Semi-onafhankelijke variabele

De variabele die wordt gebruikt om de groepen op te delen in bepaalde condities noemen we normaal een onafhankelijke variabele, maar bij een semi-experimenteel of een non-experimenteel ontwerp heet deze variabele net iets anders.

Hoofdstuk 13. Factorieel onderzoeksontwerp: Introductie van factoriële onderzoeksontwerpen

Factor

Een andere benaming voor een onafhankelijke variabele in een experiment, die vooral gebruikt wordt als er meer dan een onafhankelijke variabele aanwezig is in de onderzoeksopzet.

Factorieel ontwerp

Dit onderzoeksontwerp bevat twee of meer onafhankelijke variabelen.

Hoofdeffect

De mate waarin een onafhankelijke variabele (en de verschillende condities van die variabele) invloed heeft op de afhankelijke variabele. Bij een onderzoek dat gepresenteerd wordt in een matrix staan de een van de factoren in de rijen en de andere in de kolommen en kun je deze effecten aflezen aan de hand van de getallen aan het einde van de kolommen en de rijen.

Interactie tussen factoren

Dit komt voor als twee factoren samen scores voortbrengen die niet aan de hoofdeffecten te wijden zijn, de factoren hebben dus niet alleen invloed op de afhankelijke variabele maar ook op elkaar.

Gemengd ontwerp

Een factorieel ontwerp waarbij er twee verschillende soorten van onderzoeksontwerpen worden gecombineerd, bijvoorbeeld een factor tussen groepen en een factor binnen groepen.

Gecombineerde strategie

 

Een onderzoek waarin twee verschillende onderzoeksstrategieën worden gebruikt in hetzelfde onderzoeksontwerp. Een van de factoren is dan een ‘echte’ onafhankelijke variabele uit een zuiver experiment, terwijl de andere variabele een semi-onafhankelijke variabele is uit een semi-experimentele of een non-experimentele strategie.

Hoofdstuk 16. Een introductie in rapporteren via APA: Het doel van een onderzoeksrapport

Onderzoeksrapport

Een geschreven beschrijving van een onderzoek waarin een duidelijk doel van het onderzoek staat beschreven, evenals een overzicht van de relevante bestaande literatuur, een beschrijving van de methode en een overzicht van de resultaten van de studie.

Citaat

Geeft aan welke bronnen je gebruikt hebt en wat er in die bronnen gezegd is aan de hand van de namen van de auteurs en het jaar van publicatie.

Titelpagina

De eerste pagina van een manuscript , waarop de titel van het onderzoek staat en wat basis informatie over de auteurs.

Running head

Een ingekorte titel voor een onderzoeksverslag waar maximaal vijftig leestekens in zitten.

Abstract

Een korte samenvatting van het onderzoek tussen de 150 en 250 woorden, met een focus op wat er tijdens het onderzoek is gedaan en wat de resultaten zijn.

Introductie

 

Het eerste echt belangrijke gedeelte van een onderzoek, waarbij de literatuur tot dat moment wordt gepresenteerd en er een relatie wordt beschreven tussen deze bestaande literatuur en de huidige onderzoeksvraag.

Methode sectie

In dit onderdeel van een manuscript wordt beschreven hoe de studie is uitgevoerd met informatie over de participanten en de procedure.

Resultaten sectie

In dit gedeelte van een manuscript staat een korte samenvatting van wat er gevonden is in het onderzoek.

Discussie sectie

Dit gedeelte van het onderzoeksverslag herhaalt de hypothese, vat de resultaten kort samen en geeft daarnaast ook een interpretatie van die resultaten. Daarnaast staan er implicaties van het onderzoek in en eventuele vervolgonderzoeken die kunnen worden uitgevoerd.

Referentie sectie

In dit gedeelte van dit onderzoek staan alle bestaande onderzoeken waar je in je eigen manuscript naar hebt verwezen.

Onderzoeksopzet

Dit is een geschreven verslag waarin een plan voor een nieuw onderzoek wordt gepresenteerd, met daarin al een literatuuronderzoek en een mogelijke methode.

    1.  

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Samenvatting Custom Research Methods for the Behavioral Sciences
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1956