Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18
- 1889 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Evelien heeft de scooter van Sander gestolen en deze vervolgens uitgeleend aan Kasper. Sander dagvaard Evelien tot teruggave van de scooter. Kasper pretendeert geen rechthebbende of eigenaar te zijn. Hij erkent dat hij slechts detentor is.
Wat is de goederenrechtelijke positie van Sander, Evelien en Kasper?
Wie moet bewijzen rechthebbende te zijn?
Hugo heeft op 23 december 2013 van Kasper een theepot geschonken gekregen. Op dat moment wist, noch behoorde Hugo te weten dat het een theepot betrof uit de gestolen inboedel van Sander. Hugo laat de theepot, dat hij mooi vindt maar erg beschadigd is, in januari restaureren door een professionele restaurateur voor €150,-. Sander komt er op 1 februari achter dat de gestolen theepot zich bij Hugo bevindt. Sander wil de theepot terugvorderen. Sander stelt niets te maken te hebben met de reparatie door Hugo en weigert de kosten te betalen.
Mag Sander de vaas terugvorderen zonder de kosten van de restauratie te betalen?
Verandert uw antwoord als Hugo op 28 december 2013 erachter was gekomen dat de theepot van diefstal afkomstig was?
Paul huurt een elektrische zaag bij een bouwmarkt. Op het moment dat hij de zaag in ontvangst neemt, is hij al van plan de zaag zelf te houden en nooit meer terug te brengen. Is hij detentor of bezitter van de zaag?
In het Drentse gemeente W is een bloeiend verenigingsleven. Er zijn maar liefst drie handbalverenigingen en deze staan elkaar bijzonder naar het leven. De oudste vereniging, SHME, heeft een fraaie originele banier die bij de thuiswedstrijden van het eerste team thuis trots aan de zijkant van het veld staat opgesteld. Op nieuwjaarsdag 2014 weet Chris, lid van de tweede handbalvereniging, HULP, de banier te ontvreemden uit de bezemkast van SHME in de met HULP gedeelde sporthal. Chris wil de banier voor zichzelf houden en verstopt haar als verworven buit in zijn schuur. Piet, lid van de derde handvereniging GHVI, heeft dit gezien en breekt in de nacht van 2 januari 2014 op zijn beurt de schuur van Chris open, neemt de banier mee en legt haar in zijn eigen schuur Ook Piet wil de banier voor zichzelf houden.
Kan Chris, als hij op 2 januari 2014 de ontvreemding ontdekt, de banier van Piet vorderen?
Kan de vereniging SHME, als zij op 2 januari 2014 achter de ontvreemding komt, de banier van Piet vorderen?
Vragen bij het arrest Gielkens/Gielkens.
Schets de casus van dit arrest
Wordt Peter Jozef Gielkens op grond van de wet in eerste instantie beschouwd als detentor of als bezitter nu hij beweert de Opel Corsa van zijn zuster ten geschenke gekregen te hebben?
Stel dat Peter Jozef Gielkens in eerste instantie als bezitter wordt beschouwd, wordt hij op grond van de wet tevens voor rechthebbende gehouden?
Mochten de rechtbank en het hof op grond van de wettelijke regeling beslissen dat de bewijslast betreffende de eigendom van de Opel Corsa op Peter Jozef Gielkens rustte?
Kees is de gelukkig eigenaar van een tekkel, genaamd Sjonnie. Op 6 januari raakt Sjonnie zoek tijdens het joggen, hetgeen Kees meldt bij de plaatselijke politie. Op 1 feburari wordt de tekkel uitgehongerd gevonden door Jan, die besluit haar te houden. Wanneer Jan op zakenreis moet, brengt hij de tekkel (die inmiddels naar de naam Merel luistert) tijdelijk onder bij zijn vriend Max. Max, die overdag werkt, geeft aan zijn dienstmeisje Janine de opdracht de hond iedere ochtend en middag uit te laten. Op een mooie ochtend, het is 26 februari, besluit Janine, geheel tegen de instructies van Jan in, Merel onaangelijnd uit te laten. Had zij dat maar nooit gedaan, want Merel bijt zich vast in het been van een passerende fietser. Dit blijkt de bij Ajax voetballende Y te zijn, die als gevolg van de hondenbeet een paar belangrijke wedstrijden moet missen. Het voorval heeft echter ook een positieve kant, want Y ziet onmiddellijk dat het hier de tekkel van zijn buurman Kees betreft. Wie kan X op grond van artikel 6:179 BW met succes aanspreken voor de door hem geleden schade?
Na afloop van een werkgroep in februari 2013 laat Klaas zijn wetboek in de collegezaal liggen. Medestudent Nico ziet, als hij langs de collegezaal loopt, toevallig dit wetboek van Klaas liggen en pikt het gauw in. In het wetboek staat niet vermeld dat het aan Klaas toebehoort. ‘Mooi verdiend” denkt Nico en gaat meteen door naar de stamkroeg om een extra pintje te drinken. Vier maanden later overlijdt Nico plotseling ten gevolge van een ongeval. Nico heeft één erfgenaam, zijn vader. Nico’s vader leent het wetboek vervolgens op 14 juli 2013 uit aan Peer, een huisgenoot van Nico. Geef aan wie op 14 juli 2013 eigenaar, bezitter en detentor is van het wetboek. Geef t.a.v. de bezitter aan of zijn bezit al dan niet te goeder trouw is. Vermeld steeds de relevante wetsartikelen.
Evelien is middellijk bezitter niet te goede trouw (art. 3:118 BW);
Sander is eigenaar, maar niet de bezitter
Kasper is onmiddellijk detentor
Evelien is bezitter o.g.v. artikel 3:107 lid 1 jo. 3:108 BW. De bezitter van een goed wordt vermoed rechthebbende te zijn; dit houdt in dat Evelien wordt vermoed rechthebbende te zijn van de scooter totdat het tegendeel is bewezen. Sander moet bewijzen dat Evelien geen bezitter is, maar de scooter heeft gestolen;
De rechthebbende (in dit geval Sander) kan, wanneer hij daarvan het bezit heeft verloren, het bezit opeisen onder art. 5:2 BW. Artikel 3:120 en 3:121 BW kennen de bezitter die het goed weer aan de rechthebbende moet afgeven, onder voorwaarden, bepaalde vergoedingsrechten toe. Deze zijn het omvangrijkst voor de bezitter te goede trouw.
Art. 3:118 jo. 3:120 BW betreffen de bezitter te goede trouw; Hugo heeft recht op vergoeding van de door hem ten behoeve van de zaak gemaakte kosten.
Zo lang een bezitter te goed trouw de hem verschuldigde vergoeding niet heeft ontvangen, is hij bevoegd de afgifte van het goed op te schorten.
Hugo heeft hier een retentierecht; art. 3:120 lid 3 BW.
Overigens: art. 3:122 BW, overdracht i.p.v. vergoeding, is ook mogelijk.
Let op; op moment van verkrijging was hij dus wel te goeder trouw. Art. 3:118 lid 2 BW: een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.
Uit “geacht “volgt dat dit ondanks latere wijziging van de bekendheid van het gestolen goed, de goede trouw niet wordt gewijzigd.
Bezitter (art. 3:107 lid 1 BW): men houdt het goed voor zichzelf; je kan ook voor jezelf een goed houden zonder dat je daar van eigenaar bent. Houder/detentor (art. 3:107 lid 4 BW): men houdt het goed voor een ander. Art. 3:110 BW: indien tussen twee personen een rechtsverhouding bestaat die ertoe strekt dat de zaak voor de bezitter zal worden gehouden, dan wordt de ontvanger slechts detentor en geen bezitter. Beschikbaarstelling op grond van huur zoals in casu leidt tot detentorschap van de ontvanger. De wil van de ontvanger is irrelevant. Ook in het geval dat hij bij de ontvangst van de zaak, deze in strijd met de rechtsverhouding in bezit wil nemen wordt hij detentor.
Art. 3:111 BW bezitsinterversie: een detentor blijft dezelfde titel houden voor de bezitter. Aldus kan een detentor zich niet door een enkele wilswijziging van detentor tot bezitter maken en daarmee de bezitter zijn bezit ontnemen.
Een houder kan niet door enkele wilswijziging buiten de bezitter om zich van houder tot bezitter maken. Paul kan niet van detentor tot bezitter worden enkel door in zichzelf te besluiten de zaag niet terug te geven en zichzelf voortaan als rechthebbende te beschouwen. Paul wordt evenmin bezitter door de zaag maar lang genoeg onder zich te houden.
Bezitsactie: art. 3:125 lid 1 BW. Kent de bezitter – niet de detentor! - in geval van bezitsverlies of –stoornis een overeenkomstige rechtsvordering toe, de bezitsactie. Deze bezitsbescherming komt aan iedere bezitter toe (dus ook de vervreemder) ook die niet te goeder trouw is. Degene die een sterker recht heeft, wint, ongeacht of je te goeder trouw bent!
Revindicatie; art. 5:2 BW; de vereniging is de eigenaar van de banier en kan deze zaak opeisen van een ieder die haar zonder recht houdt.
Maria Gielkens uit Merkel heeft haar broer Peter Gielkens uit Sittard gedagvaard voor de rechter. Maria Gielkens, verweerster in cassatie, beweert namelijk dat zij in oktober 1987, kort na het overlijden van haar echtgenoot, een Opel Kadett in bruikleen heeft gegeven aan haar broer Peter Gielkens. Nadat bleek dat de Opel Kadett enkele problemen had, kocht Maria Gielkens een Opel Corsa na bijbetaling van f 11.500. Ook deze auto kreeg haar broer Peter Gielkens in bruikleen. Peter Gielkens geeft echter aan dat zijn zus Maria Gielkens aan hem zowel de Opel Kadett als de Opel Corsa had geschonken. Maria Gielkens eist dat Peter Gielkens de auto teruggeeft, terwijl Peter Gielkens beweert dat de auto zijn eigendom betreft. Peter Gielkens dient daarom zijn eigendom te bewijzen, waarna hij in cassatie gaat bij de HR.
Indien Maria daadwerkelijk de Opel Corsa heeft geschonken aan Peter, is Peter bezitter geworden: art. 3:107 lid 1 BW: hij houdt het goed voor zichzelf. Art. 3:109 BW; wie een goed houdt wordt vermoeden dit voor zichzelf te houden. Art. 3:119 BW; de bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn.
Echter indien er sprake is van bruikleen, zoals Maria stelt, dan is Peter detentor geworden; hij houdt dan de Opel namens Maria.
Ja op grond van artikel 3:119 BW: “De bezitter van een goed wordt vermoed rechthebbende te zijn”
R.O. 3.5; het gaat hier om vermoedens; de broer wordt vermoed rechthebbende te zijn; de zus moet bewijzen dat dit niet zo is! Als dit tijdens het proces blijkt dat er voldoende informatie is uitgewisseld over en weer waardoor het vermoeden al voldoende is ontkracht betekent dit dat de broer moet gaan bewijzen dat hij wel rechthebbende is. Dus als het vermoeden al voldoende is ontkracht, ligt de bewijslast bij de ander.
Kees is eigenaar van de tekkel; maar geen bezitter meer (sinds 21 januari). Jan is (middelijk) bezitter van de tekkel (sinds 1 februari); Max is houder; Max houdt het goed voor een ander, art. 3:107 lid 4 BW (detentor/detentie). Wnneer hij de tekkel aan Janine geeft, wordt hij van onmiddellijk detentor en middellijk detentor; hij heeft de hond niet meer onder zich! Janine houdt de hond nu tijdelijk voor Max; hierdoor wordt Janine onmiddellijk detentor. Art. 3:107 lid 4 BW (detentor / detentie). Artikel 6:179 BW; “De bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade”. In casu is de bezitter Jan en kan hij dus aangesproken worden.
Eigenaar: Klaas is nog steeds eigenaar
Bezitter: Nico’s vader is middellijk bezitter niet te goede trouw, heeft de wettenbundel geërfd van Nico. Hiermee is hij dus tevens niet te goede trouw omdat op grond van artikel 3:116 BW iemand die onder algemene titel een ander opvolgt, daarmede die ander tevens in diens bezit en houderschap met alle hoedanigheden en gebreken daarvan opvolgt. (Algemene titel houdt in erfenis; bijzondere titel is bijvoorbeeld koop e.d!)
Detentor: Peter is onmiddelijk detentor, hij houdt het goed voor Nico’s vader.
Opdrachten bij de werkgroepen van Burgerlijk Recht 1 van de Rijksunversiteit van Groningen, uit 2017/2018.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1725 |
Add new contribution