Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18
- 1889 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Bestudeer de volgende vier situaties:
Jan leent van Piet 1.000 euro. Piet mag dit elk moment terugvorderen.
Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan?
Jan geeft aan Piet zijn fiets in vruchtgebruik.
Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan?
Piet heeft 1.000 euro aan kosten gemaakt om het dak van Jan van de ondergang te behoeden. Daardoor heeft Piet een bijzonder voorrecht in de zin van artikel 3:284 lid 1 BW tot voldoening van de kosten op Jan.
Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan?
Jan wenst bij Piet een lening af te sluiten. Met het oog daarop geeft Jan aan piet een duur horloge in vuistpand.
Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan?
De Vries is eigenaar van een boerderijtje in Klazienaveen. Via het terrein van zijn buurman Jansma zou De Vries op een eenvoudige wijze bij zijn schuurdeur kunnen komen. Hij bespreekt het een en ander met Jansma en dit overleg resulteert erin dat partijen op het terrein van Jansma ten behoeve van het terrein van De Vries een erfdienstbaarheid van weg vestigen. Zij spreken daarbij af dat De Vries op het terrein van Jansma op eigen kosten de voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid benodigde weg aanlegt, alsmede een daarvoor benodigde brug over het riviertje dat het terrein van Jansma doorkruist.
Hoe dient de vestiging van het recht van erfdienstbaarheid plaats te vinden?
Heeft De Vries de medewerking van Jansma nodig om afstand te doen van het recht van erfdienstbaarheid? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?
Kas geeft zijn moestuin in 1990 vruchtgebruik aan Linda. Linda maakt twintig jaar met veel plezier gebruik van de moestuin, maar begin 2010 wordt het werken aan de tuin voor de inmiddels bejaarde Linda toch te zwaar. Daarom draagt Linda het recht van vruchtgebruik over aan Maarten, haar buurman. Begin 2015 overlijdt Linda. Als Maarten in juli 2015 de boontjes aan het oogsten is, komt Kas langs. “Ik kom de oogst ophalen” zegt Kas. Maarten reageert verbaasd. “U mag misschien wel bloot eigenaar zijn, maar ik heb het absolute recht van vruchtgebruik verkregen van onze betreurde Linda. Dan heb ik toch zeker recht op de oogst? Wie is eigenaar van de moestuin en van de oogst?
Boer Jongsma heeft jarenlang geknokt, maar toch is zijn bedrijf failliet gegaan. De curator die het faillissement gaat afwikkelen, treft bij Jongsma de volgende goederen aan:
Boer Jongsma heeft ook nog schulden, namelijk de volgende:
Wat is de invloed van het faillissement op de mogelijkheden van Pietersen, de MNM-bank en de tien schuldeisers om hun rechten geldend te maken?
Hoeveel zullen de tien schuldeiser en de MNM-bank van hun vorderingen betaald krijgen? Ga ervan uit dat aan de afwikkeling van het faillissement geen kosten zijn verbonden.
Andreas is eigenaar van een boomgaard. Hij sluit een lening van 25.000 euro af bij de Bato Bank en vestigt tot zekerheid daarvan een hypotheekrecht. De Bato Bank verkoop zijn vordering op Andreas op 15 april aan de Credit Bank en ondertekent een akte van cessie. Op 15 mei krijgt Andreas bericht dat de vordering is verkocht op 15 april en dat hij voortaan moet betalen aan de Credit Bank. Vervolgens raakt andreas in financiële nood. De Credit Bank wil de boomgaard verkopen krachtens haar recht van parate executie. Maar Andreas heeft in de openbare registers gekeken en ziet dat de akte van vestiging van hypotheekrecht is ingeschreven ten behoeve van de Bato Bank. Er is geen akte of ander feit ingeschreven dat Credit Bank hypotheek zou zijn. Volgens Andreas moet Credit Bank eerst een vonnis halen en executoriaal beslag leggen voordat zij de boomgaard veilen. Op welk moment gaat het hypotheekrecht over op de Credit Bank?
Kunsthandelaar Opzoomer heeft een schilderij in bruikleen gekregen van Mistdag. Hij sluit een lening af bij Diederik Schoringa om zijn hoofd boven water te houden. Als zekerheid vestigt hij een pandrecht op de gehele inventaris van zijn kunsthandel, inclusief het schilderij. Van de verpanding wordt een akte opgemaakt en geregistreerd. Schoringa beseft nit dat het schilderij niet alleen van de hand van Mistdag is, maar zelfs eigendom. Opzoomer gaat failliet, dan melden zowel Mistdag als Schoringa zich bij de curator. Mistdag wil zijn schilderij terug en Schoringa wil zijn pandrecht op het schilderij executeren. Wie heeft gelijk?
Jimmy leent op 1 december 5.000 euro uit aan Dave. Dave zal iedere maand 200 euro aflossen. Er wordt een stil pandrecht gevestigd op zijn horloge ten behoeve van Jimmy. Het horloge is ongeveer 4.000 euro waard. Er wordt een onderhandse akte geregistreerd. In de akte is een clausule opgenomen dat Jimmy mag kiezen het horloge zelf te houden als de geldlening niet tijdig afgelost wordt. In juli heeft Dave slechts 2 keer afgelost. Jimmy eist zijn horloge op. Jimmy besluit het horloge niet te verkopen, maar zelf te houden. Dave baalt dat hij het horloge heeft verpand en het horloge is meer waard geworden. Is Jimmy eigenaar geworden van het horloge?
Erfdienstbaarheid = een genotsrecht = beperkt recht = een zakelijk recht dat is geregeld in art. 5:70 BW. Een erfdienstbaarheid kan krachtens art. 5:72 BW door vestiging en door verjaring.
Art. 3:98 BW afdeling van overeenkomstige toepassing op het vestigen van een beperkt recht op een zodanig goed. Dus art. 3:84 BW is van overeenkomstige toepassing; er moet sprake zijn van;
Art. 5:82 BW; afstand; indien de eigenaar van het heersende erf (de vries) uit hoofde van de erfdienstbaarheid verbonden lasten en verplichtingen op kosten afstand van zijn recht wil doen, is de eigenaar van het diende erf (Jansma) gehouden hieraan mee te werken.
Art. 3:98 BW; voor afstand van een beperkt recht is precies hetzelfde vereist als voor vestiging van dat beperkte recht. Afstand moet worden gezien als terug levering van het deel waarop de erfdienstbaarheid zat aan de hoofdgerechtigde waardoor het beperkte recht weer opgaat in het hoofdrecht en dus als apart recht tenietgaat.
Dus er is medewerking vereist want moet volgens 3:84 BW;
Vruchtgebruik wordt omschreven in art. 3:201 BW als het recht om goederen die aan een ander toebehoren te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten. Vruchtgebruik ontstaat door vestiging of verjaring (art. 3:202 BW). Het recht van vruchtgebruik is gevestigd voor een bepaalde persoon. Het gaat dan ook van rechtswege teniet door de dood van de vruchtgebruiker (art. 3:203 lid 2 BW). Wanneer de vruchtgebruiker het recht heeft overgedragen aan een derde (art. 3:223 BW), dan komt het eveneens door de dood van de eerste vruchtgebruiker ter vervallen. Kas is dus eigenaar van zowel de moestuin als de oogst In beginsel kun je vruchtgebruik overdragen; art. 3:98 jo. 3:84 BW.
Maarten lijkt een vruchtgebruik te hebben verkregen.
ECHTER
Pieterse die de tracto had uitgeleend in bruikleen: betekent niet dat hij de eigendom kwijt is en kan Pieterse kan het faillissement negeren en kan de zaak uit het faillissement halen alsof er geen faillissement is. MNM-bank; hypotheekrecht; art. 3:268 BW; recht van parate executie; MNM bank kan het faillissement negeren en de gebouwen/grond onmiddellijk verkopen en uit de waarde van deze goederen voldaan. De tien-schuldeiser; vorderingsrechten, gewoon een persoonlijkrecht; krijgen de rest, geen enkele vorm van voorrang.
MNM-bank heeft recht op parate executie op de grond en gebouwen = €2.000.000,-; zij krijgen deze gehele vordering. Wat over blijft is de inventaris van 200.000; dit moet worden gedeeld door 10; want ze hebben een gelijk recht en geen voorrang; dus worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering. De vordering was van iedere schuldeiser gelijk. Dus ieder krijgt 1/10 deel van de 200.000 = per schuldeiser 20.000,-
Art. 3:84 BW; de levering. Art. 3:94 lid 1 BW; recht op naam kun je leveren door een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan die persoon door de vervreemder of verkrijger; dit is openbare cessie. Hier is wel sprake van; Op 15 mei krijgt Andreas een bericht dus ook sprake van een mededeling pas toen is de openbare cessie geslaagd (op 15 april is er slechts sprake van een akte maar nog geen mededeling). Art. 3;94 lid 2 BW Stille cessie is als er sprake is van een authentieke akte of een geregistreerde onderhandse akte, dit is in casu niet het geval. Titel; vordering op naam; beschikkingsbevoegdheid;
Art. 3:7 jo. 3:82 BW; betreft een afhankelijk recht, namelijk hypotheekrecht; dient ter zekerheid van de vordering. Als je niet meer rechthebbende bent van de vordering dan heb je ook niks aan het hypotheekrecht. Afhankelijke rechten volgen het recht waaraan zij verbonden zijn. Als je een vordering overdraagt gaat tevens het beperkte recht mee over op deze vordering. Ook al staat het verkeerd in de registers; dat doet hier niet aan af! Geen leveringsakte vereist voor het beperkte recht specifiek.
Art. 3:236 BW (vuistpand); geen sprake van want het schilderij blijft bij Opzoomer hangen. Art. 3:237 BW (stil pandrecht); pandrecht op een roerende zaak kan ook worden gevestigd bij authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder dat de zaak in de macht van de pandhouder wordt gebracht. In de casus is gegeven dat er geprobeerd is middels een akte een pandrecht te vestigen. Art. 3:84 BW jo. 3:98 BW; Beschikkingsonbevoegd; je kan niet meer overdragen dan je hebt; Nemo-Plus; Schoringa had het pandrecht niet kunnen krijgen; Derdenbescherming? Wordt Schoringa beschermd door de beschikkingsonbevoegdheid van Opzoomer; art. 3:238 BW; Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid is niet mogelijk want de zaak is niet in de macht van Schoringa gebracht. Deze bescherming gaat pas op zodra Schoringa de zaak in zijn macht heeft verkregen. (onzekerheid van stil pandrecht). Je wordt niet beschermd door de beschikkingsonbevoegdheid. Schoringa heeft geen pandrecht. Misdag kan zijn schilderij dus gewoon revindiceren (art. 5:2 BW)
Art. 3:235 BW; elk beding waarbij de pand- of hypotheekhouder de bevoegdheid wordt gegeven zich het verbonden goed toe te eigenen, is nietig.
Opdrachten bij de werkgroepen van Burgerlijk Recht 1 van de Rijksunversiteit van Groningen, uit 2017/2018.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1844 |
Add new contribution