Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9260 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Casus
Het gaat in deze zaak om noodweer(exces) en culpa in causa. Het hof verwerpt het beroep op noodweer(exces). Verdachte is meerdere keren gewaarschuwd dat het slachtoffer wel eens gewelddadig zou kunnen worden. Ondanks die waarschuwingen wilde verdachte, samen met medeverdachte, een regeling treffen met het slachtoffer. Verdachte heeft zich daarmee willens en wetens in een situatie begeven waarin een agressieve reactie van het latere slachtoffer te verwachten was. Een dergelijke reactie heeft ook daadwerkelijk plaatsgevonden. Immers, toen zij eenmaal bij het huis van het slachtoffer waren aangekomen, belandden deze en verdachte in een worsteling, waarbij het slachtoffer over een koevoet beschikte. Verdachte en diens medeverdachte hadden alsnog weg kunnen en dienen te gaan op het moment dat medeverdachte verdachte te hulp schoot en deze de koevoet van het slachtoffer afpakte. Dit hebben zij echter niet gedaan. Door aldus te handelen is er geen sprake van een noodzakelijke verdediging en is er dus ook geen sprake van noodweer(exces) in de zin van artikel 41 Sr.
Hoge Raad
Indien door of namens de verdachte een beroep is gedaan op noodweer dan wel noodweerexces, zal de rechter moeten onderzoeken of de voorwaarden voor de aanvaarding van dat verweer zijn vervuld. Die houden blijkens artikel 41 Sr in wat betreft noodweer: dat het begane feit was geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding (waaronder onder omstandigheden mede is begrepen een onmiddellijk dreigend gevaar voor zo een aanranding) en wat betreft de overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging (het zogenoemde noodweerexces): dat die overschrijding het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging die is veroorzaakt door een aanranding als vorenbedoeld.
Gedragingen van de verdachte voorafgaande aan de wederrechtelijke aanranding door het latere slachtoffer kunnen onder omstandigheden in de weg staan aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) door de verdachte. Dat is bijvoorbeeld het geval indien de verdachte de aanval heeft uitgelokt door provocatie van het latere slachtoffer en hij aldus uit was op een confrontatie.
De omstandigheid dat verdachte ‘zich willens en wetens in een situatie heeft begeven waarin een agressieve reactie van het latere slachtoffer te verwachten was’, sluit op zichzelf niet uit dat ten aanzien van de bewezenverklaarde gedragingen sprake was van noodzakelijke verdediging in de zin van artikel 41 Sr. Hetgeen het hof heeft overwogen is evenmin voldoende om te kunnen aannemen dat hier sprake is van zodanige ‘eigen schuld’ dat dit aan aanvaarding van het beroep op noodweer(exces) in de weg staat.
De omstandigheid dat verdachte en diens medeverdachte op een zeker moment na de agressieve reactie van het slachtoffer weg hadden kunnen en dienen te gaan, sluit niet uit dat er (voordien) sprake is geweest van een wederrechtelijke aanranding waartegen verdediging geboden was.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
825 |
Add new contribution