Hoorcollege 8 Neuropsychologische Diagnostiek 2023 Universiteit Utrecht

Hoorcollege 8

 
Intelligentie Taken 
  • bouwen vaak op in moeilijkheid. 
  • Sommige taken zijn heel cultuurgebonden (bijv. wat betekenen deze woorden of wie zijn deze bekende mensen). Ook zijn er culturen waarbij er zwart wit tekeningen veel minder voorkomen. 
  • Sommige taken verouderen heel erg snel en moeten goed bijgehouden worden (ook weer met wie is het). 
  • Ook ecologische validiteit is nog wel wat aan te doen.
 
Intelligentie: IQ is de score die iemand heeft op een intelligentietest. Er is een debat over wat intelligentie is. 
  • G-factor van Galton en Spearman: er is één factor die de intelligentie en scoring op andere cognitieve domeinen bepaalt. 
  • Multifactorieel door Thurstone, Guildorf, Binet: er zijn meerdere factoren en meerdere cognitieve domeinen binnen intelligentie. 
  • Cattell vond dat de G-factor in twee soorten intelligenties verdeeld kan worden:
    • Vloeiende intelligentie: deze zet je in in nieuwe situaties, wanneer de gekristalliseerde intelligentie niet toepasbaar is. Deze is wel gevoelig voor cognitieve achteruitgang. 
    • Gekristalliseerde intelligentie: is de feitelijke kennis, het is een product van leren. Deze wordt sterk beïnvloedt door de opleiding die je hebt gehad. Deze gaat niet snel achteruit bij cognitieve achteruitgang.
  • Verschillende studies laten een sterke samenhang zien met cognitieve domeinen, werkgeheugen, aandacht executieve functies etc. Executieve functies is natuurlijk logisch samenhangend met vloeiende intelligentie, want het gaat beide over probleemoplossend vermogen. 
  • Intelligentie in de hersenen zit in fronto-pariëtale netwerk.
  • Intelligentie binnen de neuropsychologie wordt gesteld als basis voor de interpretaties van scores op andere tests. Daarbij testen bepaalde subtaken specifieke aspecten van het cognitief functioneren (cijferreeksen testen verbaal korte termijngeheugen en blokpatronen testen constructieve apraxie).
  • Barbey 2012:  intelligentie overlapt met werkgeheugen en executieve functies. 
onderzoek naar neurale substraten van intelligentie (g) en executieve functies bij 182 patiënten. Er kwam uit dat er sprake is van een gedeelde betrokkenheid van groot parieto-frontaal netwerk bij G-factor en executieve functies. 
 
Verbale IQ: het denken in woorden en het verbale geheugen. 
Performale IQ: probleemoplossend vermogen en praktisch denken. 
 
Flynn-effect: elke 10 jaar gaat het IQ gemiddelde met 3 omhoog. Dit hangt samen met meer bekendheid met de testen, maar ook met scholing en voeding. Echter, de laatste paar jaren gaat het IQ steeds iets meer naar beneden. De oorzaak hiervan is niet helemaal duidelijk. 
 
Eerste intelligentietesten zijn ontwikkeld door Binet. Ze waren ontwikkeld om geschiktheid op school te testen en voor het leger gebruikt om te kijken wat je rol kon zijn binnen de militairen. 
 
De Nederlandse intelligentietesten:
  • Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS)
  • Wechsler Intelligence Scale (WISC)
  • Snyders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest (SON)
  • Groninger Intelligentie Test (GIT-2)
  • Raven Progressive Matrices
  • Nederlandse Leestest voor Volwassenen (NLV)
  • Kaufman Intelligentietest voor Adolescenten en Volwassenen (KAIT)
 
WAIS III
  • Deze wordt nu niet meer gebruikt.
  • Het meet het verbaal IQ en performaal IQ (oplossend vermogen). 
  • De verschillende verbale subtests zijn: informatie, begrijpen, rekenen, overeenkomsten, cijferreeksen, woordenschat, cijfers en letters nazeggen. 
  • De verschillende performale subtests zijn: substitutie, blokpatronen, onvolledige tekeningen, plaatjes ordenen, figuur leggen, matrix redeneren, symbool zoeken. 
 
WAIS IV
  • Sinds 2012 wordt deze gebruikt. 
  • Het meet alleen de Index scores, niet meer het verbaal en performaal IQ. 
  • De subtests plaatjes ordenen en figuur leggen zijn verdwenen. Ook binnen de symbool substitutie zijn er onderdelen verdwenen. Er zijn nieuwe subtests bijgekomen namelijk: figuur samenstellen (visueel zonder motorische component), gewichten (perceptueel redeneren) en figuur zoeken (optioneel voor verwerkingssnelheid). 
  • Het wordt nu ook gebaseerd op een grotere normgroep.
  • De WAIS kan belastend worden ervaren door patiënten volgens het artikel van Van Ool, J.S. et al. (2018). Dit kan de prestaties beïnvloeden.  lees artikel via PP
 
De COTAN – beoordeling van de WAIS IV is goed, het heeft een valide en betrouwbare meting. 
  • Binnen de index scores zit: verbaal begrip, werkgeheugen, perceptueel redeneren, verwerkingssnelheid. 
  • Normen voor de WAIS IV zijn: 16-85 jaar, afnametijd van de gehele testbatterij is 1,5-2 uur en de kernbatterij (10 subtests) duurt 1-1,5 uur. Dit is best wel een belasting van de patiënt. 
  • Bij iedereen begin je op een bepaald niveau, als het te lastig is dan ga je terug naar makkelijkere items en als het juist lukt dan komen er moeilijkere items (beginnen omkeren afsluiten). Meestal bij een aantal fouten dan mag de patiënt stoppen met de taak omdat het eventueel frustrerend kan zijn en meestal heeft de neuropsycholoog al een goed genoeg beeld (bodem- en plafondeffecten). 
  • Soorten taken:
    • Bijv. je ziet een plaatje en er mist een detail, je moet dan het detail aanwijzen wat er ‘hoort’ te zijn. 
    • Bijv. gewichten op een weegschaal en je moet kijken wat er nog bij moet om het evenwicht te krijgen. 
    • Er zijn ook rekentaken. 
 
Raven 
  • Geschikt voor mensen die om wat voor reden de taal niet spreken, maar niet perse cultuurvrij. 
  • Het meet de fluïde intelligentie, de G-factor. 
  • Je hebt verschillende versies namelijk:
  • Standaard (voor zowel kinderen als volwassenen)
  • Coloured (vooral voor kinderen, en mensen met verminderde intellectuele vermogens)
  • Advanced (voor mensen met een hoger dan gemiddeld intellectueel vermogen)
  • Soorten taken:Bijv. patroontjes herkennen en een missend stuk invullen.
 
NLV (Nederlandse Leestest Volwassenen)
Waarbij je een lijst van woorden moet laten voorlezen door de patiënt zoals ‘cynicus’, ‘titulair’ of ‘cacao’. Meestal heeft deze patiënt al achteruitgang op cognitieve domeinen dus deze test geeft een ruwe schatting van het IQ. 
 
KAIT (Kaufman Adolescent and Adult Intelligence Test)
Het is gebaseerd op neuropsychologische modellen (Luria: planning en organisatie, Piaget: formeel-operationele vaardigheden). Het onderscheidt gekristalliseerde en vloeiende intelligentie.
Het heeft ook een grote normgroep (N = 990)
 
Gekristalliseerde intelligentie taken:
  • Definities van 25 items raden aan de hand van omschrijving van het woord of het incomplete woord waarbij het een paar letters mist. 
  • Auditief begrip van 19 items waarbij de patiënt antwoorden moet geven op vragen die over de beluisterde krantenkop gaan. 
  • Dubbele betekenissen van 28 items waarbij de patiënt het overkoepelende woord moet raden met twee betekenissen. Dit woord omschrijft twee woordenparen. 
  • Persoonlijkheden 18 items waarbij de patiënt foto’s van beroemdheden te zien krijgt samen met een hint. De patiënt moet de beroemdheid benoemen. 
 
Vloeiende intelligentie taken:
  • Symbolen leren 20 items waarbij je de betekenis van een aantal symbolen krijgt. Daarna moet de patiënt een zin halen uit de opbouw van de symbolen aan de hand van de betekenis. 
  • Logisch redeneren 17 items waarbij de cliënt krijgt één of meer feiten (zowel auditief als visueel) en de cliënt moet deze feiten logisch combineren om zo tot het antwoord te komen. 
  • Geheime codes 18 items waarbij een aantal figuren een code krijgen. Hiermee moet de cliënt de code voor nieuwe figuur vinden. 
  • Geheugen voor blokpatronen 16 items waarbij de cliënt een blokpatroon te zien krijgt voor 5 seconden, daarna moet de cliënt het blokpatroon naleggen met behulp van zes blokken. 
 
SON (Snijders-Oomen-Non verbale intelligentie taak)
Is ontwikkeld in 1943 en kan intelligentie testen zonder gebruik te moeten maken van taalkennis (bijv. dove kinderen). 
 
Wat wil je allemaal meten binnen intelligentie? G-factor of meerdere factoren?
“David Wechsler introduceerde in 1939 zijn mix van tests die vervolgens als dé intelligentietest werd beschouwd, tot op de dag van vandaag. Er lag echter geen uitgewerkte visie aan ten grondslag op wat intelligentie nu precies is. Het is niet mogelijk om vast te stellen of de onderdelen van de WAIS inderdaad precies de goede selectie van subtests bevatte, of ze allemaal nodig waren, of ze specifieke factoren of functies meten, zodat je kunt stellen dat juist door die combinatie een goede maat voor intelligentie bestond. Als het juist is dat ee intelligentietest in wezen een algemene factor meet, g, zoals al door Charles Spearman werd betoogd, waarom kan dan niet met één test, bijvoorbeeld de progressieve matrijzen van John Raven, worden volstaan?”
 
Testing the limits: probeer verklaringen voor het slecht presteren van patiënten uit te sluiten bijv. slechte instructies, afleiding, tijdsdruk… Bij de WAIS kan het bijvoorbeeld te moeilijk zijn, ga dan terug kijken hoe de patiënt op de WISC scoort. 
 
Schatten van het pre-morbide functioneren is belangrijk bij het afnemen van een IQ-test. 
  • Volgens normgegevens hoeft een afwijkend IQ niet perse een verandering van vóór hersenletsel te betekenen. En andersom hoeft een gemiddelde prestatie ook niet te indiceren op geen verandering van IQ. Het is dus belangrijk om te achterhalen wat pre-morbide functioneren was. 
  • Pre-morbide functioneren is lastig vast te stellen, helaas maar zelden dat iemand bijv. voor het hersenletsel al is getest op IQ. Het komt dus vaak neer op een schatting ervan. Vaak wordt dit een schatting van het algeheel cognitieve niveau/intelligentieniveau en niet zozeer een schatting van specifieke cognitieve functies. 
 
Het schatten van pre-morbide functioneren doe je door 
  • Benaderingen gebaseerd op de voorgeschiedenis van de onderzochte. 
    • Pre-morbide gestandaardiseerde testresultaten (die is dus niet altijd aanwezig). 
    • Opleiding en beroep kunnen indicaties geven. 
    • Best performance methode: de beste gescoorde subtaak als standaard nemen voor de intelligentie vóór de cognitieve achteruitgang. 
  • Benaderingen gebaseerd op huidige prestaties, hold benadering
    • Traditionele hold benaderingen: Je kunt ook gebruik maken van taken die niet heel gevoelig zijn voor cognitieve achteruitgang. Hierbij moet je taken gebruiken die gekristalliseerde intelligentie meten, dit wordt niet snel vergeten namelijk.
    • Alternatieve hold benaderingen: leestaken als voorspellers van het premorbide functioneren, bijvoorbeeld de NLV. 
  • Demografische benaderingen
    • Opleiding, beroep, geslacht, etnische achtergrond
    • Regressievergelijkingen op basis van demografische gegevens
    • Risico op over- en onderschatting
  • Gecombineerde benaderingen: Regressiemethode waarin demografische gecombineerd worden met actuele prestaties. 
  • Elke methoden heeft zijn eigen tekortkomingen en de keuze van methoden hangt ook af van de patiënt. Belangrijk is te onthouden dat dit een schatting is, je kunt nooit het precieze IQ vóór de cognitieve achteruitgang vaststellen. 

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Yara Claassen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1375
Search a summary, study help or student organization