Hoorcollegeaantekeningen Hedendaagse Mediacultuur Blok 2

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

Hoorcollege 1

 

Richard Rogers

Aestheticizing Google critique

 

Veel mensen denken dat Google art over de Google doodles gaat, de letters van het woord Google die tevoorschijn komen boven de zoekmachine en die om de zoveel tijd een nieuwe vorm aannemen. Hier gaat het echter niet om bij Google art. De doodles van Google zijn altijd goedgekeurd door Google, waardoor het thema van de doodles nooit zoiets als sociale problemen zal zijn. Bij Google art gaat het om zaken die niet zijn goedgekeurd door Google.

 

Kritieken op Google

In 1999 werden zoekmachines voor het eerst bekritiseerd voor het niet indexeren van het hele internet. Zoekmachines indexeren maar een deel van het web. Door deze ontdekking werden de zoekmachines gezien als een zogenaamd Dark Web. Er waren websites die werden uitgesloten en tot weeskind gemaakt, begraven om nooit meer gevonden te worden.

In de laatste jaren is er een verandering ontstaan in de manier waarop men zoekmachines gebruikt. Gebruikers willen zo min mogelijk klikken, ze willen dat het eerste resultaat in de resultatenlijst de goede is. Fair Search bekritiseerd Googles resultaten als unfair. Google heeft namelijk de controle over de volgorde waarop resultaten worden weergegeven. Aangezien gebruikers meestal niet eens verder kijken dan de eerste paar resultaten is dit unfair. De Shmoogle zoekmachine laat zien dat dit ook anders kan, en geeft resultaten weer in alfabetische volgorde.

Google houdt zoekmachinegeschiedenis bij van haar gebruikers, genaamd flecks. Wanneer een gebruikers een woord intypt, wordt dit anoniem opgeslagen onder een bepaald nummer. Al deze gegevens samen worden Googles databody genoemd. In 2006 gaf AOL een enorme hoeveelheid van deze gegevens uit. Uit het gedrag van een gebruiker kan heel vaak zijn of haar doelen en intenties worden afgeleid. De gegevens werden onderverdeeld in anonieme nummers, gevolgd door een lijst met zoekopdrachten van die persoon. De website Scroogle zorgde ervoor dat Google geen gegevens kon verzamelen van haar individuele gebruikers. Via Scroogle kon een gebruiker wel zoeken via Google, maar was als het ware niet ingelogd als gebruiker. Een aantal maanden geleden is Scroogle geblokkeerd door Google. TrackMeNot is een soortgelijk project. TrackMeNot randomiseert zoekopdrachten, het geeft Google random gegevens.

Google heeft een enorme hoeveelheid servers, waardoor een nieuw idee opkomt: Google verandert van nieuw medium naar massamedium. Google is niet geïnteresseerd in de naties, maar in de massa. Nog iets dat bijdraagt aan Google als massamedium is de duidelijke scheiding tussen de producent en de ontvanger. De kosten voor productie zijn hoog en de producenten zijn zogenaamde gatekeepers van de content. Er is een ongelijke machtrelatie tussen zender en ontvanger. Bovendien is de relatie tussen zender en ontvanger onpersoonlijk, anoniem en zakelijk. Dit resulteert in een standaardisatie van content, de content moet de massa bereiken. Toch is Google op een level wel ingesteld op de individuele consument. Zoekresultaten worden namelijk afgestemd op het gedrag van de individuele gebruiker.

Google maakt miljarden winst met adverteren. De groep Ubermorgen voerde een experiment uit met als titel: Google will eat itself. Ze maakten een website met Google advertenties erin en programmeerden robots om op verschillende computers op de advertenties te klikken. Met het geld dat ze ontvingen van Google, kochten ze Google aandelen. Een ander Ubermorgen project was het verzamelen van allerlei Facebook profielen om steeds twee mensen aan elkaar te koppelen met behulp van de gegevens.  

Zoekresultaten in de Amerikaanse Google kunnen er heel anders uitzien dan in de Chinese Google. De Chinese overheid wil sommige resultaten blokkeren en andere juist stimuleren.

Vroeger bestond het idee dat het algoritme van Google bijzonder puur was. Hoe vaker er op een website link geklikt werd, hoe hoger deze zou staan. Goede websites zouden dus bovenaan staan. Later bleek echter dat websites niet gelijk worden behandeld. Google verdeelt websites onder in goede en slechte neighbourhoods.

 

Licenties

Als je iets koopt en open maakt, moet je vaak een zegel scheuren of breken. Dit heet shrinkwrap. De ‘akkoord’ knop (clickwrap) is ongeveer hetzelfde. Soms hoef je alleen maar op een link te klikken om een contractuele relatie aan te gaan met een website, browsewrap genoemd. Wanneer je Google gebruikt bijvoorbeeld, ga je ermee akkoord dat je Google alleen aanroept via de Google interface, dus niet via Scroogle bijvoorbeeld.

 

Hoorcollege 2

 

Thomas Poell

Netwerken

 

Netwerken

1 op de 8 mensen gebruikt Facebook. We bevinden ons in een netwerk samenleving. Wat voor soort netwerk is het internet? De komst van de televisie was een enorme investering. Via een mast konden mensen met behulp van satellieten de televisiebeelden uit de lucht halen. Hiervoor was die investering nodig, een investering die alleen te betalen was door de overheid. In Amerika was er sprake van decentralisatie bij de televisienetwerken. Een zender als NBC was het centrale punt, die onderverdeeld was in verschillende branches. Ook filmfestivals zijn gedecentraliseerde netwerken. Allerlei verschillende actoren of partijen komen samen. Het zijn knooppunten in een netwerk. Een probleem van een gecentraliseerd of gedecentraliseerd netwerk is vaak het centrum. Alle communicatie loopt via het centrale punt. Minder kwetsbaar is het gedistribueerd netwerk. Hier bestaat geen centraal punt, waardoor de communicatie altijd via een andere route kan plaatsvinden. Alle punten zijn gelijkwaardig aan elkaar. Iedereen kan met elk punt in dit netwerk communiceren. Dit is de basis van het internet. Paul Baran sprak over de packet switching technologie. Hierin wordt de boodschap in stukjes gehakt en onafhankelijk van elkaar verstuurd. In 1989 komt Tim Berners-Lee met het voorstel van het hypertextsysteem: de basis van het World Wide Web en HTML, een omgeving gebaseerd op hyperlinks. Het zou mogelijk worden naar een website te linken die niet terug linkt. Hierdoor kan het netwerk zich veel sneller uitbreiden. In 1991 wordt de eerste WWW browser gelanceerd. Het is een groot succes.

Belangrijk om te weten: het web is een applicatie die draait op het internet. Het web en het internet is niet hetzelfde.

 

Netwerksamenleving

Begin jaren ’90 spreekt Manuel Castells van een Network Society. Vroeger was er een industriele samenleving die draait om de productie van goederen. Communicatie vond vooral plaats binnen nationale grenzen. Tegenwoordig is er een netwerksamenleving, een informatiesamenleving. Deze samenleving is wereldwijd georganiseerd.

Er bestaan echter elke kanttekeningen bij de netwerksamenleving. Censuur is een belangrijke. Politieke macht legt grenzen op aan de netwerksamenleving. Sociale platformen worden geblokkeerd en het gebruik van eigen platformen wordt gestimuleerd. Een andere kanttekening is het gebrek aan goede technologie in sommige delen van de wereld. Het is dus niet zo dat iedereen met iedereen kan communiceren.

 

Het sociale web

Het web wordt steeds socialer. Web 2.0 wil zeggen dat er veel meer gereageerd wordt door gebruikers, gebruikers worden content producers: produsers. Het is niet meer een read-only web, maar een read-write en interactief web. Het kan collectieve intelligentie produceren. Kritiek op het web 2.0 concept is dat het niet nieuw is, de ideeën waren er al veel langer. Bovendien is het web niet vrij en ongelimiteerd. Gebruikers wordt een format opgelegd en worden daardoor beperkt in hun activiteiten. Daarnaast wordt men erg in de gaten gehouden, we bevinden ons in een surveillancecultuur. Als laatste is er sprake van commodificering, het publiek is het product dat verkocht wordt.

 

Social capital

Iemand met veel sociaal kapitaal op Facebook heeft veel vrienden. Volgens Robert D. Putnam gaan mensen bijna nooit meer samen iets ondernemen. De sociale media zijn hier de oorzaak van. Hierdoor verdwijnt het sociale kapitaal. Ellison onderzocht in hoeverre er sprake is van social capital op het web. Hier onderscheidt zij twee soorten van netwerken, namelijk bridging en bonding.

Howard Rheingold bracht het boek ‘The Virtual Community’ uit. Hij was heel optimistisch over de rol van het internet in het sociale leven. Het internet versterkt de sociale relaties. Critici stelden dat iedereen juist zijn eigen pad volgt, zijn eigen wereldje. Ellison en Siapera vinden dat deze bewering te genuanceerd is. Ellison ontdekt in de eerste plaats dat Facebook vooral wordt gebruikt om al bestaande relaties te herbevestigen. Daarnaast doen mensen die offline moeite hebben met sociaal contact maken, dit online gemakkelijker. De laatste ontdekking is dat het aantal vrienden op Facebook niet representatief is voor het aantal echte vrienden, waar iemand echt contact mee heeft. Ellison heeft het ook nog over social supernets, het netwerk van mensen waarmee het contact normaal gesproken zou verwateren, maar met bijvoorbeeld Facebook in stand wordt gehouden.

 

Networked publics

Een unmediated public is een publiek dat fysiek bij elkaar komt en een beperkte omvang heeft. Een mediated public (tv) heeft geen fysieke grenzen meer, het kan een wereldwijd publiek zijn. Kenmerken van mediated publics zijn dat materiaal langere tijd kan bestaan (persistence), het kan worden gekopieerd (replicability) en er bestaan invisible audiences, men weet niet wie deel uitmaakt van het publiek. Networked publics hebben nog een extra kenmerk, namelijk searchability. Door searchability hebben die andere kenmerken nog meer effect.

 

Public Sphere

De publieke sfeer werd beschreven in een boek van Jurgen Habermas. Hij beweerde dat het voor een democratie heel belangrijk is om een gezonde publieke sfeer te hebben, waar publieke sfeer de ruimte is tussen de private ruimte en de staat. Hier komen burgers samen om te discussiëren over zaken van algemeen belang. In de loop van de 20e eeuw is deze publieke sfeer ingestort. De media zijn steeds groter geworden en namen het debat van de burgers over in de vorm van entertainment. Een nieuwe reeks auteurs (o.a. Yochai Benkler) was ervan overtuigd dat het internet de nieuwe basis zou gaan vormen van deze debatten. Tegenstanders zoals Van Dijck zeggen juist dat men niet vrij kan reageren op deze zaken. Vooral surveillance en commodificering zijn een beperking.

 

Hoorcollege 3

 

Thomas Poell

Re-use

 

Hergebruik is typerend voor de hedendaagse visuele cultuur. Danger Mouse bracht in 2004 een album uit met de muziek van de Beatles en de zang van Jay-Z. Er ontstond discussie over de vraag of dit verspreid mocht worden.

 

Copyright

De meeste mensen zijn het erover eens dat degene die werk verricht aan een creatief project moet worden beloond. Maar wat als een ouder project door een creatieveling wordt gebruikt voor een nieuwe productie? Moet die eerste dan opnieuw geld vangen? Natuurlijk mag niet alles zomaar worden gekopieerd, maar het wordt steeds moeilijker een grens te trekken. Op het internet worden bestanden razendsnel gekopieerd en verspreid, waardoor de economie verandert. Napster bijvoorbeeld maakte gebruik van gecentraliseerde filesharing, waardoor gebruikers heel gemakkelijk bestanden konden uitwisselen. Napster werd aangeklaagd en uit de lucht gehaald. Bittorrent is een vorm van gedistribueerde filesharing: een gebruiker geeft opdracht voor een download, en stemt daardoor meteen in met het uploaden van de bestanden. De gebruiker maakt dan deel uit van de swarm van computers.

Youtube werd opgericht in 2005 en begon heel klein. Op dat moment is het heel moeilijk om video’s te verspreiden op het web. De bedenkers maken een service om korte fragmenten te verspreiden. Het platform is een enorm succes en neemt grote proporties aan. Grote producenten zoals Viacom (Comedy Central, MTV) zien hun programma’s op Youtube verschijnen en klagen Youtube aan in 2007 voor copyrightschending. De rechtzaak wordt gewonnen door Youtube/Google. Google gaat partnerships aan met producenten als Viacom en BBC. Ze introduceren tevens een Content ID systeem om copyrightschending tegen te gaan. Er wordt op een nieuwe manier geld verdiend aan creatief werk. Een reeks nieuwe distributiekanalen komt op. Voorbeelden zijn Hulu en Spotify.

 

Participatiecultuur

Een platform als Youtube stimuleert de gebruiker om te participeren in het creatieve proces. De slogan is dan ook: Broadcast Yourself. Er zijn heel veel mogelijkheden om materiaal zelf te maken en dat van anderen te gebruiken. Bovendien kan iedereen reageren op filmpjes, je kunt liken, disliken, delen en flaggen. Een trend van de laatste jaren is het maken van parodieën van bestaand materiaal.

Shifman spreekt in zijn artikel over een complexe gelaagdheid in deze filmpjes. Het nummer Gangnam Style bijvoorbeeld is al een parodie op zichzelf, maar hier wordt ook weer een parodie op gemaakt, met Hitler in de hoofdrol.

Memes kunnen van alles zijn. Het kunnen melodieën zijn, catchfrases, kledingstijlen en architecturele stijlen. Memes nemen steeds andere vormen aan. Ze zijn gebaseerd op een concept en worden steeds iets aangepast. Een viral is weer heel wat anders dan de meme. Een viral kan bijvoorbeeld een filmpje zijn die van persoon tot persoon wordt doorgegeven en verspreid zich heel snel. Het verschil met de meme is dat er voor een viral weinig participatie aan te pas komt. Er wordt niet geïmiteerd of geremixd zoals bij de meme.

Shifman ontdekte dat de memes vaak gebaseerd zijn op user generated materialm aangezien dat makkelijk nagedaan kan worden. De hoofdpersonen zijn vaak gewone mensen. Ook komt er vaak flawed masculinity in voor, oftewel dikke of kleine mannen. Het beeld van de man in de video komt niet overeen met het stereotype van de sterke, mooie man. Andere eigenschappen zijn humour, simplicity (onmiddellijk te begrijpen en te imiteren), repetitiveness (moet aanstoot geven om te herhalen) en whimsical content (niet te categoriseren content, gaat nergens over).

Axel Bruns ziet de overgang van production naar produsage als iets heel positiefs. De tweedeling tussen producent en consument is heel onduidelijk geworden, de productie vindt hier tussenin plaats. Er is een overgang van gebruikers die consumeren, naar gebruikers die actief participeren, zegt Henry Jenkins (ook heel positief).

 

Architectuur

Toch zijn er sterke machtsverschillen in de participatiecultuur. Jenkins wijst hierop maar denkt dat deze langzamerhand wel verdwijnen. Een ander probleem is wie nu eigenlijk de auteur is. Ook hier zijn sterke machtsverhoudingen, want degene die het copyright heeft, heeft de macht in principe. Larry Lessing introduceerde de Creative Commons, het idee dat de artiest zelf bepaalt hoe het product in de toekomst kan worden gebruikt. Kritiek is dat het machtsverschil tussen producent en consument blijft bestaan. Degene die het copyright bezit bepaalt nog steeds wie er geld aan mag verdienen. Facebook kan ook op deze manier worden bekeken: de maker heeft bepaald dat gebruikers een bericht alleen kunnen liken, niet disliken. Kessler & Schafer denken in het artikel na over de architectuur van deze platforms. Alle input van gebruikers is volgens hen essentieel voor Youtube. De computer kan visueel materiaal niet interpreteren, daar heeft het de gebruikers voor nodig.

 

Hoorcollege 4

 

Thomas Poell

Media-activisme

 

De problematische relatie tussen activisme en entertainment

Het doel van Fahrenheit 9/11 van Michael Moore is hypocrisie aan het licht te brengen, een standpunt neer te zetten. Er wordt een dramatische boodschap neergezet onder dramatische muziek. Het is een documentaire die zich enorm snel heeft verspreid en daarom door veel mensen over de hele wereld is gezien. Op deze manier heeft de documentaire een hele grote invloed gehad, een grotere invloed waarschijnlijk dan een demonstratie of website.

Een bekend boek over activisme en massamedia is The Whole World is Watching van Todd Gitlin. Hij onderzocht waarom bepaalde activistische leiders worden gebombardeerd tot woordvoerders van een protestbeweging. Hij stelt dat er een element van drama nodig is voor een activistische beweging om de aandacht van de media waard te zijn. Nieuws = drama. Drama wordt ook vaak gegenereerd door bekende personen, mensen met wie we ons identificeren. Drama is dus ook persoonlijk. Gitlin stelt dat activisme pas interessant wordt voor de media wanneer individuen geïntroduceerd worden. Individuen als Malcolm X en Martin Luther King worden zulke celebrity activisten. Ze worden het symbool van een beweging. Het is heel belangrijk voor een beweging om een woordvoerder te hebben, om in de media te komen. De media zijn nodig om standpunten te verspreiden en dit kan vrijwel alleen door die woordvoerder.

 

Activist wordt celebrity

Tijdens de Vietnamoorlog ontstond er een anti-oorlog beweging onder studenten. Als protest werd een aantal universiteiten ingenomen, onder andere Columbia University in New York. De media verzamelden zich rond deze universiteit, waar Mark Rudd opstond als woordvoerder. Hij was een goede spreker en was mediageniek, waardoor de media hem graag opzochten. Hij werd het symbool van de beweging. Dit terwijl hij aan het begin slechts een van de leiders was. Er waren eigenlijk zelfs meer ervarener leiders dan hij, wat bewijst dat de beweging zelf haar woordvoerders niet selecteert. Doordat Rudd het symbool werd van de beweging, gingen zijn uitspraken symbool staan voor de hele beweging. Zijn handelingen werden echter steeds radicaler. Uiteindelijk wilde hij zelfs een revolutie ontketenen. Hierdoor werd de beweging in een bepaald daglicht gesteld, hun woordvoerder werd zelfs gezocht door de FBI. 

 

Celebrity wordt activist

Er zijn veel voorbeelden te noemen van beroemdheden die de rol van activist innemen. Veel fotomodellen bijvoorbeeld zetten zich in om te protesteren tegen het dragen van bontkleding, zangers en zangeressen zetten zich in tegen armoede en filmsterren zetten zich in tegen allerlei problemen in de wereld. De laatste tijd is er veel kritiek op celebrities die zich activistisch uiten, Paul Theroux bijvoorbeeld vind het maar niets dat Brad Pitt en Angelina Jolie doen alsof ze Tarzan en Jane zijn.

Castells zegt dat die celebrities inderdaad een rol hebben in dat activisme, maar je moet het zien als een structurele verandering die plaats vind in de manier waarop we met nieuws omgaan en naar activisme kijken. Door talkshows en dergelijke worden we ons meer bewust over wat er in de wereld gebeurt. Het is natuurlijk goed dat die celebrities zich inzetten voor goede doelen, maar ze doen dit ook vooral om zelf meer positieve aandacht te krijgen.

 

Nieuwe media en activisme

In 2004 was Aznar aan de macht in Spanje. Er vonden aanslagen plaats op treinen en volgens hem had hij daar niets mee te maken. Rumoeren beweerden het tegengestelde en een sms’je riep men op de dag voor de verkiezingen te verzamelen. Oorspronkelijk bedoeld voor een klein aantal mensen, werd het sms’je als een viral razendsnel verspreid, waardoor er die dag talloze mensen samenkwamen om te protesteren. Aznar verloor de verkiezingen.

Sociale media gekoppeld aan telefoons zijn heel krachtig voor activisten. Ze bieden de mogelijkheid mensen snel te informeren en te mobiliseren. Het businessmodel van die sociale media is heel erg gebaseerd op personalisering. Ze willen zoveel mogelijk data verkrijgen over de gebruikers van hun platform, zodat ze veel geld kunnen verdienen. Deze personalisering creëert een soort van bubbels waar iedereen zich in beweegt en waar de informatie in opgeslagen staat.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
628
Search a summary, study help or student organization