Samenvatting Reizen met mijn rechter
- 3738 reads
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
Mensen liegen vaak uit eigenbelang, als een verdachte bekent, is de kans niet heel groot dat hij liegt. Een bekentenis wijst daarom in veel sterkere mate op schuld, dan dat een ontkenning wijst op onschuld. Ook is het niet waarschijnlijk dat een bekennende verdachte zich vergist, dus dat hij een misdrijf herinnert dat hij niet gepleegd heeft. De bekentenis is over het algemeen dus een erg sterkt bewijsmiddel, en geeft vaak aanleiding tot extra bewijs, bijvoorbeeld waar een lijk verstopt is. Zowel een schuldige als een onschuldige dader hebben er geen belang bij om te bekennen; voor een schuldige dader vergroot dit de kans op een veroordeling en voor de onschuldige dader zal een bekentenis de onjuiste aanname van de politie versterken dat deze persoon de dader is. Er is sprake van een belangenverstrengeling tussen verhoorders en verdachte, en in de wet is geregeld dat verdachten ‘in vrijheid’ moeten kunnen verklaren. In de jurisprudentie heeft dit er toe geleid dat de politie in vele vormen druk mag uitoefenen op de verdachte, maar dat dit wel grenzen kent. Er is sprake van een ‘pressieverbod’; zo mag geen geweld gebruikt worden, de verdachte mag zwijgen en moet op zijn rechten worden gewezen. Binnen dit pressieverbod heeft de politie wel nog vele mogelijkheden; zo mag de verdachte bijvoorbeeld geïsoleerd worden en langdurig ondervraagd worden. Voor een onschuldige verdachte kan er een einde komen aan de ondraaglijke verhoren wanneer hij bekent. Er zijn vele zaken bekent waar onschuldige hebben bekend, in de Verenigde Staten, maar ook in Nederland bij onder andere de Schiedammer Parkmoord en Puttense moordzaak. In de Schiedammer Parkmoord was in eerste instantie Kees B. veroordeeld op basis van zijn (valse) bekentenissen. Vier jaar later bekende Wik H. de moord te hebben gepleegd, en op basis van deze bekentenis is aanvullend DNA onderzoek gedaan, waarmee vast is komen te staan dat Wik. H de echte moordenaar was van het meisje. Wik H., die slechts eenmalig bekend had, werd hierna onder druk gezet en heeft uiteindelijk de moord nogmaals bekend.
Verdachten onder druk zetten kan dus leiden tot valse bekentenissen. Een veel gebruikte truc is het misdrijf zo onschuldig mogelijk voor te stellen, een strategie van minimalisatie. Hier is experimenteel onderzoek naar gedaan, waar bij de ene groep die bedrog had gepleegd door samen te werken, de gevolgen geminimaliseerd werden. Dit had tot gevolg dat het aantal bekennende schuldige proefpersonen verdubbelde, maar de onschuldige proefpersonen bekende ongeveer drie keer zoveel. Bekennen van bedrog dat je niet gepleegd hebt is natuurlijk niet hetzelfde als het bekennen van een misdrijf, maar het is niet onwaarschijnlijk dat deze effecten ook spelen bij echte misdrijven.
De manier om te toetsen of een bekentenis vals is, is om op andere manier te onderzoeken of de verdachte de dader is. Onmogelijkheden in de bekentenis kunnen erop wijzen dat deze vals is, maar dit hoeft niet per se zo te zijn. Er bestaan wel kenmerken die bewijzen dat de bekentenis in ieder geval niet vals is. Daderkennis (ook wel daderwetenschap, intieme kennis of schuldige kennis) geeft een belangrijk verschil tussen ware en valse bekentenissen aan: vertelt de verdachte dingen die een onschuldige onmogelijk kan weten? De eerste vorm van daderkennis bestaat uit kennis die de politie heeft verzameld over het misdrijf en die nog niet naar buiten is gebracht. Deze achtergehouden kennis wordt gebruikt om gekken en sensatiezoekers door de mand te laten vallen en om gewone verdachten te controleren. Een bekentenis kan daderkennis bevatten en toch vals zijn; deze daderkennis kan dan door de politie op de verdachte zijn overgebracht. Een tweede vorm van daderkennis is kennis van de verdachte over het misdrijf waarover ook de politie nog niet beschikte. Deze vorm van daderkennis is veel sterker dan de eerste vorm, en is bijvoorbeeld het vinden van een wapen naar aanleiding van wat de verdachte zegt. Door het opnemen van verhoren kan gecontroleerd worden of daderkennis op de verdachte is overgebracht door de politie, maar dit kan bijvoorbeeld ook gebeuren buiten verhoren om. Vaak wordt een verhoor niet opgenomen, maar wordt dit weergegeven in het proces-verbaal. Wanneer hier ‘politiekennis’ in staat, -kennis die aanwezig is bij de politie en niet te verwachten valt bij de verdachte -, wordt aangetoond dat niet alles wat in het proces-verbaal staat afkomstig is van de verdachte. Politiekennis kan bijvoorbeeld bestaan uit nieuwe informatie, misvattingen en begrenzing van kennis over het misdrijf. Afwezigheid van daderkennis wijst er ook niet per se op dat de bekentenis vals is.
Bij de Puttense moordzaak hebben zowel Wilco Viets als Herman Dubois valse bekentenissen gegeven, de echte dader werd pas in 2008 gevonden met behulp van een spermaspoor. Het komt ook voor dat een onschuldige in zijn eigen valse bekentenis gaat geloven, zoals het geval is geweest bij Paul Ingram in 1988 in de Verenigde Staten, die er van beschuldigd werd zijn dochters te hebben misbruikt.
Soorten valse bekentenissen en experimenteel onderzoek
Er zijn dus 4 verschillende vormen van valse bekentenissen:
Naast deze indeling, bestaat er ook een indeling van vrijwillige, afgedwongen en afgedwongen ingebeelde bekentenissen, waar veel kritiek op geuit is. Zo vallen bekentenissen waarbij iemand de ware dader probeert te beschermen onder de vrijwillige bekentenis, maar soms gebeurt dit helemaal niet vrijwillig, zoals in een criminele organisatie. Het probleem met onderzoek naar valse bekentenissen, is dat je bijna nooit kan bewijzen dat een bekentenis vals is. Daarom wordt er veel experimenteel onderzoek naar dit onderwerp gedaan, waarbij onderzoekers voor verschillende factoren kunnen controleren. Een bekend onderzoek is de alt-toets-experimenten van Kassin (1996), waarbij proefpersonen moesten typen op een computer en gewaarschuwd werden dat de computer zou crashen bij het aanraken van de alt-toets. Na een tijdje liet de proefleider de computer crashen en vroeg de proefpersonen waarom ze de alt-toets hebben aangeraakt, waarmee de proefpersonen werden aangezet tot het geven van een valse bekentenis. Verschillende condities zijn uitgevoerd, zoals de mate van druk, een medeproefpersoon die beweert gezien te hebben dat de alt-toets is ingedrukt of dreigen met het betalen van een boete. In alle condities blijkt een substantieel deel van de proefpersonen te bekennen. Het verschil met de werkelijkheid is natuurlijk groot, voor zowel de aard van de beschuldiging als de ernst van de gevolgen. Sommige experimenten trachten dichter bij de werkelijkheid te komen, bijvoorbeeld door het dreigen met een boete van 250 euro, maar dit komt lang niet in de buurt van bijvoorbeeld een gevangenisstraf.
Individuele verschillen
Ook persoonlijkheidskenmerken kunnen een rol spelen bij het geven van valse bekentenissen, voor sensatiezoekers en personen die bekennen om iemand in bescherming te nemen is echter geen onderzoek van bekend. Bij de afgedwongen en afgedwongen ingebeelde bekentenis is bekend dat mensen die meegaand zijn (compliant) en sneller bezwijken onder druk, wellicht gemakkelijker te dwingen zijn tot valse bekentenissen. Personen die vallen onder de categorie afgedwongen ingebeelde bekentenissen, zijn ook suggestibel. Instrumenten om dit te testen zijn Gudjonsson Compliance Scale (GCS) en Gudjonsson Suggestibilitiy Scale (GSS).
Uit (experimenteel) onderzoek blijkt geen eenduidige relatie tussen persoonskenmerken en valse bekentenissen, maar uit gevalsstudies blijkt dat er wel kwetsbare verdachten bestaan. Meegaandheid en suggestibiliteit maken personen kwetsbaar voor het afleggen van valse bekentenissen, maar suggestibiliteit is ook vaak afhankelijk van omstandigheden, zoals slaapgebrek. Jongeren en schizofrene verdachten zijn suggestibeler dan ouderen en niet-schizofrene verdachten.
Er zijn factoren die, naast bepaalde persoonskenmerken, kunnen bijdragen aan het afleggen van valse bekentenissen. De eerste is bevooroordeeldheid (bias) van de verhoorders dat de verdachte werkelijk schuldig is. Daarnaast speelt de drang van verdachten om te spreken een rol, waarop de verhoorder steeds hardere verhoortechnieken kan toepassen. Ook zijn verhoorders er vaak van overtuigd dat ze valse bekentenissen kunnen herkennen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1635 |
Add new contribution