NS-Reizigers - Arrest

NS-reizigers (HR 07-10-1998, JAR 1998/251)

Casus

Het gaat in dit geschil om de vraag of NS Reizigers BV (NSR), alvorens een overeenkomst met een ander vervoerbedrijf (NZH) te sluiten, inhoudende een intentieverklaring tot samenwerking in de kop van Noord-Holland, op grond van artikel 25 WOR haar GOR gelegenheid had behoren te geven hierover advies uit te brengen.

Hoge Raad

De Ondernemingskamer heeft de intentieverklaring aangemerkt als een besluit tot het aangaan van duurzame samenwerking in de zin van artikel 25 lid 1, onder b WOR. Zij heeft dit oordeel gegrond, niet alleen op de tekst van die verklaring, maar ook op de omstandigheden van dit geval (zie r.o. 3.1.2), waarbij zij in dat oordeel mede heeft betrokken dat een andere opvatting in het onderhavige geval tekort zou doen aan de in de WOR gewaarborgde rechten van een ondernemingsraad, die immers zich op zodanig tijdstip een oordeel moet kunnen vormen en advies moet kunnen geven, dat het oordeel en het advies nog van wezenlijke invloed kunnen zijn op de te nemen besluiten. Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste opvatting van het bepaalde in artikel 25 WOR.

In het oordeel van de Ondernemingskamer ligt besloten dat de in de intentieverklaring tussen NSR en NZH neergelegde overeenstemming inhoudt dat zij zich tegenover elkaar hebben verbonden, met inachtneming van de eisen van redelijkheid en billijkheid, te streven naar de verwezenlijking van het beoogde samenwerkingsverband, zodat zij niet geheel vrijblijvend tegenover elkaar stonden.

De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat, nu de gemaakte afspraken hebben te gelden als een besluit met betrekking tot het beginsel van samenwerking, zodat NSR daarover advies had dienen te vragen, dit advies aan de GOR had moeten worden gevraagd. Hiertoe heeft de Ondernemingskamer overwogen dat het hier gaat om de uitwerking van een beleidslijn van NSR, die niet alleen van betekenis is voor het gebied van Nederland, waarop het onderhavige besluit ziet, maar als een aangelegenheid van algemeen belang – waarmee de Ondernemingskamer kennelijk bedoelt: van gemeenschappelijk belang – moet worden gekwalificeerd, waaromtrent dan ook door NSR op centraal niveau wordt beslist. Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste opvatting van het bepaalde in artikel 35 WOR.

Het wettelijke systeem laat ruimte voor advisering enerzijds door de GOR omtrent een beginselbesluit betreffende aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle of voor de meerderheid van de ondernemingen, en anderzijds door de afzonderlijke ondernemingsraden omtrent een besluit betreffende de uitwerking van zodanig beginselbesluit betreffende aangelegenheden die alleen van belang zijn voor de afzonderlijke onderneming.

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters

Samenvattingen: de beste jurisprudentie en arresten voor arbeidsrecht en sociaal recht samengevat

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
Check more of topic:

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization