Oefententamens Inleiding Europees Recht - UU
- 4338 reads
Gebaseerd op het vak zoals gegeven in 2014/2015 aan de Universiteit Leiden
In het Tabaksreclame-arrest heeft het Hof van Justitie van de EU geoordeeld dat…
A. … de Tabaksreclamerichtlijn gedeeltelijk nietig was, omdat art. 114 VWEU slechts voor een deel van de richtlijn de geldige rechtsbasis was.
B. … art. 114 VWEU de geldige rechtsgrondslag was, omdat de richtlijn nastreefde toekomstige belemmeringen van het vrije verkeer te vermijden.
C. … art. 114 VWEU als grondslag kan dienen, als aan de voorwaarden van het artikel voldaan is, ook al dient de wetgeving tot bescherming van de volksgezondheid.
D. ... art. 114 VWEU nooit als grondslag kan dienen, als het doorslaggevende zwaartepunt van wetgeving bij een andere doelstelling ligt.
Conform artikel 267 VWEU …
A. … is het Hof van Justitie bevoegd om een uitspraak te doen over de uitlegging van Verdragen en de geldigheid en uitlegging van de handelingen van de instellingen van de Unie.
B. … is de nationale rechter verplicht om een prejudiciële vraag te stellen zodra het nationale recht botst met het Unie-recht.
Het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie…
A. … zorgt ervoor dat het EVRM direct van toepassing is binnen de rechtsorde van de Unie.
B. … kan voor de nationale rechter ingeroepen worden.
C. … kan alleen door EU-burgers worden ingeroepen.
D. … Bevat het 'margin of appreciation' beginsel
Welke stelling is juist?
A. Een verordening heeft een algemene strekking, is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
B. Een richtlijn kan rechtstreekse werking hebben na het verstrijken van de implementatietermijn.
Welke stelling met betrekking tot wetgevingsprocedures is juist?
A. Het staat de Europese wetgever vrij een wetgevingsprocedure te kiezen.
B. Onder de gewone wetgevingsprocedure heeft de Commissie exclusief initiatiefrecht.
C. Het Europees Parlement stemt onder de gewone wetgevingsprocedure met gekwalificeerde meerderheid.
D. De Raad kan het Europees Parlement overstemmen in het bemiddelingscomité onder de gewone wetgevingsprocedure.
Sinds het Verdrag van Lissabon heeft het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie de status van primair Unierecht gekregen.
A. Deze stelling is juist.
B. Deze stelling is onjuist.
De rechtsbasis van alle richtlijnen, verordeningen en besluiten is artikel 288 VWEU.
A. Deze stelling is juist.
B. Deze stelling is onjuist.
Het constitutioneel hof van Syldavië, een EU lidstaat, merkt in een rechtszaak op dat een bepaling uit de Syldavische grondwet rechtstreeks indruist tegen EU-recht. In de grondwet is namelijk vastgelegd dat vrouwen altijd twee keer zo veel salaris dienen te ontvangen als mannen voor hetzelfde werk. Welke stelling is juist?
A. De nationale rechter is verplicht om de grondwettelijke regel buiten toepassing te laten voor zover deze strijdig is met Europees recht.
B. De rechter hoeft geen voorrang te verlenen aan het EU-recht, want het leerstuk van voorrang geldt niet bij regels van grondwettelijke status.
C. De rechter hoeft geen voorrang te verlenen aan het EU-recht, maar moet de grondwettelijke regel wel zoveel mogelijk conform de bepalingen en de doelstellingen van EU-recht interpreteren.
D. De nationale rechter moet de grondwettelijke regel buiten toepassing laten, maar alleen als deze van een latere datum is dan de relevante EU-regelgeving.
In het arrest Van Gend & Loos stelde het Hof dat…
A. … elke regel van Europees Unierecht rechtstreeks toepasselijk is.
B. … rechtstreekse werking kan worden toegekend aan niet-tijdig omgezette richtlijnen.
C. … rechtstreekse werking kan worden verleend aan verdragsbepalingen die door de lidstaten met geen enkel voorbehoud zijn voorzien.
D. … het Unierecht, omdat het rechten toekent aan individuen, tevens plichten aan deze laatsten mag opleggen.
Klaas Kuijt is een Nederlandse vrachtwagenchauffeur. Doordeweeks verdient hij zijn brood met het transporteren van goederen. In het weekend verdient Klaas een centje bij als palingvisser. De Commissie besluit een paling-richtlijn uit te vaardigen om het palingbestand op peil te houden. De richtlijn voorziet in een weekendverbod op het vangen van paling om zo de vangst enigszins te kunnen beperken. Klaas is woedend en besluit om actie te ondernemen. Welke stelling is juist?
A. Op grond van art. 263 VEWU zou Klaas, in zijn hoedanigheid als adressaat, een actie tot nietigverklaring kunnen instellen tegen de Commissie.
B. Op grond van het Francovich arrest zou klaas direct de Nederlandse staat aansprakelijk kunnen stellen voor de geleden schade.
C. Klaas kan een actie tot nietigverklaring instellen, daar hij aangemerkt kan worden als een semi-geprivilegieerde eiser.
D. Al het bovenstaande is onjuist.
Welke van de volgende taken behoort niet tot de bevoegdheden van de Europese Commissie?
A. Toezicht houden op de toepassing van het recht van de Unie.
B. Het voorstellen van wetgevingshandelingen.
C. Het vertegenwoordigen van de Europese Unie op het internationale niveau.
D. Het goedkeuren van de begroting van de Europese Unie.
Uit het arrest Faccini Dori volgt dat…
A. … richtlijnen geen horizontale rechtstreekse werking hebben, maar dat nationaal recht wel voor zover mogelijk conform de richtlijn moet worden uitgelegd.
B. … verordeningen geen horizontale rechtstreekse werking hebben, maar dat nationaal recht wel voor zover mogelijk conform de verordening moet worden uitgelegd.
C. … richtlijnen zowel horizontale als verticale rechtstreekse werking hebben.
D. … verordeningen altijd zowel horizontale als verticale rechtstreekse werking hebben.
Indien een richtlijn rechtstreekse werking heeft…
A. … moet de rechter de nationale voorschriften die onverenigbaar zijn met de richtlijn buiten toepassing laten.
B. … moet het Hof van Justitie de nationale voorschriften die onverenigbaar zijn met de richtlijn vernietigen.
Het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken is…
A. … het verlenen van kredietfaciliteiten aan banken in nood gevestigd in de EU.
B. … het verzekeren van prijsstabiliteit.
A (Hoofdstuk 9, par. 3)
D (Hoofdstuk 2, par. 5)
D (Hoofdstuk 8, par. 4)
B (Hoofdstuk 2, par. 8)
B (Hoofdstuk 6, par. 1)
B (Hoofdstuk 1, par. 5)
A (Hoofdstuk 8, par. 2)
B (Hoofdstuk 2, par. 8)
A (Hoofdstuk 2, par. 8)
C (hoofdstuk 8, par. 1)
C (Hoofdstuk 3, par. 9)
B (Hoofdstuk 10, par. 1)
A (Hoofdstuk 8, par. 2)
A (Hoofdstuk 2, par. 8)
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1059 |
Add new contribution