Sociale en crossculturele psychologie college 6
- 783 reads
Sociale en cross culturele psychologie college 6
Overzicht:
1) Inleiding
2) Sociale beïnvloeding
3) Theorieën over normen en sociale invloed
4) Sociale beïnvloeding in groepssituaties
5) Sociale druk
6) Beïnvloedingstactiek van persoon tot persoon
Sociale en cross culturele psychologie college 6
Sociale beïnvloeding
1) Voorbeelden van sociale beïnvloeding zijn;
Mode; tegenwoordig broeken met scheuren erin. Vroeger voor mannen; afgezakte broeken waarbij de boxer zichtbaar was.
Experiment van Milgram; proefpersonen moeten shocks toedienen iedere keer dat een antwoord van iemand anders fout is. Steeds wordt het voltage verhoogd; kan tot de dood. (niet echt natuurlijk, maar lijkt wel zo voor pps.). Veel mensen gingen door tot het maximum, omdat hen werd gezegd dat ze door moesten gaan, door een experimentleider. Ze volgen de instructies zelfs al willen ze niet. Dit komt terug bij nummer 5, sociale druk.
Overzicht:
2) Sociale beïnvloeding
Waaraan denk je bij sociale normen en sociale beïnvloeding; is het positief of negatief? Meestal wordt hier nogal negatief over gedacht omdat dit begrip gaat over hoe denken wordt beïnvloed van buitenaf, terwijl iedereen graag zijn eigen ding wil doen zonder dat anderen daar veel invloed op hebben.
Of zoals in het boek: “Sociale invloed is het proces waarbij mensen direct of indirect effect hebben op iemand anders gedachten, gevoelens en acties.”
Dit hangt af van 2 aspecten:
Norm = gedeeld begrip over hoe wij moeten denken, voelen en handelen. Niet alleen ‘regels’ maar ook stereotypen, conventies, cultuur etc.
Effecten aanwezigheid van anderen kunnen de productiviteit verhogen of verlagen.
Drive theory; (Zajonc, 1965)
Evaluation apprehension: Eigen verwachting of de taak goed zal worden uitgevoerd, bepaald verband aanwezigheid productiviteit.
Activatie normen situatie; Aarts en Dijksterhuis (2003) lieten proefpersonenfoto’s zien van een bieb of een treinstation. Daarna moest deze hardop een lijst met woorden voorlezen en ging ze meten hoe hard er werd gepraat.
Normen werken dus top-down, maar niet enkel op die manier. De interactie tussen individu en groep is belangrijk:
Top – down en bottom-up zijn extreme gevallen. Meestal is er een wisselwerking
Sherif (1935): Norm formatie
Autokinetisch effect is een optische illusie: Als je in een verduisterde ruimte naar een lichtpuntje kijkt, lijkt het alsof dit langzaam gaat bewegen.
Als je mensen vraagt om te schatten hoe ver het beweegt dan ziet iedereen iets anders. Zoals de drie lijnen in dit figuur aangeven.
Maar in een groep convergeren de schattingen tot een normatieve waarde die typisch is voor die groep.
Wat extra opvalt is dat deze normatieve waarde ook blijft bestaan als de mensen niet meer in een groep bij elkaar zijn. Ze houden deze groepsnorm wel vast.
Vb.) Kees Keizer (van de RUG) deed een onderzoek in een steegje met twee condities:
Conditie A is het ‘netjes’; er staat een verboden voor graffiti bord en er zit geen graffiti op de muren. Conditie B is niet netjes, zelfs al staat het verbodsbord er, er zit wel graffiti op de muren.
Aan de fietsen hangt hij een flyer en hij kijkt hoeveel % deze op de grond gooit.
Mensen overtreden de norm in conditie B, dus dan doe jij dat ook. Hetzelfde werkt in conditie A, mensen houden zich aan de norm, dus dan doe jij dat ook.
Zijn wij ons wel bewust van de invloed van normen?
Bijv.) Pronin, Berger en Molouki (2007) deden een onderzoek onder studenten, naar waarom zij een ipod kochten. De meerderheid van de studenten zei dat ze dachten dat hun vrienden enkel met de mode wilden meedoen.
Maar! Over zichzelf zeiden ze iets anders; norm volgen / anderen volgen is negatief dus schaal je je eigen redenen om een ipod te kopen onder eigen keuze i.p.v. het volgen van de mode zoals ze wel deden bij hun vrienden.
Tot slot: Zelfs als je in een groepje samenwerkt neem je vaak de houding van de ander aan om meer bij de groep te horen.
Conclusie:
We zijn ons meestal niet bwust van de invloed van normen en andere sociale factoren.
Dit zie je in: - Persoonlijke interactie; een meningsverandering kan ongemerkt optreden.
Normen en waarden uit de omgeving worden geïnternaliseerd. (je eigen gemaakt)
3) Theorieën over normen en sociale invloed
Kijk vooral even de filmpjes; ze zijn leuk!
Filmpje 1: De Japanse makaken; het duurde heel erg lang voordat ze dit gedrag hadden geleerd. Op een gegeven moment moet er een aap zijn geweest die bedcht dat het beter smaakte als de aardappel werd gewassen zodat er geen zand meer aan zit. Dit heeft de aap aan een baby van de volgende generatie moeten leren en zo voort. Dit heeft dus generaties geduurd om door te geven!
http://www.arkive.org/japanese-macaque/macaca-fuscata/video-08c.html
Filmpje 2: Chimpansees die vissen naar termieten, dit ging al sneller dan bij de makaken. Maar nog duurt het jaren voor een babyaapje dit gedrag ook leert. https://www.youtube.com/watch?v=SI9vgrc5yVo
Filmpje 3: Chimpansees; moeder leer kindje hoe je een noot opent door er met een steen op te slaan. Ook dit duurt jaren voordat een chimpansee dit zelf kan. https://www.youtube.com/watch?v=2N34Fcn3J00
Filmpje 4: Mensen; vader leert kinderen hoe je macadamia noten uit de schil kunt krijgen. Hij legt het uit en ze pikken het direct op en kunnen het ook heel snel zelf. https://www.youtube.com/watch?v=KtVr1-DZ2bU
Uit deze filmpjes kun je opmaken dat mensen veel sneller kunnen leren. Na 1 keer uitleg kunnen we dingen vaak zelf al.
Waarom bestaan normen eigenlijk?
Gedrag dat je leert kan voor anderen ook nuttig zijn en zo je zelf ook weer dingen leren door het gedrag van anderen te volgen.
Cultuur en normen vertegenwoordigen soms generaties van geaccumuleerde kennis; zoals bij de apen die van generatie op generatie gedrag doorgaven. Maar bijvoorbeeld het niet eten van varkensvlees kan hier ook uit voorgekomen zijn. Bijvoorbeeld dat het vroeger iets was waar je ziek van werd en het niet eten hiervan dus de norm werd. Degenen die dit niet aten werden namelijk niet ziek en konden zich voortplanten. Vanuit evolutionair perspectief is daarom de mogelijkheid tot het volgen van normen handig.
Vb.) Papieren vliegtuig (Caldwell & Millen, 2008/9); Groepjes proefpersonen mochten na elkaar een vliegtuigje bouwen en iedere keer voortbouwen op ontwerpen / concepten van de vorige groepen. Zo had de laatste groep / generatie een super goed vliegtuigje gemaakt.
Dus:
Normen en conformiteit hebben vaak een slechte naam, terwijl er dus juist positieve dingen aan zitten.
Normatieve & Informationele invloed (Deutsch & Gerard, 1955)
Twee redenen waarom individu conformeert aan de groep:
Zelf-categorisatie theorie (Turner, 1991)
Onderscheid tussen informatie en norm is problematisch:
Normen worden geïnternaliseerd (aangenomen als waarheid).
Ze zorgen voor blijvende sociale invloed.
Integratie van redenen waarom individuen conformeren; 4 sociale functies van normen:
4) Sociale beïnvloedingsprocessen in groepen
Vb.) https://www.youtube.com/watch?v=BgRoiTWkBHU à erg grappig, hoe mensen conformeren aan een groepsnorm in een lift.
Asch (1955): onderzoek naar sociale conformiteit: https://www.youtube.com/watch?v=TYIh4MkcfJA
Proefpersonen nemen deel in eenvoudig ‘perceptie – onderzoek’. Welke lijn is even lang als de eerste? Hij verwachtte dat als mensen zouden zien dat het verkeerd is, ze niet zouden conformeren. Kijk het filmpje!
Conformiteit aan meningen v.d. groep: 75% volgt soms de groep, 36% volgt altijd de groep. Hoe groter de groep is hoe hoger de conformiteit, maar vanaf 6 pp. maakt het niet meer uit of er meer waren.
Als de proefpersoon het mocht opschrijven bleef er conformiteit bestaan. Hieruit kun je opmaken dat mensen niet alleen conformeren om hetzelfde te zijn als de rest van de groep, maar dat er dus nog iets meespeelt.
Conformiteit in cultuur; Bond en Smith een meta-analyse over 136 experimenten naar conformiteit in verschillende culturen. Hieruit bleek dat de sterkte van de conformiteit verschilt per cultuur.
In westerse culturen; Amerika en Europa is er minder conformiteit.
Minderheid en meerderheid
Moscovici (1976):
Individu conformeert vaak aan “meerderheid”, met name in publieke situaties, maar de minderheid kan toch veel invloed hebben, met name op persoonlijke gedachten; privé.
Conversion theory: we reageren cognitief anders op informatie van meerderheid en minderheid
Dus: over de minderheid wordt systematischer nagedacht.
Onderzoek: Variant op Asch; proefpersonen krijgen dia’s te zien(groen of blauw). Sommige medewerkers riep consequent “groen” als er een blauwe dia werd getoond. Dus; zou de proefpersoon conformeren aan de minderheid? Veel kritiek hierop en weinig replicaties.
Meta analyse van conversion theorie (Wood et al. 1994)
De meerderheid heeft meestal meer invloed op het gedrag. Maar! Soms heeft een minderheid evenveel invloed en soms zelfs meer! Vooral op persoonlijke meningen of meningen die qua inhoud slechts indirect zijn verbonden met mening van minderheid. (p. 252)
Zelf-categorisatie theorie (Turner et al., 1987)
Belangen van inter- en intragroepsverschillen. We “identificeren” ons met de groep: Depersonalitie; denken in termen van “wij” in plaats van “ik”.
Hierdoor zijn we bereid om ons te laten beïnbloeden. De leden van de ingroup hebben meer inbloed dan de outgroup. Dit komt doordat informatie die we krijgen van ingroupleden (“referent”) normatief wordt.
Vb.) David & Turner onderzochten het effect van minderheidsinvloeden van Moscovici. De proefpersonen zijn zelf licht pro-feministisch. Ze krijgen info over feminisme van andere proefpersonen: licht pro-feministisch (intra-group context) of sterk antifeministisch (inter-group context). Vervolgens lezen ze allemaal een pamflet van de organisatie WAM (Women Against Men)--een radicaal feministische beweging. Wie laat zich beïnvloeden? Plaatje hierboven geeft de beginsituatie. En plaatje links geeft de meningsverandering t.a.v. feminisme weer. Hierin kun je zien dat intergroeps context zorgt voor een sterkere tegen reactie van de proefpersoon, die verder doorschiet in het feminisme.
Groepspolarisatie:
Vb.) Moscovici & Zavalloni (1969) lieten kleine groepjes studenten over politieke onderwerpen praten. Ze vroegen om hun mening vooraf en achteraf. Er werd hen verteld dat er 2 groepen waren, 1 tegen en 1 voor; in werkelijkheid was dit niet het geval. Hierdoor wordt de groepsmening extremer in de richting die ze al op neigden te gaan.
De groepsnorm wordt dus extremer, dit komt door 3 dingen:
5) Sociale druk
Groupthink
Groupthink is: “een modus in denken die mensen aangaan wanneer ze ergens diep bij betrokken zijn in een cohesieve ingroep, waarbij het verlangen naar unanimiteit van de leden hun motivatie tot realistisch afwegen van andere opties uitschakelt.”
Er ligt een sterke nadruk op norm en consensus. De groepsleden hebben weinig aandacht voor alternatieven (normatieve, niet informationele invloed).
Vb.) Bij de VS heeft dit tot een aantal rampzalige beslissingen geleid; de oorlog in Korea (1950), oorlog in Vietnam (1962-1965). Recenter: groupthink oorzaak voor falen inlichtingendiensten in oorlog in Irak.
Maar onderzoek ondersteunt tot nu toe de theorie nog niet; labonderzoek helemaal niet en archiefonderzoek geeft een gemengd beeld. Zelfs al willen we graag dat het wordt bevestigd; als er iets mis gaat kun je dan zeggen; oh het zal wel door die groep / cultuur komen.
Zoeken naar consensus leidt soms tot slechtere beslissingen. Maar hier kun je iets tegen doen: als je de groepsnormen: kritisch en onafhankelijk zijn normatief maakt kun je dit tegengaan. Zoals je in het plaatje rechts ziet gaan groepsbeslissingen met een kritische norm veel beter dan met als norm consensus. Dit komt omdat er een waardering is voor de unieke kennis van de groepsleden welke bijdraagt aan een hogere kwaliteit van beslissingen.
Gehoorzamen aan sociale druk
Onderzoeken van Asch(1955): conformiteit. Maar nog extremer: Milgram(1963), gehoorzamen aan autoriteit.
Vb.) WO II; joden vervolging, waarom doen ‘normale’ mensen dit..?
Milgram zei: “De sociale psychologie van deze eeuw onthult een grote les: vaak is het niet zozeer de soort persoon iemand is, maar de situatie waarin hij zich bevind die uitmaakt hoe hij zich zal gedragen.
Vb.) Milgram (1963): Proefpersonen kregen de opdracht om zware schokken toe te dienen aan een ander persoon. De instructies om dit te doen en iedere keer het voltage te verhogen komen van de proefleider. Bijna alle proefpersonen door gingen met het geven van schokken tot een dodelijk voltage.
Hierbij spelen een aantal situationele factoren een grote rol:
Kelly en Gilbert (psychiater en psycholoog) onderzoeken 22 nazi’s, met als doel hun persoonlijkheid in kaart te brengen. Conclusie: behalve bovengemiddelde intelligentie waren en geen systematische afwijkingen. Deze nazi’s zijn dus “gewone mensen”!!
Arendt (1963) observeert a.d.h.v. proces van Eichmann: Dat hij geen bijzondere persoonlijkheid heeft. Zijn motieven waren heel gewoon: hij wilde gewaardeerd worden en promotie maken. En hij realiseerde zicht niet wat hij precies deed.
Dat het allemaal door de situatie komt is ergens geruststellend. Het is de schuld van “de groep” of “de leider” Maar het blijkt dat groepsleden initiatief nemen en creatief zijn. (Reicher, Haslam & Rath, 2008) Leiders en groepen creëren het morele klimaat (de situatie) waarbinnen ambitieuze individuen woekeren met hun talenten. We zijn aansprakelijk voor het creëren van de situaties.
Dus: ondanks conformiteit en gehoorzaamheid kunnen individuen of groepen iets doen! En ook voor minderheden is een belangrijke rol in een groep.
6) Wat verkooptrucs
Cialdini onderzocht jarenlang verkopers die allerlei trucs uithalen om mensen te verleiden tot het kopen van dingen, en leidde hieruit hun trucs af.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1428 |
Add new contribution