1. De armoede halveren en minder mensen honger.
Ik denk dat ik hier wel aan heb meegeholpen door bij het weeshuis te helpen met koken. Er was altijd genoeg eten en de kinderen in het weeshuis hadden nooit honger. Tijdens het buitenspelen nam ik vaak een zak appels en bananen mee als tussendoortje omdat de kinderen heel vroeg ontbeten en dus snel trek kregen. Ik moest ze wel aansporen om wat meer te drinken want dat deden ze niet snel uit zichzelf.
2. Alle kinderen naar school.
Toen ik kwam werken had het weeshuis vakantie. Dus kwam ik 's ochtends tot de lunch. Maar na 2 weken begonnen de scholen weer en kwam ik dus van de middag tot na het eten. Ze kwamen van school en hadden veel huiswerk waarmee ik ze kon helpen. Vooral wiskunde en engels. Ik vond het prachtig om te zien hoe graag ze wilden laten zien wat ze konden! Zo leergierig! Ze vonden het altijd een feestje om met mij huiswerk te maken.
7. Meer mensen in een duurzaam leefmilieu.
We waren constant water aan het koken en af laten koelen om als schoon drinkwater te gebruiken. Het is veel werk maar veel goedkoper dan flessen kopen. Er was altijd wel drinkwater in huis en de wc's waren spik en span omdat de kinderen taken hadden met schoonmaken, het sanitair was dus ook schoon.
Add new contribution