Ontmoeting met een lokale leeftijdsgenoot in Rio de Janeiro / Meeting a Brazilian boy in Rio de Janeiro

Mijn eerste dag in Rio de Janeiro was er een met grote impact. In de favela Vila Cruzeiro ontmoette we bij een klein lunchtentje op de hoek van de straat een groep jongens. Niet zomaar jongens, deze mannen waren stuk voor stuk actief geweest in het drugscircuit. Met dank aan stichting IBISS was het mogelijk om dit wereldje achter zich te laten en een nieuw leven te beginnen. Een interview kan ik het gesprek dat we met ze hadden niet noemen. De jongens waren namelijk ook erg geïnteresseerd in ons leven hier in Nederland. Er was dus meer sprake van een uitwisseling, wat erg leuk was! Ik ben ontzettend dankbaar dat ik de kans heb gekregen met hen te praten.

Ondanks dat alle verhalen stuk voor stuk imponerend waren, sloeg het verhaal van Vinicius bij mij het meest in. Misschien omdat hij pas tweeëntwintig jaar is, een paar jaar ouder dan ik, en een leven heeft dat zó verschillend is. Hij verteld dat hij een week hiervoor gestopt is.

Is het moeilijk om er uit te stappen? En hoe gaat dat dan?

“Het is niet lastig,” vertelt hij. “Als je het graag wilt, dan lukt het. Maar je moet ervoor zorgen dat je geen schulden hebt. Als je die wel hebt, of er zijn bepaalde klusjes die je nog moest voltooien, is het gevaarlijk. Dan heb je sneller een kogel in je rug, dan dat je de organisatie je rug kan toekeren.”

Ben je bang voor een terugval? Of gaat dat niet zo makkelijk?

Een lachje. “Jawel. Dit is al de derde keer dat ik gestopt ben.”

Waarom kwam je toch steeds terug?

“Geld. Het verdient zo makkelijk en als je het nodig hebt is het heel aanlokkelijk om weer terug te keren naar de bende. Maar dit keer wil ik echt proberen weg te blijven van het wereldje. Ik wil een beter voorbeeld zijn voor mijn vier kinderen.”

Vier kinderen? Hoe oud zijn zij?

“Ja,” lacht hij. “Mijn eerste kind werd geboren toen ik veertien jaar oud was, en is acht jaar oud. Mijn vrouw was toen vijftien. Met haar heb ik nog een kind. Ook heb ik twee kinderen bij een andere vrouw, maar ik ben nog steeds samen met de moeder van de eerste kinderen.”

Hoe oud was je dan toen je de drugswereld inrolde? En hoe ging dat?

“Rond dezelfde leeftijd, ongeveer veertien jaar. Dat gaat heel geleidelijk. Aan de randen van de favela’s liggen vaak mannen op het dak met geweren om alles in de gaten te houden. Deze mannen hebben ook eten nodig. Voor een paar reals bieden kleine jochies aan om dit eten rond te brengen. Ze zijn vaak onder de indruk van het grote geweer. De keer daarna vragen ze om het vast te houden. De keer daarna liggen ze zelf op het dak. Klusjes, zoals in de gaten houden of politie of rivaliserende bendes de wijk binnen komen, zijn vaak de reden dat jonge jongens de drugswereld in rollen.”

Zijn er nog andere redenen waarom veel mannen voor een bende gaan werken?

“Geld is de voornaamste reden. Maar ook veel vrienden komen in de bendes terecht, waardoor de stap om ook te gaan kleiner is. Er zijn ook zeker goede dingen aan het leven, die we allemaal missen. Vrouwen, geld en grote feesten. En natuurlijk de spanning en status.”

Dat zijn natuurlijk fijne dingen, maar wat is de keerzijde?

“Dit.” Hij rolt zijn t-shirt op en we zien een gigantisch litteken op zijn buik. “Dit zijn de littekens van dertien kogelschoten die ik heb opgelopen tijdens zes verschillende schietpartijen. Ik ben aan de dood ontsnapt.”

Zijn er wel veel vrienden van je die zijn omgekomen?

“Ja. Heel, heel veel. Ik ben Nanko zo dankbaar dat hij me heeft geholpen.”

 

Nanko van Buuren, oprichter van IBISS staat erbij. “De jongeren in Rio zijn precies hetzelfde als jullie,” zegt hij. “Ze krijgen alleen niet dezelfde kansen.”

 

Heftig om dit zo te zien. Een jongen van tweeëntwintig jaar. In Nederland zou hij wellicht studeren, misschien wel op kamers wonen en in de bloei van zijn leven zijn. Hier is het een vader van vier kinderen, die zo ontzettend veel heeft meegemaakt. En nog heeft hij geluk. “De meeste jongens in de bende haalt de 21 niet,” vertelt Vinicius. En dat is best even slikken. Het bracht een aspect naar voren wat ik de hele reis heb ervaren: dankbaarheid en veiligheid. Ik mag dankbaar zijn dat ik ’s ochtends naar school kan fietsen zonder dat ik bang hoef te zijn. Ik hoef nooit bang te zijn. Ik kan over straat wanneer ik dat wil. Ik hoef niet bang te zijn om neergeschoten te worden. Ik klaag over school, over het weer of over andere onzinnige onderwerpen. Maar ik hoefde gisteren niet te schuilen achter auto’s omdat ik achterna werd gezeten door mannen met geweren. En daar mag ik best wat vaker bij stilstaan. (Het gesprek werd in het Engels voor ons vertaald, omdat ik de Portugese taal niet voldoende beheers om een vloeiend gesprek te voeren)

I translated the above text in English:

 

 

My very first day in Rio de Janeiro was extremely impressive. At a small restaurant on the corner of the street in Vila Cruzeiro, we met a group of boys. All of these men had been active in the world of drugs. Due to the organisation Ibiss, they were able to leave this life behind and start a new one. I cannot call the conversation we had an interview. The guys were interested in our lives too, so we exchanged stories; this was really fun! I’m incredibly grateful for talking to them!

Although each story was impressive, the story of Vinicius was the one who got me the most. Maybe because he is just twenty-two years old (a few years older than me) and has a life that is so different than mine. He tells us he left the drug system one week ago.

Is it hard to quit? And how does this work?

“It’s not hard,” he says. “If you want to, you can do it. But you have to make sure you have no more debts. If you do have debts, or other jobs that you have to do, it is dangerous. 

Are you afraid of going back? Or doesn’t that happen often?

A smile. “Yes, I am. This is the third time I quit.”

Why did you go back?

“Money. You make money so easily and if you need it, the temptation to return is really high. But this time I really want to stay away. I want to be a better example to my four children.”

Four children? How old are they?

“Yes,”he smiles. “My first child was born when I was fourteen years old, and is eight years old now. My wife was fifteen at the time. We have another child. I also have two children with another woman, but I’m still with the mother of my oldest two kids.

How old were you when you joined the drugs gang? And how did this go?

“The same age, probably fourteen years old or something. It is a very gradual process. At the corners of the favela, men often lay on the roofs with guns to keep an eye on everything. These men need food. For a few reals, small boys offer to bring them the food. They are impressed by the big guns. The next time, they offer to hold the gun while the man is eating his food. The next time they are the ones laying on the roof. Small jobs, like watching the police or other gangs entering the neighborhood, are often the reason boys join the drug world.

Are there other reasons men start to work for the gangs?

“Money is the main reason. But a lot of friends also join the gangs, so the step to join too is smaller. And there are certainly good things about the life, things we all miss. Women, money, parties. And of course the tension and the status.

These are nice things ofcourse, but what is the downside?

“This.” He pulls his shirt to the side so we can see the huge scarf on his belly. “These are the scarves of thirteen gunshots I survived during six different shootings. I escaped death.”

Did a lot of your friends in this drug world die?

“Yes, a lot. A lot. I am so happy  that Nanko helped me to leave.”

Nanko van Buuren, founder of Ibiss, is standing next to us. “The youth in Rio is just like you,” he says. “They just don’t get the same chances.”

It is confrontational to see this.  A boy, only twenty-two years old. In the Netherlands he would probably go to college, be in the middle of his life. Here he is a father of four, who has been through so much. And he’s still lucky. “Most boys in the gang do not reach the age of twenty-one,” according to Vinicius. That’s hard. It brings up an aspect that I experienced throughout the whole trip: gratitude and safety. I should be grateful to cycle to school every single morning without being afraid. I never have to be afraid. I can cross the street whenever I want to. I do not have to fear being shot. I’m complaining about school, the weather and other stupid things. But I never have to hide behind a car because I’m followed by men with guns. And I should realize that more often. (the conversation was translated in English for us, as I do not speak Portuguese well enough)

Related content or attachment:
Ontmoeting met een lokale leeftijdsgenoot in Rio de Janeiro / Meeting a Brazilian boy in Rio de Janeiro
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.