Donsol. Een stadje aan de zee, rust en veel rijstvelden. Onderweg hebben we mogen genieten hoe het landschap veranderde van stad naar een mannetje met een os in het rijstveld. Met de tricycle op zoek naar een verblijf. De bestuurder van de kugliglig wist wel wat leuks (lees; in ons budget, je betaalt hier overal een toeristenprijs maar sommigen overdrijven) en bracht ons naar Villa Jolee. Klein stukje grond met huisjes erop, dat grensde aan het wijkje met bamboe-huisjes wat vlak aan het strand woont. Als je dan naar het strand wou moest je er door heen wandelen, ze hebben mini straatjes. Donsol, de plek waar je met de Butanding (Walvishaai) kunt zwemmen. Omdat we op waren van de busreis (airco staat standaard op 15 graden) hadden we besloten vandaag op het strand bij te slapen en morgenvroeg actief te zijn. Een bikini is iets wat ze weinig hebben gezien. Terwijl we op het strand lagen kwamen er steeds meer nieuwschierige kleine oogjes achter de visserbootjes die op het strand lagen tevoorschijn. De kinderen hier zijn echt ontzettend nieuwschierig naar je maar durven niks te vragen. Heel stoer loopt er dan eentje naar voren en zegt; 'Hi, what's your name?'. Als je dan antwoord krijgen ze een soort giechelbui en verstoppen ze zich achter een van hun vriendjes. S'avonds hebben we wat lekkers gegeten en binnen no-time waren we knock-out. 6 uur, de wekker gaat. Allebei schieten we recht op. Walvishaaaaaaaaaaaaaaai! Ron, de eigenaar van Villa Jolee (hele lieve man, hij hield precies bij waar we naar toe gingen en wanneer we terugkwamen) had pannekoeken voor ons gebakken en snorkelmateriaal de dag ervoor al klaargelegd. In het restaurant gisteren waren we een groepje Fransen tegen gekomen waar we vandaag onze boot mee zullen delen. Eenmaal op zee stelde onze guide zich voor, Alan, hij was een van de BIO's (Butanding Inogiets Oweetnietmeer) en samen met de spotter zouden we 3 uur op zee gaan op zoektocht naar de Butanding. De spotter gaat op het dak staan en speurt de zee af naar een silhouet onder water. Deze beesten komen heel dicht bij het oppervlak en is voor hun makkelijk te zien dan. Na ongeveer anderhalf uur begint onze spotter te wijzen en te gebaren dat het gas op die motor moet! Ondertussen dat wij vaart maken struikelt iedereen in de boot over elkaar om zijn kleding uit te trekken en de flippers aan te doen. Startklaar zitten we op de rand van de boot. De rush die door je lichaam heen gaat, je zit te wachten op het startsein van Alan, is ongelovelijk. Het enige wat je wilt is dat water in! 'Let's rock and roll!' roept Alan en met zijn allen plonsen we het water in. Zwemmen, zwemmen voor je leven naar het punt waar ze hebben gewezen! Dan duik je en je ziet de grootste staart die je ooit in je hele leven hebt gezien. Een grote massa die langzaam van links naar rechts gaat. Je ziet de lichtpuntjes schitteren. Omdat ik een waarschuwing had gelezen op internet: 'Blijf uit de buurt van zijn staart, als hij je er mee raakt wordt je zwaar bewusteloos geslagen.', probeerde ik langs zijn lichaam naar voren te zwemmen maar hij was snel. Nog geen minuut en hij was weer weg. Ik duik weer omhoog en zie Daf. 'Ik heb zijn staart gezien!' gil ik. Daf ook, maar ze was een beetje teleurgesteld dat ze niet zijn kop had kunnen zien. Ze had zich ontzettend verheugd op dit moment (lees; vanaf het moment dat ze weet dat ze dat hier kon doen praat ze over niks anders ;) ). Niet getreurd, we werden op de boot gehesen en gingen weer op zoek. Nog geen 10 minuten later begint onze spotter te roepen; 'Butanding, butdaning, butanding!' In een mili seconde hadden we onze flippers aan en konden we weer het water in. Ik dook en ik schrok me helemaal rot. Nog geen meter afstand, zwom ik boven zijn kop. (Gillen onderwater is geen goed idee, omdat je praktisch 3 liter zee naar binnen krijgt.) Ik bleef stokstijf hangen en toen realiseerde ik mij pas weer; zwemmen Fleur! Achter zijn kop en naast zijn rug heb ik gezwommen voordat ie er weer vandoor ging. (Ik heb hier een filmpje van gemaakt, maar omdat ik zo hyper was zie je bubbels en af en toe een stukje butanding.) Eenmaal terug in de boot was Daphne helemaal lyrisch; 'Fleur, Fleur ik heb wel 10 minuten naast zijn kop gezwommen, Fleur, Fleur, aaaaaaah!' en we staan als 2 idioten naast elkaar te klappen en te joelen. Hierna mochten we nog een keer het water in en toen ging hij er echt vandoor. De grote vis dook recht omlaag, langzaam aan zag je zijn stippen niet meer en als laatste verdween zijn staart in het duister. Met onze nieuwe buurman, Bo de backpacker, uit Amerika zijn we gaan lunchen met de Fransen. Verhalen uitwisselen en foto's bekijken. Otto (pap, hij kwam uit de Perigord-Nord!) had supermooie foto's gemaakt onderwater en heeft ons beloofd deze door te sturen. Dan kunnen jullie ook zien wat wij hebben gezien. S'avonds hadden we afgesproken met onze BIO, Alan. Hij bracht ons naar een nieuw restaurant. Het restaurant was gemaakt van begin tot eind van bamboe. Boven de visvijver hadden ze het restaurant op palen gebouwd, met een bamboe bruggetje om er te komen. Hier kun je je eigen krab vangen, dan betaal je voor het aantal kilo's en dan maken zij hem voor je klaar. Wij wouden geen krab, maar we wouden er wel een vangen! Je gooit een net in het water, je moet dan een kwartiertje wachten en heel snel ophalen. We hadden allebei een hele grote! Ze zetten het net en al op de grond, de krab probeert te ontsnappen en plonst zo het water weer in. Speciaal voor ons hebben ze allemaal muziek aparatuur neer gezet en zo genieten wij van een avond lekker eten, met prachtig uitzicht en muziek. Ons laatste dagje in Donsol was een spa dagje. Een paar resorts verderop hadden ze een zwembad (wat fijn was zodat we een keer konden liggen zonder 'pottenkijkers', we hebben daar heerlijk ontbeten en later op de dag een massage genomen. Nu zou je vast denken; jaja, vrijwilligerswerk. Ik ben van mening dat hier het balletje rolt zoals het rolt. Ze leven al jaren zo in hun hutjes, vis vangen overdag en als de zon ondergaat gaan ze slapen. De mensen verdienen aan ons geld. In verhouding met Nederland is alles hier belachelijk goedkoop. De mensen in de Filipijnen hebben heel veel te bieden en ze geven het ook met liefde aan je. Zo zijn we die middag naar Kito gegaan, hij wou ons verse kokosnoot aanbieden. Hij klom in de boom met een kapmes, sloeg er voor ons twee af. Heerlijk fris! Als handigheidje hebben ze van de kokosnoot een lepel gemaakt, zodat we het vruchtvlees konden eten. Op de dag voor kerstavond waren wij op zoek naar een restaurant, maar alles was al dicht. Toen we aan mensen vroegen of ze misschien iets wisten, werden we naar binnen gesleurd en ze stonden erop dat we op hun feest mee aten. Ze willen ook geen geld aannemen en als 'terugbetaling' moesten we dan maar met hun mee feesten en karaoke zingen. De Filipijnen voelt als een grote knuffel, embrace it.
Access:
Public
Add new contribution