Internationalisering gaat ten koste van de Nederlandse identiteit

Er wordt al tijden veel gediscussierd over de vraag of het internationaler worden (van het bedrijfsleven, van het onderwijs, etc.) ten koste gaat van de Nederlandse identiteit.

  • "Ja," beargumenteren de tegenstanders van méér internationalisering. Is het nu wel nodig, bijvoorbeeld binnen Hogescholen en Universiteiten, dat steeds meer lessen in de Engelse in plaats van Nederlandse taal worden gegeven? Waarom wordt er (veel) geld uitgegeven aan het werven van buitenlandse studenten op allerlei studiebeurzen, binnen en buiten Europa? Waarom moet een gemiddelde klas tegenwoordig "een goede mix zijn van Nederlandse en buitenlandse studenten". "Netherlands first" is het primaire doel van deze groep tegenstanders, de Nederlandse identiteit moet hoe dan ook behouden blijven!
  • "Nee" beargumenteren de voorstanders van méér internationalisering. Internationalisering is immers geen "hype" of "trend" die je weer even stopzet, internationalisering is juist iets waar je niet aan ontkomt -of moet willen ontkomen. Hoog opgeleide buitenlandse studenten brengen daarbij veel kennis mee naar Nederland, zijn na hun opleiding uitstekend inzetbaar binnen de Nederlandse arbeidsmarkt. En "internationalisering" is veel meer dan het werven van nieuwe studenten in het buitenland; het houdt bijvoorbeeld ook in dat je je curriculum een internationale context meegeeft, dat meer studenten een studie of stage-ervaring in het buitenland opdoen, etc. Die "Nederlandse identiteit" staat daar los van, blijft sowieso wel behouden. Door meer internationalisering maak je Nederland sterker i.p.v. zwakker, vindt deze groep voorstanders.

Een lezenswaardige bijdrage aan deze discussie gaf Freddy Weima, directeur van het Nuffic ("de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs"). Internationaliseren hóórt juist bij Nederland, betoogt hij. Een sterk onderdeel juist van onze Nederlandse identiteit ís die internationale oriëntatie; het feit dat Nederland door de eeuwen heen altijd een internationale scope en drive heeft gehad. Het heeft ons land enorm veel gebracht, ons onderwijs is zo succesvol juist omdat het internationaal geörienteerd is. Weima ziet ook de schaduwkanten van een té sterke of té eenzijdige internationalisering. Het is geen doel op zich, het moet in goede banen geleid worden. Natuurlijk kan een té sterke internationalisering ook nadelige effecten hebben (krapte in de studentenhuisvesting, lagere kwaliteit onderwijs doordat veel docenten het Engels niet voldoende beheersen, red.).

Het is voor Nederland echter ontzettend belangrijk dat we ook voor buitenlandse studenten (de toekomstige werknemers) aantrekkelijk zijn. Vanwege hun kennis en inzetbaarheid op de Nederlandse arbeidsmarkt, maar zeker ook vanwege hun directe bijdrage aan de Nederlandse schatkist (op basis van berekeningen van CPB en CBS rond de €1,57 miljard per jaar). Daarbij komt, voor bepaalde sectoren -denk aan toerisme, hospitality, groensector- heeft internationalisering direct een overduidelijke meerwaarde.

Internationalisering draagt aldus Weima juist bij aan die Nederlandse identiteit, aan een sterk Nederland dat voldoende aantrekkingskracht heeft op het buitenlandse bedrijfsleven en internationale studenten.

Wat vind jij?

  • Moet de Nederlandse nationaliteit beschermd worden tegen te sterke internationalisering?
  • Of is die internationale oriëntatie juist iets waardoor Nederland sterk blijft?
  • Of is het zelfs een kernelement van de Nederlandse identiteit?

Lees meer

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Related topics:
Countries and regions:
WorldSupporter and development goals:
Statistics
4514 2