Samenvatting: Administratie en winstbelasting
- 4116 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze samenvatting bij Administratie van deelnemingen en consolidaties van Beckman & Rijswijk is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Elk bedrijf dat in Nederland een bedrijf uitoefent of zelfstandig beroep is verplicht tot het bijhouden van een administratie. Het object van de administratieplicht omvat:
Inrichting van de administratie moet geschieden via de wettelijk bepaalde manier waarop dit wordt vereist, afhankelijk van het soort bedrijf (zelfstandig ondernemer of vennootschap). De algemene gebruikelijke beginselen van boekhouden vallen hieronder.
Voor elke periode moet een balans worden opgesteld met de bijbehorende baten en lasten. De balans geeft een overzicht van de activa en passiva (bezittingen en schulden) op het moment van opstelling, dus niet over een bepaalde periode. Het is een momentopname. De frequentie waarin deze balans wordt opgesteld, is afhankelijk van de behoefte van het bedrijf en ondernemingsleiding.
Een balans wordt meestal opgesteld voor een betreffend boekjaar. Het kan zijn dat het boekjaar samenvalt met een kalenderjaar en dit is voor sommige bedrijven zelfs verplicht. Voor andere bedrijven is het echter mogelijk de loop van het boekjaar zelf te bepalen.
Filialenadministratie is de term die wordt gebruikt om de administratie van hoofdvestigingen en nevenvestigingen aan te duiden.
Er zijn verschillende rechtsvormen die zich voor kunnen doen: nv, bv, formeel buitenlandse vennootschap. Hierbij wordt gesproken over vennootschappelijke jaarrekeningen. Er zijn echter ook coöperaties en stichtingen. Dit zijn geen vennootschappelijke rechtsvormen.
Er kan een keuze gemaakt worden om voor afzonderlijke vestigingen een eigen rechtsvorm te kiezen. De structuur die dan ontstaat, kan worden beschreven met de term houdstermaatschappij en juridisch zelfstandige werkmaatschappijen. De houdstermaatschappij houdt aandelen in de zelfstandige werkmaatschappijen. Er is maar een houdstermaatschappij die ook wel de moedermaatschappij wordt genoemd. Daarnaast worden de zelfstandige juridische werkmaatschappijen dochtermaatschappijen genoemd. De moedermaatschappij heeft gewoonlijk de rechtsvorm van een nv of bv. Het kapitaal van een van deze rechtsvormen is verdeeld in aandelen. Een bv staat voor besloten vennootschap en bevat aandelen op naam. Een nv staat voor naamloze vennootschap en de aandelen hiervan kunnen op naam luiden maar luiden meestal aan toonder.
Er is pas sprake van een dochtermaatschappij als er voor de meerderheid zeggenschap is door de moedermaatschappij. Er moet minimaal een bezit van 50% van de stemrechten aanwezig zijn bij de moedermaatschappij.
Ook bestaat er de aanwezigheid van derdeaandeelhouders: deze situatie doet zich voor wanneer een 60% deelneming een 80% aandeel houdt in een andere deelneming. In deze situatie is er een meerderheidsdeelneming in de 80%-deelneming door de 60% deelneming en door de vennootschap die de 60%- deelneming houdt.
De aandelen van een rechtsvorm kunnen worden onderverdeeld in de volgende drie vormen:
Gewone aandelen hebben meestal gelijke rechten. Daarnaast zijn er preferente aandelen en prioriteitsaandelen die ook stemrecht bevatten, die uitgeoefend kan worden in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Daarnaast zijn er nog certificaten van aandelen. De houders hiervan hebben geen stemrecht, maar wel het recht om de algemene vergadering van aandeelhouders bij te wonen en een deel van het uit te keren dividend te ontvangen.
De inrichtingsvereisten van een financieel verslag omvatten inhoudelijke eisen waaraan een jaarrekening met een jaarverslag moet voldoen.
In een geconsolideerde jaarrekening wordt onderscheid gemaakt tussen:
De inrichtingseisen waaraan een geconsolideerde jaarrekening moet voldoen, hangt af van het feit of er sprake is van een notering aan een binnen de Europese Unie gelegen of functionerende erkende gereglementeerde effectenbeurs.
Er bestaan door de Europese Unie goedgekeurde verslaggevingstandaarden opgesteld in het Nederlands: international Financial reporting standards (IFRS). Daarin begrepen zijn de International Accounting Standards (IAS).
Het EU IFRS-regime bepaalt het volgende:
De rechter heeft betreffende de jaarrekening het laatste woord: hij kan beslissingen maken in de Ondernemingskamer (OK) van het gerechtshof te Amsterdam en in cassatie de Hoge Raad.
Wanneer er sprake is van een deelneming waarvan 50% van het kapitaal verschaft wordt aan een andere onderneming, dan is er sprake van een meerderheidsdeelneming. Indien dit minder dan 50% bedraagt, is er sprake van een minderheidsdeelneming.
Van een middellijke deelneming is sprake wanneer er mede door middel van een dochtermaatschappij een deelneming wordt gehouden. Enkele voorbeelden:
Er is sprake van vermoeden van een deelneming in verband met kapitaalverschaffingen van tenminste 20%. Het volgende is daarbij van belang:
Deelnemingen kunnen verder onderverdeeld worden in groepsmaatschappijen geassocieerde maatschappijen en overige ondernemingen. Onder groepsmaatschappijen en geassocieerde maatschappijen vallen deelnemingen op wier zakelijke en financiële beleid de deelnemende onderneming invloed die betekenis heeft, uitvoert.
Ondernemingen waarin wordt deelgenomen zonder dat er invloed van betekenis aanwezig is, worden geplaatst onder overige deelnemingen.
Er is sprake van een dochtermaatschappij wanneer een rechtspersoon of een van de dochtermaatschappijen aan de volgende voorwaarden voldoet:
De moedermaatschappij is de rechtspersoon die de voorgaande rechten of bevoegdheden bezit.
Gelijkgesteld met een dochtermaatschappij is een onder eigen naam optredende vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap waarin de rechtspersoon of een dochtermaatschappij aansprakelijke vennoot is.
Een deelneming kan ook een dochtermaatschappij zijn en deze twee samen kunnen een groepsmaatschappij vormen. Hiervan is sprake wanneer er een economische eenheid is waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden. De verbonden maatschappijen worden met de term ‘groep’ benoemd. Een toelichting om dit begrip te verduidelijken:
Binnen een groep bestaan er veel tussenschakels. Een tussenschakel wordt een tussenhoudstermaatschappij genoemd. Een voorbeeld ter verduidelijking: A is moeder van B en C. C hangt onder B. Dan is B de tussenhoudstermaatschappij van A. A wordt in deze situatie het groepshoofd genoemd. Onder het groepshoofd kunnen ook rechtstreekse of middellijke divisies hangen. Elke divisie, groepsdeel, heeft een eigen hoofd, het groepsdeelhoofd. Een groepsdeelhoofd is altijd tussenhoudstermaatschappij.
Al dan niet een deelneming in samenwerkingsverband
Ondernemingen kunnen met elkaar samenwerken en als gevolg daarvan kan een gezamenlijke onderneming ontstaan. Indien er sprake is van een gezamenlijke onderneming waarbij samengewerkt wordt door niet tot eenzelfde groep behorende ondernemingen, op basis van gelijkheid zonder dat een van beide ondernemingen het beleid bepaalt, dan wordt dat een joint venture genoemd. In dit geval is er sprake van een gezamenlijk onderneming als deelneming van elk van die samenwerkende ondernemingen, zonder de aanwezigheid van een groepsmaatschappij.
Waardering van kapitaalbelangen
Wanneer er een belang in een andere onderneming wordt verworven, wordt dit opgenomen in de boeken tegen verkrijgingprijs. Dit bevat de aankoopprijs vermeerderd met de aankoopkosten. De aankoopprijs is gelijk aan de ruilwaarde: de waarde waartegen het belang door ruil met andere activa is verkregen.
Na de verwerving kan besloten worden om te waarderen tegen verkrijgingprijs of tegen de actuele waarde. In situaties van deelnemingen moet dat wel in overeenstemming met de vermogensmutatiemethode.
Onder de actuele waarde kan worde verstaan de herwaarderingswaarde van de verkrijgingsprijs, de vervangingswaarde, bedrijfswaarde en marktwaarde. De waardeveranderingen die zich voordoen kunnen in een keer in de winst- en verliesrekening worden opgenomen, maar kunnen ook in een herwaarderingsreserve worden verwerkt. Waardeverminderingen komen in principe ten laste van het resultaat, tenzij er al een herwaarderingsreserve voor deze belangen was gevormd. Dan wordt de herwaarderingsreserve met het desbetreffende bedrag verminderd.
In de Europese jaarrekeningrichtlijnen is het voor deelnemingen belangrijk om de actuele waarde van toepassing te laten zijn op de herwaarderingsmethode in de situatie waarin een meerwaarde boven de verkrijgingsprijs in een herwaarderingsreserve moet worden opgenomen.
In het IFRS-regime gaat het bij waarderen van deelnemingen tegen de actuele waarde om de herwaarderingsmethode waarbij een meerwaarde boven de verkrijgingsprijs in de herwaarderingsreserve komt en optioneel om de marktwaarde waarbij waardewijzigingen via de winst-en-verliesrekening lopen. Als er wordt gekozen om te waarderen tegen marktwaarde, dan komen de winsten en verliezen automatisch in de winst-en-verliesrekening terecht. Als op de balansdatum de marktwaarde hoger blijkt te liggen dan de verkrijgingswaarde, dan dient er een herwaarderingsreserve te worden gevormd voor het desbetreffende surplus.
Vermogensmutatiemethode
Bij het gebruik van deze methode wordt de boekwaarde van een deelneming aangepast overeenkomstig de door die deelneming behaalde resultaten in samenhang met het percentage van deelneming van de deelnemende onderneming. Uiteraard onder aftrek van de aan de deelnemende onderneming gedeclareerde dividenden. Er zijn twee elementen die worden vereist bij deze methode van waarderen:
Dit zijn cumulatieve voorwaarden, wat inhoudt dat aan beiden voorwaarden zal moeten worden voldaan voor het hanteren van de vermogensmutatiemethode. Voor het tweede vereiste zullen normaal gesproken aandelen of certificaten van aandelen voldoende zijn. Dit geldt echter niet voor preferente aandelen en prioriteitsaandelen, omdat deze geen recht op reserves belichamen.
In Nederland is deze methode wettelijk toegestaan voor de enkelvoudige jaarrekening, indien de vereisten worden bewerkstelligd. In Nederland wordt de vermogensmutatiemethode gezien als een waarderingsmethode, terwijl het IFRS-regime dit ziet als een consolidatiemethode. Deze is volgens het IFRS-regime dan ook niet toegestaan in de enkelvoudige jaarrekening.
In Nederland wordt in de enkelvoudige winst-en-verliesrekening het aandeel van de deelneming als resultaat van de deelneming aangemerkt van de deelnemende onderneming.
Wanneer de vermogensmutatiemethode wordt gehanteerd voor de waardering van deelnemingen moeten de resultaten op onderlinge transacties tussen de deelnemende onderneming en tussen in aanmerking genomen deelnemingen worden geëlimineerd indien deze transacties niet door doorverkoop aan derden zijn geëffectueerd, die buiten het deelnemingsverband staan.
De situatie kan zich voordoen dat een deelneming door het toepassen van de vermogensmutatiemethode een boekwaarde van nul heeft. Dit doet zich voor wanneer het aandeel in de resultaten van de deelneming in de enkelvoudige winst-en-verliesrekening van de deelnemende onderneming wordt opgenomen en dat die resultaten per saldo negatief zijn. In deze situatie houdt de mogelijkheid om de vermogensmutatiemethode als waarderingsgrondslag te gebruiken voor de enkelvoudige jaarrekening op.
Er bestaan verschillende varianten van de vermogensmutatiemethode:
Nettovermogenswaarde
Er kan worden gewaardeerd tegen historische kosten of actuele waarde, dan wel tegen marktwaarden (fair values). Normaal gesproken wordt gekozen voor de marktwaarde en het saldo wordt als nettovermogenswaarde op het verkrijgingsmoment beschouwd en de marktwaarden van de activa en passiva worden bepaald aan de hand van de prijzen op dat moment. Het verschil dat ontstaat met de verkrijgingsprijs wordt goodwill genoemd. Hierin is het bedrag van de aankoopkosten verwerkt.
Van een transparante deelneming is sprake wanneer als het ware door juridische grenzen van de deelneming heen kan worden gekeken om de individuele activa en passiva te kunnen waarderen en ook de baten en lasten herrekend kunnen worden. In de enkelvoudige jaarrekening van een deelnemende rechtspersoon zal een herwaarderingsreserve deelnemingen voorkomen.
Variant: verkrijgingsprijs met latere vermogensmutaties
De verkrijgingsprijs wordt op het moment van verwerving gewijzigd met de daarna behaalde resultaten van de deelneming en met na de verwerving uit die deelneming verkregen dividenden verlaagd.
Variant: zichtbaar eigen vermogen
De deelneming wordt door de deelnemende onderneming gewaardeerd op basis van grondslagen van de deelneming. Het eigen vermogen vormt het uitgangspunt van de waardering van de deelneming. Het aandeel van de deelnemende onderneming daarin is de boekwaarde van de deelneming. Het verschil dat ontstaat met de verkrijgingsprijs wordt gewaardeerd als goodwill.
Toepasselijke grondslag
Een waardevermindering wordt ookwel impairment genoemd. Een impairment test wordt uitgevoerd om te controleren of de boekwaarde nog gedekt wordt door de waarde.
Door dochtermaatschappij gehouden aandelen in de moedermaatschappij
Wanneer een dochtermaatschappij aandelen en/of certificaten hiervan houdt in een rechtspersoon dan vindt er aftrek van boekwaarde plaats bij de moedermaatschappij overeenkomstig het rechtstreekse en middellijke belang van de rechtspersoon in de dochtermaatschappij. Het gaat in deze situatie om dochtermaatschappijen die groepsmaatschappijen zijn.
Een gevolg van het hanteren van deze methode is dat het eigen vermogen van de moedermaatschappij afneemt. Die afname komt in mindering op de vrije reserves bij de moedermaatschappij.
Bij het uitkeren van dividenden wordt er een correctie gemaakt bij de dochtermaatschappijen: deze worden geëlimineerd uit het resultaat in de enkelvoudige winst-en-verliesrekening. In alle gevallen geldt dat de door de dochtermaatschappijen gehouden aandelen of certificaten in een rechtspersoon rechtstreeks of middellijk op de geconsolideerde balans van de rechtspersoon mogen voorkomen en geëlimineerd moeten worden.
De verkrijgingsprijs is gelijk aan de aankoopprijs plus de directe aankoopkosten. Hieronder vallen externe adviseurs bijvoorbeeld. De aankoopprijs kan ook vervuld worden door het betalen met aandelen. Bij uitgifte van beursgenoteerde aandelen, wordt de beurswaarde als aankoopkosten aangemerkt.
Een voorbeeld van een deelnemingsverkrijging:
A verkrijgt een deelneming in B waarbij de deelneming tegen verkrijgingsprijs wordt genoteerd. Uitgaande van het feit dat de transactie per bank wordt voldaan, is de boeking:
Deelneming x
Aan Bank x
Wanneer de deelneming is verkregen in ruil voor activa, gaat de boeking als volgt:
Deelneming x
Aan andere activa x
Ook kan de deelneming tegen uitgifte van aandelen worden verkregen:
Deelneming x
Aan geplaatste aandelen x
Het kan zijn dat de verkrijgingsprijs van de deelneming hoger ligt dan het nominale bedrag van de waarde van de aandelen. De boeking wordt dan:
Deelneming x
Aan geplaatste aandelen x
Aan agio x
Het agio bedraagt in dit geval het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de nominale waarde van de aandelen.
Als er zich aankoopkosten voordoen bij de verkrijging dan wordt het volgende geboekt:
Deelneming x
Aan crediteuren (of bank) x
Ook kan het mogelijk zijn dat de prijs bij de vastlegging boven de marktwaarden van de individuele activa en passiva van de deelneming op het verkrijgingsmoment. De boeking wordt dan:
Goodwill x
Aan deelneming x
Waardering tegen actuele waarde
Bij waardering tegen de actuele waarde kan het gaan om de geherwaardeerde verkrijgingsprijs of de marktwaarde. Bij de geherwaardeerde verkrijgingsprijs komen stijgingen van de waarde in een herwaarderingsreserve en dalingen komen hierop in mindering. Bij waardering tegen marktwaarde komen stijgingen en dalingen gelijk in de winst-en-verliesrekening tot uidrukking. Een voorbeeld ter verduidelijking:
A heeft een deelneming B. De verkrijgingprijs bedraagt 220.000 euro. De actuele waarde is 250.000. De waardestijging wordt als volgt geboekt:
Deelneming 30.000
Aan herwaarderingsreserve 30.000
De herwaarderingsreserve is overigens een wettelijke reserve.
Bij een waardedaling wordt het volgende geboekt (uitgaande van een daling van 30.000):
Waardestijging deelneming 30.000
Aan herwaarderingsreserve deelneming 30.000
Bij waardering tegen marktwaarde wordt een waardedaling als volgt geboekt:
Waardedaling deelneming x
Aan deelneming x
Waardering volgens vermogensmutatiemethode
Er bestaan onder de vermogensmutatiemethode drie varianten: verkrijgingsprijs met latere vermogensmutatie, nettovermogenswaarde en waardering tegen zichtbaar eigen vermogen.
Nettovermogenswaarde
Waardering gaat op basis van grondslagen van de deelnemende maatschappij. De activa en passiva worden bij de eerste waardering op de marktwaarde gesteld. Als A oor 70% deelneemt in de deelneming B, dan heeft zij ook recht om 70% van het resultaat te noteren als resultaat uit deelneming.
De deelnemende rechtspersoon hoeft de jaarrekening van de deelneming niet meer aan te passen als de deelneming zelf rekening houdt met het aandeel van de deelnemende rechtspersoon in de jaarrekening.
Er zijn verder nog een paar transacties die toegelicht zullen worden aan de hand van een boeking.
Dividenddeclaratie
Van gedeclareerde dividenden wordt het volgende geboekt:
Te vorderen dividend x
Aan deelneming x
Een deelneming kan dividend in de vorm van aandelen declareren (stockdividend). Daar is geen boeking voor. Stockdividend heeft namelijk geen invloed op de nettovermogenswaarde.
Soms kan er zich een waardevermindering voordoen van de deelneming. In die situatie is sprake van een impairment en dit wordt als volgt geboekt:
Waardevermindering deelneming x
Aan deelneming x
Als er een herwaarderingsreserve aanwezig was, dan komt de waardedaling hierop in vermindering:
Herwaarderingsreserve deelneming x
Aan deelneming x
Er kan ook sprake zijn van intercompanywinst: de deelnemende rechtspersoon boekt een winst die de deelneming heeft behaald naargelang het deelnemingspercentage.
Deelneming x
Aan resultaat deelneming x
In de winst van de deelneming kan winst inbegrepen zijn die het gevolg is van verkopen aan de deelnemende rechtspersoon. Dit wordt upstream sales genoemd. Die goederen die verkocht zijn kunnen per balansdatum nog bij de deelnemende rechtspersoon aanwezig zijn. De winst is door de deelneming inbegrepen in de winst en zit bij de deelnemende rechtspersoon in de voorraad. Bij verkoop door de deelnemende onderneming moet de inbegrepen winst van de deelneming geëlimineerd worden:
Resultaat deelneming x
Aan voorraad x
Dan wel
Resultaat deelneming x
Aan deelneming x
Dan wel
Resultaat deelneming x
Aan overlopende passiva x
Er kan zich ook de situatie voordoen dat de deelnemende rechtspersoon goederen verkoopt aan de deelneming. Dit wordt downstream sales genoemd. Bij verkoop door de deelneming moet winst geëlimineerd worden die nog niet verkocht is aan derden die buiten het deelnemingsverband staan. De eerste boeking die gemaakt wordt, verwijdert de waarde van de goederen gesteld door de deelnemende rechtspersoon bij de deelneming:
Niet gerealiseerde winst x
door transacties met deelneming
Aan deelneming x
Dan wel
Netto-omzet x
Aan deelneming x
Dan is er nog een waardering waarbij de deelneming niet wordt aangepast. De boekingen worden dan:
Netto-omzet x
Aan overlopende passiva x
Dan wel
Niet gerealiseerde winst x
Door transacties met deelneming
Aan overlopende passiva x
Dividend van dochtermaatschappij
Dividenden zijn opbrengsten die door de dochtermaatschappij worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Als door de deelnemende rechtspersoon de vermogensmutatiemethode wordt gehanteerd, dan dient er een neutraliserende boeking plaats te vinden voor het resultaat en gedeclareerde dividend. Een voorbeeld ter verduidelijking:
A heeft een 100% deelneming in de dochtermaatschappij B. B houdt tevens 20% aandelen in A. A declareert in jaar 2 dividend uit jaar 1 van 10.000 euro. Hieruit is 2000 euro voor B. B verwerkt het aandeel in de winst-en-verliesrekening van jaar 2. Hieruit volgt dat het totale resultaat van B over jaar 2 20.000 euro bedraagt. A zal in verband met deze situatie de volgende boekingen maken:
Deelneming 20.000
Aan algemene reserve 2000
Aan resultaat deelneming 18.000
Winsten op intercompanytransacties
Het kan hierbij gaan om transacties tussen:
Wanneer een deelnemende rechtspersoon de behaald winsten niet in aanmerking mag nemen, dan moeten deze verwerkt worden in de enkelvoudige jaarrekening, wanneer de vermogensmutatiemethode gehanteerd wordt.
Downstream sales
In dit geval moet de deelnemende rechtspersoon de winst op intercompanytransacties aanpassen in de enkelvoudige jaarrekening in verhouding tot het deelnemingspercentage. Als er een 80%-deelneming bestaat, vindt er een aanpassing plaats voor de winst op intercompanytransacties met de deelneming voor 80%. Wanneer goederen worden doorverkocht, wordt er voor 80% winst in de enkelvoudige winst-en-verliesrekening van de deelnemende rechtspersoon genomen. Hier volgt een voorbeeld ter verduidelijking:
M heeft een 80% deelneming in D die gewaardeerd wordt volgens de vermogensmutatiemethode. M verkoopt goederen aan D. Voor jaar 1 geldt het volgende:
Voor jaar 2 geldt het volgende:
Aan het eind van jaar 1 maakt M de volgende boeking in verband met uitstel van de winstneming (80% x 20.000):
Niet-gerealiseerde winst 16.000
door transacties met deelneming
Aan overlopende passiva 16.000
Aan het eind van jaar 2 geldt het volgende:
Uitstel winstneming (80% x 15.000) 12.000
Winstneming leveranties jaar 1 16.000
Totaal 4000
De volgende boeking wordt hierbij gemaakt:
Overlopende passiva 4000
Aan gerealiseerde winst op 4000
transacties met deelneming
De rekening overlopende passiva ziet er na jaar 2 als volgt uit (na afsluiting):
Overlopende passiva
31 dec 4000 | 1 jan. Balans 16.000 |
31 dec naar balans 12.000 |
|
totaal 16.000 | 16.000 |
Upstream sales
In dit geval moet de deelnemende rechtspersoon aanpassingen maken in de enkelvoudige jaarrekening in verband met nog niet doorverkochte goederen aan derden voor het aandeel in de winst van de deelneming.
Uitgaande van de gegevens van het vorige voorbeeld, maar nu verkoopt D goederen aan M.
Ultimo jaar 1 kan de volgende aanpassing worden gemaakt voor het resultaat van de deelneming:
Resultaat deelneming 16.000
Aan deelneming 16.000
In jaar 2 wordt een aanpassing gemaakt voor de nog niet doorverkochte goederen:
Deelneming 4000
Aan resultaat deelneming 4000
Aan het eind van jaar 2 is het saldo van de rekening deelneming lager dan het aandeel van M in het eigen vermogen van D. Het saldo van de deelneming bedraagt namelijk 12.000.
Indien er dividend wordt gedeclareerd, bijvoorbeeld 275.000 euro. Als dit in jaar 1 wordt uitgekeerd dan gebeurt dit uit niet-gerealiseerde winst door de deelneming. Er moet dan 80% aandeel in dit dividend worden genoteerd:
Te vorderen dividend 220.000
Aan deelneming 220.000
Consolidatieplicht
Indien er de verplichting bestaat een geconsolideerde jaarrekening op te stellen is er sprake van consolidatieplicht voor een onderneming. In de Nederlandse wetgeving is de consolidatieplicht vastgelegd in de wetgeving in het Burgerlijk Wetboek. Deze plicht houdt in:
Consolidatiekring
De volgende voorschriften geven weer wat het groepshoofd integraal moet consolideren:
Een tussenhoudstermaatschappij moet het volgende verwerken in haar consolidatie:
Consolidatietechnieken
Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie technieken bij consolideren:
Bij de integrale consolidatietechniek gaat het om de consoliderende maatschappij die de activa en passiva en de baten en lasten van de groepsmaatschappij die geconsolideerd moet worden. Deze groepsmaatschappij dient volledig in de geconsolideerde jaarrekening te worden opgenomen. Dit gaat ook op wanneer het belang minder dan 100% bedraagt. In die situatie wordt:
In de geconsolideerde balans wordt het belang van derden gepresenteerd voor het resultaat na belastingen.
Eliminatieboekingen worden gemaakt voor te elimineren bedragen in verband met onderlinge verhoudingen. Eliminatieboekingen zien eruit als journaalposten, maar het zijn geen werkelijke journaalposten. De onderlinge trasacties tussen maatschappijen moeten bijvoorbeeld geëlimineerd worden en daarvoor zijn dit soort boekingen van belang. Het doel hiervan is dat de geconsolideerde balans de activa en de passiva en de baten en lasten moet vertonen als ware het een enkele onderneming. Het is daarom logisch dat die eliminatie plaatsvindt, want een onderneming kan geen schulden of vorderingen aan zichzelf hebben of winst maken op een onderlinge transactie.
Integrale consolidatie heeft verschillende effecten die hier verder worden besproken.
De activa en passiva van de twee maatschappijen worden samengevoegd, zodat er een beeld kan worden gevormd in dezelfde situatie wanneer er maar een enkele onderneming zou zijn.
De onderlinge vorderingen en schulden die bestaan tussen de maatschappijen worden verwijderd.
Wanneer er sprake is van een niet 100%-belang wordt dat deel geëlimineerd en aangegeven als belang van derden.
De baten en lasten van de te consolideren maatschappij en de consoliderende maatschappij worden bijeengevoegd.
Het resultaat van de te consolideren maatschappij wordt geëlimineerd, zoals die verantwoord is bij de consoliderende maatschappij. Bij een niet 100%-aandeel wordt het betreffende verschil geboekt op de rekening ‘Aandeel derden’.
De nog niet gerealiseerde resultaten van onderlinge transacties tussen de maatschappijen die zich voordoen op de balansdatum worden tevens geëlimineerd.
Proportionele consolidatie
Bij deze methode neemt de consoliderende maatschappij de activa en passiva, baten en lasten naar rato van het belang op in de geconsolideerde jaarrekening. Hierdoor is het niet nodig om een rekening belang van derden te vormen of te elimineren. Er wordt alleen rekening gehouden met het deel waarvoor een belang bestaat.
Bij het samenvoegen worden onderlinge schulden en lasten overeenkomstig het percentage van het belang van de consoliderende maatschappij geëlimineerd in de te consolideren maatschappij.
Equivalentieconsolidatie
Wanneer uitgegaan wordt van deze methode worden de belangen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Dit wordt ookwel een ‘one-line-consolidation’ of ‘single-line-consolidation’ genoemd. Het aandeel van de maatschappij die het kapitaal houdt in een andere maatschappij komt als een enkel saldo op de geconsolideerde balans te staan. De baten en lasten worden als een enkel saldo vertoond in de winst-en-verliesrekening.
Integrale consolidatie van toepassing op deelnemingen in groepsmaatschappijen. Deze moeten over het algemeen in de enkelvoudige jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode worden gewaardeerd. In de volgende alinea’s zal de integrale consolidatie worden besproken.
Consolidatie op verkrijgingstijdstip
Wanneer een rechtspersoon een 100%-deelneming verwerft moet op het desbetreffende tijdstip vastgesteld worden wat de geconsolideerde positie is.
De algemene boekingen voor de verkrijging van de deelneming en het noteren van de goodwill zijn als volgt:
Deelneming x
Aan bank x
Goodwill x
Aan deelneming x
De volgende boekingen worden gemaakt als gevolg van de balansconsolidatie:
Geplaatst kapitaal (D) x
Algemene reserve (D) x
Resultaat boekjaar (D) x
Aan deelneming (M) x
Het eigen vermogen van de geconsolideerde balans is gelijk aan de enkelvoudige balans aan M. De bedoeling van de geconsolideerde balans is dat het de activa en passiva van D en M laat zien alsof er sprake is van een enkele onderneming.
Consolidatie ultimo verkrijgingsjaar
De te maken boekingen van de balansconsolidatie lopen als volgt:
Geplaatst kapitaal (D) x
Algemene reserve(D) x
Resultaat boekjaar (D) x
Aan deelneming (M) x
Schulden (D) x
Aan vordering D (M) x
Met de eerste boeking wordt het belang dat M houdt in D geëlimineerd. Met de tweede boeking wordt de vordering, oftewel de onderlinge schuld die er bestaat, geëlimineerd.
Intercompanyresultaten
Gedurende het boekjaar kunnen er leveranties plaatsvinden van de te consolideren maatschappij en aan elkaar en deze moeten dan ook aan het eind van het boekjaar geëlimineerd worden om een goed beeld te geven van de maatschappij.
Downstream sales
Bij deze situatie gaat het om de consoliderende maatschappij, die goederen levert aan de te consolideren maatschappij. Er moet een aanpassing plaatsvinden voor goederen waarvan de doorverkoop nog niet gerealiseerd is. Het gevolg hiervan is dat het eigen vermogen op de geconsolideerde balans gelijk is aan het eigen vermogen op de enkelvoudige jaarrekening van de consoliderende maatschappij. Daarbij komt dat de geconsolideerde winst-en-verliesrekening overeenkomt met het resultaat na belastingen volgens de enkelvoudige winst-en-verliesrekening.
In verband met de eliminatie worden twee boekingen uitgevoerd. De eerste boeking houdt verband met de verkochte goederen gedurende het boekjaar aan derden. Wanneer de voorraad bij de deelneming aan het eind van het jaar hoger is dan aan het begin van het jaar, dan moet de netto-omzet met het bedrag van de voorraadtoename worden verlaagd. Voor dit deel is namelijk geen omzet behaald, maar deze bevinden zich nog in de voorraad voor verkoop. Wanneer de voorraad aan het eind van het jaar gelijk gebleven of gedaald is, dan hoeft er geen aftrek plaats te vinden.
Bij de tweede eliminatieboeking moet het resultaat aangepast worden. Wanneer er een stijging in de voorraad plaats vindt, moeten de netto-omzet en de kostprijs netto-omzet aangepast worden. Bij een dalende voorraad wordt de kostprijs netto-omzet aangepast.
Voorbeeld:
In jaar 1 heft M voor totaal 500.000 euro goederen geleverd aan D (verkrijgingsprijs M is 400.000 euro). Van deze goederen is aan het eind van het jaar nog 100.000 euro over bij D (verkrijgingsprijs M is 80.000 euro). Aan het begin van het jaar waren bij D geen goederen aanwezig die afkomstig van M waren. M past haar enkelvoudige jaarrekening aan voor niet gerealiseerde winst door verkoop aan derden. In verband met de voorgaande informatie zal M de volgende boekingen maken:
Niet-gerealiseerde winst 20.000
door transacties met deelneming
aan overlopende passiva 20.000
De winst voor belasting van M is als gevolg van de voorgaande boeking verlaagd met 20.000. De post ‘Belastingen’ van M kan nu ook worden verlaagd. De volgende boeking is hierbij vereist (30% x 20.000):
Voorziening belastingen 6000
Aan belastingen 6000
In het volgende voorbeeld wordt de goederenverkoop ook gevolgd in jaar 2 tussen M en D. Nu is de aanwezige voorraad bij D aan het eind van het jaar ten opzichte van het begin van het jaar, afgenomen.
Voorbeeld:
De goederen die aan het begin van jaar 2 nog aanwezig waren bij D, afkomstig van M, zijn gedurende jaar 2 verkocht. Gedurende jaar 2 heef M voor 650.000 euro goederen geleverd aan D (verkrijgingsprijs M 520.000 euro). Aan het eind van jaar 2 is van deze goederen nog 75.000 euro aanwezig bij D (verkrijgingsprijs M 60.000 euro). M past haar enkelvoudige jaarrekening aan voor de intercompanywinst. De rekening overlopende passiva geeft nog een saldo van 20.000 aan (credit). Aan het eind van jaar 2 moet dit saldo 15.000 euro worden. Om dit te bewerkstelligen boekt M:
Overlopende passiva 5000
Aan gerealiseerde winst 5000
door transacties met deelneming
De voorgaande boeking heeft effect op de winst, dus ook op de belastingen. De winst is toegenomen, dus de te betalen belasting neemt eveneens toe:
Belastingen (30% x 5000) 1500
Aan voorziening belastingen 1500
De boekingen die ultimo jaar 2 worden gemaakt in verband met de balansconsolidatie:
Overlopende passiva (M) 15000
Aan voorraden (D) 15000
De boekingen voor de geconsolideerde winst-en-verliesrekening lopen als volgt:
Netto-omzet (M) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (D) 650.000
Niet-gerealiseerde winst 5000
door transacties met deelneming (M)
aan kostprijs netto-omzet (D) 5000
Er bestaat nog een methode aan de hand waarvan de boekingen kunnen worden genoteerd. Dit betreft de methode van drie eliminatieboekingen:
Niet gerealiseerde winst door 20.000
Transacties met deelneming (M)
Aan kostprijs netto-omzet (D) 20.000
Netto-omzet (M) 575.000
Aan kostprijs netto-omzet (D) 575.000
Netto-omzet (M) 75.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 60.000
Aan niet gerealiseerde winst door
Transacties met deelneming (M) 15.000
Upstream sales
Bij deze methode worden tevens twee eliminatieboekingen gemaakt. De eerste betreft de eliminatiepost voor de gedurende het boekjaar door de deelnemende rechtspersoon aan derden doorverkochte goederen. Wanneer de voorraad aan het eind van het jaar bij de deelnemende rechtspersoon hoger is dan aan het begin van het jaar, dan moet de netto-omzet verminderd worden met de kostprijs van deze voorraadtoename. De kostprijs betreft de prijs die de deelnemende rechtspersoon heeft betaald voor de goederen. Wanneer de voorraad aan het eind van het jaar de voorraad gedaald is of gelijk gebleven vergeleken met de situatie aan het begin van het jaar, dan vindt er geen aftrek plaats.
De tweede eliminatiepost is nodig om het resultaat bij de verantwoorde maatschappij aan te passen. Bij een stijgende voorraad vindt er een aanpassing plaats van de netto-omzet van de deelneming en van de kostprijs netto-omzet van de deelneming. Wanneer de voorraad is gedaald gaat het om het aanpassen van de kostprijs van de omzet.
Goodwill
Wanneer een te consolideren deelneming de enkelvoudige jaarrekening van de deelnemende onderneming tegen verkrijgingprijs wordt gewaardeerd, moet bij de consolidatie de goodwill die is inbegrepen in de verkrijgingsprijs in de geconsolideerde jaarrekening worden uitgedrukt al consolidatiegoodwill.
Intercompanyresultaten: downstreamsales
Wanneer tegen verkrijgingsprijs wordt gewaardeerd of tegen actuele waarde, moeten er aanpassingen worden gemaakt in de geconsolideerde jaarrekening. Hiervoor moeten eliminatieboekingen worden gemaakt
Downstream sales
De eerst situatie betreft de consoliderende deelnemende rechtspersoon die goederen verkoopt aan een op de enkelvoudige balans van de consoliderende rechtspersoon tegen verkrijgingsprijs gewaardeerde deelneming die in de geconsolideerde jaarrekening van de deelnemende rechtspersoon wordt opgenomen.
Hier volgt een voorbeeld waarin een casus met betrekking tot downstreamsales wordt uitgewerkt:
M heeft verschillende deelnemingen, waarvan eentje 100% bedraagt in D1 en 100% in D2. De deelnemingen worden door M gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Beide deelnemingen worden opgenomen in de geconsolideerde balans op grond van de integrale consolidatie. M verkoopt goederen aan D1. Hierbij zijn de volgende gegevens van belang:
Er is sprake van een enkelvoudige balans van M waar de gewaardeerde deelneming tegen verkrijgingsprijs wordt gewaardeerd. M past de enkelvoudige jaarrekening niet aan. De volgende boekingen kunnen worden gemaakt voor het opstellen van de geconsolideerde balans:
Resultaat boekjaar (M) 14.000
Voorziening belastingen (M) 6000
Aan voorraden (D1) 20.000
Voor het opstellen van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening moeten de volgende boekingen worden gemaakt:
Netto-omzet (M) 400.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 400.000
Netto-omzet (M) 100.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 80.000
Aan belastingen (M) (30% x 20.000) 6000
Aan resultaat na belastingen (M) 14.000
Hieronder de gegevens voor jaar 2:
De goederen die zich aan het begin van jaar 2 nog bij D1 bevinden, die afkomstig zijn van M, zijn gedurende jaar 2 aan derden verkocht door D1.
In de loop van jaar 2 heeft M voor totaal 650.000 goederen geleverd aan D1 (verkrijgingsprijs M 520.000 euro).
Ultimo jaar 2 bevinden zich voor 75000 euro goederen onder de voorraad van D1 die afkomstig zijn van M (verkrijgingsprijs M 60.000).
Bij het opstellen van de geconsolideerde balans worden de volgende boekingen gemaakt ultimo jaar 2:
Algemene reserve (M) (70% x 20.000) 14.000
Aan resultaat boekjaar (M) 14.000
Resultaat boekjaar (M) 10.500
Voorziening belastingen (M) (30% x 15.000) 4500
Aan voorraden (D1) 15.000
De eerste boeking voegt de intercompanywinst toe die in de beginvoorraad van D1 is verwerkt. De tweede boeking elimineert juist de intercompanywinst die zich in de eindvoorraad van D1 bevindt.
Voor het opstellen van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening worden de volgende boekingen gemaakt:
Netto-omzet (M) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 650.000
Belastingen (M) (30% x 5000) 1500
Resultaat na belastingen (M) 3500
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 5000
Er kan ook met behulp van de methode van drie eliminatieboekingen het voorgaande worde bereikt. De volgende boekingen zouden dan moeten worden gemaakt:
Belastingen (M) 6000
Resultaat na belastingen (M) 14000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 20.000
Netto-omzet (M) 575.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 575.000
Netto-omzet (M) 75.000
Aan kostprijs netto-omzet 60.000
Aan resultaat na belastingen 10.500
Aan belastingen (M) (30% x 5000) 4500
Upstream sales
In dit geval verricht een deelneming die gewaardeerd wordt tegen verkrijgingsprijs goederenleveranties aan de deelnemende rechtspersoon. De deelneming wordt opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening op grondslag van een integrale consolidatie.
Hieronder een voorbeeld om de situatie concreet te maken:
M heeft verschillende deelnemingen, waarvan eentje 100% bedraagt in D1 en 100% in D2. De deelnemingen worden door M gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Beide deelnemingen worden opgenomen in de geconsolideerde balans op grond van de integrale consolidatie. D1 verkoopt goederen aan M. Hierbij zijn de volgende gegevens van belang:
Er is sprake van een enkelvoudige balans van M waar de gewaardeerde deelneming tegen verkrijgingsprijs wordt gewaardeerd. M past de enkelvoudige jaarrekening niet aan. De volgende boekingen kunnen worden gemaakt voor het opstellen van de geconsolideerde balans:
Resultaat boekjaar (D1) 14.000
Voorziening belastingen (D1) 6000
Aan voorraden (M) 20.000
Voor de geconsolideerde winst-en-verliesrekening zijn de volgende boekingen van belang:
Netto-omzet (D1) 400.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 400.000
Netto-omzet (D1) 100.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 80.000
Aan belastingen (D1) 6000
Aan resultaat na belastingen (D1) 14.000
Voor de geconsolideerde balans in eind jaar 2 wordt geboekt:
Algemene reserve (D1) (70% x 20.000) 14.000
Aan resultaat boekjaar (D1) 14.000
Resultaat boekjaar (D1) 10.500
Voorziening belastingen (D1) 4500
Aan voorraden (M) 15.000
Voor de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over jaar 2 wordt het volgende geboekt:
Netto-omzet (D1) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 650.000
Belastingen (D1) 1500
Resultaat na belastingen (D1) 3500
Aan kostprijs netto-omzet (M) 5000
Ook kan de methode van de drie eliminatieboekingen worden gebruikt. Dan zijn de boekingen:
Resultaat na belastingen (D1) 14.000
Belastingen (D1) 6000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 20.000
Netto-omzet (D1) 575.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 575.000
Netto-omzet (D1) 75.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 60.000
Aan resultaat na belastingen (D1) 10.000
Aan belastingen (D1) 4500
Sidestream sales
Er kunnen zich ook intercompanytransacties voordoen tussen deelnemingen die integraal moeten worden geconsolideerd. In deze situatie verkoopt een integraal te consolideren maatschappij goederen aan een andere integraal te consolideren maatschappij van de consoliderende maatschappij. Dit wordt verwerkt in de enkelvoudige balans van de consoliderende maatschappij. De deelnemingen worden dan tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd.
Voorbeeld:
M heeft verschillende deelnemingen, waarvan eentje 100% bedraagt in D1 en 100% in D2. De deelnemingen worden door M gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Beide deelnemingen worden opgenomen in de geconsolideerde balans op grond van de integrale consolidatie. D1 verkoopt goederen aan D2. Hierbij zijn de volgende gegevens van belang:
Voor de consolidatie van de balansen aan het eind van jaar 1 wordt het volgende geboekt:
Resultaat boekjaar (D1) 14.000
Voorziening belastingen (D1) 6000
Aan voorraden (D2) 20.000
Voor het consolideren van de winst-en-verliesrekening over jaar 1 wordt het volgende geboekt:
Netto-omzet (D1) 400.000
Aan kostprijs netto-omzet (D2) 400.000
Netto-omzet (D1) 100.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 80.000
Aan belastingen (D1) 6000
Aan resultaat na belastingen (D1) 14.000
Voor de geconsolideerde balans ultimo jaar 2 worden de volgende boekingen gemaakt:
Algemene reserve (D1) 14.000
Aan resultaat boekjaar (D1) 14.000
Resultaat boekjaar (D1) 10.500
Voorziening belastingen (D1) 4500
Aan voorraden (D2) 15.000
Voor de geconsolideerde winst-en-verliesrekening ultimo jaar 2 vinden de volgende boekingen plaats:
Netto-omzet (D1) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (D2) 650.000
Belastingen (D1) 1500
Resultaat na belastingen 3500
Aan kostprijs netto-omzet (D2) 5000
Het is ook mogelijk om wederom de methode van de drie eliminatieboekingen toe te passen:
Belastingen (D1) 6000
Resultaat na belastingen (D1) 14.000
Aan kostprijs netto-omzet (D2) 20.000
Netto-omzet (D1) 300.000
Aan kostprijs netto-omzet (D2) 300.000
Netto-omzet (D1) 150.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 120.000
Aan resultaat na belastingen 21.000
Aan belastingen (D1) 9000
Integrale consolidatie vindt plaats wanneer het gaat om deelnemingen in groepsmaatschappijen. Dit hoofdstuk bespreekt een aantal consolidatiemethoden voor niet-100% deelnemingen.
Consolidatie op verkrijgingstijdstip
Wanneer M een 80%-aandeel verkrijgt in de deelneming D en 240.000 euro betaalt, waardeert zij de deelneming in de enkelvoudige jaarrekening tegen de nettovermogenswaarde. De balans van D ziet er op het verkrijgingstijdstip zo uit:
Balans D
Activa 550.000 | Geplaatst kapitaal 100.000 |
| Algemene reserve 170.000 |
| Resultaat lopend boekjaar 30.000 |
| Eigen vermogen 680.000 |
| Voorzieningen 40.000 |
| Schulden 210.000 |
totaal 550.000 | Totaal 550.000 |
Het kapitaalbelang van M in het eigen vermogen van D wordt 80% x 300.000 = 240.000 euro. Het belang dat overblijft, is in handen van andere aandeelhouders, namelijk 20% x 300.000 = 60.000 euro. Het bedrag dat M betaalt voor de deelneming is gelijk aan het deel van het eigen vermogen van de deelneming dat zij ontvangt. De boeking wordt zonder goodwill:
Deelneming 240.000
Aan bank 240.000
De volgende boekingen doen zich voor bij de consolidatie:
Geplaatst kapitaal (D) 100.000
Algemene reserve (D) 170.000
Resultaat lopend boekjaar (D) 30.000
Aan deelneming (M) 240.000
Aan belang van derden 60.000
De post ‘belang van derden’ wordt op de geconsolideerde jaarrekening niet opgenomen in het eigen vermogen van de consoliderende maatschappij omdat het niet hiertoe behoort. Het wordt opgenomen tussen het geconsolideerd eigen vermogen en de voorzieningen.
Verkrijging verschillende tijdstippen
Het kan zijn dat er al sprake is vaneen niet-100% deelneming en dat gedurende een later jaar meer aandelen in deze deelneming worden verkregen of alle resterende aandelen.
Consolidatie na verkrijgingstijdstip
Er kan ook na het moment van verkrijging besloten worden de deelneming te consolideren.
Ook de winst-en-verliesrekening moet natuurlijk worden geconsolideerd. Daarbij is het belangrijk dat het deel van het resultaat dat niet aan de consoliderende maatschappij toekomst, maar belang van derde bedraagt, wordt overgeboekt naar de post ‘aandeel derden’.
Downstream sales
Aan de hand van een voorbeeld zal worden aangetoond hoe de niet 100%-belangen van een consoliderende maatschappij in de journaalposten en eliminatieboekingen moet worden verwerkt.
Voorbeeld:
M heeft een 80%-deelneming in D.
De volgende gegevens doen zich voor met betrekking tot de goederenstroom van M naar D:
1. Aan het begin van het boekjaar zijn er bij D voor 100.000 goederen aanwezig die afkomstig zijn van M (verkrijgingsprijs M 80.000)
2. M heeft gedurende het boekjaar voor 650.000 goederen geleverd aan D (verkrijgingsprijs M 520.000)
3. Eind boekjaar zijn er bij D in de voorraden voor 75.000 goederen afkomstig van M (verkrijgingsprijs M 60.000).
Er is een eindvoorraad aanwezig bij D en daarin bevinden zich nog niet gerealiseerde winsten, doordat de goederen niet doorverkocht zijn aan derden. Dit bedrag bedraagt 15.000 euro niet gerealiseerde winst. De nog niet gerealiseerde winst in de beginvoorraad bedroeg 20.000. De niet gerealiseerde winst bedraagt uiteindelijk dus 5000 euro in de eindvoorraad minder dan in de beginvoorraad. Hiervoor moet M de enkelvoudige jaarrekening aanpassen (80% x 5000):
Overlopende passiva 4000
Aan gerealiseerde winst door
Transacties met deelneming 4000
Ook moet rekening worden gehouden met de invloed op de vennootschapsbelasting (30%):
Belastingen 1200
Aan voorziening belastingen 1200
De volgende eliminatieboekingen moeten worden gemaakt:
Algemene reserve (M) (70% x 20% x 20.000) 2800
Aan resultaat boekjaar (M) 2800
Resultaat boekjaar (M) (70% x 20% x 15000) 2100
Voorzieningen (M) (30% x 20% x 15000) 900
Overlopende passiva (M) 12.000
Aan voorraden (D) 15.000
Ook met betrekking tot de consolidatie van de winst-en-verliesrekening moeten boekingen worden gemaakt:
Netto-omzet (M) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (D) 650.000
Gerealiseerde winst door transacties 4000
Met deelneming (M)
Belastingen (M) (30% x 20% x 5000) 300
Resultaat na belastingen (M) (70% x 20% x 5000) 700
Aan kostprijs netto-omzet (D) 5000
Upstream sales
De consoliderende maatschappij maakt in de enkelvoudige jaarrekening aanpassingen voor de nog niet gerealiseerd winst, doordat er nog niet is doorverkocht aan derden. Daarbij wordt rekening gehouden met het belang in de betreffende deelneming. Dus als M een deelneming van 80% heeft, dan vinden er aanpassingen plaats voor 80%, de rest is aandeel van derden.
Hieronder een voorbeeld om de situatie concreet te maken:
M heft een 80%-deelneming in D en er vindt een goederenstroom van D naar M plaats.
De volgende gegevens zijn in deze casus van belang:
1. Aan het begin van het boekjaar zijn er bij M voor 100.000 goederen aanwezig die afkomstig zijn van D (verkrijgingsprijs D 80.000)
2. D heeft gedurende het boekjaar voor 650.000 goederen geleverd aan M (verkrijgingsprijs D 520.000)
3. Eind boekjaar zijn er bij M in de voorraden voor 75.000 goederen afkomstig van D (verkrijgingsprijs D 60.000).
Er is een nog niet gerealiseerde winst inbegrepen in de eindvoorraad en deze bedraagt 15.000 euro. De nog niet gerealiseerde winst in de beginvoorraad bedroeg 20.000. De winst in de eindvoorraad is minder dan de winst in de beginvoorraad, voor een bedrag van 5000 euro. M past de enkelvoudige jaarrekening aan (70% x 80% x 5000):
Deelneming 2800
Aan resultaat deelneming 2800
Voor de balansconsolidatie wordt geboekt:
Deelneming (M) (80% x 70% x 15.000) 8400
Voorzieningen (M) (80% x 30% x 15.000) 3600
Belang van derden (20% x 70% x 15.000) 2100
Voorzieningen (20% x 30% x 15.000) 900
Aan voorraden (D) 15.000
Voor de winst-en-verliesrekening worden bij het consolideren de volgende boekingen gemaakt:
Netto-omzet (M) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (D) 650.000
Resultaat na belastingen (D) (70% x 80% x 5000) 2800
Belastingen (D) (30% x 80% x 5000) 1200
Belastingen (30% x 20% x 5000) 300
Aandeel derden (70% x 20% x 5000) 700
Aan kostprijs netto-omzet (M) 5000
Er mag geen verschil zijn tussen het eigen vermogen van de consoliderende maatschappij in de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening. Daarom moet het nog niet gerealiseerde deel van de winst dat betrekking heeft op belang van derden aan hen worden toegerekend.
Andere situaties
Wanneer de consoliderende maatschappij leveranties doet aan de te consolideren maatschappij, dan moet de nog niet gerealiseerde winst volledig worden geëlimineerd, zonder daarbij rekening te houden met het belang van derden.
Voorbeeld:
M heeft een 70% deelneming in D1 en een 60% deelneming in D2. De deelnemingen worden door M gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Tevens worden zij beiden integraal geconsolideerd en in de geconsolideerde jaarrekening van M opgenomen. M levert in deze situatie goederen aan D1.
Onder de voorraden van D1 zijn de volgende bedragen aanwezig bij goederen die afkomstig zijn van M:
M past de enkelvoudige jaarrekening niet aan. Voor de consolidatie maakt M de volgende boekingen (tarief belastingen is 30%):
Resultaat boekjaar (M) (70% x 40.000) 28.000
Voorzieningen (M) (30% x 40.000) 12.000
Aan voorraden (D1) 40.000
Algemene reserve (M) (70% x 25.000) 17500
Aan resultaat boekjaar (M) 17500
Voor de consolidatie van de winst-en-verliesrekening worden de volgende boekingen gemaakt:
Netto-omzet (M) 740.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 740.000
Netto-omzet (M) 60.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 45.000
Aan belastingen (M) (30% x 15.000) 4500
Aan resultaat na belastingen (M) (70% x 15.000) 10500
Upstream
Wanneer de situatie zich voordoet dat een 70%-deelneming wordt gehouden die goederen verkoopt aan de consoliderende maatschappij, dan komt van 30% niet gerealiseerde winst ten laste van het belang van andere aandeelhouders, het belang van derden.
Een voorbeeld ter verduidelijking:
M heeft een 70% deelneming in D1 en een 60% deelneming in D2. De deelnemingen worden door M gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Tevens worden zij beiden integraal geconsolideerd en in de geconsolideerde jaarrekening van M opgenomen. D1 levert in deze situatie goederen aan M.
Onder de voorraden van M zijn de volgende bedragen aanwezig bij goederen die afkomstig zijn van D1:
M past de enkelvoudige jaarrekening niet aan. Voor de consolidatie maakt M de volgende boekingen (tarief belastingen is 30%):
Resultaat boekjaar (D1) (70% x 70% x 40.000) 19600
Voorzieningen (D1) (30% x 70% x 40.000) 8400
Belang van derden (70% x 30% x 40.000) 8400
Voorzieningen (30% x 30% x 40.000) 3600
Aan voorraden (M) 40.000
Algemene reserve (D1) (70% x 70% x 25.000) 12250
Aan resultaat boekjaar (D1) 12250
Voor de winst-en-verliesrekening worden de volgende boekingen gemaakt:
Netto-omzet (D1) 740.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 740.000
Netto-omzet (D1) 60.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 45.000
Aan belastingen (D1) (30% x 70% x 15.000) 3150
Aan resultaat na belastingen (D1) (70% x70% x 15.00) 7350
Aan belastingen (30% x 30% x 15.000) 1350
Aan aandeel derden (70% x 30% x 15.000) 3150
Dochtermaatschappij houdt aandelen in moedermaatschappij
Het kan zijn dat een integraal te consolideren deelneming aandelen houdt in het kapitaal van de moedermaatschappij. In deze situatie moet de moedermaatschappij de waardering van de deelneming in die dochtermaatschappij en haar eigen vermogen verlagen.
Een voorbeeld ter verduidelijking:
M heeft een 80%-deelneming in D. De deelneming wordt tegen nettovermogenswaarde gewaardeerd. D houdt tevens aandelen in het kapitaal van M. De waarde van de aandelen staan bij D voor 100.000 euro. M heeft in deze situatie de waarde van de deelneming verlaagd met 100.000 en tegelijkertijd het eigen vermogen. Stel het resultaat van D bedraagt 50.000 over het boekjaar. Hierin is 10.000 euro dividend inbegrepen op de aandelen M. M boekt het volgende voor deze transactie:
Deelneming (D) 40.000
Aan algemene reserve 8000
Aan resultaat deelneming 32.000
Dit klopt, want van de 50.000 is 10.000 dividend en daarvan wordt 80% geboekt ( dus 8000) en de 40.000 is de waarde van de deelneming minus het uigekeerde dividend. Het resultaat van de deelneming bedraagt dan logischerwijs 32.000 euro.
Tussen consoliderende rechtspersoon en een groepsmaatschappij of tussen groepsmaatschappijen onderling kunnen zich intercompanytransactie voordoen. Wanneer er transacties worden uitgevoerd met winstopslag en er zijn ultimo boekjaar nog goederen aanwezig, dan is er sprake van nog niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst. Bij de verwerking van dit fenomeen in de geconsolideerde jaarrekening moet er rekening worden gehouden met het volgende:
Voor de niet door doorverkoop aan derden gerealiseerd winst maakt de consoliderende maatschappij in de enkelvoudige jaarrekening een aanpassing overeenkomstig met haar belang in die deelneming. Wanneer er een deelneming van 80% is, wordt de aanpassing in de enkelvoudige jaarrekening van de deelnemende maatschappij eveneens met 80% aangepast. De nog niet gerealiseerde winst moet worden geëlimineerd. Als gevolg van deze methode van verwerking zal het eigen vermogen van de consoliderende maatschappij in de enkelvoudige jaarrekening afwijken van de geconsolideerde jaarrekening. Ook het geconsolideerde resultaat na belastingen van de consoliderende maatschappij zal in de enkelvoudige jaarrekening afwijken van de geconsolideerde jaarrekening.
Hierbij een voorbeeld:
M heeft een deelneming in D voor 80%. M waardeert deelneming D in de enkelvoudige jaarrekening tegen nettovermogenswaarde. M verkoopt goederen aan D.
De volgende gegevens zijn van belang voor de goederenstroom tussen M en D:
In de eindvoorraad is een nog niet door doorverkoop aan derden gerealiseerd winst op onderlinge transacties aanwezig van 15.000 euro. De nog niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst op de onderlinge transactie inbegrepen in de beginvoorraad was 20.000 euro. De niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst in de eindvoorraad is daarom 5000 euro minder dan in de beginvoorraad. Voor de aanpassing in de enkelvoudige jaarrekening boekt M (80% x 5000):
Overlopende passiva 4000
Aan gerealiseerd winst door 4000
Transacties met deelneming
Wanneer het belastingtarief 30% wordt verondersteld:
Belastingen 1200
Aan voorziening belastingen 1200
De eliminatieboekingen worden:
Algemene reserve (M) (70% x 20% x 20.000) 2800
Aan resultaat boekjaar (M) 2800
Resultaat boekjaar (M) (70% x 20% x 15.000) 2100
Voorzieningen (M) (30% x 20% x 15.000) 900
Overlopende passiva 12000
Aan voorraden (D) 15.000
Voor de consolidatie van de winst-en-verliesrekening de volgende boekingen:
Netto-omzet (M) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet 650.000
Gerealiseerde winst door transacties 4000
Met deelneming
Belastingen (M) (30% x 20% x 5000) 300
Resultaat na belastingen (M) (70% x 20% x 5000) 700
Aan kostprijs netto-omzet (D) 5000
Upstream sales
Ook hier worden voor de niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst aanpassingen gemaakt in de enkelvoudige jaarrekening door de consoliderende maatschappij. Dit gebeurt ook naar rato van het belang in de onderneming.
Nog een voorbeeld voor deze zaak:
M heeft een deelneming in D voor 80% wederom. Nu levert echter D goederen aan M. De volgende informatie is van belang met betrekking tot de goederenlevering:
In de eindvoorraad is een nog niet gerealiseerde winst aanwezig van 15.000 euro. De nog niet gerealiseerde winst begrepen in de beginvoorraad was 20.000 euro. De winst in de eindvoorraad is dus 5000 euro minder dan die in de beginvoorraad. Voor de aanpassing van de enkelvoudige jaarrekening boekt M (70% x 80% x 5000):
Deelneming 2800
Aan resultaat deelneming 2800
De eliminatieboeking voor de balansconsolidatie:
Deelneming M (80% x 70% x 15.000) 8400
Voorzieningen (M) (80% x 30% x 15.000) 3600
Belang van derden (20% x 70% x 15.000) 2100
Voorzieningen (20% x 30% x 15.000) 900
Aan voorraden (D) 15.000
Voor de consolidatie van de winst-en-verliesrekening:
Netto-omzet (M) 650.000
Aan kostprijs netto-omzet (D) 650.000
Resultaat na belastingen (D) (70% x 80% x 5000) 2800
Belastingen (D) (30% x 80% x 5000) 1200
Belastingen (30% x 20% x 5000) 300
Aandeel derden (70% x 20% x 5000) 700
Aan kostprijs netto-omzet (M) 5000
Een deel van de nog niet gerealiseerde winst dat niet toebehoort aan de consoliderende maatschappij wordt niet ten laste van de winst gebracht, maar dit komt voor rekening van derden en wel voor 20%. Hierdoor ontstaat er geen afwijking tussen het geconsolideerde eigen vermogen en het enkelvoudig eigen vermogen van de consoliderende maatschappij. Dit geldt tevens voor het geconsolideerde resultaat na belastingen van de consoliderende maatschappij en het enkelvoudige resultaat na belastingen.
Sidestream sales
Er kan zich de situatie voordoen dat het relatieve belang van de consoliderende rechtspersoon in de overgedragen activa afneemt. Er wordt een aanpassing gemaakt in de enkelvoudige jaarrekening voor de niet gerealiseerde winst door niet doorverkoop aan derden. Die aanpassing is gelijk aan het relatieve belang van de deelnemende rechtspersoon in de verkrijgende maatschappij, vermenigvuldigd met de nog niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst. Wanneer er een 80%-deelneming levert aan een 70%-deelneming, dan neemt het relatieve belang van de deelnemende rechtspersoon in de overgedragen goederen af met 10%, De aanpassing die in de enkelvoudige jaarrekening moet worden gemaakt is 70% van de nog niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst.
Consolidatie op verkrijginstijdstip
Als een rechtspersoon kiest voor integrale consolidatie, dan moet die rechtspersoon op het verkrijgingstijdstip vaststellen wat de geconsolideerde positie is.
Voorbeeld:
M waardeert haar 80%-deelneming tegen verkrijgingsprijs. M betaalt 240.000 voor de deelneming. M boekt de verkrijging van de deelneming:
Deelneming 240.000
Aan bank 240.000
De balans van M ziet er als volgt uit:
Balans M
activa 1000.000 | Geplaatst kapitaal 300.000 |
| Algemene reserve 310.000 |
| Resultaat lopend boekjaar 70.000 |
| Eigen vermogen 680.000 |
| Voorzieningen 50.000 |
| schulden 270.000 |
totaal 1000.000 | totaal 1000.000 |
De balans van de dochter ziet er voor verkrijging als volgt uit:
Balans D
Activa 550.000 | Geplaatst kapitaal 100.000 |
| Algemene reserve 170.000 |
| Resultaat lopend boekjaar 30.000 |
| Eigen vermogen 300.000 |
| Voorzieningen 40.000 |
| Schulden 210.000 |
totaal 550.000 | totaal 550.000 |
De balans van M ziet er na verkrijging als volgt uit:
Balans M
Deelneming 240.000 | Geplaatst kapitaal 300.000 |
Overige activa 760.000 | Algemene reserve 310.000 |
| Resultaat lopend boekjaar 70.000 |
| Eigen vermogen 680.000 |
| Voorzieningen 50.000 |
| Schulden 270.000 |
totaal 1000.000 | totaal 1000.000 |
De volgende boeking is inde consolidatie opgenomen:
Geplaatst kapitaal (D) 100.000
Algemene reserve (D) 170.000
Resultaat lopend boekjaar (D) 30.000
Aan deelneming (M) 240.000
Aan belang van derden (20% x 300.000) 60.000
Consolidatie na verkrijgingstijdstip
Hierbij gaat het over de verwerking van een niet-100%-deelneming in de geconsolideerde jaarrekening na verkrijgingstijdstip.
Voorbeeld:
Er is nu sprake van een 80%-deelneming door M in D. De balans van M:
Balans M
activa 1000.000 | Geplaatst kapitaal 300.000 |
| Algemene reserve 310.000 |
| Resultaat lopend boekjaar 70.000 |
| Eigen vermogen 680.000 |
| Voorzieningen 50.000 |
| schulden 270.000 |
totaal 1000.000 | totaal 1000.000 |
De balans van D:
Balans D
Activa 550.000 | Geplaatst kapitaal 100.000 |
| Algemene reserve 170.000 |
| Resultaat lopend boekjaar 30.000 |
| Eigen vermogen 300.000 |
| Voorzieningen 40.000 |
| Schulden 210.000 |
totaal 550.000 | totaal 550.000 |
De balans ultimo verkrijgingsjaar ziet er als volgt uit:
Balans M
Deelneming 240.000 | Geplaatst kapitaal 300.000 |
Overige activa 740.000 | Algemene reserve 310.000 |
| Resultaat boekjaar 150.000 |
| Eigen vermogen 760.000 |
| Voorzieningen 70.000 |
| Schulden 150.000 |
totaal 980.000 | totaal 980.000 |
De boekingen voor de balansconsolidatie bedragen nu:
Geplaatst kapitaal (D) 100.000
Algemene reserve (D) 170.000
Resultaat (D) 30.000
Aan deelneming (M) 240.000
Aan belang van derden (M) 60.000
Resultaat boekjaar (D) 20.000
Aan belang van derden 20.000
(20% x (130.000 – 30.000))
schulden (M) 100.000
aan vordering M (D) 100.000
Voor de consolidatie van de winst-en-verliesrekening:
Aandeel derden 20.000
Aan resultaat na belastingen (D) 20.000
Downstream sales
De nog niet gerealiseerde winst door niet doorverkoop aan derden moet geëlimineerd worden, zonder daarbij het belang van de overige aandeelhouders te betrekken.
Hierbij een voorbeeld ter verduidelijking:
M heeft een 70%-deelneming in D1 en een 60%-deelneming in D2. De deelnemingen worden tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd in de enkelvoudige jaarrekening van M. Beide deelnemingen worden op de grondslag van integrale consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening van M opgenomen. M levert goederen aan D1. Het afgelopen boekjaar leverde M voor 800.000 euro goederen aan D1 (verkrijgingsprijs M 600.000 euro). Onder de voorraden van D1 zijn de volgende bedragen aanwezig voor goederen die afkomstig zijn van M:
Me past de enkelvoudige jaarrekening niet aan. Voor de balansconsolidatie worden de volgende boekingen gemaakt:
Resultaat boekjaar (M) (70% x 40.000) 28.000
Voorzieningen (M) (30% x 40.000) 12.000
Aan voorraden (D1) 40.000
Algemene reserve (M) (70% x 25.000) 17500
Aan resultaat boekjaar (M) 17500
De boekingen voor de winst-en-verliesrekening bij consolidatie:
Netto-omzet (M) 740.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 740.000
Netto-omzet (M) 60.000
Aan kostprijs netto-omzet (M) 45.000
Aan belastingen (M) (30% x 15.000) 4500
Aan resultaat na belastingen (M) (70% x 15.000) 10.500
Upstream sales
Ook hier moet rekening worden gehouden met het belang van derdenaandeelhouders maar nu in omgekeerde richting.
Voorbeeld:
M heeft een 70%-deelneming in D1 en een 60%-deelneming in D2. De deelnemingen worden tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd in de enkelvoudige jaarrekening van M. Beide deelnemingen worden op de grondslag van integrale consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening van M opgenomen. D1 levert goederen aan M. Het afgelopen boekjaar leverde D1 voor 800.000 euro goederen aan M (verkrijgingsprijs D1 600.000 euro). Onder de voorraden van M zijn de volgende bedragen aanwezig voor goederen die afkomstig zijn van D1:
M past de enkelvoudige jaarrekening niet aan. Voor de balansconsolidatie worden de volgende boekingen gemaakt, verondersteld een belastingtarief van 30%:
Resultaat boekjaar (D1) (70% x 70% x 40.000) 19600
Voorzieningen (D1) (30% x 70% x 40.000) 8400
Belang van derden (70% x 30% x 40.000) 8400
Voorzieningen (30% x 30% x 40.000) 3600
Aan voorraden (M) 40.000
Algemene reserve (D1) (70% x 70% x 25000) 12.250
Aan resultaat boekjaar (D1) 12.250
De boekingen voor de winst-en-verliesrekening:
Netto-omzet (D1) 60.000
Aan kostprijs netto-omzet (D1) 450000
Aan belastingen (D1) (70% x 70% x 15.000) 3150
aan resultaat na belastingen (D1) (70% x 70% x 15.000) 7350
aan belastingen (30% x 30% x 15.000) 1350
aan aandeel derden (70% x 30% x 15.000) 3150
Het kan zijn dat een deelneming van een rechtspersoon zelf ook een deelneming heeft die integraal geconsolideerd moet worden. Dan is er sprake van een kettingconsolidatie of kernconsolidatie.
Bij kettingconsolidatie worden eerste de te consolideren deelnemingen met hun te consolideren deelnemingen geconsolideerd. Een tussenconsolidatie is hier bezig. Vervolgens wordt die geconsolideerde jaarrekening geconsolideerd met de enkelvoudige jaarrekening van de moedermaatschappij. Dit is een veelgebruikte methode voor rechtspersonen die veel deelnemingen bevatten die zelf weer deelnemingen houden. Een andere reden voor het opstellen van een kettingconsolidatie of tussenconsolidatie is het feit dat er een tussenhoudstermaatschappij is die deelnemingen houdt die ook weer deelnemingen houden die integraal geconsolideerd moeten worden. Dit systeem zorgt voor een eenvoudige weergave van de situatie.
Ten behoeve van de balansconsolidatie worden over het algemeen de volgende boekingen gemaakt:
Uitgaande van de gegevens dat M een deelneming heeft in D en D een deelneming in K:
Geplaatst kapitaal (D/K) x
Algemene reserve (D/K) x
Resultaat boekjaar (D/K) x
Aan deelneming (M/D) x
Aan belang van derden x
De boekingen met D/K geven de consolidatie tussen de dochter (deelneming) en de deelneming van de dochter (K ) weer.
Schuld aan M (D/K) x
Schuld aan D (K) x
Aan vordering op D (M) x
Aan vordering op K (M/D) x
Of deze vorderingen geboekt worden is afhankelijk van het feit wie op wie een vordering heeft en hoe groot deze vordering is.
Belang van derden x
Aan goodwill (D) x
Ten behoeve van de winst-en-verliesrekening worden over het algemeen de volgende boekingen gemaakt:
Rentebaten (M) x
Aan rentelasten (D) x
Aan rentelasten (K) x
Resultaat deelnemingen (D) x
Resultaat deelnemingen (K) x
Aandeel van derden x
Aan resultaat na belastingen (D) x
Aan resultaat na belastingen (K) x
Algemene eliminatieboekingen die worden gemaakt voor zo een consolidatie zijn:
Door kleindochter gehouden aandelen in de moeder
Het kan zijn dat een kleindochtermaatschappij, een achterkleindochtermaatschappij of verder aandelen in het kapitaal van de moeder houdt. Wanneer dit het geval is moet de moeder- of overgrootmoedermaatschappij haar waardering van de belangen in haar directe dochtermaatschappijen met de boekwaarde van die aandelen op de balans van de achterkleindochtermaatschappij naar evenredigheid van haar belang in de achterkleindochtermaatschappij verlagen en tegelijkertijd het eigen vermogen verminderen. Wanneer het gaat om groepsmaatschappijen moet er een correctie voor 100% plaatsvinden in het algemeen.
Hierbij een voorbeeld:
M heeft een 90%-belang in D; D heeft een 80%-belang in K. M, D en K vormen een groep. M heeft haar deelneming D en D heeft haar deelneming K in hun enkelvoudige jaarrekeningen tegen nettovermogenswaarde gewaardeerd. K houdt voor nominaal 40.000 euro aandelen in het kapitaal van M. Deze aandelen staan te boek bij K voor 60.000 euro. M is gehouden in haar enkelvoudige jaarrekening haar waardering van D te verlagen met de boekwaarde van de door K gehouden aandelen in M. Al dan niet naar evenredigheid van het (middellijk) belang van M in K. Het middellijk belang bedraagt: 90% x 80% = 72%. Bij een correctie naar evenredigheid moet M haar waardering van D op haar balans verlagen met 72% van 60.000 euro. Dat wordt dus 43.200 euro. M boekt het volgende:
Algemene reserve 43.200
Aan deelneming D 43.200
Als m de aftrek voor 100% in aanmerking zou nemen, wat voor de hand ligt bij groepsmaatschappijen, dan is de aftrek 60.000 euro en wordt de boeking:
Algemene reserve 60.000
Aan deelneming D 60.000
Bij aanname van het feit dat K over het boekjaar een resultaat heeft behaald van 65.000 en het aandeel van D daarin 80% bedraagt, kan er gesteld worden dat het aandeel 52.000 euro bedraagt voor D. De boeking voor D:
Deelneming K 52.000
Aan resultaat deelneming 52.000
Het resultaat van K is inclusief 15.000 euro dividend op de door K gehouden aandelen in M. Daardoor is bij D in het resultaat deelneming 80% begrepen van de 15.000 en dat is dus 12.000 euro. D heeft over het boekjaar een resultaat behaald van 100.000 euro, waarin 52.000 euro van K begrepen is (waaronder 12.000 euro dividend door aandelen in M). Het aandeel van M in D is 90%, zodat M als resultaat deelnemingen D neemt 90.000 euro. M boekt:
Deelneming D 90.000
Aan resultaat deelneming 90.000
In de bovenstaande 90.000 euro is een middellijk dividend op de aandelen in M begrepen, dat neerkomt op 10.800 euro, te weten 90% x 80% x 15.000 euro.
De boekwaarde van de door D gehouden aandelen in K wordt niet beïnvloed door de door K gehouden aandelen in M. Evenmin is er aanleiding om het dividend dop de aandelen M dat begrepen is in het aan D toekomende aandeel in het resultaat van K, te elimineren. Anders is dat voor M. M zal niet als resultaat deelneming D 90.000 euro mogen verantwoorden, maar 90.000 euro minus 10.800 euro ( = 90% x 80% x 15.000). De voorgaande boeking over het te boeken resultaat van de deelneming D bij M moet daarom ook zijn:
Deelneming 90.000
Aan resultaat deelneming 79.200
Aan algemene reserve 10.800
Van de middellijk gehouden eigen aandelen boekt M:
Middellijk gehouden eigen aandelen x
Aan deelneming D x
Het bedrag van de boeking is 43.200 of 60.000 euro. De gekozen gedragslijn is van invloed op het enkelvoudig eigen vermogen van M. Dit komt doordat de post ‘Middellijk gehouden eigen aandelen’ in mindering moet worden gebracht op het enkelvoudig eigen vermogen van M. De boeking wordt dan:
Algemene reserve x
Aan middellijk gehouden eigen aandelen x
Aangezien er hier wordt uitgegaan van integraal te consolideren maatschappijen/deelnemingen die dochtermaatschappijen zijn, ligt het voor de hand de aftrek voor 100% toe te passen.
Verliezen
Ook bij het aanwezig zijn of voordoen van verlezen moet er worden geëlimineerd in beginsel. Wel geeft een verlies aan dat het zo kan zijn dat er bij een intercompanytransactie een actief voor een te hoog bedrag stond geactiveerd. Het gevolg daarvan is dat het actief tegen de lagere waarde wordt gewaardeerd.
Bij voorraden moet de integraal te consolideren onderneming die goederen met verlies aan een andere integraal te consolideren onderneming heeft geleverd eerst het verlies uit haar resultaat elimineren en vervolgens een verlies nemen voor de lagere waarde van de verkochte voorraad.
Wanneer het gaat om een door de integraal te consolideren onderneming verkocht vast activum dat met verlies is geleverd, dan moet dit verlies ook worden geëlimineerd. Het kan zo zijn dat het activum duurzaam (op de lange termijn) minder waard is. Dit geeft aan dat na de terugneming van het verlies, alsnog een waardevermindering ten laste van de winst-en-verliesrekening kan komen.
Wanneer er sprake is van een samenwerkingsverband waarbij twee ondernemingen door middel van een onderlinge regeling het financiële en zakelijke beleid van beïnvloeden, wordt er gesproken over een joint venture. De ondernemingen die in deze joint venture samenwerken worden de ondernemingspartners genoemd.
De enkelvoudige jaarrekeningen van de deelnemende maatschappijen wordt zodanig opgesteld dat de deelneming in het samenwerkingsverband volgens toepasselijke verslaggevingregels wordt behandeld. Het gaat meestal om waardering op grond van de verkrijgingsprijs. Er is uitzondering wanneer de wet dit toelaat, dan kan de actuele waarde ook worden gebruikt of de markwaarde.
Bij het hanteren van de vermogensmutatiemethode bestaan vier varianten waarmee rekening moet worden gehouden:
Wanneer er sprake is van een samenwerkingsverband kunnen de deelnemende ondernemingen ervoor kiezen om hun aandeel in de individuele activa en passiva, baten en lasten naar evenredigheid van hun belang in hun jaarrekening te verwerken. Elke samenwerkingspartner die deze methode hanteert, gebruikt een eigen geconsolideerde jaarrekening op grondslag van de proportionele consolidatiemethode. De partner die deelneemt in het samenwerkingsverband voegt zijn eigen activa en passiva, baten en asten samen met het evenredig deel in die activa en passiva, baten en lasten aan de jaarrekening. Zo wordt er een goed beeld gecreëerd van het belang en de opbrengst.
Proportionele consolidatiecriteria
Het hanteren van de proportionele methode is een gewilde methode om te hanteren voor ondernemingen aanwezig in een samenwerkingsverband. De vraag is echter of er wel proportioneel geconsolideerd mag worden in bepaalde gevallen. Er zijn criteria die bepalen wanneer deze methode gevolgd mag worden. In de Nederlandse wet wordt de Europese jaarrekeningrichtlijn gebruikt als uitgangspunt. Dit uitgangspunt bepaalt dat wanneer een geconsolideerde jaarrekening op basis van integrale consolidatie wordt opgesteld, een land in de Europese Unie zelf mag beslissen of voorschrijven dat samenwerkende ondernemingen daarin de proportionele consolidatietechniek mogen hanteren.
In de verslaggevingsregels van de International Accounting Standards Board (IASB) wordt voorkeur uitgesproken voor de toepassing van de proportionele consolidatiemethode op de financiële gegevens van samenwerkende ondernemingen.
Onderlinge transacties
Tussen ondernemingen in het samenwerkingsverband en de in het samenwerkingsverband samenwerkende partners kunnen onderlinge transacties plaatsvinden. Hierbij kan het fenomeen zich voordoen dat aan het eind van het jaar zich nog voorraden bevinden bij een partner waarin niet gerealiseerde winsten inbegrepen zijn door niet doorverkoop aan derden. Voor deze aanwezigheid van voorraden moeten aanpassingen worden gemaakt in de geconsolideerde jaarrekeningen van de deelnemende maatschappijen in het samenwerkingsverband. Dit kan geschieden volgens de proportionele consolidatiemethode.
Methode bij downstream sales
De deelnemende onderneming moet haar enkelvoudige jaarrekening napassen voor resultaten op een transactie waarvoor goederen nog niet aan derden zijn doorverkocht.
Aan de hand van een voorbeeld zal inzicht worden vershaft:
A heeft een deelneming in B, die integraal geconsolideerd is in de jaarrekening. A neemt voor 50% deel aan een samenwerkingsverband D, dat zij samen met C heeft. A verwerkt financiële gegevens van D in haar geconsolideerde jaarrekening volgens de proportionele consolidatiemethode. A waardeert haar deelnemingen in de enkelvoudige balans tegen nettovermogenswaarde. A verkoop goederen aan D. Gedurende het boekjaar heeft A goederen verkocht aan D voor een bedrag van 200.000 euro (verkrijginsprijs A 152.000 euro). D heeft hiervan op de balansdatum voor 50.000 euro nog niet doorverkocht (verkrijgingsprijs A 38.000). Aan het begin van het boekjaar waren er onder de voorraden van D geen goederen aanwezig van A. Voor het aanpassen van de jaarrekening maakt A de volgende boekingen:
Niet-gerealiseerde winst door onderlinge 6000
Transacties
Aan overlopende passiva 6000
Wanneer het belastingtarief verondersteld wordt 30% te zijn:
Voorziening belastingen 1800
Aan belastingen 1800
Wanneer de situatie zich voordoet dat A in de geconsolideerde jaarrekening niet consolideert volgens de proportionele methode, dan moet het 50%-belang in D volgens de equivalentieconsolidatietechniek worden verwerkt. In die situatie vindt ook eliminatie van de nog niet door doorverkoop gerealiseerde resultaten plaats. Bij de toepassing van deze methode zijn de bedragen van de geconsolideerde deelnemingen de bedragen van de geconsolideerde activa en passiva en de geconsolideerde baten en lasten lager dan bij het hanteren van de proportionele methode.
Methode bij upstream sales
Als een van een samenwerkingsverband deel uitmakende onderneming of partner goederen van de gezamenlijke onderneming koopt, dan moeten hiervoor aanpassingen worden gemaakt aan het eind van de periode voor de nog niet gerealiseerde winst, omdat de goederen nog niet zijn doorverkocht aan derden.
Dit zal wederom aan de hand van een voorbeeld duidelijk worden gemaakt:
A heeft een deelneming in B, die integraal geconsolideerd is in de jaarrekening. A neemt voor 50% deel aan een samenwerkingsverband D, dat zij samen met C heeft. A verwerkt financiële gegevens van D in haar geconsolideerde jaarrekening volgens de proportionele consolidatiemethode. A waardeert haar deelnemingen in de enkelvoudige balans tegen nettovermogenswaarde. D verkoop goederen aan A. Gedurende het boekjaar heeft D goederen verkocht aan A voor een bedrag van 200.000 euro (verkrijginsprijs D 152.000 euro). A heeft hiervan op de balansdatum voor 50.000 euro nog niet doorverkocht (verkrijgingsprijs D 38.000). Aan het begin van het boekjaar waren er onder de voorraden van A geen goederen aanwezig van D. Voor het aanpassen van de jaarrekening maakt A de volgende boekingen:
Resultaat deelnemingen 4200
Aan deelneming D (70% x 50% x 12.000) 4200
Reserve deelnemingen 4200
Aan algemene reserve 4200
Door het samenwerkingsverband gehouden aandelen in de partners
Het kan zijn dat het samenwerkingsverband kwalificeert als een dochtermaatschappij van een samenwerkingspartner. Wanneer die dochtermaatschappij aandelen in het kapitaal van de partner houdt, moet de boekwaarde van die aandelen op de balans van het samenwerkingsverband bij de betreffende partner naar evenredigheid van het belang in het samenwerkingsverband in mindering worden gebracht op de balanswaarde van het belang in het samenwerkingsverband op de enkelvoudige balans van de partner. De partner maakt de volgende boeking:
Algemene reserve x
Aan deelneming in samenwerkings- x
Verband
Proportionele verwerking van gezamenlijke activa
Het kan zijn dat de samenwerking niet in vorm van een rechtspersoon of een contractuele vennootschap plaatsvindt, maar betrekking heeft op en activum. Dan kan niet over consolidatie worden gesproken. Er wordt gesproken over de proportionele verwerking wanneer ieders aandeel in een activum naar rato wordt verwerkt in de jaarrekening.
Een voorbeeld ter verduidelijking:
A koopt aan het begin van het boekjaar samen met B een installatie waarvan zij gezamenlijk eigenaar zijn en beschikkingsmacht bezitten (joint control). De verkrijgingsprijs bedroeg 600.000 euro. Er wordt een economische gebruiksduur verondersteld van acht jaar en een restwaarde van nul. Van de aanschaf van de installatie in onverdeelde eigendom wordt door A 50% geboekt:
Installaties 300.000
Aan bank 300.000
Afschrijvingskosten installatie 37.500
Aan afschrijving installaties 37.500
Het afschrijvingsbedrag is als volgt berekend: A bezit 50% van de installatie (600.000 x 50%), dus 300.000 euro. De gebruiksduur bedraagt 8 jaar dus dan wordt 300.000/8 = 37.500 per jaar als afschrijvingskosten gehanteerd.
De installatie komt in de enkelvoudige balans van A voor 262.500 euro in het eerste jaar en voor 225.000 euro ultimo het tweede jaar.
Deelnemingen waarbij geen toepassing van de proportioneel of integraal geconsolideerde jaarrekening plaatsvindt, worden niet-geconsolideerde deelnemingen genoemd. Het kan hierbij gaan om deelnemingen die:
Rubricering in geconsolideerde jaarrekening
Wanneer een tegen verkrijginsprijs of actuele warde gewaardeerde deelneming niet op grond van integrale of proportionele consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening wordt verwerkt, maar tegen verkrijgingsprijs of actuele waarde wordt gewaardeerd, dan verschijnt die deelneming op de geconsolideerde balans onder deelnemingen als onderdeel aan de financiële vaste activa.
Hierbij een voorbeeld:
A houdt een aantal deelnemingen, waarvan een deelneming in B, die niet op grondslag van integrale of proportionele consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening wordt opgenomen. De deelneming B wordt door a gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Deze bedraagt 100.000 euro. In de loop van het jaar heeft B aan A 20.000 euro dividend gedeclareerd. In de enkelvoudige balans van A ultimo boekjaar komt de deelneming in B voor met een bedrag van 100.000 euro. In de enkelvoudige winst-en-verliesrekening van A over het boekjaar komt een dividend uit deelneming van 20.000 euro voor.
Door consolidatie van de financiële gegevens van A en de financiële gegevens van de andere deelnemingen verschijnt in de geconsolideerde balans ultimo boekjaar de deelneming voor 100.000 euro. In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening verschijnt een dividend uit die deelneming van 20.000 euro als opbrengst.
Intercompanytransacties
Hier wordt behandeld of de deelnemende onderneming voor de deelnemingen die niet proportioneel of integraal worden geconsolideerde in de geconsolideerde jaarrekening aanpassingen moet maken in de geconsolideerde jaarrekening. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
Wanneer er sprake is van downstreamsales waarbij er geen groepsmaatschappij is, maakt de deelnemende rechtspersoon in de enkelvoudige jaarrekening in verband met nog niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst op intercompanytransacties geen aanpassing. Ook in de consolidatie behoeft geen aanpassing te worden gemaakt.
Wanneer er sprake is van downstream sales waarbij er wel een groepsmaatschappij is, dan maakt de deelnemende rechtspersoon in de enkelvoudige jaarrekening voor de niet door doorverkoop aan derden gerealiseerd winst op intercompanytransacties geen aanpassing. In dit geval is er echter sprake van een niet integraal geconsolideerde groepsmaatschappij en hierbij moet in de consolidatie het resultaat op de intercompanytransacties volledig worden geëlimineerd.
Hierbij een voorbeeld ter verduidelijking:
A heeft verschillende ondernemingen. De deelneming in B wordt niet o grond van integraal of proportionele consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening van a opgenomen. A waardeert de deelneming B (40%-deelneming) tegen verkrijgingsprijs; de verkrijginsprijs bedraagt 780.000 euro. B heeft in de loop van het boekjaar aan A een dividend gedeclareerd van 160.000 euro. B is geen groepsmaatschappij. A maakt in de enkelvoudige jaarrekening geen aanpassing. Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van A wordt in de geconsolideerde jaarrekening wel een aanpassing gemaakt. Bij het opstellen van de consolidatie wordt de volgende eliminatieboeking gemaakt:
Resultaat boekjaar 100.000
Aan overlopende passiva 100.000
De eliminatieboeking voor de geconsolideerde winst-en-verliesrekening:
Niet-gerealiseerde winst door 100.000
Transacties met groepsmaatschappij 100.000
In deze situatie wijkt het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening af van het eigen vermogen in de geconsolideerde jaarrekening, omdat de enkelvoudige jaarrekening van A niet is aangepast en de geconsolideerde jaarrekening voor A wel. Dit geldt ook voor het geconsolideerde resultaat na belastingen van A en het enkelvoudige resultaat na belastingen van A.
Wanneer er sprake is van upstream sales waarbij er geen groepsmaatschappij is, maakt de deelnemende rechtspersoon in de enkelvoudige jaarrekening voor de niet door doorverkoop aan derden gerealiseerde winst op intercompanytransacties geen aanpassing. Ook tijdens consolidatie worden geen aanpassingen gemaakt.
Wanneer er sprake is van upstream sales waarbij er el een groepsmaatschappij aanwezig is, maakt de deelnemende rechtspersoon in de enkelvoudige jaarrekening in verband met niet door doorverkoop aan derden gerealiseerd winst op intercompanytransacties geen aanpassing. Wanneer er sprake is van een niet integraal geconsolideerde groepsmaatschappij, moet bij consolidatie het resultaat op intercompanytransacties volledig worden geëlimineerd en naar rato ten laste van het belang van derden aandeelhouders als het om een niet 100%-belang gaat.
Hierbij een voorbeeld:
A heeft diverse deelnemingen waaronder een deelneming in B. De deelneming in B (40%-deelneming) wordt niet op grondslag van de integrale of proportionele consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen. De deelneming wordt in de enkelvoudige jaarrekening van A gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. B heeft over het boekjaar een nettowinst geboekt van 450.000 euro.
B verkoopt goederen aan A. De gegevens over het boekjaar:
B is een groepsmaatschappij en aan het einde van het boekjaar maakt A in de enkelvoudige jaarrekening een aanpassing van 40.000 euro, namelijk 40% x 100.000 euro. A boekt het volgende:
Resultaat deelneming 40.000
Aan deelneming B 40.000
Voor de geconsolideerde balans van A worde de volgende eliminatieboeking gemaakt:
Deelneming B 40.000
Belang van derden 60.000
Aan voorraden 100.000
Voor het opstellen van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van A bedraagt de eliminatieboeking:
Resultaat deelneming B 60.000
Aan aandeel van derden 60.000
Sidestream sales
Wanneer er sprake is van sidestream sales waarbij er sprake is van geen groepsmaatschappij, dan komt de verwerking in de geconsolideerde jaarrekening voor de nog niet gerealiseerde winsten overeen met de door de deelnemende rechtspersoon in de enkelvoudige jaarrekening aan te brengen correcties.
De volgende boeking wordt dan gemaakt naar rato van het belang:
Resultaat deelneming x
Aan deelneming x
Wanneer er sprake is van sidestream sales waarbij er wel een groepsmaatschappij is, Dan wordt bij en niet integraal geconsolideerde groepsmaatschappij de winst op intercompanytransacties volledig geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening. Wanneer het gaat om niet 100%-belangen moet rekening worden gehouden met dit belang en vindt pro rata toerekening plaats aan het belang van derdenaandeelhouders. De boekingen worden dan:
Resultaat deelneming x
Aan deelneming x
Voor de geconsolideerde balans:
Resultaat boekjaar x
Belang van derden x
Aan deelneming x
Voor de geconsolideerde winst-en-verliesrekening:
Resultaat deelneming x
Aan aandeel derden x
Aan resultaat na belastingen x
De verantwoording van rechtstreekse en/of middellijke deelnemingen in buitenlandse ondernemingen gaat op dezelfde wijze in de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van de deelnemende maatschappij bij de deelnemende maatschappij als die van de deelnemingen in de binnenlandse ondernemingen.
Het verschil met buitenlandse en binnenlandse deelnemingen is dat er een valuta-aspect bij komt kijken. Er zijn verschillende geldeenheden in het spel. Om de financiële gegevens van buitenlandse deelnemingen geschikt te maken voor de aardering in de enkelvoudige jaarrekening (integrale consolidatie, proportionele consolidatie, equivalentieconsolidatie) moeten zij omgerekend worden in de valuta van de deelnemende maatschappij.
De valuta waarin gepresenteerd wordt in de consolidatie wordt de rapporteringsvaluta genoemd. De valuta waarin de buitenlandse deelnemingen hun jaarrekening opstellen wordt de functionele valuta genoemd. Het gaat hierbij om de valuta van het recht waar naar de buitenlandse onderneming is opgericht. Dit wordt ook wel de lokale valuta genoemd.
Buitenlandse deelneming
De buitenlandse deelneming kan fungeren als verlengstuk van de deelnemende maatschappij.
Tijdstipmethode
De deelnemende maatschappij die een deelneming houdt in een buitenlandse deelneming als rechtstreekse buitenlandse activiteit moet worden omgerekend tegen dezelfde valutakoersen die de deelnemende maatschappij zou hebben gehanteerd bij een aankoop van activa in vreemd geld, bij eigen in vreemd geld luidende schulden en bij in vreemd geld luidende eigen activa en passiva, baten en lasten. Wat betreft de activa en passiva komt dit op het volgende neer:
De monetaire activa en passiva bestaan uit liquide middelen evenals activa en passiva die een bepaald vast te ontvangen of te betalen bedrag representeren. De monetaire passiva vormen samen de monetaire positie.
De omrekening van de baten en lasten gaat als volgt:
De hiervoor beschreven valoutakoersomrekeningsmethode staat bekend als de temporal methode (tijdstipmethode). De omrekeningsverschillen op enkelvoudig niveau worden bij deze methode door de deelnemende maatschappij verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Omrekening buitenlandse deelneming
Stel we gaan uit van de volgende casus:
Onderneming A krijgt op 1 januari een 100%-deelneming in de in het buitenland gevestigde onderneming B. De rapporteringsvaluta van A is de euro. De valuta van het land waarin B is gevestigd is de VRV. Beide ondernemingen hebben gelijke waarderingsgrondslagen, berustend op historische uitgaafprijzen.
A waardeert de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode. De bij de verkrijging van de deelneming betaalde goodwill wordt door A lineair over de verwachte gebruiksduur van vijf jaar ten laste van het resultaat afgeschreven. Op het verkrijgingsmoment luidt de enkelvoudige balans van B als volgt:
Balans B
Materiële vaste activa VRV 400.000 | Geplaatst kapitaal VRV 500.000 |
Voorraden 200.000 | Algemene reserve 300.000 |
Monetaire activa 300.000 | Eigen vermogen VRV 800.000 |
| schulden 100.000 |
900.000 | 900.000 |
A betaalt voor de deelneming VRV 1000.000. De koers is op dat moment VRV 1=1,50 euro. De in euro omgerekende enkelvoudige balans van B op het moment van verkrijging ziet er dan als volgt uit:
Balans B
Materiële vaste activa 600.000 | Geplaatst kapitaal 750.000 |
Voorraden 300.000 | Algemene reserve 450.000 |
Monetaire activa 450.000 | Eigen vermogen VRV 1200.000 |
| schulden 150.000 |
1350.000 | 1350.000 |
De activa en passiva van B op het moment van verkrijging van de deelneming zijn omgerekend tegen de koers VRV = 1,50 euro. Het eigen vermogen van B op het moment van verkrijging is hierdoor ook omgerekend tegen die koers. Dit geldt ook voor elk van de andere posten van het eigen vermogen (geplaatst kapitaal en algemene reserve). Het eigen vermogen ten tijde van de verkrijging wordt op de achtereenvolgende balansen steeds omgerekend tegen de koers die gold op het moment van verkrijging van de deelneming.
De enkelvoudige balans van B ultimo jaar van de verkrijging van de deelneming in B:
Materiële vaste activa VRV 500.000 | Geplaatst kapitaal 500.000 |
Voorraden 300.000 | Algemene reserve 300.000 |
Monetaire activa 500.000 | Resultaat boekjaar VRV 300.000 |
| Eigen vermogen 1100.000 |
| Schulden 200.000 |
1300.000 | 1300.000 |
De enkelvoudige winst-en-verliesrekening van B over het desbetreffende jaar:
Netto-omzet VRV 2500.000
Kosten netto-omzet (goederenverbruik) - 1900.000
VRV 600.000
Afschrijvingen materiële vaste activa 100.000
VRV 500.000
Overige kosten (inclusief belastingen) - 200.000
Resultaat na belastingen VRV 300.000
Verder geldt:
Winst-en-verliesrekening B
| Januari tot en met juni | Juli tot en met december |
Netto-omzet | VRV 1250.000 | VRV 1250.000 |
Kosten netto-omzet | 950.000 | 950.000 |
| VRV 300.000 | VRV 300.000 |
Afschrijvingen materiële vaste activa | 30.000 | 70.000 |
| VRV 270.000 | VRV 230.000 |
Overige kosten (inclusief belastingen) | 100.000 | 100.000 |
Resultaat na belastingen | VRV 170.000 | VRV 130.000 |
De enkelvoudige balans van B op het moment waarop de koers verandert van 1,50 euro naar 1,80 euro (1 juli) is als volgt):
Balans B (1 juli)
Materiële vaste activa VRV 370.000 | Geplaatst kapitaal 500.000 |
Voorraden 50.000 | Algemene reserve 300.000 |
Monetaire activa 680.000 | Resultaat boekjaar VRV 170.000 |
| Eigen vermogen 970.000 |
| Schulden 130.000 |
1100.000 | 1100.000 |
Verwerking in de enkelvoudige jaarrekening
Bij de verkrijging moet de deelnemende maatschappij de verkrijgingsprijs omgerekend in de rapporteringsvaluta in haar boeken opnemen. De boeking die moet worden gemaakt bij een verkrijgingsprijs van VVV 1000.000 wordt:
Deelneming 1500.000
Aan bank 1500.000
Of de in de verkrijgingsprijs begrepen goodwill uit de vekrijgingsprijs op het verkrijgingsmoment moet worden gehaald is afhankelijk van de in de enkelvoudige jaarrekening van de deelnemende maatschappij voor de deelneming voorgenomen waarderingsgrondslag. Wanneer verondersteld wordt dat tegen nettovermogenwaarde of tegen zichtbaar eigen vermogen wordt gewaardeerd, worden de volgende boekingen gemaakt:
Goodwill 300.000
Aan deelneming 300.000
Na de voorgaande boeking laat de rekening Deelneming een (debet)saldo zien van 1200.000 euro (dat is VRV 800.000 tegen 1,50 euro, de koers op het verkrijgingsmoment). Aan het eind van het boekjaar moet van het resultaat van B door A worden geboekt:
Deelneming 678.000
Aan resultaat deelneming 678.000
Er is een valutaomrekeningsverschil aanwezig en deze bedraagt 165.000 euro positief. Dit wordt door A in haar enkelvoudige winst-en-verliesrekening verwerkt als bestanddeel van het resultaat van de deelneming. De rekening Deelneming heeft op dat moment een (debet)saldo van 1878.000 euro.
Reserve valutakoersomrekeningsverschillen
Het valutakoersomrekeningsverschil van 165.000 euro dat aanwezig was in het vorige voorbeeld kan in een afzonderlijke reserve valutakoersomrekeningsverschillen op worden genomen. Dit is niet in strijd met de wet, het is toegestaan. Er zijn dan twee reserves, namelijk:
- de reserve deelneming 513.000
- de reserve valutakoersomrekeningsverschillen 165.000
678.000
De valtakoersomrekeningsreserve kan ook negatief zijn, wat betekent dat vrije reserves ter hoogte van het negatieve deel niet mogen worden uitgekeerd. Bij verkoop van een deelneming of een deel ervan moet het resultaat alsnog worden toegevoegd van de deelnemende onderneming door de deelnemende onderneming in haar resultaat.
Dividenduitkering
Voor de volgende casus wordt aangenomen dat door B in de loop van het volgende boekjaar de winst VRV 200.000 wordt uitgekeerd als dividend. De samenstelling van het eigen vermogen van B is na die dividenduitkering als volgt (los van het resultaat van het lopende boekjaar):
Geplaatst kapitaal VRV 500.000
Algemene reserve VRV 300.000
Onverdeelde winst afgelopen jaar VRV 100.000
Omgerekend in euro komt dat neer op:
Geplaatst kapitaal (VRV 500.000 x 1,50 euro) 750.000 euro
Algemene reserve (VRV 300.000 x 1,50 euro) 450.000 euro
Onverdeelde winst (VRV 100.000 x 2,26 euro) 226.000 euro
De bovenstaande 2,26 euro is afkomstig van het gewogen gemiddelde van de valutakoersen waartegen de balansposten zijn omgerekend.
Het geplaatste kapitaal is omgerekend tegen de historische koers, evenals de algemene reserve. De onverdeelde winst is omgerekend in de balans tegen het gewogen gemiddelde van de valutakoersen waartegen de balansposten zijn omgerekend. De deelnemende maatschappij boekt van de dividenddeclaratie het volgende:
Te vorderen dividend 226.000
Aan deelneming 226.000
Ook een gevormde wettelijke reserve deelneming kan worden verlaagd indien die aanwezig is. Boeking:
Reserve deelneming 226.000
Aan algemene reserve 226.000
Balansmethode
Bij een buitenlandse methode zijn er regels verbonden aan het hanteren van de activa en passiva en baten en laten van de deelneming:
Deze methode staat bekend als de closing-rate methode omdat de balansposten worden omgerekend tegen de ultimovalutakoers.
Bij de omrekening ontstaat er een verschil en dat wordt niet in de winst-en-verliesrekening van de deelnemende maatschappij verwerkt, maar komt rechtsstrek in het eigen vermogen van de deelnemende maatschappij tot uitdrukking. De wijziging in de koers van de valuta heeft weinig of geen invloed op de huidige of toekomstige operationele kasstroom van zowel de buitenlandse deelneming als de deelnemende maatschappij (de rapporterende maatschappij). Het omrekeningsverschil ontstaat doordat:
Omrekening buitenlandse deelneming
Veronderstel dat de vennootschap A op 1 januari een 100%-deelneming krijgt in de in het buitenland gevestigde onderneming B. Deze deelneming moet worden aangemerkt als buitenlandse eenheid.
A waardeert de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode. De rapporteringsvaluta van A is de euro. De valuta van het land waarin B is gevestigd is de VRV. Beide vennootschappen hebben gelijke grondslagen van waardering en resultaatbepaling. Op het verkrijgingstijdstip is de enkelvoudige balans van B:
Balans B
Materiële vaste activa VRV 400.000 | Geplaatst kapitaal VRV 500.000 |
Voorraden 200.000 | Algemene reserve 300.000 |
Monetaire activa 300.000 | Eigen vermogen VRV 800.000 |
| schulden 100.000 |
900.000 | 900.000 |
A betaalt voor de deelneming VRV 800.000. De koers is op dat moment VRV 1 = 1,50 euro.
De in euro omgerekende enkelvoudige balans van B op het moment van verkrijging van de deelneming ziet er als volgt uit:
Balans B (omgerekend in euro’s)
Materiële vaste activa 600.000 | Geplaatst kapitaal 750.000 |
Voorraden 300.000 | Algemene reserve 450.000 |
Monetaire activa 450.000 | Eigen vermogen VRV 1200.000 |
| schulden 150.000 |
1350.000 | 1350.000 |
Van de verkrijging van de deelneming wordt door A geboekt:
Deelneming 1050.00
(VRV 700.000 x 1,50 euro)
Goodwill 150.000
Aan bank 1200.000
De oorspronkelijke kapitaalinvestering in de deelneming bedraagt VRV 700.000. Op het moment van die investering is het eigen vermogen van B VRV 700.000 welk bedrag in de enkelvoudige balans van B als volgt is uitgesplitst:
Geplaatst kapitaal VRV 400.000
Algemene reserve VRV 300.000
De enkelvoudige balans van B ultimo het jaar van verkrijging:
Materiële vaste activa VRV 500.000 | Geplaatst kapitaal 500.000 |
Voorraden 300.000 | Algemene reserve 300.000 |
Monetaire activa 500.000 | Resultaat boekjaar VRV 300.000 |
| Eigen vermogen 1100.000 |
| Schulden 200.000 |
1300.000 | 1300.000 |
De enkelvoudige winst-en-verliesrekening van B over het desbetreffende jaar:
Netto-omzet VRV 1500.000
Kosten netto-omzet - 900.000
VRV 600.000
Afschrijvingen materiële vaste 100.000
Activa
VRV 500.000
Overige kosten (inclusief 300.000
Belastingen)
Resultaat na belastingen VRV 200.000
Verwerking in de enkelvoudige jaarrekening van de deelnemende rechtspersoon
Door A is van de verkrijging van de deelneming aan het begin van het jaar geboekt:
Deelneming (VRV 800.000 x 1,50 euro) 1200.000
Aan bank 1200.000
Bij toepassing van de waardering nettovermogenswaarde boekt A:
Goodwill (VRV 100.000 x 1,50 euro) 150.000
Aan deelneming 150.000
De nettovermogenswaarde op het verkrijgingsmoment is derhalve 1050.000 (VRV 700.000 1,50 euro).
De valutakoers van de VRV is op 31 december 1,80 euro. De gemiddelde valutakoers over het jaar is 1,65 euro. De valutakoers op moment van herwaardering is 1,70 euro.
A boekt van het door B behaalde resultaat:
Deelneming 330.000
Aan resultaat deelneming (VRV 200.000 x 1,65) 330.000
Bovenstaand resultaat wordt door A in haar winst-en-verliesrekening verwerkt tegen de gemiddelde valutakoers.
B heeft het afgelopen jaar een herwaardering (voor een bedrag van VRV 100.000) doorgevoerd. A boekt:
Deelneming 170.000
Aan herwaarderingsreserve deelneming 170.000
(VRV 100.000 x 1,70)
Uitgaande van de geboekte bedragen tegen de genoemde valutakoersen is het in euro omgerekende bedrag (exclusief goodwill) 1550.000 euro. Wanneer vergeleken wordt met de ultimo valutakoers, ontstaan valutakoersverschillen:
Met betrekking tot de oorspronkelijke kapitaalinvestering:
VRV 700.000 x (1,80 -/- 1,50) = 210.000
Met betrekking tot de herwaardering:
VRV 100.000 x (1,80 -/- 1,70) = 10.000
Met betrekking tot het resultaat na belastingen:
VRV 200.000 x (1,80 -/- 1,65) = 30.000
250.000
Het ultimo geïnvesteerde vermogen tegen de ultimokoers is derhalve 1800.000 (VRV 1000.000 x 1,80), te weten 1550.000 euro + 250.000.
Van het valutaomrekeningsverschil boekt A:
Deelneming 250.000
Aan reserve valutakoersomrekeningsverschillen 210.000
Aan herwaarderingsreserve deelneming 10.000
Aan reserve deelneming 30.000
Dividenduitkering
Als de deelneming dividend declareert kan er een reden zijn om de omrekeningsverschillen te verminderen. Er vindt dan een overboeking plaats naar de vrije reserves.
Hierbij een voorbeeld:
Uitgaande van de ondernemingen A en B nemen we aan dat de enkelvoudige balans van B twee jaar na de verkrijgingsprijs van de deelneming er als volgt uitziet:
Balans B
Materiële vaste activa VRV 1150.000 | Geplaatst kapitaal 400.000 |
| Herwaarderingsreserve 100.000 |
| Algemene reserve 400.000 |
| Resultaat boekjaar nihil |
| Eigen vermogen VRV 900.000 |
| Schulden 250.000 |
1150.000 | 1150.000 |
Verder wordt aangenomen dat de koers van de VRV het gehele jaar door 1,80 euro bedraagt. Verder blijkt dat B over het vorige boekjaar VRV 100.000 dividend aan A heeft gedeclareerd. A boekt het volgende hiervan:
Te vorderen dividend 180.000
Aan deelneming (VRV 100.000 x 1,80 euro) 180.000
Hyperinflatie
Een onderneming kan een deelneming hebben in een land waar zich een hoge inflatie bevindt. Dit wordt ookwel hyperinflatie genoemd. Dit komt voor in laden waarbij het relatieve inflatiepercentage over een periode van drie jaar ten minste 100% bedraagt. Dit wordt als een van de kenmerken van een land dat zich bevindt in een situatie van hyperinflatie beschouwd door de IASB.
Herindeling van buitenlandse deelnemingen
Er kan zich de situatie voordoen van een bepaalde buitenlandse bedrijfsuitoefening waarbij een wijziging optreedt. Vanwege wijzigingen in de feitelijke situatie kan het nodig zijn een buitenlandse activiteit in het vervolg aan te merken als een buitenlandse eenheid. Ook kan het zo zin dat juist een buitenlandse eenheid in de toekomst moet worden aangemerkt als een rechtstreekse buitenlandse activiteit. In beide situaties is het van belang dat de omrekeningsregels voor de nieuwe classificatie meteen vanaf het tijdstip van wijziging van de classificatie worden toegepast.
Bedrijfsovername door activa/passivatransactie
Bij een overname waarbij de activa en passiva van een bepaalde onderneming wordt overgenomen, is er sprake van een verkrijgende en een afstotende partij. De afstotende partij ontvangt een boekwinst, namelijk het verschil tussen de boekwaarde en de vervreemdingsprijs. De verkrijgende partij waardeert alle individuele activa en passiva tegen de marktwaarde.
Activa/passivatransactie
Dit wordt geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld:
De balansen van BV A en BV B zien er voor de overneming als volgt uit:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
500.000 | 500.000 |
A verkrijgt op een gegeven moment alle activa en passiva van B tegen betaling in contanten voor 500.000 euro. A kent aan de activa van B een marktwaarde van 600.000 euro toe; de schulden van B blijven gewaardeerd tegen 200.000 euro. Direct na de overneming ziet de balans van A er zo uit:
Balans A
Goodwill 100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
Overige activa 1200.000 | Schulden 600.000 |
Totaal 1300.000 | totaal 1300.000 |
De balans van B wordt hierna:
Balans B
Liquide middelen 500.000 | Eigen vermogen 500.000 |
B is ene lege rechtspersoon geworden, want er zijn geen activiteiten meer die worden verricht.
Er is bij B een winst aanwezig door vervreemding van 200.000 euro. Bij een belastingtarief van 30% moet 60.000 euro vennootschapsbelasting worden betaald. Met inachtneming van het voorgaande ziet de balans van B er als volgt uit:
Balans B
Liquide middelen 400.000 | Eigen vermogen 440.000 |
| Voorziening belastingen 60.000 |
Totaal 400.000 | totaal 400.000 |
Als A alle activa en passiva van B verkrijgt tegen uitgifte van aandelen van A, dan komt de balans van A bij een verkrijgingsprijs van 500.000 er als volgt uit te zien:
Balans A
Goodwill 100.000 | Eigen vermogen 1200.000 |
Overige activa 1700.000 | schulden 600.000 |
totaal 1800.000 | totaal 1800.000 |
Verder is het belangrijk dat bij de verkrijging van een onderneming met bijbehorende activa en passiva, dit aangemerkt kan worden als inbreng in natura. In het voorgaande voorbeeld gaat het dan om uitgifte van aandelen door A aan B, waarbij op de aandelen A door B gestort wordt door inbreng van zijn onderneming met bijbehorende activa en passiva. Bij A wordt het verschil tussen nominale en uitgegeven aandelen A (stel 100.000 euro) en de aan deze aandelen toegerekende waarde aangemerkt als agio. Dat is het meerdere dat over de aandelen wordt betaald. A boekt het volgende in deze situatie:
Goodwill 100.000
Activa van B 600.000
Aan schulden van B 200.000
Aan geplaatst kapitaal 100.000
Aan agio 400.000
Bedrijfsfusie
Wanneer de activa en passiva van een andere vennootschap worden verworven wordt in het algemeen gesproken over een bedrijfsfusie. Deze term wordt ook in engere betekenis gebruikt, te weten verkrijging van de activa en passiva tegen uitgifte van aandelen van de verkrijgende vennootschap.
Administratieve verwerking
Hierbij een voorbeeld voor de verduidelijking van de administratieve verwerking van een overname:
Uitgaande van de vorige gegevens gaan wij verder met dit voorbeeld. A verkrijgt alle activa en passiva van B tegen betaling in contanten. Het betaalde bedrag is 500.000 euro. In verband hiermee boekt A:
Goodwill 100.000
Activa 600.000
Aan schulden 200.000
Aan bank 500.000
De balans van A na verkrijging:
Balans A
Goodwill 100.000 | Geplaatst kapitaal 400.000 |
Overige activa 1200.000 | Reserves 300.000 |
| Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 600.000 |
Totaal 1300.000 | totaal 1300.000 |
Uit de voorgaande balans kan opgemaakt worden dat het eigen vermogen van B 300.000 euro bedraagt. B heeft op de activa/passivatransactie een winst gehaald van 200.000 euro, te weten 500.000 -/- 300.000 euro. B maakt hiervoor de volgende boeking:
Bank 500.000
Schulden 200.000
Aan activa 500.000
Aan winst op activa/passiva- 200.000
Transactie
Ook kan de situatie zich voordoen dat A de activa en passiva van B overneemt tegen uitgifte van aandelen A. Het gaat om 100.000 euro nominaal aandelen A. A boekt het volgende:
Goodwill 100.000
Activa 600.000
Aan schulden 200.000
Aan geplaatst kapitaal 100.000
Aan agio 400.000
De balans van A wordt dan:
Balans A
Goodwill 100.000 | Geplaatst kapitaal 500.000 |
Overige activa 1700.000 | Agio 400.000 |
| Reserves 300.000 |
| Eigen vermogen 1200.000 |
| Schulden 600.000 |
Totaal 1800.000 | totaal 1800.000 |
Het agio dat voorkomt in de balans van A geldt fiscaal als erkend agio. B maakt van de voorgaande transactie de volgende boeking:
Schulden 200.000
Aandelen A 500.000
Aan activa 500.000
Aan schulden 200.000
De balans van B ziet er daarna als volgt uit:
Balans B
Aandelen A 500.000 | Geplaatst kapitaal 200.000 |
| reserves 300.000 |
Totaal 500.000 | 500.000 |
Fiscale aspecten
Bij een activa/passivatransactie (bedrijfsfusie) moet de overgenomen vennootschap met de fiscus afrekenen over de overdrachtswinst die bij de transactie wordt gerealiseerd. Wanneer dit echter gebeurt tegen de verkrijging van aandelen, dan zal de vennootschap niet over de liquide middelen beschikken. De wet heeft hier regelingen voor. Wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan, kan een geruisloze overdracht plaatsvinden. De verkrijgende vennootschap moet dan de verworven activa en passiva fiscaal op de balans nemen voor de bedragen waarvoor die activa en passiva op de balans stonden bij de overgenomen vennootschap, de boekwaarde dus.
Voorbeeld:
A neemt alle activa en passiva van B over. De transactie wordt bewerkstelligd tegen uitgifte van aandelen A. De fiscale vermogensopstellingen van A en B zijn vlak voor de overneming:
Fiscale vermogensopstelling A voor overneming
Activa 1000.000 | Fiscaal vermogen 600.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1000.000 | totaal 1000.000 |
Fiscale vermogensopstelling B voor overneming
Activa 400.000 | Fiscaal vermogen 200.000 |
| Schulden 200.000 |
Totaal 400.000 | totaal 400.000 |
In het fiscaal vermogen van B zin voor 40.000 euro herinvesteringsreserves begrepen De waarde van de activa en passiva op de overnamedatum bedraagt 400.00 euro (activa 600.000 en passiva 200.000 euro). De waarde van de door A in verband met de bedrijfsfusie uigegeven aandelen bedraagt 500.000 euro. De fiscale vermogensopstellingen van A en B zien er na de overneming als volgt uit:
Fiscale vermogensopstelling A na overneming
Activa 1400.000 | Fiscaal vermogen 800.000 |
| Schulden 600.000 |
Totaal 1400.000 | totaal 1400.000 |
Fiscale vermogensopstelling B na overneming
Aandelen NV A 500.000 | Fiscaal vermogen 500.000 |
|
|
Totaal 500.000 | totaal 400.000 |
A heeft de activa en passiva overgenomen en in de eigen balans gewaardeerd tegen de oude boekwaarde. Het fiscaal vermogen van A is toegenomen met 200.000 euro:
Aandelenkapitaal +100.000
Agio +60.000
Fiscale reserves + 40.000
B heeft de aandelen van A fiscaal gewaardeerd tegen 500.000 in de balans. Het fiscaal vermogen van B is toegenomen met 300.000 euro:
Winstreserves + 340.000
Fiscale reserves -/- 40.000
De toename van de winstreserves leidt bij B door de geruisloze overgang niet tot belastingheffing. De uitwerking van de overdrachtswinst:
Stille reserves 200.000
Fiscale reserves 40.000
Goodwill 100.000
340.000 euro
Aandelentransactie
De overneming van een onderneming met activa en passiva kan ook middellijk plaatsvinden doordat de aandelen in het kapitaal van de rechtspersoon die de onderneming drijft, van de aandeelhouders worden overgenomen. Bij volledige overname wordt door de verkrijgende partij 1005 van de aandelen verworven. Tevens wordt van een overname gesproken wanneer een substantieel meerderheidsbelang wordt verworven. De verkopende aandeelhouders verkrijgen de opbrengst. Het vervreemdingsresultaat kan belast zijn afhankelijk van een geruisloze of een ruisende overname.
Hierbij een voorbeeld:
BV A neemt alle aandelen in het kapitaal van B over. De marktwaarden van de individueel identificeerbare activa van B vormen bij elkaar een bedrag van 600.000 euro. De marktwaarde van de schulden is gelijk aan het nominaal bedrag van 200.000. De overeengekomen vekrijgingsprijs is 500.000. De enkelvoudige balansen van A en B voor overneming:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
500.000 | 500.000 |
Als A alle aandelen in het kapitaal van B verkrijgt tegen betaling in geld, komt de enkelvoudige balans van A er als volgt uit te zien:
Balans A
Aandelen B 500.000 | Eigen vermogen 700.000 |
Overige activa 600.000 | Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
De balans van B blijft gelijk zolang geen aanpassing aan de door A toegekende waarden plaatsvindt.
Door verkoop ontstaat er een resultaat op de verkochte aandelen van de verkopende aandeelhouders van B.
Indien A aandelen tegen marktwaarde van de onderliggende activa en passiva op haar enkelvoudige balans opneemt, ziet de balans er op moment van verkrijging als volgt uit:
Balans A
Goodwill 100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
Aandelen 400.000 | Schuld 400.000 |
Overige activa 600.000 |
|
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Overname door juridische fusie
Bij overname door juridische fusie verkrijgt de verkrijgende partij tegen toekenning van aandelen in haar kapitaal onder algemene titel de activa en passiva van een rechtspersoon. De rechtspersoon houdt van rechtswege op te bestaan door de fusie. De aandeelhouders van de verdwenen rechtspersoon worden aandeelhouders van de verkrijgende rechtspersoon. Het aandeel gaat niet verloren.
Er kan onderscheid gemaakt worden in de volgende drie varianten:
Juridische fusie
De balansen van A en B voor de juridische fusie:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
500.000 | 500.000 |
A verkrijgt door de juridische fusie de activa en passiva van B. De balans van A ziet er dan als volgt uit:
Balans A
Activa 1600.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
| Schulden 600.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Wanneer B wettelijke reserves zou hebben, dan moet A die reserves in de toekomst aanhouden, tenzij een reden daarvoor vervalt.
Er kan bij een fusie ook worden uitgegaan van de marktwaarden in plaats van de oude boekwaardes. Dan zou de balans worden:
Balans A
Goodwill 100.000 | Eigen vermogen 1200.000 |
Overige activa 1700.000 | Schulden 600.000 |
Totaal 1800.000 | totaal 1800.000 |
B houdt door een juridische fusie op met bestaan. De aandeelhouders van B zijn nu aandeelhouders van A geworden.
Groepsfusie
Dit is een bepaalde vorm van een juridische fusie. Hiervan is sprake wanneer de verkrijgende partij enig aandeelhouders is van de verdwijnende partij (moeder/dochterfusie) dan wel als de aandelen van de verkrijgende partij en die van de verdwijnende patij in handen zijn van een rechtspersoon (zusterfusie). In dat geval hoeven geen nieuwe aandelen te worden uitgegeven.
Hierbij weer een voorbeeld:
A is de enige aandeelhouder van B. De enkelvoudige balansen van A en B voor de juridische fusie:
Balans A
Aandelen B 300.000 | Eigen vermogen 700.000 |
Overige activa 800.000 | Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
500.000 | 500.000 |
Door de fusie stopt B met bestaan. De enkelvoudige balans van A direct na de fusie:
Balans A
activa 1300.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 600.000 |
Totaal 1300.000 | totaal 1300.000 |
Driehoeksfusie
Een andere variant van de juridische fusie. Dit gebeurt wanneer tijdens de fusieakte de aandeelhouders van de verdwijnende partij aandeelhouder worden van een groepsmaatschappij van de verkrijgende partij. Die groepsmaatschappij moet (alleen of samen met een andere groepsmaatschappij) het gehele geplaatste kapitaal van de verkrijgende partij verschaffen.
Wederom een voorbeeld:
A is dochtermaatschappij van M. De enkelvoudige balansen van M, A en B voor de fusie:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
500.000 | 500.000 |
Balans M:
Aandelen A 700.000 | Eigen vermogen 500.000 |
| schulden 200.000 |
totaal 700.000 | totaal 700.000 |
Er is in de fusieakte bepaald dat B de verdwijnende vennootschap is. De activa en passiva gaan over op A en de aandeelhouders van B worden aandeelhouders van M. De enkelvoudige balansen van M en A direct na de fusie:
Balans M:
Aandelen A 1000.000 | Eigen vermogen 800.000 |
| schulden 200.000 |
totaal 1000.000 | totaal 1000.000 |
Balans A
Activa 1600.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
| Schulden 600.000 |
Totaal 1600.000 | totaal 1600.000 |
Overneming door zuivere splitsing
Een overneming kan ook plaatsvinden door middel van splitsing. Hierbij gaat een onderneming geheel of ten dele op een ander over. Er bestaan twee vormen:
Zuivere splitsing, daarbij houdt de splitsende vennootschap op te bestaan.
Bij een afsplitsing blijft de splitsende vennootschap voortbestaan.
Zuivere splitsing
Hierbij wordt het vermogen van een vennootschap onder algemene titel verkregen door twee of meer andere vennootschappen. De splitsende vennootschap houdt op te bestaan. Onderscheid tussen:
Gebruikelijke zuivere splitsing
De basisregel hierbij is dat de aandeelhouders van de splitsende vennootschap aandeelhouders van de verkrijgende vennootschappen worden.
Hierbij een voorbeeld:
De balans van A voor splitsing:
Balans A
Activa 3000.000 | Eigen vermogen 2000.000 |
| Schulden 1000.000 |
Totaal 3000.000 | totaal 3000.000 |
De aandelen in A zijn in handen van een tweetal aandeelhouders. Elke aandeelhouder heeft recht op 50% en bezit dus de helft van de aandelen. A wenst te splitsen in twee BV’s. BV A richt BV B en BV C op om dit voor elkaar te krijgen. B verkrijgt bij de splitsing 50% van de activa en passiva; C verkrijgt de andere 50% Door het van kracht worden van de splitsing stop A met bestaan. De balansen van B en C worden als volgt:
Balans B
activa 1500.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
| Schulden 5000.000 |
totaal 1500.000 | Totaal 1500.000 |
Balans C
activa 1500.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
| Schulden 5000.000 |
totaal 1500.000 | Totaal 1500.000 |
Vormen van samenvoeging
Bij samenvoeging kan het gaan om een activa/passivatransactie, een aandelentransactie dan wel een juridische fusie.
Activa/passivatransactie
Bij een samensmelting door middel van een activa/passivatransactie verwerft de ene partij e activa en passiva van de andere partij. Dus A verwerft de activa en passiva van B. B wordt hierdoor aandeelhouder van A. Vaak wordt de voorkeur gegeven voor de oprichting van een nieuwe entiteit (C). Dan krijgt C de activa en passiva van A en B. A en B zijn dan aandeelhouders van C geworden.
Hierbij een voorbeeld:
De balansen van A en B voor de samensmelting van de belangen:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
totaal 500.000 | totaal 500.000 |
Er wordt een nieuwe vennootschap C opgericht. Die verkrijgt de activa en passiva van A en B. De balansen zien er als volgt uit:
Balans C
Activa (exclusief aandelen B) 1600.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
| schulden 600.000 |
totaal 1600.000 | totaal 1600.000 |
Balans A
Activa 700.000 | Eigen vermogen 700.000 |
|
|
Balans B
Activa 300.000 | Eigen vermogen 300.000 |
|
|
Nu zijn A en B houdstermaatschappijen van C geworden.
Aandelentransactie
Bij een samensmelting door middel van een aandelentransactie verkrijgt de ene partij alle aandelen van de andere partij. De aandeelhouders van B worden aandeelhouders van A. Ook kan een samensmelting door uitwisseling van belangen plaatsvinden (fusie op grond van gelijkwaardigheid). Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan het oprichten van een nieuwe vennootschap (C). Bij een samensmelting door aandelentransactie houdt het in dat C de aandelen van A en B verwerft. De aandeelhouders van A en B worden aandeelhouders van C.
Hierbij een voorbeeld ter verduidelijking:
De balansen van A en B voor de samensmelting:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
totaal 500.000 | totaal 500.000 |
Er wordt nu een nieuwe vennootschap opgericht, C. Deze verkrijgt alle aandelen in het kapitaal van A en B. De balansen zien er als volgt uit:
Balans C
Aandelen A 700.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
Aandelen B 300.000 |
|
totaal 1000.000 | totaal 1000.000 |
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
totaal 500.000 | totaal 500.000 |
De aandeelhouders van A en B zijn nu aandeelhouders van C. Zowel A als B heeft C als enige aandeelhouder. Hierbij was C een zuivere houdstermaatschappij, omdat zij alleen aandelen in andere vennootschappen houdt en geen eigen activiteiten heeft. A en B zijn werkmaatschappijen, want zij drijven een onderneming.
Juridische fusie
Samensmelting kan ook door middel van juridische fusie. De ene partij verkrijgt dan onder algemene titel de activa en passiva van de andere partij, terwijl die partij van rechtswege ophoud te bestaan.
Hierbij weer een voorbeeld:
De balansen van A en B voor de fusie:
Balans A
Activa 1100.000 | Eigen vermogen 700.000 |
| Schulden 400.000 |
Totaal 1100.000 | totaal 1100.000 |
Balans B
Activa 500.000 | Eigen vermogen 300.000 |
| schulden 200.000 |
totaal 500.000 | totaal 500.000 |
Er wordt in dit geval een nieuwe rechtspersoon opgericht, namelijk C. Deze verkrijgt onder algemene titel de activa en passiva van zowel A als B. A en B houden hierbij op te bestaan. De balans van C ziet er zo uit:
Balans C
Activa (exclusief aandelen B) 1600.000 | Eigen vermogen 1000.000 |
| schulden 600.000 |
totaal 1600.000 | totaal 1600.000 |
Tegenwoordig nemen vooral grotere ondernemingen in de geconsolideerde jaarrekening een kasstroomoverzicht op. Hierin worden directe en indirecte inkomende en uitgaande kasstromen van een geconsolideerde maatschappij verwerkt.
Afgeleide samenstelling
Bij het opstellen van een geconsolideerd kasstroomoverzicht kan worden uitgegaan van de geconsolideerde gegevens of de enkelvoudige gegevens van de consoliderende maatschappij. Wanneer uit wordt gegaan van de enkelvoudige gegevens moet daaruit met behulp van de kasstroomoverzichten van de te consolideren maatschappijen de kern- of kettingconsolidatie tot stand kunnen komen.
Indeling kasstromen
De soorten kasstromen die voorkomen in de geconsolideerde jaarrekening kunnen worden ingedeeld nar aard. Het gaat om de volgende soorten:
Onder bedrijfsactiviteiten vallen de voornaamste opbrengstgenererende activiteiten en andere activiteiten die geen investerings- of financieringsactiviteit zijn. Hierbij kan gedacht worden aan verkoop, opbrengsten uit licenties en schadeclaims.
Onder Investeringsactiviteiten worden investeringen en desinvesteringen (vervreemdingen) van vaste activa die niet in kasequivalent bestaan bedoeld.
Onder financieringsactiviteiten vallen de activiteiten die de omvang en samenstelling van het eigen vermogen en die van het vreemde vermogen van de onderneming beïnvloeden.
Directe/indirecte weergave van kasstromen
Kasstromen kunnen worden weergegeven via:
Bij de directe methode worden belangrijke soorten van bruto-ontvangsten en brutobetalingen weergegeven. Deze methode heeft tevens de voorkeur van IASB.
Bij de indirecte methode wordt het geconsolideerde resultaat na belastingen zodanig aangepast dat daaruit worden verwijderd`:
Het kasstroomoverzicht volgens beide methoden kan vereenvoudigd worden tot:
Direct Indirect
Ontvangsten afnemers (+) Resultaat na belastingen (-)
Betalingen leveranciers (-) Rentelasten (+)
Loonbetalingen (-) Afschrijvingen (+)
Rentebetalingen (-) Mutatie voorzieningen (+/-)
Belastingbetalingen (-) Waardemutaties (+/-)
Mutatie voorraden (+/-)
Mutatie vorderingen (+/-)
Mutatie handelsschulden (+/-)
Rentebetalingen (-)
Belastingbetalingen (-)
Het resultaat dat uit beide kasstromen wordt verkregen is de operationele netto-kasstroom. Vanuit hier vinden de volgende mutaties plaats:
Operationele nettokasstroom
+/-
Investeringskasstroom
+/-
Financieringsnettokasstroom
=
Mutatie liquide middelen
Winst en verliesrekening
Hierbij een voorbeeld van een geconsolideerde winst-en-verliesrekening volgens de indirecte methode.
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Omzet |
| 1700.000 |
Inkoopwaarde omzet |
| -800.000 |
Brutomarge |
| 900.000 |
Afschrijving gebouwen | 80.000 |
|
Afschrijving machines | 35.000 |
|
Overige bedrijfskosten | 285.000 |
|
|
| 400.000 |
Bedrijfswinst |
| 500.000 |
Rentelasten |
| 30.000 |
Winst voor belastingen |
| 470.000 |
Belastingen |
| 165.000 |
|
| 305.000 |
Aandeel van derden |
| 25.000 |
Winst na belastingen |
| 280.000 |
Nieuwe consolidaties
Het kan zo zijn dat gedurende het boekjaar nieuwe deelnemingen worden verworven. De financiële gegevens van deze deelnemingen zullen uiteraard moeten worden geconsolideerd volgens proportionele of integrale consolidatiemethode. In die situatie is er sprake van een nieuwe consolidatie of van een eerste consolidatie.
De aankoopprijs van een deelneming wordt in het geconsolideerde kasstroomoverzicht als investeringen in deelnemingen vermeld. De ut de nieuwe en eerste consolidatie voortvloeiende mutatie sin de activa en passiva worden niet als kasstromen uit hoofde van die activa en passiva weergegeven. Hieruit kan geconcludeerd worden dat voor de deelneming betaalde goodwill niet afzonderlijk in het geconsolideerde kasstroomoverzicht wordt opgenomen.
Consolidatie kasstroomoverzicht
Bij een geconsolideerd kasstroomoverzicht zijn ook eliminatieboekingen vereist. De volgende boekingen kunnen zich voordoen:
Winstaandeel derden x
Toeneming deelneming (A) x
Aan winst na belastingen (B) x
Betaald dividend (B) x
Aan toeneming deelneming (A) x
Toeneming voorraden (B) x
Aan toeneming overlopende passiva (A) x
Aan winst na belastingen x
Aan toeneming voorzieningen x
Toeneming handelsvorderingen (A) x
Aan afneming handelsvorderingen (B) x
Hierbij kan de situatie zijn dat A een 80%-deelneming heeft in B en A eliminatieboekingen moet maken voor B.
De consolidaties
Het kan zijn dat gedurende een boekjaar deelnemingen worden verkocht. De deelnemingen die voorheen integraal geconsolideerd waren moten dan niet meer worden verwerkt in de financiële gegevens van de consoliderende maatschappij. Hierbij vervalt consolidatie, dit wordt ookwel deconsolidatie genoemd.
De verkoopopbrengst van de deelnemingen wordt als desinvestering van die betreffende deelneming aangemerkt. En dit wordt in het geconsolideerde kasstroomoverzicht opgenomen. De liquide middelen die aanwezig zijn op het moment van afstoten worden op de verkoopprijs in mindering gebracht. Voor het overige is de invloed van vervallen van consolidaties op de opstelling van het geconsolideerde kasstroomoverzicht tegengesteld aan die van nieuwe consolidaties. Dit is logisch, aangezien de deelneming nu verwijderd wordt.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution