Arbeidsrecht Hoorcollege 1: De arbeidsovereenkomst 1

De cursus arbeidsrecht ziet op de arbeidsrechtelijke overeenkomst, geregeld in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek. Het is een civielrechtelijke overeenkomst. Het vak arbeidsrecht omvat echter ook arbeidsregelingen die niet civiel zijn. Het omvat niet alleen contractenrecht, maar ook andere regelingen van sociaaleconomische verhoudingen, denk bijvoorbeeld aan minimumloon of sociale zekerheid. Dit is een stukje publiekrecht (bestuursrecht). Arbeidsrecht in een schema Het arbeidsrecht kan worden onderverdeeld in het individueel arbeidsrecht, het collectief arbeidsrecht en sociale werknemersverzekeringen. Dit zijn de drie richtingen die het arbeidsrecht onderscheidt .

  • Individueel: De individuele werkgever ten opzichte van zijn individuele werknemer.
  • Collectief: De verhouding van de werkgever ten opzichte van een collectiviteit van werknemers, bv. de werkgever ten opzichte van de ondernemingsraad/vakbond die de werknemers vertegenwoordigt. Medezeggenschap en CAO’s zijn hierbij van belang.
  • Sociale werknemersverzekeringen: De verhouding tussen de werkgevers en de overheid, en de werknemers en de overheid. De sociale werknemersverzekeringen vallen onder het publiekrecht en omvat een systeem van meerdere werknemers. Dit valt onder het publieke socialezekerheidsrecht. Het gaat hier bijvoorbeeld om de garantie van loon, of het tegengaan van armoede. Sociale werknemersverzekeringen zijn bijvoorbeeld de WW of de WIA of de Ziektewet.

Hiernaast zijn er ook nog sociale volksverzekeringen, zoals bijvoorbeeld de AOW. Sociale verzekeringen kunnen dus worden onderverdeeld in sociale werknemersverzekeringen en sociale volksverzekeringen. Onder het publiek sociale zekerheidsrecht vallen naast de sociale verzekeringen ook sociale voorzieningen, zoals bijstandsuitkeringen. Voorzieningen zijn vangnetregelingen. Voornamelijk komen de werknemersverzekeringen aan bod in deze cursus.

In de laatste week zal de participatiewet aan bod komen.

Doelstellingen en functies van het arbeidsrecht

Een functie van arbeidsrechtelijke regels is het creëren van uniformiteit. Voor iedereen dienen dezelfde arbeidsregels te gelden. Er mag geen verschil worden gemaakt. De tweede functie is de ongelijkheidscompensatie. Er moet bescherming geboden worden aan de werknemer. Als er twee partijen zijn, werkgever en werknemer, is de werknemer afhankelijk van de werkgever. Deze heeft meer macht. De werknemer moet dan dus beschermd worden, omdat hij zwakker staat in de contractverhouding. Om machtsmisbruik te voorkomen moet ongelijkheidscompensatie geboden worden, denk bijvoorbeeld aan het ontslagrecht: iemand kan niet zomaar onder iedere omstandigheid ontslagen worden. Er moet dan aan bepaalde gronden worden voldaan. Een ander voorbeeld is de proeftijd, deze mag niet langer zijn dan twee maanden. Ongelijkheidscompensatie is van dwingend recht, dat wil zeggen dat hiervan niet mag worden afgeweken.

De derde functie van het arbeidsrecht is de ordening van de arbeidsmarkt. Dit is een instrument voor de arbeidspolitiek. De maatschappelijke belangen moeten beschermd worden. De arbeidsmarkt moet door de overheid versoepeld worden. Om te bereiken dat weinig mensen met een uitkering thuis zitten, kan de overheid de voorwaarden voor een uitkering aanscherpen, zodat minder mensen thuis zitten met een uitkering. Dit zijn voorbeelden waarmee de arbeidsrecht geordend kan worden. Twee specifieke doelen zijn de waarborgfunctie en activering. De waarborgfunctie houdt in dat als een werknemer niet meer aan het arbeidsproces kan deelnemen, er een vervangend of aanvullend inkomen geboden moet kunnen worden. De activeringsfunctie houdt in dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat arbeid niet meer mogelijk is, en het bevorderen van terugkeer in het arbeidsrecht (preventie en re-integratie).

Arbeidsovereenkomstenrecht

De belangrijkste bron van het arbeidsrecht is zoals eerder al vermeld Burgerlijk Wetboek 7 titel 10. Er zijn in 2015 veel punten gewijzigd met de Wet Werk en Zekerheid.

Arbeidsrelatie/arbeidsovereenkomst kwalificatie

Een arbeidsrelatie is een overeenkomst tot het verrichten van arbeid tegen betaling, door een werknemer in dienst van een werkgever. De arbeidsovereenkomst staat gedefinieerd in art. 7:610 BW. Een arbeidsrelatie bestaat ook als er sprake is van een overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW) of een overeenkomst tot aanneming van werk (art. 7:750 BW). Naast de arbeidsovereenkomst zijn er dus ook overeenkomsten van opdracht (niet van stoffelijke aard, bijvoorbeeld een adviseur of een makelaar) en overeenkomsten tot aanneming van werk (bijvoorbeeld bouwprojecten). Kijk altijd naar de juridische voorwaarden om te bepalen met welke arbeidsrelatie je te maken hebt.

De arbeidsovereenkomst is een :

  • Persoonlijke arbeidsverplichting (art. 7:659 BW)
  • Loonbetalingsverplichting
  • Gezagsverhouding: In dienst van een werkgever (art. 7:660 BW, ook wel het directierecht). (Gedurende een zekere tijd).

Deze elementen zijn cumulatief ingevolge art. 7:610 BW. Soms is niet helemaal duidelijk of er wel sprake is van een arbeidsovereenkomst. Denk bijvoorbeeld aan freelancers, of mensen die veel thuis werken en waarop weinig controle uitgeoefend kan worden. Het is dan moeilijk om te bepalen of er wel sprake is van een arbeidsovereenkomst. Zie de zaak Iva/Quieijssen: alle elementen zijn in deze zaak aanwezig, dus is er sprake van een arbeidsovereenkomst. De thuiswerkster is wel een freelancer, maar zij valt onder het begrip arbeidsovereenkomst, omdat aan alle elementen is voldaan. Er was sprake van een arbeidsplicht (overeengekomen is dat de vrouw vrij is om dagelijks haar tijd in te delen, maar wel verplicht om die tijd te werken), er was een gezagsverhouding (zij moest een bepaald productieaantal bereiken) en zij werd betaald (er is dus een loonverplichting).

Wezen gaat voor de schijn

Is er daadwerkelijk sprake van een arbeidsovereenkomst? Hiervoor moet worden gekeken naar de criteria die net zijn toegelicht. In de zaak Groen/Schoevers is vastgesteld dat hiernaast nog beoordeeld moet worden wat de bedoeling van de partijen is geweest bij het sluiten van de overeenkomst, en of die partijen ook feitelijk die overeenkomst hebben uitgevoerd. De feiten en omstandigheden van het geval zijn dus ook beslissend voor de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen de overeenkomst namelijk verschillend inrichten. De bedoeling van partijen staat voorop: wat hebben de partijen voor ogen? Dit mag zowel schriftelijk als mondeling worden vastgesteld. Daarnaast moeten de partijen inhoud geven aan die overeenkomst, handelen conform de partijbedoeling. De werkelijkheid gaat dus voor de schijn! Er kan op papier wel een arbeidsovereenkomst zijn, maar uit feitelijke handelingen kan anders blijken, of andersom. De rechtsgevolgen moeten in onderlinge verband worden gezien, het is het gezamenlijke plaatje.

Toelichting op de zaak: Groen gaf twee dagen per week les bij het opleidingsinstituut Schoevers, de tijden werden ingedeeld door Schoevers. Groen had een eigen onderneming en werkte ook voor andere ondernemingen. De facturen werden door Schoevers betaald aan Groen, op basis van de gemaakte uren. De arbeidsvoorwaardenregeling van Schoevers was niet van toepassing op Groen. De overeenkomst was opgesteld op initiatief van Groen. Schoevers eindigt deze dienstbetrekking na twee jaar. Groen wil aanspraak maken op het ontslagrecht. De arbeidsplicht was geen discussiepunt, maar de loonverplichting wijkt zo af van normale arbeidsovereenkomsten, dat er geen sprake kon zijn van ‘’loon’’. Is er toch nog een zodanige gezagsverhouding dat er van een arbeidsovereenkomst kan worden gesproken? De Hoge Raad zegt van niet. De eenzijdige instructie dat Schoevers bepaalde op welke tijden Groen zou werken, was onvoldoende om aan te nemen dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Waren er dan nog overige omstandigheden van het geval? Gekeken werd naar de maatschappelijk positie van Groen: Hij werkte nog voor andere opdrachtgevers. Conclusie: Er is geen arbeidsovereenkomst.

Rechtsvermoeden van de arbeidsovereenkomst

Of er een arbeidsovereenkomst is, moet vastgesteld worden door de rechter aan de hand van de criteria en omstandigheden van het geval. Indien er onzekerheid bestaat, moet de arbeidskracht beschermd worden door middel van art. 7:610a BW. Indien de persoon minimaal 20 uur per week (met enkele regelmaat, bijvoorbeeld minimaal drie maanden lang) arbeid verricht voor een werkgever, wordt een arbeidsovereenkomst vermoed aanwezig te zijn, met alle bescherming die hierbij hoort. De bewijslast rust dan op de werkgever. Op deze regeling is tegenbewijs mogelijk, dus het wil niet zeggen dat het vermoeden ook echt leidt tot de conclusie dat er een arbeidsovereenkomst geldt.

Zie de zaak Beurspromovendi, in deze zaak wordt dit bewijsrecht nader toegelicht. Deze zaak ging over werknemers werkzaam bij de UvA. De UvA had beurspromovendi zonder vaste aanstelling. Zijn dit nou werknemers, opdrachtnemers, studenten? De promovendi hadden zich verbonden tot het verrichten van arbeid, namelijk promotie maken, de UvA had de loonverplichting op zich genomen en stelde regels. Het rechtsvermoeden was vervuld, dus er werd gesproken van een vermoeden van arbeidsovereenkomst. De UvA is er niet in geslaagd om het rechtsvermoeden te weerleggen, dus werd er een arbeidsovereenkomst aangenomen. De uitzendovereenkomst Er zijn bij de uitzendovereenkomst drie partijen, namelijk de werknemer, de uitlener en de inlener. Denk bijvoorbeeld aan een uitzendbureau, dat een baantje voor jou vindt. De uitzendbureau maakt voor jou een overeenkomst met die werkgever. Jij gaat vervolgens aan het werk voor de werkgever.

Hierbij gelden twee verhoudingen:

  • De verhouding tussen de arbeidskracht en de uitlener: dit is een arbeidsovereenkomst, er wordt een overeenkomst gesloten met specifieke kenmerken (uitzendovereenkomst ingevolge art. 7:690 BW).
  • De verhouding tussen de arbeidskracht en de inlener: De uitzendovereenkomst wordt ter beschikking gesteld van de inlener. Dit is een soort delegatie, de inlener voert een gezagsuitoefening uit over de arbeidskracht. De arbeidskracht en inlener moeten zich jegens elkaar verbinden tot wederzijdse verplichtingen (AbnAmro/Malhi). Partijen moeten zich bij aanvang van de overeenkomst al met elkaar verbonden hebben: ‘’Wij gaan een uitzendovereenkomst aan’’. De feitelijke uitvoering kan bij de uitzendovereenkomst dus niet van belang zijn (Groen/Schoevers).

Tussen de uitlener en de inlener geldt een overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW). De uitzendkracht wordt hierbij door de uitlener ter beschikking gesteld aan de inlener.

Oproepcontracten

Als je opgeroepen wordt, en je geeft hieraan gehoor, is er sprake van een arbeidsverplichting waaraan wordt voldaan. Indien je echter zegt dat je dit keer niet gaat werken, dus je geeft geen gehoor aan de oproep, wordt er níet voldaan aan de arbeidsverplichting. Er wordt dan niet voldaan aan de vereisten van art. 7:610 BW. Er is wel een arbeidsrechtelijke relatie, maar er is niet altijd sprake van een arbeidsovereenkomst, omdat er niet altijd wordt voldaan aan de arbeidsplicht.

  • Uitgestelde prestatieplicht: Indien er wel verplicht wordt om gehoor te geven aan de oproep; is er sprake van een uitgestelde prestatieverplichting. Er zal een oproep volgen, en hieraan moet je voldoen. Er is dan altijd sprake van een arbeidsovereenkomst.
  • Voorovereenkomst: En indien er niet verplicht wordt gehoor te geven aan de oproep; is er sprake van een voorovereenkomst. Afspraken zullen hierbij gelden als de oproepkracht ja zegt tegen de oproep, er is dan een arbeidsovereenkomst. Weigert de oproepkracht, is hier geen sprake van. De oproepkracht heeft hierbij dan de keuze om te weigeren.

Werknemers en de dienstbetrekking

Werknemers worden gedefinieerd in art. 7:610 BW. Er is dan sprake van een arbeidsovereenkomst. Echter kunnen werknemers ook worden vastgesteld via de sociale zekerheidswetten, zoals de WW of de WIA. Dit zijn dan werknemers met een bepaalde dienstbetrekking. Bijvoorbeeld: WN-verzekeringen; Dit zijn natuurlijke personen, jonger dan pensioengerechtigde leeftijd met een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke dienstbetrekking. Privaatrechtelijke dienstbetrekkingen vallen onder de arbeidsovereenkomst van art. 7:610 BW. Publiekrechtelijke dienstbetrekkingen vallen onder ambtenarenfuncties. Indien er geen dienstbetrekking is, geldt art. 6 WW. Art. 3 valt onder de WW. Echter is er ook fictieve dienstbetrekking. Dit is een uitbreiding van het begrip werknemer, dit zijn dan ook maatschappelijk gelijkgestelden, zie bv. art. 4 WW: een aannemer, en art. 5 WW, zoals thuiswerkers, topsporters of musici. Onder bepaalde voorwaarden kan er dan toch een dienstbetrekking zijn. Indien je een zelfstandige bent, val je niet onder de werknemersverzekering, ingevolge art. 8 KB! Indien aan de specifieke voorwaarden wordt voldaan van de KB en er geen uitzonderingen gelden, kan een thuiswerker, musicus, topsporter of de restcategorie alsnog onder een dienstbetrekking vallen.

Jurisprudentie bij art. 3 Werkloosheidswet

Het sociale verzekeringsrecht wordt door de bestuursrechter behandeld. Hierbij speelt het rechtsvermoeden dus geen rol, want het is een bestuursrechtelijke procedure. Zie de arresten UWV/A, Shovelmachinist en de Gouden Kooi 1.

  •  UWV/A: Vrijwilligers krijgen een vergoeding voor het gedane werk. Is dit loon of een onkostenvergoeding? Volgens de bestuursrechter is dit loon, want er is sprake van een vergoeding van de gedane prestatie. De vrijwilligers hadden een arbeidsverplichting en stonden onder gezag, dus aan de criteria van een arbeidsovereenkomst was voldaan.
  • Shovelmachinist: Had de zelfstandig ondernemer recht op een uitkering? De man had als shovelmachinist gewerkt voor een bedrijf, daarna kocht hij zelf een shovel en stelde deze ter beschikking aan anderen. Na een paar jaar heeft hij geen werk meer en vraagt een WWuitkering aan. De CrvB oordeelde dat niet alleen de schriftelijke overeenkomst bepalend was, maar ook wat de partijen bij het sluiten van de overeenkomst ten ogen stond en hoe zij hieraan inhoud hebben gegeven (Groen/Schoevers). De man was in casu niet als werknemer voorgedragen, en de aankoop was een flinke investering. Hij heeft zelf een aansprakelijkheidsen pensioensverzekering gesloten, kreeg geen beloning bij ziekte en de beloning was niet hoog: dit leidt tot de conclusie dat de man als zelfstandig ondernemer moest worden beschouwd. Er was dan geen recht op een WW-uitkering.
  • Gouden Kooi 1: Een deelnemer aan de reality show stapte uit de serie en kreeg hierdoor geen uitkering. De Hoge Raad zegt dat de Groen/Schoevers regels moeten worden meegenomen in de afweging. Deze situatie valt onder de verzekeringsplichtige arbeid van art. 3 WW.

Let er dus op dat niet alleen de criteria belangrijk zijn, maar ook de feiten en omstandigheden van de situatie! Daarnaast moet onderzocht worden of het begrip werknemer ruim of beperkt uitgelegd moet worden. Als het begrip eng wordt geïnterpreteerd, wordt de werknemer niet door alle wetten beschermd. Wordt het begrip wel ruim geïnterpreteerd, wordt de werknemer wél beschermd door wetten als de WIA en WW. De werknemer is dan minder afhankelijk van de wederpartij.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Collegebundel Arbeidsrecht, UU Rechten B3

Arbeidsrecht Hoorcollege 8: De Werkloosheidswet & Participatiewet

Arbeidsrecht Hoorcollege 8: De Werkloosheidswet & Participatiewet

Inleiding

De Werkloosheidswet is systematisch opgebouwd. Voor de WW gelden ontstaansvoorwaarden, om recht te hebben op WW. Als hieraan voldaan is, ontstaat het recht van rechtswege. Als het recht ontstaan is, kan gezegd worden van: Je hebt onvoldoende gesolliciteerd, en dat iemand het recht niet helemaal geldend kan maken. Dan kan een sanctie worden opgelegd. Het recht kan dus wel bestaan, maar hoeft niet altijd geldend gemaakt te kunnen worden. Er moet ook een recht op uitkering zijn. 

Er moeten dus ontstaansvoorwaarden zijn, dan kan er eventueel nog wat afgenomen worden van het recht, en er is een categorie over hoelang en hoeveel WW je krijgt.

De voorwaarden zijn, ingevolge art. 15 WW:

·         Je moet werknemer zijn (art. 3-8)

·         Je moet werkloos zijn (er is sprake van arbeidsurenverlies en je hebt beschikbaarheid) (art. 16)

·         Je moet voldoen aan de referte-eis (art. 17)

·         Er is geen uitsluitingsgrond aanwezig (art. 19)

 

Werknemerschap

Allereerst is vereist dat je een werknemer bent, zowel in privaatrechtelijke dienstbetrekking als publiekrechtelijke dienstbetrekking (art. 3 WW). Zelfstandigen vallen hier niet onder. Er zijn nog een paar categorieën gelijkgesteld met de werknemer (art. 4 en 5 WW jo. Rariteiten KB). Op grond van art. 6 WW zijn er ook beperkingen, op wie verzekerd is. Het meest aansprekende voorbeeld is een aandeelhouder of een directeur van een onderneming.

In art. 8 WW staat ten slotte een behoud van de hoedanigheid van de werknemer na het eind van de dienstbetrekking, voor zover men geen werkzaamheden gaat verrichten waardoor men de hoedanigheid van werknemer verliest.

 

Bij bestaansvoorwaarden moet worden nagegaan of aan die voorwaarden voldaan is. Is dit niet het geval, ontstaat het recht op een uitkering niet. Stel dat iemand zijn baan verliest is hij geen werknemer meer; dit is niet de bedoeling van de WW. Art. 8 geeft dan ook de regeling dat je een werknemer bent als je net je baan bent verloren, tenzij je activiteiten gaat ondernemen waardoor je geen werknemer meer bent (zoals bv. het verrichten van werk als zelfstandige). Als je na ontslag niets gaat doen, ben je dus gewoon WW-verzekerd.

Bij vrijwilligerswerk geldt de regeling dat er gewoon vrijwilligerswerk is en ‘echt vrijwilligerswerk’, wat inhoudt dat je eigenlijk onbetaald bent, terwijl je betaald zou moeten worden. Werk als vrijwilliger dat eigenlijk betaald moet worden (waarvoor andere mensen wel betaald krijgen), zou betekenen dat er geen recht bestaat op WW. In het eerste geval blijf je wel werknemer, en heb je recht op een WW-uitkering.

 

Arbeidsurenverlies

Je moet als werknemer ten minste 5 uur of de helft van je arbeidsuren verliezen, per week, van gemiddeld aantal uren over de laatste 26 weken. Van die 26 weken pak je het gemiddelde, en hieruit zal blijken hoeveel arbeidsuren verlies is geweest. Stel dat bv. iemand over de laatste 26 weken 800 uur heeft gewerkt, dan doe je 800:26 = 30,76. Indien de persoon 30 uur is gaan werken, is er sprake van 0,76 uur arbeidsverlies.

Daarnaast moet.....read more

Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 7: Gastcollege, Verdieping op het ontslagrecht

Arbeidsrecht Hoorcollege 7: Gastcollege, Verdieping op het ontslagrecht

Kim van der Kraats

Bij het ontslagrecht worden van de dringende redenen, de a en de b-grond behandeld door het UWV en de sub c tot en met h worden behandeld door de kantonrechter, tenzij sprake is van een overeenkomst van bepaalde tijd die niet tussentijds opzegbaar is.

 

Ontslaggronden

Wanneer kan iemand nou ontslagen worden? Volgens art. 7:669 lid 1 BW is een redelijke grond nodig, en daarnaast moet herplaatsing mogelijk zijn, en ligt dit in de rede? De redelijke gronden zijn limitatief, er kan geen grond bij verzonnen worden en er is geen combinatie van gronden mogelijk.

Mensen gaan vaak voor meerdere ankers liggen; zij gebruiken subsidiaire gronden, waardoor de kantonrechter alle gronden af moet gaan lopen.

 

Herplaatsing

Herplaatsing moet mogelijk zijn, indien dit niet mogelijk is binnen een redelijke termijn of dit niet in de rede ligt (art. 7:669 lid 3 sub e BW), kan er ontslagen worden. Bij de andere gronden zal je dus moeten kijken of er herplaatsing mogelijk is. Het moet aansluiten bij de ervaring, opleiding en capaciteiten of binnen redelijke termijn (de wettelijke opzegtermijn) met behulp van scholing geschikt zijn. De wettelijke opzegtermijn bepaalt over welke periode je moet gaan kijken of er een vacature beschikbaar is, binnen het gehele concern. Als je een bedrijf hebt met meerdere vestigingen, moet naar al die vestigingen gekeken worden. De redelijke termijn staat in art. 10 Ontslagregeling. De redelijke termijn vangt aan vanaf het moment van het verzoek.

Voorbeeldzaak: Uitvaartondernemer krijgt een conflict met zijn werkgever omdat er een afkondiging is en de werknemer het niet mee eens is. De werkgever gaat in gesprek met die uitvaartondernemer, en dan komt er nog meer conflict, waardoor wordt bepaald dat de uitvaartondernemer niet functioneert. De b- grond wordt in deze zaak aangevoerd, het disfunctioneren. Zijn er nou mogelijkheden voor herplaatsing? En dan blijkt dat die uitvaartondernemer meerdere vestigingen heeft, en er is 1 vestiging waarbij een andere teamleider is, zodat de ondernemer opnieuw kan beginnen met een andere teamleider.

In een andere zaak is niet onderzocht of er herplaatst kan worden, waardoor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan worden vernietigd. Herplaatsing moet dus echt onderzocht worden, gebeurt dit niet, levert dit problemen op.

In de praktijk doet zich dit niet heel vaak voor.

 

C-grond

De C-grond van art. 7:699 lid 3 BW is het veelvuldig ziekteverzuim, bv. het lijden aan een chronische ziekte, waardoor steeds uitval is. Deze ziekte moet onaanvaardbare gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering, deze moet in het gedrang komen. De werkgever heeft wel een deskundigenoordeel nodig voor ontslag; over wat de achtergrond is van die ziekte en of binnen 26 weken verbetering op zal treden. Het werk moet ook niet in aangepaste vorm kunnen worden verricht. Denk bv. aan iemand die niet achter een computerscherm kan zitten wegens langdurige oogklachten die niet vallen op te lossen met een ander beeldscherm of een bril. Er is dan geen aangepaste vorm van werk mogelijk.  De ziekte mag niet het gevolg zijn van onvoldoende zorg.....read more

Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 6: Ontslagrecht II

Arbeidsrecht Hoorcollege 6: Ontslagrecht II

Deze week gaan we verder met het ontslagrecht, waarmee we vorige week zijn begonnen. Deze week zal het eind van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan bod komen. Dit kan bijvoorbeeld van rechtswege gebeuren, maar er kan ook wegens dringende reden een eind worden gebreid aan een arbeidsovereenkomst, of middels overeenkomst, gedurende de proeftijd etc.

Deze mogelijkheden zullen deze week besproken worden.

 

De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Hierbij wordt de contractsduur afgesproken, of de einddatum is objectief bepaalbaar (bv. door middel van een project waarvoor je wordt aangenomen). Op grond van art. 7:667 BW wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd indien de overeengekomen tijd is verstreken. Dit is van rechtswege (lid 1). Er gelden dan geen extra vereisten, na afloop van de contractsduur wordt het contract gewoon stopgezet. Hierop geldt wel een uitzondering, die is genoemd in lid 2: Er is wel opzegging vereist indien dit schriftelijk is overeengekomen door de partijen die de overeenkomst zijn aangegaan. Er moet dan opgezegd worden, van rechtswege kan de arbeidsovereenkomst dan niet meer eindigen.

 

De uitzendovereenkomst

Bij de uitzendovereenkomst is er de zogeheten driehoeksverhouding: er is een overeenkomst tussen het uitzendbureau, de uitzendkracht, en het bedrijf waar deze gaat werken. Tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht bestaat een uitzendovereenkomst (art. 7:690) en tussen het uitzendbureau en het bedrijf een overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW).

 

Bij die uitzendovereenkomst kan een uitzendbeding worden overeengekomen, ingevolge art. 7:691 lid 2 en 3 BW. De arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en uitlener eindigt van rechtswege als op verzoek van de derde (het bedrijf) een einde komt aan de terbeschikkingstelling van de werknemer.

Indien dit beding gelding heeft gekregen in de arbeidsovereenkomst, kan de werknemer de overeenkomst onmiddellijk opzeggen. Het beding vervalt als de werknemer in meer dan 26 weken arbeid voor dat uitzendbureau heeft verricht. Bij cao is verlenging van deze termijn mogelijk tot 78 weken, op grond van lid 8.

 

De informatieplicht van de werkgever

De werkgever heeft bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst de plicht om de werknemer dit schriftelijk mee te delen, uiterlijk een maand voordat de overeenkomst afloopt (art. 7:668 BW). Hij dient de werknemer te laten weten of hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten, en zo ja, onder welke voorwaarden hij dit wil doen. Deze informatieplicht geldt niet, indien de overeenkomst schriftelijk is overeengekomen voor een betrekkelijke bepaalde tijd, de arbeidsovereenkomst is overeengekomen voor de duur korter dan 6 maanden, of wanneer er sprake is van een uitzendbeding, zoals net besproken.

Indien de werkgever zich niet houdt aan zijn informatieplicht, is hij gehouden om een forfaitaire vergoeding te betalen aan de werknemer (art. 7:668 lid 3 BW). Dit kan bijvoorbeeld zijn het bedrag dat gelijk is aan één maand loon, indien de werkgever zijn informatieplicht geheel niet nakomt. Stel dat de werkgever zich er wel aan houdt, maar niet tijdig, moet hij voor de periode dat hij te laat is loon doorbetalen.

 

De voortzetting van de arbeidsovereenkomst

Indien de werkgever niet voldoet aan zijn informatieplicht, en de werknemer komt na.....read more

Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 5: Ontslagrecht deel I

Arbeidsrecht Hoorcollege 5: Ontslagrecht deel I

Het ontslagrecht

Bij het ontslagrecht gaat het over het geheel van regels die betrekking hebben op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De komende drie weken zal dit onderwerp omvatten. Deze week gaat het over het einde van de arbeidsovereenkomst bij een overeenkomst voor onbepaalde tijd, anders dan via een overeenkomst. Volgende week gaat het over het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, de beëindigingsovereenkomst en opzegging zonder termijn. In hoorcollege 7 volgt een verdieping in het ontslagrecht aan de hand van recente jurisprudentie.

De ontslagwetgeving is te vinden in boek 7, titel 10, afdeling 9 en het beslaat een mengeling aan private en publieke belangen. De werknemer heeft namelijk het belang zijn baan te behouden (zekerheid), de werkgever heeft belang bij het goed functioneren van de onderneming (flexibiliteit) en de maatschappij bij een goede werking van de arbeidsmarkt (mobiliteit).

 

Einde arbeidsovereenkomst

Er kan een eind komen aan de arbeidsovereenkomst van rechtswege, dus na verlopende tijd, maar ook door een overeenkomst tot beëindiging, door opzegging door de werkgever of werknemer en door ontbinding door de kantonrechter op verzoek van de werkgever of werknemer.

 

Uitgangspunten bij einde arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

  • Ontslagvoorwaarden: Er moet een redelijke grond zijn, en herplaatsing moet niet mogelijk zijn voordat ontslag mogelijk is. De redelijke gronden staan geregeld in art. 7:669 lid 3 BW, deze zijn limitatief van aard. Daarnaast geldt de voorwaarde dat herplaatsing van de werknemer niet  mogelijk is of niet in de rede ligt.
  • Er geldt een preventieve toetsing door het UWV of de rechter bij ontslag tegen de wil van de werknemer. Indien de werknemer instemt, geldt geen preventieve toetsingsregel. De ontslaggrond bepaalt de route die gevolgd dient te worden. Zo dient bij de grond a en b opzegging te lopen via het UWV, en bij de gronden c t/m h ontbinding door de kantonrechter. De werknemer dient bij instemming wel een bedenktijd te krijgen, en de werknemer dient schriftelijk in te stemmen. Doet hij dit  mondeling, is de instemming niet geldig.
  • In sommige situaties bieden ontslagverboden bescherming tegen beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zoals bv. bij zieke of zwangere werknemers. De werkgever mag ook niet opzeggen indien er sprake is van een opzeg- of discriminatieverbod, op basis van gelijkebehandelingswetgeving.
  • De beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan alleen maar op termijn worden beëindigd. Dit stelt de werknemer in de gelegenheid om een andere baan te zoeken. De opzegtermijn is 1 tot vier maanden minus de tijd van de UWV procedure of door ontbinding van de rechter. De termijn begint te lopen vanaf de aanzeg dag, tegen het einde van de maand, tenzij schriftelijk een andere dag is overeengekomen.
  • Er geldt een transitievergoeding voor de werknemer die al langer dan 24 maanden heeft gewerkt, indien de opzegging door de werkgever is gedaan. Dit is een ontslagvergoeding en deze staat geregeld in art. 7:673 BW. Tijdens de arbeidsovereenkomst heeft de werkgever scholingsplicht (art. 7:611a BW), voor de eigen functie van de werknemer, of voor een andere functie binnen het bedrijf. Het doel van
  • .....read more
Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 3: Uitvoering van de arbeidsovereenkomst deel I

Arbeidsrecht Hoorcollege 3: Uitvoering van de arbeidsovereenkomst deel I

Vandaag gaan we het hebben over de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, allereerst het algemene kader waarbinnen een arbeidsovereenkomst functioneert. Daarna wordt het recht om te werken besproken, wat gebeurt er als de werknemer op non-actief wordt gesteld? Kan de omvang van de aanstelling worden veranderd?

Na de pauze wordt de inkomenskant besproken, zoals bv. de hoogte van loon, het doorbetalen van vakanties, het betalen van loon bij niet-werken.

Tot slot zullen bijzondere bedingen besproken worden.

Goedwerkgeverschap en goedwerknemerschap

Deze regeling staat geregeld in art. 7:611 BW en is een norm die de uitwerking is van de redelijkheid en billijkheid. Via deze bepalingen kunnen rechtsbeginselen doorwerken in het arbeidsrecht; er wordt niet alleen gekeken naar wat in de wet staat, maar ook hoe een werkgever zich moet gedragen: kan de werkgever iemand opleggen om te gaan overwerken? Of is de wetgever verplicht om arbeidsongeschikten werk te geven? Dit zijn dingen die niet geregeld worden in de wet, maar wel behandeld worden bij de rechter en dus door het goedwerkgeverschap en goedwerknemerschap worden beheerst.

Ook bepalingen van internationaal recht kunnen doorwerken in het arbeidsrecht. De normen van goed werkgeverschap en werknemerschap kunnen de wet aanvullen.

Recht om feitelijk te mogen werken

Een werkgever kan een werknemer niet laten werken door bv. werk tekort, reorganisatie etc. In dit soort gevallen krijgt iemand geen werk. Kan de werknemer dan werk afdwingen? Dit staat niet geregeld in de wet. In zo’n dergelijk geval kun je als werknemer een beroep doen op art. 7:611 BW: op basis van goedwerkgeverschap moet de werkgever mij de gelegenheid bieden om te werken. Zie de zaak HR Possemis/Hoogenboom:

De bewaker met een los dienstverband werd niet meer opgeroepen. Als je niet meer opgeroepen wordt, heb je ook geen werk en geen inkomen. De vraag is: kan deze oproepkracht afdwingen dat hij toch mag werken? De Hoge Raad zegt dat er geen algemeen recht is op arbeid, maar of er werk mag worden gevraagd hangt af van de aard van de dienstbetrekking, de overeengekomen arbeid en de bijzondere omstandigheden. In casu ging het om een los dienstverband, en de werknemer was bevoegd alleen op te roepen als er werk was. Echter brengt de plicht tot goed werkgeverschap met zich mee dat als er werk is, de werkgever in beginsel het werk moet aanbieden aan de werknemer. De aard van de overeenkomst is van belang, maar de Hoge Raad legt de bewijslast wel bij de werknemer. In de zaak kreeg de werknemer geen gelijk.

In dit arrest wordt ook de overeengekomen arbeid van belang besteld: het ging om oproepcontracten, waarbij wel belangrijk was dat men kon blijven werken, met inachtneming van het inkomen. Denk bijvoorbeeld aan een beroepsvoetballer die overeenkomt bij een club te gaan voetballen, maar hij zit bij de wedstrijden alleen maar als reserve op de bank. Dit is dan niet de overeengekomen arbeid.

Andere redenen dat werkgever geen werk geeft aan werknemer

De werkgever kan werk ontzeggen als orde- of tuchtmaatregel. De werkgever heeft de bevoegdheid tot non-actiefstelling of.....read more

Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 2: Instanties bij de regulering van de arbeidsovereenkomst

Arbeidsrecht Hoorcollege 2: Instanties bij de regulering van de arbeidsovereenkomst

Er zijn verschillende instanties bij de regulering van de arbeidsovereenkomst betrokken, zoals de caopartijen en de ondernemingsraad. Het Burgerlijk Wetboek en de andere arbeidsrechtelijke wetten geven minimumregels en randvoorwaarden. Onderhandelingen worden meestal gevoerd op collectief niveau tussen de werkgever(organisatie) en vakbonden. De werkgever stelt voor de onderneming andere personele regelingen op en neemt bedrijfs- en organisatorische besluiten die de onderneming en werknemers raken en gevolgen kunnen hebben voor werknemers: de ondernemingsraad heeft medezeggenschapsbevoegdheden, om medezeggenschap te kunnen hebben betreffende deze besluiten.

Sluiten CAO en arbeidsvoorwaardenoverleg

De CAO is het onderhandelingsresultaat, een privaatrechtelijke overeenkomst, gesloten tussen partijen. Het is een akkoord dat wordt gesloten door de bonden en de werkgever(vereniging). Om de CAO tot stand te brengen moet worden onderhandeld tussen die partijen, en die onderhandelingen leiden tot de CAO. In beginsel geldt contractsvrijheid; ieder bepaalt of er wordt onderhandeld en met wie, of de overeenkomst wordt gesloten en zo ja, met welke inhoud?

Volgens HR ABVAKABO FNV/Kinderopvang bepaalt de werkgever in beginsel met wie hij een CAO overeenkomt. Het initiatief gaat meestal uit van de werkgever. Deze bepaalt wie hij kiest om een CAO mee overeen te komen. In de zaak vond de werkgever dat de FNV te zware voorwaarden stelde, dus wilde hij de FNV uitsluiten van de onderhandelingen. Echter, de vakbond die een groot aantal werknemers in de branche vertegenwoordigt, en representatiever is dan andere vakbonden, heeft in beginsel recht op toelating tot de cao-onderhandelingen. Zij hebben dan een groot belang om partij te zijn bij de onderhandelingen. De FNV mag dus niet zomaar worden uitgesloten van de onderhandelingen. Dit is dus een beperking op de contractsvrijheid.

In beginsel geldt dus contractsvrijheid, en bij een weigering moet de vakbond een onrechtmatige daad bewijzen. Dit wordt alleen toegewezen als de bond kan bewijzen dat hij een groot belang heeft bij de onderhandelingen betrokken te zijn, representatief is en een groot aantal werknemers in de branche vertegenwoordigt. Er worden zware eisen gesteld. Wordt hieraan voldaan, heeft de procedure kans van slagen voor de vakbond.

Partijen bij de CAO

Partijen bij de CAO zijn respectievelijk de werknemers en de werkgever. Deze partijen gaan gezamenlijk een collectieve arbeidsovereenkomst aan:

  • Werknemersverenigingen (vakbonden)
  • Werkgeversverenigingen in de bedrijfstak
  • Werkgevers in de ondernemings-cao

De CAO bevat voornamelijk of uitsluitend arbeidsvoorwaarden voor de arbeidsovereenkomst. De CAO wordt altijd schriftelijk (art. 3 WCAO) vastgesteld, bij authentieke of onderhandse akte, en aangemeld bij het SZW. In de CAO zelf zie je altijd al de looptijd/duur van de CAO. Voor de inwerkingtreding is altijd vereist dat de CAO is aangemeld.

Inhoud van cao 

Er zijn verschillende soorten bepalingen die in een CAO kunnen staan:

1. Obligatoir: dit zijn de bepalingen die rechten en plichten behelzen tussen de contractspartijen. De obligatoire bepalingen gelden tussen de werkgeversvereniging en de werknemersvereniging, zoals bijvoorbeeld de duur van de CAO.

2. Normatief: Dit zijn bepalingen zoals de arbeidsvoorwaarden voor de individuele arbeidsovereenkomst.

3. Diagonaal: De rechten en plichten tussen individuele werkgever en vakbond, of derden.

Gebonden door de bedrijfstak cao .....read more

Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 1: De arbeidsovereenkomst 1

Arbeidsrecht Hoorcollege 1: De arbeidsovereenkomst 1

De cursus arbeidsrecht ziet op de arbeidsrechtelijke overeenkomst, geregeld in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek. Het is een civielrechtelijke overeenkomst. Het vak arbeidsrecht omvat echter ook arbeidsregelingen die niet civiel zijn. Het omvat niet alleen contractenrecht, maar ook andere regelingen van sociaaleconomische verhoudingen, denk bijvoorbeeld aan minimumloon of sociale zekerheid. Dit is een stukje publiekrecht (bestuursrecht). Arbeidsrecht in een schema Het arbeidsrecht kan worden onderverdeeld in het individueel arbeidsrecht, het collectief arbeidsrecht en sociale werknemersverzekeringen. Dit zijn de drie richtingen die het arbeidsrecht onderscheidt .

  • Individueel: De individuele werkgever ten opzichte van zijn individuele werknemer.
  • Collectief: De verhouding van de werkgever ten opzichte van een collectiviteit van werknemers, bv. de werkgever ten opzichte van de ondernemingsraad/vakbond die de werknemers vertegenwoordigt. Medezeggenschap en CAO’s zijn hierbij van belang.
  • Sociale werknemersverzekeringen: De verhouding tussen de werkgevers en de overheid, en de werknemers en de overheid. De sociale werknemersverzekeringen vallen onder het publiekrecht en omvat een systeem van meerdere werknemers. Dit valt onder het publieke socialezekerheidsrecht. Het gaat hier bijvoorbeeld om de garantie van loon, of het tegengaan van armoede. Sociale werknemersverzekeringen zijn bijvoorbeeld de WW of de WIA of de Ziektewet.

Hiernaast zijn er ook nog sociale volksverzekeringen, zoals bijvoorbeeld de AOW. Sociale verzekeringen kunnen dus worden onderverdeeld in sociale werknemersverzekeringen en sociale volksverzekeringen. Onder het publiek sociale zekerheidsrecht vallen naast de sociale verzekeringen ook sociale voorzieningen, zoals bijstandsuitkeringen. Voorzieningen zijn vangnetregelingen. Voornamelijk komen de werknemersverzekeringen aan bod in deze cursus.

In de laatste week zal de participatiewet aan bod komen.

Doelstellingen en functies van het arbeidsrecht

Een functie van arbeidsrechtelijke regels is het creëren van uniformiteit. Voor iedereen dienen dezelfde arbeidsregels te gelden. Er mag geen verschil worden gemaakt. De tweede functie is de ongelijkheidscompensatie. Er moet bescherming geboden worden aan de werknemer. Als er twee partijen zijn, werkgever en werknemer, is de werknemer afhankelijk van de werkgever. Deze heeft meer macht. De werknemer moet dan dus beschermd worden, omdat hij zwakker staat in de contractverhouding. Om machtsmisbruik te voorkomen moet ongelijkheidscompensatie geboden worden, denk bijvoorbeeld aan het ontslagrecht: iemand kan niet zomaar onder iedere omstandigheid ontslagen worden. Er moet dan aan bepaalde gronden worden voldaan. Een ander voorbeeld is de proeftijd, deze mag niet langer zijn dan twee maanden. Ongelijkheidscompensatie is van dwingend recht, dat wil zeggen dat hiervan niet mag worden afgeweken.

De derde functie van het arbeidsrecht is de ordening van de arbeidsmarkt. Dit is een instrument voor de arbeidspolitiek. De maatschappelijke belangen moeten beschermd worden. De arbeidsmarkt moet door de overheid versoepeld worden. Om te bereiken dat weinig mensen met een uitkering thuis zitten, kan de overheid de voorwaarden voor een uitkering aanscherpen, zodat minder mensen thuis zitten met een uitkering. Dit zijn voorbeelden waarmee de arbeidsrecht geordend kan worden. Twee specifieke doelen zijn de waarborgfunctie en activering. De waarborgfunctie houdt in dat als een werknemer niet meer aan het arbeidsproces kan deelnemen, er een vervangend of aanvullend inkomen geboden.....read more

Access: 
Public
Arbeidsrecht Hoorcollege 4: Uitvoering arbeidsovereenkomst II

Arbeidsrecht Hoorcollege 4: Uitvoering arbeidsovereenkomst II

Tijdens dit college wordt loondoorbetaling bij ziekte behandeld, de arbeidsongeschiktheid (WIA).

Voorwaarden voor het doorbetalen van loon

Zie art. 7:629 BW, waar de voorwaarden van loonbetaling in staan. Van belang is dat men in eerste ziek is. Dit moet vastgesteld worden. Ziek zijn houdt in dat er een lichamelijk verandering is, waarvoor ook een medische diagnose gesteld wordt. Dit mag niet verward worden met gevallen waarbij enkel niet gefunctioneerd kan worden, dan hoeft er niet per se sprake te zijn van ziekte. Het kan ook zijn dat iemand enkel niet geschikt is om de werkzaamheden uit te oefenen. Ten tweede is van belang dat je arbeidsongeschikt bent voor de bedongen arbeid, wat betekent dat je deze niet kan verrichten. De bedongen arbeid is een verzamelnaam van de werkzaamheden die gedefinieerd staan in je contract, dus de werkzaamheden die je hebt afgesproken. Tot slot is van belang dat er een causaal verband dient te zijn tussen de arbeidsongeschiktheid en het niet kunnen werken.  Bevallings- en zwangerschapsverlof valt ook onder dit artikel.

 

Er dient altijd rekening te worden gehouden met de vraag of je door de medische klacht ook daadwerkelijk je werk niet meer uit kunt oefenen. Bij een gebroken vinger kun je bijvoorbeeld nog wel computerwerkzaamheden verrichten, maar als pianist kun je je werk echter niet meer uitvoeren. Het hangt dus ook van je professie af of je als ziek aangemerkt kunt worden.

 

De bedrijfsarts en het deskundigenbericht

 

De medische verschijnselen dienen te worden beoordeeld door de bedrijfsarts. De werkgever moet zich hieraan houden. De bedrijfsarts heeft beroepsgeheim; hij mag alleen zeggen wat de werknemer wel of niet kan doen, maar hij mag niet vertellen wat de klachten zijn van de werknemer. Indien er een procedure gestart wordt bij een meningsverschil over ziekte of passendheid van de arbeid, is een deskundigenbericht nodig. Dit is een verklaring van een arts waaruit blijkt dat de werknemer arbeidsongeschikt is. Deze dient te worden opgevraagd bij het UWV door de werknemer. Indien hij dit niet aanlevert wordt hij niet-ontvankelijk verklaard (art. 7:629a BW).

Hierop geldt een uitzondering, geregeld in lid 2: indien dit niet van de werknemer gevergd kan worden, is de deskundigenverklaring niet nodig. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de werknemer in het ziekenhuis ligt.

Dit wordt ook duidelijk vastgesteld in HR Werknemer/Connexxion. In deze casus was lid 2 van het artikel van toepassing.

 

Pas als de rechter de werknemer gelijk geeft, heeft de werknemer recht op doorbetaling van het loon. Dit geldt wel met terugwerkende kracht. Indien de procedure niets oplevert kan de werknemer nog proberen aanspraak op loon te maken door middel van art. 7:628 BW.

 

Hoogte wettelijke aanspraak

 

De hoogte van de wettelijke aanspraak is op grond van art. 7:629 BW 70% van het loon, en ten minste 100% van het minimumloon gedurende de eerste 52 weken. Indien je ziek wordt, heb je recht op het minimumloon. Indien je met 70% onder de grens van het minimumloon terechtkomt, heb je recht op de volle.....read more

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1398
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Follow the author: Bwillemsen96