hoofdstuk 8 Classificatie van (opvoedings) problemen: het Classificatiesysteem voor de Aard van de Problematiek van cliënten in de Jeugdzorg (CAP-J) als nieuwe DSM vanuit het perspectief van de diagnostische cyclus(DC)

Hoofdstuk 8 Classificatie van (opvoedings-)problemen: het Classificatiesysteem voor de Aard van de Problematiek van cliënten in de Jeugdzorg (CAP-J) als nieuwe DSM vanuit het perspectief van de diagnostische cyclus (DC)

In dit hoofdstuk wordt de status van het CAP-J-classificatiesysteem van opvoedingsproblemen uit het oogpunt van DC uitgediept. Daarnaast wordt er gekeken hoe opvoedingsproblemen in de PLDC (praktijkleer van de diagnostische cyclus) zich verhouden. Vervolgens wordt er beschreven wat er onder opvoedingsproblemen in de CAP-J verstaan wordt en hoe er geclassificeerd wordt. Dan komt er een evaluatie over de bruikbaarheid van de PLDC. In de afsluitende paragraaf, de epiloog, staan er relativerende opmerkingen.   

Hoe komen opvoedingsproblemen in de DC en PLDC aan de orde?

De DC doorloopt vier fases: klachtenanalyse, probleemanalyse, oorzaakanalyse en indicatieanalyse. Het doel van elke fase is het stellen van een diagnose, deze worden ook omschreven als een verhelderende (klachtenanalyse), onderkennende (oorzaakanalyse), verklarende (oorzaakanalyse) en indicerende (indicatieanalyse). Ouders zijn een belangrijke informatiebron voor het maken van de klachtenanalyse. Ouders kunnen goed inzien wat de emotionele problemen zijn bij hun kind en tot welke gedragsproblemen dit leidt. Als je een goede probleemanalyse maakt, dan kan je heel specifiek in de literatuur vinden wat de oorzaken en behandelingen zijn. Bij de verklaringsanalyse wordt gekeken naar de omstandigheden van het kind in combinatie met de ouders en omgeving zodat duidelijk wordt waardoor de problemen zijn ontstaan en hoe ze in stand worden gehouden. Bij de oorzaakanalyse worden de resultaten van de probleemanalyse en verklaringsanalyse samengebracht. In de indicatieanalyse wordt er getoetst en er wordt specifiek gekeken welke rol de ouder het best kan vervullen om de problemen van het kind op te lossen. Het classificeren van opvoedingsgedrag is bij de werkwijze van de PLDC niet aan de orde en de vraag is of dat anders is bij CAP-J.    

Hoe is in het CAP-J als nieuwe DSM voor de jeugdzorg de classificatie van opvoedingsproblemen opgezet?

Wat duidelijk moet zijn is de opbouw van CAP-J als nieuw DSM voor de jeugdzorg. Vervolgens komt de vraag hoe deze classificatie is uitgewerkt wat betreft het individu gebonden emotionele en gedragsproblemen die qua inhoud gerelateerd zijn aan DSM-stoornissen?

Het CAP-J als nieuwe DSM voor de jeugdzorg

Het CAP-J loopt als classificatiesysteem gelijk aan dat van DSM. Het CAP-J heeft net als DSM een vijfassig systeem. Per categorie wordt er een beschrijving van het probleem gemaakt. Bij elke as is er een typering van een (probleem) groep. In totaal zijn er vier classificaties (as, groep, rubriek en subrubriek) bij elke aparte as. De vijf assen met betreffende (probleem) groepen zijn:

  • Psychosociaal functioneren jeugdige
  • Lichamelijk gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren jeugdige
  • Vaardigheden en cognitieve ontwikkeling jeugdige
  • Gezin en opvoeding
  • Jeugdige en omgeving.

Relatie tussen CAP-J-problemen en DSM-4, opvoedingsproblemen uitgezonderd

Een aantal problemen heeft bij CAP-J minder ernstige varianten dan bij DSM-stoornissen, zie as A en C. Maar over het algemeen kan geconcludeerd worden dat zowel op inhoud als de wijze waarop een probleem wordt gezien hetzelfde is als bij DSM-4. Toch zijn er op de assen A en C problemen genoemd die niet als de directe, minder ernstige varianten van DSM-4-stoornissen zijn opgezet. Een voorbeeld hiervan is de ‘Sociale vaardigheidsproblemen’. Wat betreft as D (Gezin en Opvoeding) dan komt het opvoedingsgedrag van de ouder niet direct aan bod. Bij CAP-J zijn de problemen zoals beschreven op de assen, op te vatten als minder ernstige varianten van DSM-4-stoornissen.  

Relatie tussen CAP-J-opvoedingsproblemen en DSM-4

Bij de groepen D100-D300 worden in totaal negentien problemen onderscheiden. Het is een verzameling van probleembeschrijvingen. Er is een belangrijk verschil betreft relatieproblemen, want de relatieproblemen in DSM-4 zijn onder een categorie samen te vatten terwijl het bij CAP-J als op zichzelf staande problemen wordt benoemd. CAP-J doet meer dan benoemen: het specificeert ook een aantal kenmerken aan de hand waarvan de categorie toegekend kan worden.  

Wat zijn nu de belangrijkste conclusies uit de voorgaande paragrafen?

Bij CAP-J valt te zien dat de problemen doorgaans beschouwd worden als minder ernstige varianten van DSM-4. Bij het onderdeel D wordt er door CAP-J een uitwerking gegeven op DSM-4. Het gaat hier om de manier van formuleren van varianten van DSM-4. Het is van belang om in te zien dat het geen stoornissen zijn maar problemen die, in DSM-4-termen gesproken, wel reden voor zorg kunnen zijn. Kortom, de overeenkomsten en verschillen tussen CAP-J en DSM-4 zijn per onderdeel verschillend. Het gaat hierom een uitbreiding en kan niet gezien worden als de ‘nieuwe DSM voor de jeugdzorg’. Specifieke onderdelen worden bij CAP-J gespecificeerd en staan op zichzelf.  

Wat zouden de problemen van DC en PLDC zijn met CAP-J?

Het CAP-J volgt het DSM-format en kan zowel zelfstandig als in combinatie met DSM worden gebruikt. Vanuit het PLDC oogpunt ligt zelfstandig gebruik van CAP-J niet voor de hand, want een belangrijk punt is dat er niet alleen geclassificeerd wordt maar ook geëvalueerd. CAP-J is een aanvulling vooral over ‘Relatieproblemen’, dit is handig voor de toetsing.

Epiloog

Er moet een verdere onderbouwing komen door middel van een gedetailleerde analyse om conclusies te trekken. Dit geldt ook voor conclusies met betrekking op winst die CAP-J vanuit het DC en PLDC oogpunt heeft. Er is geen waardeoordeel aan verbonden vanuit DC en PLDC oogpunt. Als registratie- en communicatiesysteem binnen de jeugdzorg kan het een goede functie hebben, maar als klinisch-gedragswetenschappelijk classificatiesysteem schiet het te kort.   

  • Bij CAP-J valt te zien dat de problemen doorgaans beschouwd worden als minder ernstige varianten van DSM-4.
  • Vanuit het PLDC oogpunt ligt zelfstandig gebruik van CAP-J niet voor de hand, want een belangrijk punt is dat er niet alleen geclassificeerd wordt maar ook geëvalueerd.
  • Als registratie- en communicatiesysteem binnen de jeugdzorg kan het een goede functie hebben, maar als klinisch-gedragswetenschappelijk classificatiesysteem schiet het te kort.   

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Follow the author: mbeukenkamp
Comments, Compliments & Kudos

Fijn te zien dat hoofdstuk 10

Fijn te zien dat hoofdstuk 10, 14, 17 en 18 ook zijn geupload!

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.