Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (1)

MC-vragen

Casus – Van Gogh Los

De broers Bram en Mike hebben een rijk crimineel verleden. In de loop der jaren zijn ze met name bedreven geraakt in woninginbraken, maar nu acht Bram de tijd rijp voor het grotere werk. Daarom heeft hij een aantal weken geleden het plan opgevat een kunstroof te doen. De keuze valt op een zelfportret van Vincent van Gogh dat in het Van Gogh museum in Amsterdam hangt. Na een aantal weken van voorbereiding brengen Bram en Mike het plan van Bram in de nacht van zondag 19 maart 2012 op maandag 20 maart 2012 tot uitvoering. Op de bewuste zondag kopen zij een kaartje bij het museum en smokkelen de spullen die ze nodig hebben bij de roof onder hun kleding mee naar binnen. Aan het eind van de middag verlaat Mike het museum via de bezoekersuitgang, terwijl Bram in het museum achterblijft en zich verstopt in één van de toiletten. Om twee uur ’s nachts komt hij in actie. Binnen luttele seconden schakelt hij het infrarood alarm uit, zodat hij ongestoord de museumzalen kan betreden. Vervolgens boort hij met een kleine handboor het slot uit een raam aan de straatkant, waarna hij zich richting het bewuste doek begeeft. Daar aangekomen trekt hij het doek een stukje weg van de muur en knipt met een tang behendig de beveiligingsdraden los. Met het doek onder zijn arm rent hij richting het raam aan de straatkant, waar Mike hem staat op te wachten. Mike zet snel een trapje tegen de buitenmuur, pakt het schilderij aan en legt het in de vluchtauto. Als ook Bram beneden is, springen zij samen in de auto en rijden met hoge snelheid de nacht in.

Gealarmeerd door een door Bram niet uitgeschakeld beveiligingssysteem komt de politie gelijk in actie. Ook wordt het OM onmiddellijk op de hoogte gesteld van de roof. De uitvalswegen van Amsterdam worden zo snel mogelijk afgesloten en de directe omgeving van het Van Gogh museum wordt uitgekamd. Tevergeefs, de kunstrovers zijn al gevlogen. Het rechercheonderzoek in en rond het museum levert meer op. Na snelle bestudering van de banden van de beveiligingscamera’s bij de ingang van het museum, constateert de politie dat twee mannen het museum samen hebben betreden, maar dat slechts één van hen het museum ook heeft verlaten. Nu er geen enkel spoor van braak vanaf buiten is aangetroffen, gaat de politie er vanuit dat de kunstroof van binnenuit heeft plaatsgevonden. Natrekking van de beeltenissen van de twee mannen in het politiearchief leert dat het hier mogelijk gaat om Bram en Mike en dat zij eerder in aanraking zijn geweest met politie en justitie wegens woninginbraak. Vanaf dat moment worden Bram en Mike door de politie en het OM aangemerkt als verdachte.

Op 20 maart om 7.00 uur besluiten officier van justitie De Vries en rechercheurs JAmyen en Van Beek, beiden opsporingsambtenaren in de zin van artikel 141 sub b Sv en beiden hulpofficier van justitie, dat er snel moet worden gehandeld. In afwachting van de nadere uitkomsten van het buurtonderzoek en het technisch onderzoek in het museum, worden JAmyen en Van Beek alvast richting de woning van de beide broers gestuurd. Zij laten zich hierbij vergezellen door de agenten Dijkstra en De Boer, beiden opsporingsambtenaren in de zin van artikel 141 sub b Sv doch geen hulpofficier van justitie. Bij de woning aangekomen ziet het viertal dat er binnen de woning licht brandt. Hierop besluiten zij de woning een tijdje in de gaten te houden, in de hoop dat de beide broers – al dan niet met het schilderij – naar buiten zullen komen. Na ongeveer een uur komen de beide broers inderdaad naar buiten, maar zonder een pakket dat het schilderij zou kunnen bevatten. Ze stappen in hun auto en rijden rustig de straat uit. JAmyen en Van Beek besluiten de taken te verdelen: JAmyen en Dijkstra zullen het huis van de beide broers binnengaan om te kijken of het schilderij in het huis is achtergebleven, terwijl Van Beek en De Boer de beide broers onopvallend en op gepaste afstand zullen blijven volgen.

Voordat JAmyen en Dijkstra de woning van de broers betreden, nemen zij contact op met officier van justitie De Vries die hen direct schriftelijk machtigt tot het betreden van de woning ter inbeslagneming van het schilderij, voor het geval zij dat in de woning aantreffen. Na het telefoongesprek komen JAmyen en Dijkstrain actie, ze forceren het slot van de voordeur van de beide verdachten en betreden de woning. Nadat zij alle kamers hebben doorlopen en niets hebben aangetroffen, doorzoeken JAmyen en Dijkstraalle kasten van de woning. Wanneer ook dit geen succes oplevert, gaan zij grondiger te werk. Ze schuiven het meubilair van de muur, tillen de bedden van de grond en beginnen te tikken op vloeren en muren, op zoek naar eventuele holle ruimtes. Helaas levert hun zoektocht niets op. Eenmaal terug in hun auto stellen ze hun collega’s op de hoogte van hun verrichtingen.

Nadat zij zijn ingelicht door hun collega’s, besluiten Van Beek en De Boer dat het hun beurt is om tot actie over te gaan. Ze halen Bram en Mike in en dwingen hen te stoppen. Omdat Van Beek eerst met zekerheid de identiteit van de beide jongens wil vaststellen, vraagt hij Bram naar zijn rijbewijs. Inzage in het rijbewijs bevestigt Van Beek in zijn vermoeden dat hij hier te maken heeft met de verdachten. Hierop vraagt hij de beide jongens waarheen zij op weg zijn. Bram antwoordt: ‘Gewoon naar een klant. Waarom wilt u dat weten, agent?’. Dan valt het oog van Van Beek op een groot bruin pak dat plat op de achterbank ligt. ‘Wat zit er in dat pak, als ik mag vragen?, vraagt hij. Bram antwoordt dat het een levering voor een klant is. Hierop besluit Van Beek dat het welletjes is en voegt de beide jongens toe: ‘Heren, ik verzoek u uit te stappen, ik houd u bij deze aan op verdenking van diefstal van een kostbaar schilderij.’ De beide broers gehoorzamen en worden door Van Beek en De Boer ingerekend. Bij de latere doorzoeking van de auto van de broers wordt het schilderij echter niet aangetroffen.

Na aankomst op het bureau om 12.00 uur worden beide broers opgehouden voor onderzoek en direct – zonder overleg te hebben kunnen voeren met een raadsman – aan een verhoor onderworpen. Hierbij bekennen zij die dag daarvoor naar het Van Gogh museum te zijn geweest, maar ontkennen elke betrokkenheid bij de diefstal. Om 21.00 uur worden zij in verzekering gesteld door Van Beek en De Boer. Op donderdag 23 maart 2012 worden Bram en Mike om 10.00 uur voorgeleid bij de rechter-commissaris die hen voor veertien dagen in bewaring stelt. Hierna wordt de gevangenhouding van de beide broers voor de duur van negentig dagen bevolen. Op 10 juni 2012 wordt aan de beide broers op rechtens correcte wijze een dagvaarding betekend.

Aan zowel Bram als Mike wordt tenlastegelegd dat:

1. hij op of omstreeks de periode van 19 maart 2012 tot en met 20 maart 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, althAmy alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen het schilderij ‘Zelfportret’ van Vincent van Gogh, althAmy een schilderij, althAmy enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Van Gogh museum, althAmy aan een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s).

(artikel 310 jo. 311 lid 1 sub 4° Wetboek van Strafrecht)

2. hij op of omstreeks de periode van 19 maart 2012 tot en met 20 maart 2012 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een raam, althAmy een goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Van Gogh museum, althAmy aan een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door met een boormachine, althAmy met een stuk gereedschap, het slot van dat raam te forceren en/of uit dat raam te boren.

(artikel 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Uiteindelijk wordt de zaak na een eerdere pro forma zitting op 6 september 2012 inhoudelijk behandeld. De beide broers verblijven op dat moment nog steeds in voorlopige hechtenis.

MC-vragen met vier alternatieven naar aanleiding van de casus

Vraag 1

Waren de vier opsporingsambtenaren bevoegd de woning van Bram en Mike in de gaten te houden?

  1. nee, een opsporingsambtenaar is slechts bevoegd tot observatie na een bevel hiertoe van de officier van justitie;
  2. nee, er was geen sprake van een heterdaad situatie;
  3. ja, zij waren hiertoe bevoegd op grond van artikel 3 Politiewet 2012 en artikel 141 Sv;
  4. ja, zij waren hiertoe bevoegd op basis van de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.

Vraag 2

Waren de agenten JAmyen en Dijkstra bevoegd de woning van Bram en Mike te betreden en te doorzoeken ter inbeslagneming van het schilderij?

  1. zij waren noch tot het betreden van de woning noch tot het doorzoeken van de woning bevoegd;
  2. zij waren wel bevoegd tot het betreden van de woning, maar zij waren niet bevoegd tot het doorzoeken van de woning;
  3. zij waren zowel tot het betreden van de woning als tot het doorzoeken van de woning bevoegd;
  4. dat hangt af van de vraag of de agenten zich daarbij hebben gehouden aan de beginselen van een behoorlijke strafrechtspleging.

Vraag 3

Was opsporingsambtenaar Van Beek bevoegd Bram en Mike te vragen waarheen zij op weg waren en wat er in het bruine pakket op de achterbank zat?

  1. ja, er was immers slechts sprake van toezicht;
  2. ja, maar Van Beek had Bram en Mike eerst de cautie moeten geven;
  3. nee, hiermee maakte Van Beek een ernstige inbreuk op de grondrechten van Bram en Mike;
  4. nee, er was immers geen sprake van een verhoorsituatie.

Vraag 4

Op welke datum is in de onderhavige casus volgens de systematiek van het Wetboek van Strafvordering de vervolging gestart?

  1. 20 maart 2012;
  2. 23 maart 2012;
  3. 10 juni 2012;
  4. 6 september 2012.

Vraag 5

Tijdens het onderzoek ter terechtzitting voeren Bram en Mike bij monde van hun raadsman het verweer dat zij voorafgaand aan hun eerste verhoor toegang tot een raadsman hadden moeten hebben. Welke van de volgende stellingen is in dit verband juist?

  1. dit verweer is niet gegrond, aangezien Bram en Mike door bij hun eerste verhoor een verklaring af te leggen, afstand hebben gedaan van hun consultatierecht;
  2. dit verweer is niet gegrond, nu het consultatierecht slechts geldt vanaf het moment van inverzekeringstelling;
  3. dit verweer is gegrond, maar dit behoeft geen consequenties te hebben nu Bram en Mike hierdoor niet in hun belangen zijn geschaad;
  4. dit verweer is gegrond, hetgeen dient te leiden tot uitsluiting voor het bewijs van de tijdens het eerste verhoor afgelegde verklaringen.

Vraag 6

Om wat voor type tenlastelegging gaat het in deze casus?

  1. een enkelvoudige tenlastelegging;
  2. een gekwalificeerde tenlastelegging;
  3. een primair/subsidiaire tenlastelegging;
  4. een cumulatieve tenlastelegging.

Vraag 7

Hoe kan het onder 1 tenlastegelegde delict het best worden omschreven?

  1. als een commissiedelict;
  2. als een materieel omschreven delict;
  3. als een door het gevolg gekwalificeerd delict;
  4. als een culpoos delict.

Vraag 8

Stel dat het schilderij beschadigd in de auto van Bram en Mike zou zijn aangetroffen en dat de schade op € 120.000,- wordt begroot. Kan het Van Gogh museum deze schade in de context van het strafproces op Bram en Mike verhalen?

  1. ja, mits wordt aangenomen dat Bram en Mike naar burgerlijk recht aAmyprakelijk zijn voor de schade aan het schilderij;
  2. nee, een dergelijke vordering is te hoog om in de context van het strafproces te kunnen behandelen;
  3. nee, er is hier immers geen sprake van rechtstreekse schade;
  4. nee, maar de rechter kan wel uit eigen beweging een schadevergoedingsmaatregel in de zin van art. 36f Sr aan Bram en Mike opleggen.

Vraag 9

Bram en Mike worden op 20 september 2012 zowel ter zake van diefstal in vereniging (artikel 310 jo. 311 lid 1 sub 4° Sr) als ter zake van vernieling (artikel 350 lid 1 Sr) veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes jaar. Tegen dit vonnis wordt noch door het Openbaar Ministerie noch door de beide broers hoger beroep ingesteld.

Omstreeks welke dag zullen Bram en Mike dan weer op vrije voeten komen?

  1. op of omstreeks 20 maart 2016;
  2. op of omstreeks 20 september 2016;
  3. op of omstreeks 20 maart 2018;
  4. op of omstreeks 20 september 2018.

Overige MC-vragen

Vraag 10

Nederland kent een negatief wettelijk bewijsstelsel. Dit houdt in dat de rechter alleen maar gebruik mag maken van hetgeen in de wet als bewijsmiddelen is aangewezen. Daarnaast moet de rechter op grond van de bewijsmiddelen ook de overtuiging hebben bekomen dat de verdachte het ten laste gelegde begaan heeft.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 11

Verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer zijn beide maatregelen gericht op het uit de samenleving halen van voorwerpen die naar aanleiding van een mogelijk gepleegd strafbaar feit in beslag zijn genomen.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 12

Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, is strafbaar indien de voorbereiding zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 13

Bij een voorwaardelijke veroordeling wordt altijd de algemene voorwaarde gesteld dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit. Daarbovenop kunnen eventueel bijzondere voorwaarden worden gesteld waaraan de veroordeelde zich binnen de proeftijd moet houden.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 14

Indien de officier van justitie ervoor kiest een aantal strafbare feiten ad informandum te voegen aan de dagvaarding en de rechter deze feiten ook als zodanig afdoet, is er ten aanzien van die feiten geen sprake van vervolging. Hierdoor stuit een eventueel latere vervolging van deze feiten niet af op het ne bis in idem beginsel.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 15

Het legaliteitsbeginsel staat in de weg aan de toepassing van extensieve interpretatie.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 16

Op verzoek van de verdachte kan de rechter-commissaris bevelen dat een getuige de status van bedreigde getuige krijgt toegekend.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 17

In het De auditu arrest (HR 20 december 1926, NJ 1927, 85) heeft de Hoge Raad een belangrijke nuancering aangebracht op het beginsel van interne openbaarheid.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 18

Van de deelnemingsvorm doen plegen (art. 47 lid 1, 1° Sr) is alleen sprake als degene die het gedrag uit de delictsomschrijving heeft verricht, niet kan worden gestraft.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 19

In de delictsomschrijving van strafbare feiten die als misdrijven zijn aangewezen, is altijd een subjectief bestanddeel opgenomen.

  1. Dit is juist
  2. Dit is onjuist

Vraag 20

Mees moet op 10 april 2013 voor de meervoudige kamer in Den Haag verschijnen. Hem wordt een diefstal (art. 310 Sr) gepleegd op 5 maart 2013 en vernieling (art. 350 lid 1 Sr) gepleegd op 8 maart 2013 ten laste gelegd. Wat is de maximale duur van de gevangenisstraf die in dit geval aan Karel kan worden opgelegd indien de rechter tot een veroordeling komt?

  1. 2 jaar
  2. 4 jaar
  3. 5 jaar en 4 maanden
  4. 6 jaar

Vraag 21

Welke stelling over schulduitsluitingsgronden is niet juist?

  1. een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond leidt in beginsel tot ontslag van alle rechtsvervolging. Dit is anders bij een culpoos delict, waarbij een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond leidt tot vrijspraak;
  2. schulduitsluitingsgronden tasten de verwijtbaarheid aan;
  3. afwezigheid van alle schuld is een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond, ontwikkeld door de Hoge Raad in het Veearts-arrest (HR 20 februari 1933, NJ 1933, 918);
  4. een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond zorgt ervoor dat de dader niet meer strafbaar is.

Vraag 22

Robin heeft een dagvaarding uitgereikt gekregen waarin hem een gewapende overval ten laste wordt gelegd. Hij meent echter dat het voor hem te belastend is om voor de rechtbank te verschijnen. Daarom stelt hij bezwaar in tegen de dagvaarding. Wat is niet juist met betrekking tot dit bezwaar?

  1. de rechtbank toetst de vervolgingsbeslissing van het Openbaar Ministerie integraal;
  2. het bezwaar moet binnen acht dagen na de betekening van de dagvaarding worden ingediend bij de rechtbank;
  3. het bezwaar wordt door de raadkamer van de rechtbank achter gesloten deuren behandeld;
  4. de ratio van het bezwaar is het bieden van een waarborg tegen het terechtstaan in het openbaar.

Vraag 23

De tweede hoofdvraag van art. 350 Sv die de rechter moet beantwoorden betreft de zogeheten kwalificatievraag. Welk van de onderstaande gevallen staat niet in de weg aan een positieve beantwoording van de vraag of het door de rechter bewezen verklaarde feit ook een strafbaar feit is?

  1. de officier van justitie is vergeten een bestanddeel uit de delictsomschrijving in de tenlastelegging op te nemen;
  2. de tenlastelegging bevat slechts een (feitelijke) omschrijving van een bestanddeel uit de delictsomschrijving;
  3. de feitelijke omschrijving van een bestanddeel in de tenlastelegging komt niet overeen met het bestanddeel in de delictsomschrijving;
  4. de toepasselijke strafbepaling wordt onverbindend verklaard.

Vraag 24

Welk van de onderstaande alternatieven met betrekking tot de rechterlijke competentie is niet juist?

  1. binnen de rechtbank worden zware misdrijven afgedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters;
  2. binnen de rechtbank worden lichte misdrijven en overtredingen afgedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit één rechter;
  3. op het niveau van de rechtbank voorziet de wet in nadere aanduidingen van de enkelvoudige kamer voor strafzaken, namelijk in die van de kantonrechter en die van de politierechter;
  4. binnen de rechtbank worden lichte misdrijfzaken afgedaan door de kantonrechter en overtredingen door de politierechter.

Vraag 25

Sanne vraagt ter terechtzitting voor het eerst om het horen van een getuige die niet eerder is gehoord. Welk van onderstaande mogelijkheden heeft zij hiertoe?

  1. Sanne kan ingevolge art. 182 Sv de rechter-commissaris verzoeken onderzoekshandelingen te verrichten, bestaande uit het oproepen van getuigen;
  2. Sanne kan ingevolge art. 263 Sv deze getuige bij de officier van justitie opgeven;
  3. Sanne kan ingevolge art. 287 Sv de rechtbank verzoeken deze getuige te laten oproepen;
  4. Sanne kan ingevolge art. 315 jo. 328 Sv de rechtbank verzoeken deze getuige te laten oproepen.

Vraag 26

Aan welk beginsel toetst de rechter de rechtmatigheid van de vervolgingsbeslissing van de officier van justitie niet?

  1. gelijkheidsbeginsel;
  2. vertrouwensbeginsel;
  3. het verbod op détournement de pouvoir;
  4. opportuniteitsbeginsel.

Vraag 27

De surveillerende opsporingsambtenaar Joost ziet in het park Michiel zitten. Enige dagen geleden is Michiel weggerend toen Joost hem wilde aanhouden wegens een poging tot diefstal in een winkel (art. 45 jo. art. 310 Sr). Joost wil nu zijn kAmy grijpen door Michiel buiten heterdaad aan te houden. Terwijl Joost op Michiel afloopt maken de twee oogcontact. Michiel glimlacht en vraagt vriendelijk of er iets is. Joost neemt geen enkel risico en wil Michiel door middel van een karatetrap tegen de grond werken om hem te kunnen aanhouden. Michiel weet Joost echter eenvoudig af te weren door hem een stevige duw te geven. Joost valt achterover, komt ten val en raakt met zijn hoofd een stoeprand. Hij loopt daarbij een schedelbasisfractuur op.

Michiel wordt vervolgd voor ‘zware mishandeling’ (art. 302 lid 1 Sr). Op welke strafuitsluitingsgrond zou Michiel zich succesvol kunnen beroepen?

  1. noodweer;
  2. niet op noodweer, maar wel op noodweerexces;
  3. zowel op noodweer als op noodweerexces;
  4. noch op noodweer, noch op noodweerexces.

Vraag 28

Op een mooie dag besluit Daan nu eens niet te gaan eten met zijn collega’s in de bedrijfskantine van ABC Publishing te Amsterdam, maar eens lekker te gaan lunchen in de buitenlucht op het terras van restaurant Buitengewoon. Na een exquise lunch verlaat Daan het terras, echter zonder te betalen. Dit bevalt Daan uitermate goed en hij gaat die zomer structureel lunchen in het centrum van Amsterdam en elke keer verlaat hij het terras zonder te betalen. Dit gaat goed totdat hij op een dag door een politieagent in de kraag wordt gegrepen wanneer hij, wederom zonder te betalen, het terras probeert te verlaten. Daan wordt door de rechtbank veroordeeld ter zake van flessentrekkerij (art. 326a Sr). Tot welke van de volgende combinaties van straffen kan de rechtbank hem niet veroordelen?

  1. een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaar en een geldboete van € 5.000,-;
  2. een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar waarvan zes maanden voorwaardelijk;
  3. een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar en een taakstraf voor de duur van 200 uur;
  4. een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar en een voorwaardelijke geldboete van € 17.500,-.

Vraag 29

Amy helpt al jaren een vermogende alleenstaande dame. Zij weet dat de dame haar spaargeld ergens in huis heeft verstopt. Amy heeft hoge schulden en denkt er al maanden over om de dame met een mes te bedreigen en haar geld te stelen. Op een vroege morgen besluit Amy de daad bij het woord te voegen. Ze parkeert haar auto voor de woning van de dame, trekt een masker voor haar gezicht en neemt een keukenmes stevig in de hand. Amy twijfelt en blijft nog zeker vijf minuten in haar auto zitten. Dan stapt ze uit, loopt naar de deur van de woning en belt aan. Op dat moment gaat de deur van de buurman open. De buurman kijkt Amy verwonderd aan. Amy schrikt en rent weg. Een paar straten verderop wordt ze door een motoragent opgevangen. Een buurtbewoner die Amy in haar auto heeft zien zitten blijkt de politie te hebben gebeld. Amy wordt vervolgd voor een poging tot diefstal met geweld (art. 45 jo. 312 lid 1 Sr).

Welk van de onderstaande beweringen is juist?

  1. er is geen sprake van een strafbare poging, want er is geen begin van uitvoering;
  2. er is geen sprake van een strafbare poging, want de verdachte heeft geen voornemen gehad om het strafbare feit diefstal met geweld te begaan.
  3. er is geen sprake van een strafbare poging, want de verdachte is vrijwillig teruggetreden;
  4. er is wel sprake van een strafbare poging.

Vraag 30

Waarom wordt door de wetgever in bepaalde delictsomschrijvingen het bestanddeel wederrechtelijkheid opgenomen?

  1. omdat het opnemen van wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving de mogelijkheid opent een beroep te doen op een rechtvaardigingsgrond;
  2. omdat de delictsomschrijving onvoldoende zou onderscheiden tussen strafwaardig en niet-strafwaardig gedrag wanneer dit bestanddeel niet zou zijn opgenomen;
  3. omdat zonder het opnemen van wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving de tenlastelegging niet bewezen zou kunnen worden.
  4. omdat wederrechtelijkheid een algemene voorwaarde voor strafbaarheid is, waaraan altijd moet worden voldaan.

Vraag 31

De derde vraag van art. 348 Sv ziet op de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Welke van de volgende alternatieven vormt geen mogelijke reden voor niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie?

  1. schending van het vertrouwensbeginsel;
  2. overlijden van de verdachte;
  3. schending van de redelijke termijn;
  4. overdracht van de vervolging aan het buitenland.

Vraag 32

Merel vernielt een bushokje. De vernieling wordt geregistreerd door bewakingscamera’s van een nabijgelegen warenhuis. Merel wordt vervolgd voor het vernielen van het bushokje (art. 350 Sr). Tijdens het onderzoek ter terechtzitting voert de raadsman van Merel aan dat zij handelde onder grote druk van een paar meiden met wie zij ruzie had en die dreigden haar huis in de fik te zitten als ze het bushokje niet zou vernielen. Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. de raadsman doet een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand. Aanvaarding van dit verweer leidt tot vrijspraak;
  2. de raadsman doet een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand. Aanvaarding van dit verweer leidt tot ontslag van alle rechtsvervolging;
  3. de raadsman doet een beroep op psychische overmacht. Aanvaarding van dit verweer leidt tot vrijspraak;
  4. de raadsman doet een beroep op psychische overmacht. Aanvaarding van dit verweer leidt tot ontslag van alle rechtsvervolging.

Antwoordindicatie MC-vragen

  1. C
  2. B
  3. B
  4. B
  5. B
  6. D
  7. A
  8. A
  9. A
  10. A
  11. B
  12. B
  13. A
  14. B
  15. B
  16. A
  17. B
  18. A
  19. A
  20. C
  21. C
  22. A en D
  23. B
  24. D
  25. D
  26. D
  27. A
  28. C
  29. D
  30. B
  31. C
  32. D
Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Inleiding Strafrecht - Rechten - B1 - UL - Oefenbundel

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2018

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2018

MC-vragen casus

Casus

De vrienden Luxor, Rudolf en Abel zijn lid van dezelfde Rotterdamse studentenvereniging. In het kader van hun ontgroening moeten zij dagelijks nieuwe opdrachten uitvoeren. Op woensdag 3 oktober 2016, de derde dag van de ontgroening, krijgen zij de volgende opdracht van het bestuur van hun dispuut: ‘Haal het nieuws en neem een cadeau mee.’ Luxor heeft een geniaal idee: ze gaan naar het attractiepark Madurodam in Den Haag om daar een miniatuurvliegtuig mee te nemen om dat vervolgens in de ochtendshow van Leonie Schagen op Radio Veronica aan de presentatrice aan te bieden. Abel en Rudolf vinden het een ‘superchill’ idee en de jongens besluiten het plan met zijn drieën uit te voeren. Ze spreken af dat Luxor een busje zal huren en dat Abel daarmee zal rijden. Eenmaal bij Madurodam aangekomen, zullen Luxor en Abel over de omheining van Madurodam klimmen om een miniatuurvliegtuig mee te nemen, terwijl Rudolf op de uitkijk zal staan. Vervolgens zullen ze direct doorrijden naar de studio van Radio Veronica.

Op donderdag 4 oktober 2016, tegen vijf uur in de ochtend, gaan de heren op pad. Nog geen uur later parkeren zij het busje in de bosjes bij de omheining van Madurodam in Den Haag. Terwijl Rudolf op de uitkijk staat, klimmen Luxor en Abel over de omheining. Al snel hebben zij een miniatuurvliegtuig gezien dat zich gemakkelijk laat verplaatsen en tillen dit over het hek. Even later ligt het miniatuurvliegtuig achterin het busje en gaan de jongens op weg naar de studio van Radio Veronica in Hilversum. Wat de jongens niet weten is dat de nachtwaker van Madurodam de jongens heeft zien lopen toen zij met het miniatuurvliegtuig naar het busje liepen. De door hem gealarmeerde politie arriveert net te laat, maar geeft over de radio direct een signalering uit. Op basis daarvan kijken alle surveillancewagens in de wijde omtrek uit naar het busje van de jongens. Desalniettemin arriveren de jongens tegen een uur of zeven ongehinderd bij de studio van Radio Veronica. In de uitzending vertellen de jongens uitgelaten over wat ze die nacht hebben gedaan en laten trots het miniatuurvliegtuig zien aan presentatrice Leonie Schagen en redactrice Amanda Buren. Leonie en Amanda zijn niet bepaald gecharmeerd van de actie van de jongens. Amanda – die in het verleden een blauwe maandag rechten heeft gestudeerd – aarzelt geen moment en houdt de jongens in de studio aan wegens verdenking van diefstal van het miniatuurvliegtuig en belt onmiddellijk de politie. Kort daarna draagt Amanda de jongens over aan de inmiddels gearriveerde politieagenten Vladder en Overbrecht. De agenten nemen ook het miniatuurvliegtuig in beslag.

De jongens worden door de agenten overgebracht naar het politiebureau in Hilversum. De daar aanwezige hulpofficier van justitie Groenen geeft direct na aankomst, om 8.00 uur, het bevel om de drie jongens op te

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (1)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (1)

MC-vragen

Vraag 1

In het Runescape-arrest voerde de verdediging het verweer dat geen sprake was van diefstal als bedoeld in artikel 310 Sr, aangezien het in de tenlastelegging opgenomen virtuele amulet en masker niet kunnen worden aangemerkt als zijnde een ‘goed’ in de zin van artikel 310 Sr. Hoe noemt men een dergelijk verweer?

  1. Een betrouwbaarheidsverweer
  2. Een Meer- en Vaartverweer
  3. Een rechtmatigheidsverweer
  4. Een Dakdekkerverweer

Vraag 2

Voor de toepassing van welke van de volgende vrijheidsbenemende dwangmiddelen dient er meer dan een eenvoudige verdenking te bestaan?

  1. Aanhouding
  2. bewaring
  3. ophouden voor onderzoek
  4. inverzekeringstelling

Vraag 3

In Ons Strafrecht (4e druk, 1970, deel 1, p. 195) schrijft J.M. van Bemmelen: ‘De in….[1]…ondernomen handelingen zijn wel onrechtmatig. …..[2]…. daar tegen kan zijn toegelaten. Alleen geldt ook voor deze …..[2]…. opnieuw zowel het subsidiaireits- als het proportionaliteitsbeginsel en zelfs in nog sterkere mate dan anders, omdat van de oorspronkelijke aanrander verwacht mag worden, dat hij de hevigheid van de gemoedsbeweging die hij door zijn aanranding heeft veroorzaakt, beseft.’

Welke van de onderstaande termen horen op plaats [1] en [2]?

  1. Op plaats [1] hoort ‘psychische overmacht’ en op plaats [2] hoort ‘overmacht in de zin van noodtoestand’
  2. Op plaats [1] hoort ‘overmacht in de zin van noodtoestand’ en op plaats [2] hoort ‘psychische overmacht’
  3. Op plaats [1] hoort ‘noodweerexces’ en op plaats [2] hoort ‘noodweer’
  4. Op plaats [1] hoort ‘noodweer’ en op plaats [2] hoort ‘noodweerexces’

Vraag 4

Door het schrappen van welk onderdeel van artikel 323a Sr wordt de reikwijdte van de strafbaarstelling kleiner?

  1. wederrechtelijk
  2. met een bepaald doel
  3. opzettelijk
  4. dan wel door of vanwege een volkenrechtelijke organisatie

Vraag 5

Een medeplichtige wordt niet als dader van het strafbare feit gezien, omdat zijn opzet niet is gericht op het strafbare feit dat wordt gepleegd, maar slechts op de deelneming aan dat feit.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 6

De vraag naar causaliteit is vooral relevant bij formeel omschreven delicten.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 7

De gemeente Utrecht wijst specifieke vuurwerkvrije zones aan. Het afsteken van vuurwerk in deze zones is ook tijdens Oud en Nieuw strafbaar op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening. Enkele baldadige tieners steken op oudejaarsdag vuurwerk af naast de woning van Ruud, die in een vuurwerkvrije zone woont. Ruud mag deze tieners op heterdaad aanhouden.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 8

Wanneer een richtlijn na het verstrijken van de omzettingstermijn nog niet is geïmplementeerd door onze wetgever, kan een verdachte worden veroordeeld op basis van de in de betreffende richtlijn opgenomen strafbepalingen.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 9

Internationale samenwerking wordt

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (2)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (2)

MC-vragen

Casus

In een museum te Rotterdam vindt op 10 oktober 2015 de feestelijke opening plaats van een tentoonstelling van de controversiële fotograaf Terry Richardson. Vanwege de omstreden reputatie van Richardson is veel pers aanwezig. Voorafgaand is er op de sociale media fel gediscussieerd over een opstelling die bestaat uit een groot met water gevuld ligbad waarin tweehonderd donderkopjes zwemmen. In het ligbad zijn drie metalen elektroden neergelaten, gekoppeld aan een elektrische installatie. Op deze installatie is een grote rode knop bevestigd. De opstelling suggereert dat, zodra men als museumbezoeker op de rode knop drukt, een stroomstoot door het bad wordt geleid waardoor alle donderkopjes worden geëlektrocuteerd.

Voorafgaand aan de opening verzamelt zich een groep demonstranten bij de ingang van het museum. Michael, één van hen, houdt een spandoek van ongeveer anderhalve meter breed aan twee houten latten omhoog, met daarop de tekst 'Dood aan de kopjeskiller'. Evelien, de vriendin van Michael, is wat minder activistisch en bewandelt de juridische weg. Zij heeft bij de politie aangifte gedaan tegen het museum vanwege het uitlokken tot het beschadigen van een dier (art. 47 lid 1 sub 2 jo. 350 lid 2 Sr). Intussen gaat de openingsceremonie in het museum gewoon door. De directeur van het museum houdt een speech waarin hij op het controversiële kunstwerk ingaat. Nadat hij zich naast het kunstwerk heeft opgesteld, vertelt hij: 'Dit werk daagt ons ironisch en indringend uit te reflecteren op onze zelfgeschapen identiteit van "kouwe kikkerlandje", en biedt ons aan ons alter ego op geïndustrialiseerde wijze ruw te beëindigen. Het confronteert ons gelijktijdig met onze zelfidentificatie, met de door onszelf gecreëerde mogelijkheden aan ons bestaan een einde te maken, alsmede met onze onmogelijkheid afstand te nemen van onze beheersingsdrang.'

Aan het einde van het verhaal van de directeur is er gelegenheid voor de aanwezige journalisten om aan de directeur vragen te stellen. Er is ook een verslaggever van radiozender BNR aanwezig, wiens opnames live worden uitgezonden. Deze verslaggever stelt de voor de hand liggende vraag: 'Vindt u het geen dierenmishandeling om zó met deze donderkopjes om te gaan?' De directeur antwoordt: 'Als iedereen van die knop afblijft, gebeurt er niets. Het publiek heeft het dus helemaal aan zichzelf te wijten als er straks tweehonderd dode donderkopjes ronddrijven in dit museum.' Michael, die buiten meeluistert met de radio-uitzending, ontsteekt hierop in razernij. Hij stormt met zijn spandoek naar binnen, omzeilt drie beveiligers, en dringt door tot de plaats bij het bewuste kunstwerk waar de museumdirecteur de journalisten te woord staat. Gedurende zijn tocht zijn er al flink wat links-radicale pamfletten uit zijn binnenzak gevallen, maar daardoor laat Michael zich niet afremmen. Schreeuwend en tierend baant hij zich een weg naar voren, grijpt de latten van zijn spandoek stevig in zijn beide handen en haalt met een ferme zwaai uit naar

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2015

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2015

MC-vragen

Casus 'De licht-ontvlambare voetbalvete'

Van oudsher bestaat er een flinke rivaliteit tussen de voetbalclubs van de dorpen Lienden en Ochten. Het voetbalkampioenschap in augustus vormt voor beide dorpen het hoogtepunt van het jaar. Dit jaar zijn de verwachtingen extra hoog gespannen nu de dertigste editie zal plaatsvinden. Op 10 augustus 2014 zal de strijd losbarsten. Vanwege het belang van deze wedstrijd is besloten de wedstrijd op neutraal terrein in een aangrenzende gemeente te laten plaatsvinden. Hans, Imke en Johan wonen alle drie in Lienden en zijn van kinds af aan groot fan van de voetbalclub van Lienden. Nog nooit hebben ze een wedstrijd gemist en al tijden kijken ze uit naar de eindwedstrijd van dit jaar. Na ruim anderhalf uur voetbal, waarbij Hans, Imke en Johan vanaf hun vaste plaatsen op de publiekstribune keihard hebben staan supporten, valt hun droom in duigen: het team van Lienden verliest de wedstrijd. Het verdriet is groot en tijdens het jubileumfeest dat na de wedstrijd plaatsvindt, grijpen Hans, Imke en Johan gedrieën naar drank. Nadat ze ieder zo'n acht flesjes Heineken hebben gedronken, zegt Johan tegen Imke en Hans dat ze wraak zouden moeten nemen. Hij geeft aan dat hij thuis nog vuurpijlen en wasbenzine heeft liggen, waarmee ze het clubhuis van de voetbalclub van Ochten voor eens en voor altijd van de wereld kunnen laten verdwijnen. Hans en Imke zijn direct enthousiast en roepen instemmend: "Ja, laten we de boel affikken". Terwijl ze naar het bestelbusje van Johan lopen, komen ze hun vriend Aron tegen. Johan spreekt hem aan en vraagt of hij even op zijn mobiele telefoon het weerbericht wilt checken om te zien of het de komende uren droog blijft, omdat dat "absoluut noodzakelijk is voor het plan dat ze met z'n drieën hebben". Aron ziet dat Johan niet bepaald vrolijk is en vraagt dus niet verder. Hij grijpt naar zijn telefoon en zoekt het weerbericht op. Er blijkt geen bewolking te zijn voorspeld, waarop Hans – gerustgesteld dat zijn plan succesvol kan worden uitgevoerd - hem haastig bedankt en zijn busje start. Nadat ze met zijn drieën vuurpijlen, een jerrycan wasbenzine en lucifers hebben opgehaald bij het huis van Hans, rijden ze direct door naar Ochten. Echter, voordat zij in Ochten aankomen, stuiten ze op een verkeerscontrole. Politieagent Klaassen - een algemeen opsporingsambtenaar in de zin van art. 141 lid 1 onder b Sv - geeft het teken het voertuig tot stilstand te brengen. Wanneer Hans het raampje opendraait, vraagt Klaassen het drietal eerst of zij toevallig de eindstand van de voetbalwedstrijd kennen; hij heeft de wedstrijd helaas moeten missen. Daarop ontsteekt Imke in woede en schreeuwt uit dat Ochten ten onrechte heeft gewonnen en dat de voetbalclub van Ochten zal boeten. Bij haar woede-uitbarsting wijst zij dreigend naar de jerrycan wasbenzine bij Hans

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2014

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2014

MC-vragen casus

Casus

Vladimir heeft het nieuws de afgelopen tijd nauwlettend in de gaten gehouden. Hij is kwaad over de situatie in zijn moederland Oekraïne. De pro-Russische benadering van president Janoekovitsj vindt hij onbegrijpelijk, diens vlucht laf en het geweld gedurende de opstanden zorgelijk. Hij is gefrustreerd dat de regering geen rust creëert. In de gemeenteraad van zijn woonplaats Leiden wordt gesproken over het toelaten van extra Oekraïners die zijn gevlucht. De burgemeester van Leiden heeft een werkgroep opgericht die het probleem nader onderzoekt. Tijdens een van de debatavonden die de werkgroep heeft georganiseerd, deelt Vladimir zijn zorgen. Hij vindt dat iedereen een plekje moet krijgen in Leiden, terwijl de gemeenteraad deze belofte niet waar kan maken. De burgemeester reageert hier op door te zeggen dat het heel goed is dat hij zo betrokken is en dat hij het hartverwarmend vindt om te zien dat zoveel mensen opkomen voor de belangen van anderen. Hij zegt: ‘De demonstraties voor Oekraïne zijn prima, daar gaan we niks aan doen want het is belangrijk voor de democratie. Als er mensen zijn die eens ergens opklimmen of zo om een spandoek op te hangen lijkt me dat allemaal wel oké’. Deze opmerking wordt door het publiek met enthousiast ontvangen.

Door de positieve reactie van de burgemeester voelt Vladimir zich gesteund. Hij belt zijn vriend Arjen en weet hem te enthousiasmeren om samen te gaan protesteren. Arjen houdt wel van een beetje actie en hij neemt zijn echtgenote Bonnie mee op pad. Bonnie kan zich wel wat leukers bedenken, maar ze waardeert de goede intenties van de mannen en gaat toch mee.

Op 28 februari 2014 is het zover. Vladimir breekt de deur open van de opslagruimte van de speelgoedwinkel De Speeltuin aan de Zonnebloemlaan 9 en hij gaat met Arjen en Bonnie naar binnen. Vladimir barricadeert de voordeur achter hen en ze bezetten het pand. Vladimir en Arjen rollen een spandoek uit waar ze met groene verf leuzen op schilderen, waaruit hun woede over het gebeuren in Oekraïne blijkt. Vervolgens bevestigen ze het spandoek aan de ramen aan de voorkant van het pand, zodat de omgeving kan zien waar ze eigenlijk zo boos over zijn.

De volgende ochtend komt de heer Vogeltjes, eigenaar van De Speeltuin, aan bij de opslagruimte. Vogeltjes ziet het spandoek en probeert naar binnen te gaan maar dat lukt niet doordat de deur is gebarricadeerd. Hij roept: ‘wat moet dat, flikker op!’ Vladimir, Arjen en Bonnie geven aan zijn oproep echter geen gehoor. De overbuurman, Van Bakker, schrikt op van het geschreeuw en ziet als hij naar buiten kijkt direct het spandoek hangen. Nadat hij vol verwondering een tijdje naar de protestactie heeft gekeken, realiseert hij zich dat Vogeltjes een keer heeft gezegd dat hij zo’n hekel heeft aan al die ‘buitenlandse

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (1)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (1)

MC-vragen

Casus – Van Gogh Los

De broers Bram en Mike hebben een rijk crimineel verleden. In de loop der jaren zijn ze met name bedreven geraakt in woninginbraken, maar nu acht Bram de tijd rijp voor het grotere werk. Daarom heeft hij een aantal weken geleden het plan opgevat een kunstroof te doen. De keuze valt op een zelfportret van Vincent van Gogh dat in het Van Gogh museum in Amsterdam hangt. Na een aantal weken van voorbereiding brengen Bram en Mike het plan van Bram in de nacht van zondag 19 maart 2012 op maandag 20 maart 2012 tot uitvoering. Op de bewuste zondag kopen zij een kaartje bij het museum en smokkelen de spullen die ze nodig hebben bij de roof onder hun kleding mee naar binnen. Aan het eind van de middag verlaat Mike het museum via de bezoekersuitgang, terwijl Bram in het museum achterblijft en zich verstopt in één van de toiletten. Om twee uur ’s nachts komt hij in actie. Binnen luttele seconden schakelt hij het infrarood alarm uit, zodat hij ongestoord de museumzalen kan betreden. Vervolgens boort hij met een kleine handboor het slot uit een raam aan de straatkant, waarna hij zich richting het bewuste doek begeeft. Daar aangekomen trekt hij het doek een stukje weg van de muur en knipt met een tang behendig de beveiligingsdraden los. Met het doek onder zijn arm rent hij richting het raam aan de straatkant, waar Mike hem staat op te wachten. Mike zet snel een trapje tegen de buitenmuur, pakt het schilderij aan en legt het in de vluchtauto. Als ook Bram beneden is, springen zij samen in de auto en rijden met hoge snelheid de nacht in.

Gealarmeerd door een door Bram niet uitgeschakeld beveiligingssysteem komt de politie gelijk in actie. Ook wordt het OM onmiddellijk op de hoogte gesteld van de roof. De uitvalswegen van Amsterdam worden zo snel mogelijk afgesloten en de directe omgeving van het Van Gogh museum wordt uitgekamd. Tevergeefs, de kunstrovers zijn al gevlogen. Het rechercheonderzoek in en rond het museum levert meer op. Na snelle bestudering van de banden van de beveiligingscamera’s bij de ingang van het museum, constateert de politie dat twee mannen het museum samen hebben betreden, maar dat slechts één van hen het museum ook heeft verlaten. Nu er geen enkel spoor van braak vanaf buiten is aangetroffen, gaat de politie er vanuit dat de kunstroof van binnenuit heeft plaatsgevonden. Natrekking van de beeltenissen van de twee mannen in het politiearchief leert dat het hier mogelijk gaat om Bram en Mike en dat zij eerder in aanraking zijn geweest met politie en justitie wegens woninginbraak. Vanaf dat moment worden Bram en Mike door de politie en het OM aangemerkt als verdachte.

Op 20 maart om 7.00 uur besluiten officier van justitie De Vries en rechercheurs

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (2)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (2)

Vragen

Casus Cyberkraak

Op 21 april 2010 doet Jolande aangifte van computercriminaliteit, beweerdelijk jegens haar gepleegd door Karin. Op 15 november 2011 ontvangt Jolande van de officier van justitie bericht dat Karin niet zal worden vervolgd omdat er sprake is van onvoldoende bewijs ter zake van strafbare feiten. Jolande laat het er niet bij zitten en dient op 20 november 2011 een klaagschrift in de zin van art. 12 Sv bij het Hof Den Haag in, met het verzoek de vervolging van Karin te bevelen. Meer in het bijzonder verzoekt Jolande om vervolging van Karin ter zake van art. 350b Sr en/of art. 138ab Sr. Op 5 januari 2012 wordt het klaagschrift in de raadkamer van het Hof behandeld. Daarbij zijn aanwezig de advocaat van Jalande alsmede de opsporingsambtenaar Hans. Hans heeft als opsporingsambtenaar onderzoek verricht naar aanleiding van de aangifte van Jolande.

Het Hof stelt bij de behandeling van het klaagschrift vast dat Jolande eigenaar is van een in Leiden gevestigd bedrijf dat gespecialiseerd is in ‘vriendendiensten’. Op basis van door cliënten ingevulde profielen, brengt het bedrijf mensen met elkaar in contact. Jolandeheeft door de jaren heen een computerdatabank opgebouwd van duizenden profielen. Voorts stelt het Hof vast dat op 31 maart 2010 iemand als ‘hacker’ toegang heeft verkregen tot deze databank, waarbij veel bestanden zijn gewist en/of beschadigd. Hiervan is gebleken toen Jolande op 31 maart 2010 contact opnam met haar netwerkbeheerder, omdat zij op dat moment geen toegang tot haar computersysteem kreeg. Deze netwerkbeheerder, die in het opsporingsonderzoek als getuige is gehoord, heeft vervolgens vastgesteld dat vanaf een bepaald Internet Protocolnummer (IP-nummer) toegang was verkregen tot de computer van Jolande. Nadat dit IP-nummer in het opsporingsonderzoek is gekoppeld aan een computer die toebehoort aan Karin, is Karin op last van de officier van justitie in haar woning aangehouden. Tijdens deze aanhouding zijn opsporingsambtenaren door de woning van Karin gaan lopen. In een garderobekast die op slot zat en die zij, onder protest van Karin, gemakkelijk hebben opengebroken, vonden zij een computer, die zij in beslag hebben genomen. Karin is vervolgens op het politiebureau opgehouden voor onderzoek en in dat verband, zonder dat zij op enig moment een raadsman heeft gesproken, verhoord. Na afloop van zijn verhoor is Karin in vrijheid gesteld.

Blijkens het proces-verbaal van verhoor heeft Karin bij de politie verklaard dat zij de bedoelde computer stelselmatig gebruikt om zich toegang te verschaffen tot de computers van derden met het doel om deze gehackte computers te gebruiken als tussenstations teneinde andere computers te kunnen bereiken, die een snelle toegangstijd en omvangrijke schijfruimte hebben. Karin verklaarde voorts dat zij aan een programma op zijn computer aan het begin van een doorsnee dag de opdracht gaf om te starten met scannen en aan het eind van de dag te scannen hoe vaak het was gelukt om toegang te krijgen tot andere

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (3)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (3)

MC-vragen

Casus Café het Stoepje

Sander werkt in de nacht van 29 op 30 december 2012 als portier in café het Stoepje in Leiden wanneer hij een collega hoort zeggen dat er ruzie is in het achterste gedeelte van het café. Hij loopt er naar toe en ziet dat twee van zijn collega’s een menigte uit elkaar proberen te houden. Hij ziet dat Guus, die bij hem verderop in de straat woont, in die menigte aanwezig is en met beide armen en gebalde vuisten slaande bewegingen maakt in de richting van de andere groep jongeren. Sander neemt een andere jongen in een nekklem en brengt die naar buiten. Wanneer hij weer het café binnen komt, ziet hij dat zijn collega’s Guus naar de voorzijde van het café begeleiden en dat zijn gezicht onder het bloed zit. Hij neemt Guus over en neemt hem mee naar buiten voor het verlenen van EHBO. Guus raakt bewusteloos, maar komt na enkele seconden weer bij bewustzijn. Direct haalt Erik met zijn vlakke hand uit naar het gezicht van Sander en schreeuwt: ‘wacht maar, ik pak je met mijn broer, ik maak je dood’.

Even later verschijnt de politie ter plaatse. Twee verbalisanten, Henk en Theo, zien dat Guus in gesprek is met een andere agent en dat hij een bebloed gezicht heeft. Zij horen Guus roepen: ‘hou mij maar aan, ik ga hem vermoorden’. Desgevraagd antwoordt Guus dat hij aangifte wil doen. Voorts roept hij: ‘ik neem die portier nog wel te pakken en snij hem de keel door, hij woont vlakbij mij’. Guus wordt vervolgens overgebracht naar het politiebureau te Leiden voor het doen van aangifte. Tijdens het transport horen de verbalisanten Guus zeggen dat de uitsmijter die hem een kopstoot heeft gegeven bij hem in de straat woont en dat hij het zelf wel allemaal gaat regelen. Verder horen zij hem zeggen dat hij al drie jaar heeft vastgezeten en dat het hem niets interesseert om nog eens tien jaar te gaan zitten.

In het politiebureau wordt Guus gevraagd in de wachtruimte te wachten. Wanneer Henk en Theo terugkomen, is Guus verdwenen. Direct stappen zij in hun dienstvoertuig en na enige tijd zien zij Guus in de richting van het centrum van Leiden lopen. Zij spreken Guus aan en horen hem zeggen dat hij het zelf wel gaat regelen. Vervolgens loopt Guus door in de richting van het centrum. Enige tijd later zien Henk en Theo Guus richting café het Stoepje lopen. Zij spreken hem opnieuw aan. Guus reageert hier in eerste instantie niet op en loopt met een versnelde pas in de richting van het café. Op ongeveer vijftig meter van het café houden zij Guus tegen door voor hem te gaan staan. Henk ziet onder het T-shirt van Guus een voorwerp steken. Hij ziet dit doordat het T-shirt op een onnatuurlijke

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2012

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2012

MC-vragen

Vraag 1

John G. wordt op enig moment door opsporingsambtenaren aangehouden op verdenking van het plegen van diefstal van enkele dvd’s. Bij verhoor wordt verzuimd John G. de cautie te geven. Tijdens het verhoor bekent hij de dvd’s te hebben gestolen. De politierechter die over de diefstal waarvoor John G. terechtstaat moet oordelen, tilt zwaar aan dit niet herstelbare vormverzuim in het vooronderzoek. Hij stelt: ‘daardoor is een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate geschonden.” Welke conclusie zal de politierechter aan deze constatering verbinden?

  1. niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie;
  2. verlaging van de hoogte van de straf;
  3. uitsluiting van de resultaten die door het verzuim zijn verkregen voor het bewijs;
  4. de politierechter zal het bij de enkele constatering van het verzuim laten.

Vraag 2

Aan Bert is een dagvaarding uitgereikt waarin hij wordt opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen en hem winkeldiefstal ten laste wordt gelegd. Hij heeft echter geen zin om het zo ver te laten komen en vraagt zich af wat hij eraan kan doen om een zitting te voorkomen. Welke van de onderstaande mogelijkheden dient hij daarvoor aan te wenden?

  1. het doen van beklag bij het gerechtshof;
  2. het verzoeken van een verklaring dat de zaak is geëindigd bij de rechtbank;
  3. het indienen van een bezwaarschrift bij de rechtbank;
  4. het verzoeken om sluiting van het gerechtelijk vooronderzoek aan de rechter-commissaris.

Vraag 3

Welk van de volgende handelingen kan op grond van het Wetboek van Strafvordering plaatsvinden voordat de officier van justitie op de terechtzitting de zaak voordraagt?

  1. de ondervraging van de verdachte door de voorzitter van de rechtbank anders dan bedoeld in artikel 273 Sv;
  2. de vaststelling door de voorzitter van de rechtbank welke personen als getuige zijn verschenen;
  3. de uitspraak van de rechtbank over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie;
  4. het voorleggen door de officier van justitie van een lijst met inbeslaggenomen voorwerpen.

Vraag 4

In een strafzaak voert de raadsman van de verdachte het volgende verweer:

Mijn cliënt heeft het slachtoffer inderdaad met een mes gestoken, maar vast is komen te staan dat de dood van het slachtoffer pas is ingetreden nadat hij tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis een bloedvergiftiging heeft opgelopen, terwijl de patholoog-anatoom niet met zekerheid heeft kunnen vaststellen waardoor de dood van het slachtoffer is ingetreden’.

Op welk leerstuk van materieel strafrecht ziet dit verweer?

  1. opzet;
  2. culpa;
  3. wederrechtelijkheid;
  4. causaliteit.

Vraag 5

Aan Harm K. is ten laste gelegd dat

‘hij op 5 april 2012, te Terwispel, in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een ander, lichamelijke ingrepen bij een dier heeft verricht, waarbij een deel van het lichaam wordt beschadigd, immer hebben verdachte en zijn mededader, toen, aldaar, een paard, Friese merrie, voorzien van een brandmerk, te weten de letters F en

.....read more
Access: 
Public
Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Strafrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Unversiteit Leiden.

Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2627 1