Goederenrecht - UU - Oefententamen 2012/2013


Vragen

Casus I

Julia, een studente die nog bij haar ouders inwoont, heeft het academisch jaar 2010/2011 afgesloten als zij beseft dat ze reeds 7 jaren bezig is met haar studie Rechten en geen financiële middelen meer heeft om haar studie in het daaropvolgende studiejaar af te ronden. Omdat ze zo dicht bij de eindstreep is, besluit ze toch door te zetten en op zoek te gaan naar een geldbron. Die vindt ze: studiegenoot Sebastiaan, die altijd de nieuwste computerapparatuur in huis heeft, is een fervent en getalenteerd gamer en heeft de afgelopen jaren veel geld verdiend door succesvolle deelname aan internationale toernooien.

Sebastiaan is bereid om Julia een lening te verstrekken. Maar Sebastiaan is niet alleen een getalenteerd gamer: hij scoorde een 9,0 voor zijn tentamen goederenrecht en realiseert zich bij het verstrekken van de lening aan Julia dat het verstandig is om zekerheid te bedingen. Sebastiaan vraagt Julia om een waardevolle zaak waarop zij ten behoeve van hem een pandrecht zou kunnen vestigen. Julia gaat akkoord met het pandrecht en geeft Sebastiaan in dat kader de parelketting van haar moeder mee, de meest waardevolle zaak die zich in haar ouderlijk huis bevindt.

Vraag 1

Heeft Sebastiaan een pandrecht op de ketting verkregen?

Sebastiaan heeft bij het gamen ook een nieuwe tablet gewonnen. Julia heeft om die reden haar oog laten vallen op Sebastiaans oude, maar nog zeer bruikbare tablet. Zij geeft aan dat zij deze graag van Sebastiaan zou willen kopen maar daar nu het geld nog niet voor heeft. Over een half jaar verwacht zij het bedrag wel te hebben. Sebastiaan, die het lastig vindt om Julia iets te weigeren, gaat akkoord met de koop en is bereid de tablet meteen mee te geven. Wel wordt in de koopovereenkomst een eigendomsvoorbehoud opgenomen en spreken zij af dat betaling binnen zes maanden moet plaatsvinden.

Julia vergeet de afspraak. Sterker nog, ze heeft de tablet na drie maanden verkocht en geleverd aan Kasper, haar nieuwe vriend, maar wel met de afspraak dat Julia de tablet zelf zal mogen blijven gebruiken tot haar scriptie af is.

Zes maanden na levering door Sebastiaan, komt hij de tablet ophalen, omdat hij nog steeds geen betaling heeft ontvangen. Julia, die aan een writer’s block lijdt en dus niet opschiet met haar scriptie, vertelt hem dat het apparaat inmiddels van Kasper is en weigert afgifte.

Vraag 2

Kan Sebastiaan de tablet revindiceren?

Sebastiaans zaken lopen goed. Hij heeft een baan aangeboden gekregen bij een gameontwikkelaar en is daar op 1 februari 2012 in dienst getreden. Het accepteren van de baan maakt dat Sebastiaan klaar is voor een volgende stap in zijn leven. Hij besluit om een deel van zijn gespaarde geld te investeren in een onroerend zaak. Het studentenhuis waar Sebastiaan woont, wordt bij toeval te koop aangeboden en Sebastiaan wil het huis graag kopen. Zo gezegd, zo gedaan. Zijn spaargeld was niet toereikend om het pand te financieren, maar de bank bleek graag bereid hem een lening te verstrekken. De bank heeft daartoe vanzelfsprekend zekerheid bedongen. Sebastiaan heeft bijgevolg op 10 maart 2012 ten behoeve van de bank een recht van hypotheek gevestigd op het studentenhuis (inclusief grond), alsmede een stil pandrecht op zijn privé-computerapparatuur en op vorderingen die Sebastiaan op derden heeft en in de toekomst zal verkrijgen.

Sebastiaan heeft het erg naar zijn zin op het werk, ook al is zijn werkgever niet erg stipt met het uitbetalen van de salarissen. Op 24 juni 2013 heeft hij ten aanzien van 2013 nog slechts salaris ontvangen over de maanden februari en maart, terwijl op de eerste van de maand het salaris voor de komende maand op Sebastiaans rekening moet staan.

Gelukkig staat de inkomstenstroom niet helemaal stil, want Sebastiaan blijft gamen en winnen. Het meeste prijzengeld wordt meteen uitbetaald, maar dat geldt helaas niet voor het gamen op een voor hem zeer lucratieve site die hij in mei 2013 heeft ontdekt. Hij heeft nog een flink bedrag van de rechthebbende op deze site te goed.

Sebastiaan is zelf ook slordig met het nakomen van zijn betalingsverplichtingen. De bank, die al een aantal maanden geen betaling van Sebastiaan heeft ontvangen, heeft hem al een paar keer tot nakoming aangemaand, maar Sebastiaan was te druk met gamen. De bank gaat op 24 juni 2013 over tot uitwinning.

Vraag 3

Is de bank gerechtigd om Sebastiaans salaris over de maanden april, mei en juni te innen?

Vraag 4

Is de bank gerechtigd om de vordering op de rechthebbende op voornoemde site te innen?

Tot de privé-computerapparatuur van Sebastiaan behoort inmiddels ook een andere tablet die Bart op 20 januari 2013 heeft verkregen onder voorbehoud van een stil pandrecht ten behoeve van de verkoper.

Vraag 5

Wiens pandrecht prevaleert: het pandrecht van de bank of het pandrecht van de verkoper van de tablet?

Casus II

Arie heeft een prachtig stuk grond midden in het bos, waarop hij een huisje bewoont. Om zijn huisje vanaf de openbare weg met de auto te kunnen bereiken, moet hij over het erf van boer Jan. Jan vestigt daarom op 8 januari 2004 ten behoeve van het erf van Arie een erfdienstbaarheid op zijn erf, inhoudende de verplichting voor Jan om te dulden dat Arie over zijn erf rijdt.

Vraag 6

Aan welke vereisten moet zijn voldaan om een geldig recht van erfdienstbaarheid te vestigen?

Na een paar jaar besluit Arie met zijn vriendin Sientje naar Italië te emigreren. Daarom moet hij met pijn in zijn hart zijn grond, met daarop zijn huisje, in eigendom overdragen. De gelukkige nieuwe eigenaar is Constantijn. Wanneer Constantijn zijn spullen gaat verhuizen, en met zijn verhuisbusje over het erf van Jan naar zijn huisje rijdt, komt Jan boos naar hem toe en snauwt dat Constantijn niet op zijn erf mag komen, omdat hij hem daar geen toestemming voor heeft gegeven.

Vraag 7

Heeft Jan gelijk?

Om zijn grond te kunnen financieren, heeft Jan destijds een grote som geld van de bank geleend. Tot zekerheid van de vordering van de bank op Jan, heeft Jan ten behoeve van de bank op 10 december 2000 een hypotheekrecht gevestigd op zijn grond.

Als gevolg van de financiële crisis gaat het niet goed met Jan en kan hij zijn verplichtingen aan de bank niet langer nakomen. De bank gaat op 1 juli 2013 over tot uitwinning.

Vraag 8

Heeft deze executoriale verkoop van de grond van Jan gevolgen voor het op de grond gevestigde recht van erfdienstbaarheid?

Casus III

Anne heeft Mark de opdracht gegeven om voor haar (A) 300 vaten olie te kopen. Mark koopt deze vaten op eigen naam, maar voor rekening van Anne. De vaten worden bij Mark afgeleverd. Mark slaat 100 vaten op in een aparte ruimte, maar de overige 200 vaten komen terecht in een hal, waar al een groot aantal vaten van Mark zelf staan, die niet van de nieuw geleverde zijn te onderscheiden. Vervolgens gaat Mark failliet.

Vraag 9

Is de curator verplicht tot afgifte van 300 vaten aan Anne?

Anne heeft een vordering op Pierre. Anne verkoopt en levert deze vordering aan Mark, die haar belast met een recht van vruchtgebruik ten behoeve van Koos. Vervolgens vernietigt Anne de koopovereenkomst met Mark op grond van misbruik van omstandigheden.

Vraag 10

Heeft Koos na de vernietiging door Anne nog een recht van vruchtgebruik op de voornoemde vordering?

Antwoordindicatie

Casus I

Vraag 1

Nee, Sebastiaan heeft geen pandrecht verkregen. Voor de vestiging van een pandrecht is het noodzakelijk dat aan de vereisten van art. 3:84 wordt voldaan (zie art. 3:98).  In casu is sprake van een geldige titel (een overeenkomst tot vestiging van het pandrecht) en een geldige vestigingshandeling (machtsverschaffing aan de pandhouder; art. 3:236 lid 1). Julia is echter niet beschikkingsbevoegd, want zij is geen eigenaar van de parelketting. Nu er een geldige titel is en ook een geldige vestigingshandeling rijst de vraag of Sebastiaan wordt beschermd tegen de beschikkingsonbevoegdheid van Julia (art. 3:238 lid 1). Dat zal vermoedelijk niet zo zijn, omdat Sebastiaan er niet zomaar vanuit had mogen gaan dat Julia bevoegd was om over een met parelketting te beschikken (een beargumenteerd antwoord waarom Sebastiaan wel te goeder trouw zou zijn, wordt ook goed gerekend).

Vraag 2

Sebastiaan was bij de overdracht van de tablet aan Julia beschikkingsbevoegd en er was sprake van een geldige titel. Vanwege het eigendomsvoorbehoud is Julia slechts houder van de tablet geworden (art. 3:92 jo. 3:91). Er heeft aldus een overdracht plaatsgevonden, maar wel onder opschortende voorwaarde van betaling (art. 3:84 lid 4). Sebastiaan blijft eigenaar zolang Julia niet heeft betaald. Julia verkoopt de tablet vervolgens aan Kasper. Julia kan echter niet cp leveren, omdat art. 3:111 tot gevolg heeft dat je je niet van houder voor de een tot houder voor de ander kunt maken. Tegen de beschikkingsonbevoegdheid van Julia staat derhalve geen derdenbescherming voor Kasper open, ook al zou hij te goeder trouw zijn.

Conclusie: Sebastiaan is altijd eigenaar gebleven en kan de zaak revindiceren, aangezien niet op tijd is voldaan aan de betalingsverplichting (art. 5:2).

Vraag 3

Sebastiaan heeft op 10 maart 2012 ten behoeve van de bank een stil pandrecht gevestigd op vorderingen die Bart op derden heeft of in de toekomst zal verkrijgen. De salarisvordering over de maanden april, mei en  juni zijn op dat moment toekomstige vorderingen. Er was weliswaar reeds sprake van een rechtsverhouding waaruit de salarisvorderingen zouden ontstaan (vgl. art. 3:239 lid 1), maar het salaris over die maanden was op 10 maart 2012 nog niet opeisbaar. Sebastiaan heeft op deze vordering op 10 maart aldus een stil pandrecht bij voorbaat gevestigd (art. 3:98 jo. 3:84 jo. 3:97 jo. 3:239). Het stil pandrecht is met het opeisbaar worden van de vorderingen ontstaan (d.w.z. op resp. 1 april, 1 mei en1 juni 2013). Toen werd Sebastiaan immers bevoegd om over het salaris te beschikken en was daarmee aan alle vereisten voor vestiging van het stil pandrecht voldaan. De bank heeft dus op 24 juni 2013 een stil pandrecht op Sebastiaans salaris over de genoemde maanden en kan het salaris innen, mits het pandrecht aan de werkgever wordt medegedeeld (art. 6:246 lid 1 BW).

Ten aanzien van loonvordering geldt wel dat de bank zich niet op het gehele salaris kan verhalen.

Vraag 4

Nee, de bank kan de vordering op de eigenaar van voornoemde website niet innen. Op 10 maart was nog geen sprake van een rechtsverhouding tussen Sebastiaan en de eigenaar van voornoemde website. Art. 3:239 lid 1 staat derhalve aan de vestiging van een stil pandrecht bij voorbaat op dergelijke vorderingen in de weg, aangezien het artikellid vereist dat de vordering waarop het stil pandrecht wordt gevestigd reeds bestaat of rechtstreeks zal worden verkregen uit een op het moment van vestiging reeds bestaande rechtsverhouding.

Vraag 5

Het pandrecht van de verkoper van de tabletcomputer prevaleert. Het pandrecht bij voorbaat dat Sebastiaan ten behoeve van de bank heeft gevestigd betreft alle computerapparatuur. Het pandrecht komt pas tot stand als Sebastiaan beschikkingsbevoegd wordt.

Op 20 januari 2013 wordt Sebastiaan eigenaar van een tablet die hem wordt overgedragen onder een voorbehouden stil pandrecht; art. 3:81 lid 1. Omdat Sebastiaan van het begin af aan dus slechts beschikkingsbevoegd wordt ten aanzien van een met pandrecht belaste tabletcomputer, zal de bank slechts een tweede pandrecht verkrijgen. De bank verkrijgt geen derden bescherming, omdat de bank slechts een stil pandrecht heeft en de tabletcomputer dus niet in de macht van de bank (of een derde) is; art. 238 lid 1.

Casus II

Vraag 6

Voor een geldig recht van erfdienstbaarheid is een geldige titel en beschikkingsbevoegdheid vereist; art. 98 jo. 3:84 BW. Aangezien het recht van erfdienstbaarheid betrekking heeft op een onroerende zaak (art. 5:70) en een onroerende zaak een registergoed is (art. 3:89), zal ook voor de vestiging van een recht van erfdienstbaarheid een notariële akte moeten worden opgemaakt en deze akte zal moet worden ingeschreven in de openbare registers; art. 3:98 jo. 3:89.

Vraag 7

Boer Jan heeft niet gelijk. Het recht van erfdienstbaarheid is afhankelijk van het eigendomsrecht op het heersend erf (art. 3:7) en zal dus automatisch mee overgaan als het eigendomsrecht op het heersend erf wordt overgedragen (art. 3:82). Constantijn is als nieuwe eigenaar van het heersend erf dus ook rechthebbende van het recht van erfdienstbaarheid geworden. Hij mag derhalve met zijn auto over het erf van boer Jan naar zijn eigen erf rijden.

Vraag 8

Wanneer de grond executoriaal wordt verkocht en de koper de koopprijs heeft voldaan, vervallen alle op de grond rustende beperkte rechten die niet tegen de verkoper kunnen worden ingeroepen (art. 3:273; dit wordt ‘zuivering’ genoemd). Nu het recht van erfdienstbaarheid niet kan worden ingeroepen tegen de bank (de verkoper), omdat het ingevolge de prioriteitsregel lager in rang staat (het is immers later gevestigd dan het recht van hypotheek), komt het recht van erfdienstbaarheid te vervallen.

Er is geen derdenbescherming voor de eigenaar van het heersend erf, omdat deze niet te goeder trouw is (art. 3:23). Hij had immers in de registers kunnen zien dat er al een recht van hypotheek op het stuk grond rustte. Ook beschermt art. 3:88 niet tegen het bestaan van beperkte rechten.

Casus III

Vraag 9

Wat betreft de 100 vaten die afzonderlijk zijn opgeslagen:

Mark heeft de opdracht die Anne aan hem heeft gegeven, uitgevoerd. Bijgevolg zal Anne ex art. 3:110 het bezit verkrijgen; Mark gaat voor hem houden; art. 3:90 jo. 3:110. Er is derhalve een geldige levering. De verkoper is beschikkingsbevoegd en er is een samengestelde titel (deels opdracht, deels koop). Krachtens art. 3:84 heeft A dus het eigendomsrecht op deze vaten verkregen en zal hij deze vaten kunnen revindiceren; art. 5:2.

Wat betreft de overige 200 vaten:

Los van de vraag of op deze vaten aanvankelijk een eigendomsrecht van Anne is komen te rusten, kan worden geconstateerd dat in casu een individualiseringsprobleem is ontstaan. Anne kan immers niet aanwijzen welke vaten Mark voor hem houdt. Derhalve wordt Mark vermoed van deze 200 vaten eigenaar te zijn; art. 3:109 jo. 3:119 BW. Vgl. HR Texeira de Mattos. Zij zal deze 200 vaten dus niet kunnen revindiceren.

Vraag 10

De vernietiging van de koopovereenkomst heeft terugwerkende kracht; art. 3:53 lid 1. Achteraf gezien is van een geldige cessie tussen Anne en Mark dus nooit sprake geweest, omdat de titel van meet af aan heeft ontbroken; art. 3:84. Mark was dus niet beschikkingsbevoegd om op deze vordering een recht van vruchtgebruik ten behoeve van Koos te vestigen; art. 3:98 jo. 3:84. Van een geldige titel en van geldige vestigingsformaliteiten tussen Mark en Koos is nog steeds wel sprake.

Koos heeft dus in beginsel geen recht van vruchtgebruik verkregen, maar kan zich beroepen op art. 3:98 jo. 3:88 BW. Aangenomen dat Koos te goede trouw is, zal dit beroep succesvol zijn: de onbevoegdheid van Mark vloeit immers voort uit een eerdere overdracht en is het gevolg van een ongeldige titel (en dus niet van onbevoegdheid van Anne).

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Goederenrecht - UU - B2/B3 - Oefenmaterialen

Goederenrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)

Goederenrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1

Bespreek of onderstaande goederen (geldig) bezwaard kunnen worden met een zekerheidsrecht. (NB: de eventuele vereisten voor vestiging hoeven niet besproken te worden).

  1. Een vordering ten aanzien waarvan schuldeiser en schuldenaar afgesproken hebben dat deze niet overdraagbaar is.
  2. Een recht van erfdienstbaarheid.

Vraag 2a

Triss is overleden na een lang ziektebed. Haar enige erfgenamen zijn haar neef Geralt en haar achternicht Ciri. Triss laat een landhuis na met omringende weilanden, een koetshuis en een spaartegoed bij de Rabobank. Ciri heeft een alcoholverslaving en zit diep in de schulden. De Rabobank is bereid haar tegen passende zekerheid een lening te verschaffen.

Is Ciri bevoegd om haar aandeel in het koetshuis te bezwaren zonder medewerking van Geralt?

Vraag 2b

Stel dat Ciri bevoegd is haar aandeel te bezwaren. Aan welke vereisten moet dan worden voldaan?

Vraag 2c

De nalatenschap is verdeeld en Ciri heeft onder andere het koetshuis toebedeeld gekregen. Zij heeft ook haar lening aan de Rabobank afgelost.

Helaas vervalt Ciri weer in haar oude gewoonten en begint ze weer met drinken. Zij maakt in korte tijd grote schulden. Gokbaas Vesimir zegt dat hij het koetshuis wel wil kopen voor het bedrag van de uitstaande drankschuld, EUR 200.000. Ciri verkoopt en levert het huis op 1 februari. Een week later verkoopt en levert Vesimir het pand voor EUR 450.000 aan Lambert.

Een paar weken later gaat Ciri bij neef Geralt op de koffie in het landhuis en ziet zij de verhuiswagen van Lambert voor het koetshuis staan. Als zij een praatje aanknoopt met Lambert, vertelt hij trots dat hij het koetshuis voor een prikkie, namelijk EUR 450.000, op de kop heeft getikt.

Ciri voelt zich bedonderd. Op advies van een bevriende advocaat vernietigt zij met succes de koopovereenkomst met Vesimir op 1 april op grond van misbruik van omstandigheden.

Wie is op 5 april eigenaar van het koetshuis?

Vraag 3

Lees onderstaande stellingen. Omcirkel het juist antwoord.

  1. Op grond van art. 3:278 BW heeft een zekerheidsgerechtigde voorrang bij openbare executie, wat betekent dat hij als eerste mag executeren.
  2. De Hoge Raad oordeelde in het arrest Modehuis Nolly I dat de directe leer niet kan worden toegepast bij de verkrijging van een registergoed met behulp van een op eigen naam optredende tussenpersoon.
    1. Beide stellingen zijn juist.
    2. Stelling I is juist, stelling II onjuist.
    3. Beide stellingen zijn onjuist.
    4. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.

Vraag 4

Noem drie verschillen tussen een recht van erfdienstbaarheid en een kwalitatieve verplichting.

Vraag 5

Noem drie kenmerken van een beperkt recht.

    Vraag 6a

    Ter gelegenheid van het vijftigjarig huwelijk van opa en oma De Vries heeft tante Jannie besloten een kunstwerk te laten maken door de wereldberoemde kunstenaar Assiz, van wie opa en

    .....read more
    Access: 
    Public
    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)

    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)


    Vragen

    Vraag 1

    Bespreek gemotiveerd of onderstaande stelling juist of onjuist is.

    “Toepassing van een beschikkingsbevoegdheidsclausule bij een levering onder eigendomsvoorbehoud leidt ertoe dat art. 3:86 BW vaker buiten werking blijft.”

    Vraag 2

    Yennefer en Geralts huwelijksgemeenschap is onlangs ontbonden, omdat Geralt een relatie blijkt te hebben met de buurvrouw Lytta. Er heeft nog geen verdeling plaatsgevonden.

    Yennefer is eigenlijk wel opgelucht en gunt Geralt en Lytta het allerbeste. Ze wil wel graag dat alles goed afgerond wordt. Omdat Yennefer elders wil gaan wonen, zou zij haar aandeel in de echtelijke woning aan Lytta willen overdragen. Kan dat? Zo nee, waarom niet, zo ja, wat zijn hiervoor de vereisten?

    Vraag 3a

    In 2015 heeft A-Bank een lening van EUR 1 miljoen verstrekt aan een nieuwe klant, Kunst- Beheer. Tot zekerheid van terugbetaling van deze lening heeft Kunst-Beheer een stil pandrecht gevestigd op de gehele kunstcollectie van Kunst-Beheer.

    In 2016 komt Kunst-Beheer ondanks de 1e lening in de financiële problemen en sluit dat jaar nogmaals een lening van EUR 1 miljoen af, ditmaal met Budget-bank. Ter zekerheid van deze 2e lening vestigt Kunst-Beheer opnieuw een stil pandrecht op de kunstcollectie.

    Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan wil Budget-bank een geldig pandrecht hebben verkregen op de schilderijen van Kunst-Beheer is hier aan voldaan?

    Vraag 3b

    Kan A-Bank zijn vordering op Kunst-Beheer (openbaar) overdragen aan C-Bank? Zo nee, waarom niet, zo ja, wat zijn daarvoor de vereisten?

    Vraag 3c

    Heeft een eventuele overdracht van de vordering gevolgen voor de vraag wie pandhouder of pandgever is?

    Vraag 3d

    Stel dat de titel van de overdracht van de vordering vernietigd wordt op grond van dwaling door A-bank. Kunst-Beheer heeft echter reeds 6 de maandelijkse aflossingen betaald aan C- Bank. A-Bank komt bij Kunst-Beheer en stelt dat Kunst-Beheer de afgelopen zes maanden nog aan A-Bank moet betalen. Kunst-Beheer stelt dat de betalingen aan de C-Bank bevrijdend waren.

    Wie heeft er gelijk?

    Vraag 4

    Witgoed BV verkoopt en levert een bandschuurmachine aan meubelmaker Van Hout. De machine wordt geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Is Van Hout, voordat hij de koopsomnheeft betaald aan Witgoed BV, bevoegd te beschikken over de bandschuurmachine?

    Vraag 5

    Fred heeft geld geleend van Gerard. Fred heeft daarbij bedongen dat Gerard zijn vordering op Fred niet zal overdragen. Kort daarop moet Gerard zekerheid stellen voor de nakoming van een eigen verplichting. Kan hij de vordering op Fred verpanden?

    Vraag 6a

    Stephan en Mark zijn buren en hebben beide in de jaren ’90 een woning gekocht in De Bilt. Stephan heeft een bestelbusje omgebouwd tot camper. Hij kan de camper niet op zijn eigen grond parkeren. Mark heeft een veel grotere tuin en het achterste gedeelte van zijn tuin, gebruikt hij niet. In september 2012 heeft Stephan aan Mark gevraagd of hij zijn campertje mag parkeren op de achterste punt

    .....read more
    Access: 
    Public
    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2013/2014

    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2013/2014


    Vragen

    Vraag 1

    Noem drie kenmerken van goederenrechtelijke rechten en geeft kort aan wat die kenmerken inhouden.

    Vraag 2

    Bespreek de volgende stelling:

    Voor de beoordeling van de vraag of apparatuur een bestanddeel vormt van een gebouw is mede bepalend of de bedrijfsvoering van de onderneming in dat gebouw onmogelijk zou zijn zonder dergelijke apparatuur.

    Vraag 3

    Leg uit wat wordt verstaan onder de processuele functie van bezit en geef daarvan een voorbeeld.

    Vraag 4

    A is eigenaar van een stuk grond. Dwars over dit perceel loopt een pad, waarvan buurman B dagelijks gebruik maakt. Recht van overpad ontleent B aan een erfdienstbaarheid ten laste van de grond van A, welke is gevestigd ten behoeve van de grond van B. Stel dat B zijn grond overdraagt aan C en dat A zijn grond overdraagt aan D.

    Leg uit welke gevolgen de overdracht van B aan C respectievelijk de overdracht van A aan D heeft voor het recht van erfdienstbaarheid.

    Vraag 5

    A is producent van fietsen. B is leverancier van zadels, die pas worden gemonteerd wanneer de fietsen rijklaar zijn. A en B zijn overeengekomen dat B eigenaar blijft van de door hem geleverde zadels totdat deze door A zijn betaald. B is ten tijde van de montage van de zadels nog niet betaald.

    Wie is na de montage eigenaar van de zadels?

    Vraag 6

    Kan een bezitter niet te goeder trouw van een roerende zaak ooit de eigendom van die roerende zaak verkrijgen?

    Vraag 7

    Leg uit waarom het recht van vruchtgebruik in boek 3 BW is geregeld.

    Vraag 8

    Opslagbedrijf Terminal geeft aan constructiebedrijf De Knijp opdracht om 3 grote silo’s te vervaardigen die zijn bestemd voor de opslag van graan. De silo’s moeten worden gebouwd volgens gedetailleerde aanwijzingen van Terminal. Het staal dat nodig is voor de productie van de silo’s wordt door De Knijp gekocht bij staalleverancier Corus. Het staal wordt door Corus aan De Knijp geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Nadat de drie silo’s zijn geproduceerd, maar voordat deze zijn afgeleverd bij Terminal, gaat De Knijp failliet. De Knijp heeft Corus niet betaald voor het door Corus geleverde staal. Terminal stelt zich op het standpunt dat zij eigenaar is van de door de Knijp geproduceerde silo’s. De curator van De Knijp stelt zich daarentegen op het standpunt dat de silo’s eigendom zijn van De Knijp nu deze nog niet zijn geleverd aan Terminal.

    Aan de hand van welke criteria moet worden beoordeeld wie eigenaar is van de drie silo’s?

    Vraag 9

    Aqua BV verkoopt nieuwe en gebruikte zeilboten. Op 26 april 2012 verkoopt Aqua BV een tweedehands zeilboot aan Peter de Vries, die er in zijn vrije tijd mee wil gaan zeilen. De levering geschiedt door feitelijke overgave. De zeilboot was door Aqua BV op 24 maart 2012 door ruil

    .....read more
    Access: 
    Public
    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2012/2013

    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2012/2013


    Vragen

    Casus I

    Julia, een studente die nog bij haar ouders inwoont, heeft het academisch jaar 2010/2011 afgesloten als zij beseft dat ze reeds 7 jaren bezig is met haar studie Rechten en geen financiële middelen meer heeft om haar studie in het daaropvolgende studiejaar af te ronden. Omdat ze zo dicht bij de eindstreep is, besluit ze toch door te zetten en op zoek te gaan naar een geldbron. Die vindt ze: studiegenoot Sebastiaan, die altijd de nieuwste computerapparatuur in huis heeft, is een fervent en getalenteerd gamer en heeft de afgelopen jaren veel geld verdiend door succesvolle deelname aan internationale toernooien.

    Sebastiaan is bereid om Julia een lening te verstrekken. Maar Sebastiaan is niet alleen een getalenteerd gamer: hij scoorde een 9,0 voor zijn tentamen goederenrecht en realiseert zich bij het verstrekken van de lening aan Julia dat het verstandig is om zekerheid te bedingen. Sebastiaan vraagt Julia om een waardevolle zaak waarop zij ten behoeve van hem een pandrecht zou kunnen vestigen. Julia gaat akkoord met het pandrecht en geeft Sebastiaan in dat kader de parelketting van haar moeder mee, de meest waardevolle zaak die zich in haar ouderlijk huis bevindt.

    Vraag 1

    Heeft Sebastiaan een pandrecht op de ketting verkregen?

    Sebastiaan heeft bij het gamen ook een nieuwe tablet gewonnen. Julia heeft om die reden haar oog laten vallen op Sebastiaans oude, maar nog zeer bruikbare tablet. Zij geeft aan dat zij deze graag van Sebastiaan zou willen kopen maar daar nu het geld nog niet voor heeft. Over een half jaar verwacht zij het bedrag wel te hebben. Sebastiaan, die het lastig vindt om Julia iets te weigeren, gaat akkoord met de koop en is bereid de tablet meteen mee te geven. Wel wordt in de koopovereenkomst een eigendomsvoorbehoud opgenomen en spreken zij af dat betaling binnen zes maanden moet plaatsvinden.

    Julia vergeet de afspraak. Sterker nog, ze heeft de tablet na drie maanden verkocht en geleverd aan Kasper, haar nieuwe vriend, maar wel met de afspraak dat Julia de tablet zelf zal mogen blijven gebruiken tot haar scriptie af is.

    Zes maanden na levering door Sebastiaan, komt hij de tablet ophalen, omdat hij nog steeds geen betaling heeft ontvangen. Julia, die aan een writer’s block lijdt en dus niet opschiet met haar scriptie, vertelt hem dat het apparaat inmiddels van Kasper is en weigert afgifte.

    Vraag 2

    Kan Sebastiaan de tablet revindiceren?

    Sebastiaans zaken lopen goed. Hij heeft een baan aangeboden gekregen bij een gameontwikkelaar en is daar op 1 februari 2012 in dienst getreden. Het accepteren van de baan maakt dat Sebastiaan klaar is voor een volgende stap in zijn leven. Hij besluit om een deel van zijn gespaarde geld te investeren in een onroerend zaak. Het studentenhuis waar Sebastiaan woont, wordt bij toeval te koop

    .....read more
    Access: 
    Public
    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2012/2013 (2)

    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2012/2013 (2)


    Vragen

    Vraag 1

    Bakkerij Kadet heeft een eigen winkelpand aan de Dorpsstraat. Voor de noodzakelijke investeringen heeft Kadet een flinke som geld geleend van de Broodbank en (tot zekerheid van terugbetaling) ten gunste van de Broodbank zekerheidsrechten gevestigd op alle goederen die Kadet op dit moment heeft of in de toekomst nog zal verkrijgen. Deze zekerheidsrechten dienen tot zekerheid voor alles wat de Broodbank, uit welken hoofde dan ook, nu of in de toekomst van Kadet te vorderen heeft of zal hebben.

    1. Stel, de vordering van de Broodbank op Kadet wordt volledig afbetaald. De afspraak tussen de Broodbank en Kadet is dat de zekerheidsrechten van de Broodbank toch blijven voortbestaan (het is immers niet uitgesloten dat er nieuwe vorderingen van de Broodbank op Kadet zullen ontstaan). Welk wetsartikel maakt dit voorbestaan mogelijk en met welk kenmerk van zekerheidsrechten staat dit op gespannen voet?

    2. Geef aan of op de volgende goederen van Kadet een zekerheidsrecht is c.q. zal komen te rusten (en zo ja, welk zekerheidsrecht):

    • De broden op de houten schappen en de gebakjes in de vitrine, waarvan het meel door Molenaar aan Kadet onder eigendomsvoorbehoud is geleverd. Kadet heeft de vordering ter zake van het meel nog niet voldaan;
    • De grote ingemetselde oven, die Kadet onder eigendomsvoorbehoud geleverd heeft gekregen door de fabrikant en nog niet volledig heeft afbetaald;

    • De vorderingen op belangrijke nieuwe klanten die Kadet volgende maand verwacht te krijgen.

    Vraag 2

    In de onderstaande situaties is steeds sprake van een conflict tussen A en C. Wat is rechtens?

    1. B is eigenaar van een perceel grond. Dwars over dit perceel loopt een pad waarvan buurman A dagelijks gebruik maakt. Recht van overpad ontleent A aan een erfdienstbaarheid ten laste van de grond van B, welke is gevestigd ten behoeve van de grond van A. B draagt zijn grond over aan C. C laat A weten dat A niet langer van het pad gebruik mag maken. A legt zich daar niet bij neer.

    2. A levert een tractor onder geclausuleerd eigendomsvoorbehoud (ofwel: een clausule met vervreemdingsbevoegdheid) aan B. Vervolgens spreken B en C af dat B ten behoeve van C een stil pandrecht zal vestigen op deze tractor in het kader van een lening die C aan B heeft verstrekt. De benodigde vestigingsformaliteiten worden door B in acht genomen. Op een zekere dag wil C de tractor gaan executeren, omdat B ten opzichte van hem in gebreke is gebleven. A wil de tractor terug omdat hij geen betaling van B heeft ontvangen.

    3. B vestigt ten behoeve van A een stil pandrecht op zijn (B’s) viool. Vervolgens geeft B de viool in vruchtgebruik aan C. Op een zekere dag wil A de viool

    .....read more
    Access: 
    Public
    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2010/2011

    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2010/2011


    Vragen

    Vraag 1

    Bespreek of, en zo ja, op welke wijze, een recht van vruchtgebruik gevestigd kan worden op:

    • een hypotheekrecht

    • een fokstier

    • een recht van erfpacht

    • een vordering op naam

    Casus I

    In de Rotterdamse haven vindt veel containeroverslag plaats. Hierbij wordt gebruik gemaakt van geautomatiseerde hijskranen. Deze kranen zijn tientallen meters hoog, zodat grote vrachtschepen eenvoudig hun lading kunnen lossen. De kranen halen de containers uit het laadruim en bewegen hiervoor over rails van vele meters lang, die met flinke bouten in de kade zijn verankerd.

    Vraag 2

    Aan de hand van welke criteria moet worden beoordeeld of de kranen onroerend zijn?

    Vraag 3

    Is de eigenaar van de grond waarop de kranen staan ook eigenaar van de kranen?

    Zo ja, hoe kan worden bereikt dat een ander dan de eigenaar van de grond eigenaar van de kranen wordt?

    Casus II

    A wil graag een kopieerwinkel beginnen. Hij heeft al een perceel grond met daarop een geschikt gebouw gekocht en geleverd gekregen van de vorige eigenaar B, die er groente en fruit verkocht. A koopt tien kopieermachines van C; de machines worden geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Vervolgens installeert hij de apparaten in zijn (A’s) gebouw. Een paar dagen later opent hij vol trots zijn winkel ‘Copy Copy’

    A voldoet niet aan zijn betalingsverplichtingen jegens C. C ontbindt daarom de overeenkomst met A en hij vraagt aan A vriendelijk doch dringend of hij zijn machines terug mag hebben. A antwoordt hem: ‘Hoezo, jouw machines?

    Deze machines zijn zo’n essentieel onderdeel van mijn kopieerwinkel dat ze mijn eigendom zijn geworden – wat is immers een kopieerwinkel zonder kopieermachines?!’

    Vraag 4

    Wie is bezitter van de kopieermachines nadat zij zijn afgeleverd bij A maar voordat ze zijn geïnstalleerd?

    Vraag 5

    Welke vordering stelt C tegen A in (gegeven het feit dat hij de machines terug wil)?

    Vraag 6

    Hoe beoordeelt u het standpunt van A dat hij eigenaar is geworden van de kopieermachines?

    Casus III

    A leent een kostbaar schilderij van zijn goede vriend B. Het schilderij krijgt een prominente plaats in de huiskamer van A. B overlijdt maar zijn erfgenamen weten niet dat B het schilderij had uitgeleend aan A. Daarom blijft het schilderij geruime tijd bij A hangen zonder dat de erfgenamen van B aanspraak maken op teruggave van het schilderij.

    Vraag 7

    Kan A door enkel tijdsverloop eigenaar worden van het schilderij en zo ja, na hoeveel jaar?

    Vraag 8

    Geef drie voorbeelden van een afhankelijk recht en geef bij ieder voorbeeld aan van welk (hoofd)recht het recht in kwestie afhankelijk is.

    Vraag 9

    Het arrest Teixeira de Mattos is gewezen onder oud recht. Onder huidig recht zou de bewindvoerder – ter onderbouwing van Teixeira’s goederenrechtelijke positie met betrekking tot de Nillmij-certificaten

    .....read more
    Access: 
    Public
    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2010/2011 (2)

    Goederenrecht - UU - Oefententamen 2010/2011 (2)


    Vragen

    Casus I

    Vraag 1

    Kan een bestolen eigenaar de eigendom van een gestolen roerende zaak overdragen aan een ander? Zo ja, op welke wijze vindt de levering plaats?

    Vraag 2

    A vraagt B een unieke Chinese vaas voor hem te kopen. Op 1 mei koopt B in eigen naam maar voor rekening van A de bedoelde Chinese vaas van C. Op 2 mei gaat B failliet. Op 3 mei levert C de vaas aan B. Op 12 mei wil A de vaas bij B ophalen. De curator van B stelt zich op het standpunt dat B de eigenaar is van de vaas en weigert afgifte.

    Wie is op 12 mei eigenaar van de Chinese vaas?

    Casus II

    In HR 24 maart 1995, AA 1995, 705 (Hollander’s Kuikenbroederij), dat onder oud recht werd gewezen, leest men in de uiteenzetting van de feiten:

    “In 1978 verkrijgt Hollander’s een krediet van de Raffeisenbank Domburg (verder: de Bank). Daartoe draagt zij al haar tegenwoordige en toekomstige pluimvee aan de Bank in eigendom over, tot zekerheid van de betaling van het door haar aan de Bank verschuldigde.”

    Vraag 3

    Zou deze overdracht naar huidig Nederlands recht geldig zijn geweest?

    Vraag 4

    Hoe wordt tegenwoordig (anno 2011) vergelijkbare zekerheid voor de bank bewerkstelligd?

    Casus III

    Simons verwerft een recht van erfpacht op het perceel van Teunissen. Dit recht van erfpacht wordt gevestigd voor een periode van twintig jaar. Na drie jaar laat Simons een opslagruimte op het perceel bouwen en plant hij een reeks Judasboompjes langs het pad dat naar deze ruimte leidt. Voor de bouw van de opslagruimte heeft Simons een lening bij de bank gesloten. Tot zekerheid voor de terugbetaling van deze lening heeft hij ten gunste van de bank een recht van hypotheek op zijn recht van erfpacht gevestigd.

    Vraag 5

    Wie is eigenaar van de opslagruimte en de Judasboompjes die Simons gebouwd respectievelijk geplant heeft?

    Vraag 6

    Stel dat Teunissen de eigendom van de grond overdraagt aan Simons. Welk rechtsgevolg zou dat hebben voor het recht van erfpacht van Simons en voor het recht van hypotheek van de bank op het recht van erfpacht?

    Casus IV

    Bank B heeft een vordering van € 800.000 op A. A heeft tot zekerheid van betaling een stil pandrecht op zijn (A’s) dure Stradivariusviool gevestigd ten behoeve van B.

    Vraag 7

    Hoe wordt een stil pandrecht gevestigd?

    Vraag 8

    Wat gebeurt er met het pandrecht van B indien B zijn vordering op A verkoopt en levert aan C?

    Vraag 9

    Wat gebeurt er met het pandrecht van B indien A zijn viool verkoopt en levert aan D, die het pandrecht van B kent noch behoort te kennen, indien wordt afgesproken dat A de viool voorlopig nog voor D zal houden?

    Vraag 10

    Stel dat E – die nog

    .....read more
    Access: 
    Public
    Work for WorldSupporter

    Image

    JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

    Working for JoHo as a student in Leyden

    Parttime werken voor JoHo

    Check more of this topic?
    Check all content related to:
    How to use more summaries?


    Online access to all summaries, study notes en practice exams

    Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

    There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

    1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
    2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
    4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
    5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

    Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

    Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

    Field of study

    Access level of this page
    • Public
    • WorldSupporters only
    • JoHo members
    • Private
    Statistics
    2277
    Comments, Compliments & Kudos:

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.