Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Vandaag zal gaan over het milieu. We kennen twee aspecten van milieuproblemen:
Terwijl de kosten van de maatregelen concreet zijn en in het heden vallen, is er meestal minder duidelijkheid over de omvang van de baten die bestaan uit toekomstige schade. Vaak is er onenigheid over de aard en de omvang van toekomstige milieuschade, dit noemen we ook wel scientific uncertainty.
Internationale milieuproblemen zijn het moeilijkst aan te pakken, omdat dit samenwerking tussen landen vereist. Landen die vooroplopen bij milieubescherming draaien bij grensoverschrijdende milieuschade op voor de kosten van de maatregelen, terwijl andere landen die geen bijdrage leveren, meeprofiteren, dat noemen we ook wel tragedy of the commons.
Nationale milieuproblemen zijn makkelijker oplosbaar, maar een land met strenge maatregelen kan zichzelf ‘uit de markt’ prijzen.
Het milieurecht kan men opvatten als het geheel van rechtsregels ter regulering van gedragingen die tot milieuschade leiden. De economische analyse van het milieurecht gaat over de vraag welk effect juridische instrumenten hebben op milieuschadelijk gedrag en wat dat betekent voor de maatschappelijke welvaart.
De veroorzaker van een negatief extern effect houdt geen rekening met de negatieve gevolgen van zijn handelen voor derden. De productieomvang is efficiënt, want de marginale baten zijn gelijk aan de marginale maatschappelijke kosten, niet aan de marginale private kosten.
Negatieve externe effecten kunnen leiden tot marktfalen. Wanneer de veroorzaker van milieuverontreiniging geen rekening houdt met de schade die zijn handelen toebrengt aan derden, zal hij te veel produceren of consumeren. Bij inkrimping van de productie neemt de gezamenlijke welvaart toe.
Zie voor voorbeelden van proportionele heffing dia 11 en 12.
Bij het ontbreken van transactiekosten zal door onderhandelingen tussen de betrokkenen een efficiënte uitkomst tot stand komen.
Aan wie de rechten zijn toebedeeld, maakt verschil voor de uiteindelijke verdeling van de maatschappelijke welvaart.
Zie voor het voorbeeld dia 15,16,17.
Bij milieuschade zijn transactiekosten in het algemeen hoog, zodat een efficiënte uitkomst vaak niet door partijen tot stand gebracht wordt of kan worden.
Transactiekosten bestaan uit:
Wanneer hoge transactiekosten het tot stand komen van een efficiënte uitkomst belemmeren, kan de overheid de welvaart bevorderen door in te grijpen.
De externe effecten moeten zichtbaar worden, en op de een of andere wijze worden doorberekend. Dit noemt men wel het internaliseren van externe effecten.
Privaatrecht
Het privaatrecht stelt partijen in staat om een efficiënte oplossing te bereiken. Dit hangt samen met de mogelijkheid om te onderhandelen over wederzijdse rechten en plichten. De regels bepalen de uitgangspositie van partijen bij de onderhandelingen, en hierdoor ook de verdeling van de welvaart.
Privaatrecht. Wanneer er hoge kosten zijn verbonden aan het aanspannen van een rechtszaak tegen een vervuiler en de schade per benadeelde klein is, moeilijk aantoonbaar of weinig concreet is, kan een groepsactie een mogelijke uitkomst bieden.
Publiekrecht
De hoogte van de transactiekosten belemmert de effectiviteit van het privaatrecht, bijvoorbeeld:
Publiekrecht helpt!
Publiekrecht helpt!
Alles wat er in het hoorcollege wordt behandeld is terug te vinden in de voorgeschreven literatuur.
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.
Er worden geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het tentamen.
Er worden geen vragen gesteld die op het tentamen behandeld zouden kunnen worden.
Aan het einde van de lessen moet je in staat zijn om juridische vraagstukken te ontleden met behulp van kernbegrippen uit de rechtseconomie; kunnen beredeneren welke prikkels specifieke rechtsregels uitoefenen op het gedrag van de individu, daarbij ook gelet op de uitkomsten; uit kunnen leggen hoe markten werken, wanneer overheidsregulering nodig is en welke invloed die rechtsregels op markten hebben; micro-economische basistechnieken kunnen toepassen
De rechtseconomie heeft betrekking op: economische theorieën, strafrecht, overeenkomsten, eigendomsrechten, mededinging, onrechtmatige daad, milieurecht en verzekeringsrecht.
De kernvraag die steeds terugkomt is welke invloed door het recht wordt uitgeoefend. Daarbij behorende vragen zijn; wat is de realisatie van de beoogde effecten? Zijn er andere, betere resultaten? Wat zijn de gevolgen voor individuen? En: wat zijn de gevolgen voor de maatschappelijke welvaart?
De rechtseconomie is een van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de rechtenstudie anno 2019. Maar om dat te begrijpen gaan we terug naar de ontwikkeling van rechtseconomie. Dit doen we door middel van een aantal historische gebeurtenissen:
1900: In de vroege jaren 1900 werd de economie voor het eerst gebruikt om juridische vragen mee te benaderen. Dit was vooral op het gebied van mededinging, gereguleerde industrie, belastingen en schade.
1940/1950: De universiteit van Chicago linkte voor het eerst rechtseconomen aan een rechtenstudie op de juridische faculteit.
1960: Ronald Coase’s ‘Problem of social cost’. Coase kwam tot het inzicht dat er een wederkerige relatie is tussen de schadeveroorzaker en het slachtoffer. Het belang van transactiekosten heeft toepassing van de economie op andere disciplines, zoals het aansprakelijkheidsrecht en het contractenrecht, uitgebreid.
1968: Becker linkte economie aan strafrecht.
1957: Becker linkte economie aan rassendiscriminatie.
1981: Becker linkte economie aan gezinsleven.
1961: Calabresi linkt economie aan de onrechtmatige daad.
1962: Manne linkte economie aan vennootschaps- en effectenrecht.
1979: Shavell linkte economie aan verzekeringen.
1973: Richard Posner was geen econoom maar werkte in een de rechtbank. Door zijn ideeën kwam er een nieuwe manier om naar het recht te kijken. Hij kwam met het idee dat efficiëntie de structuur van de common law in het rechtssysteem zou kunnen verklaren. Gezien het feit dat een inefficiënt precedent waarschijnlijk in twijfel zou worden getrokken en worden overruled, heeft de common law in deze visie de neiging om op lange termijn efficiënte oplossingen te ontwikkelen.
1990: Veertig procent van de federale rechtbankrechters in de VS heeft ondertussen een economische cursus gevolg. De juristen gingen open staan voor rechtseconomische redeneringen.
Rechtseconomie groeit op deze manier uit tot een sociale wetenschap waar effecten van beleid en regelgeving kunnen worden getest. In de tweede helft
.....read moreDit hoorcollege is opgedeeld in twee hoofdvragen:
Markten bestaan om verschillende redenen, de belangrijkste voor nu zijn specialisatie en transactiekosten.
Specialisatie zorgt voor hogere productiviteit. Die hogere productiviteit zorgt ervoor dat men wil ruilen. Daarvan profiteert de producent.
Zijn deze kosten te hoog, dan wil men het liever zelf gaan doen.
Voorbeeld: bij de RUG wordt het eten nu uitbesteed aan een bedrijf, dit bedrijf is gespecialiseerd en zo hoeft de RUG zich er niet meer mee bezig te houden. Dat uitbesteden wordt outsourcing genoemd. Dus te hoge transactiekosten leidt tot outsourcing. Hierbij wordt gekeken naar: de mate waarin er investeringen nodig zijn die specifiek voor de desbetreffende transactie worden gedaan. Is de expertise er niet binnen een bedrijf dan ga je eerder uitbesteden. Verder kijkt men naar de frequentie waarmee dergelijke transacties plaatsvinden, de complexiteit van de transactie en de onzekerheid over de kwaliteiten van de bij de transactie betrokken goederen. Hoe ga je de kwaliteit waarborgen? Want meestal krijg je wat voor anderen het minste kost. En er wordt gekeken naar de mate waarin een bij de transactie betrokken partij afhankelijk is van een derden. Voorbeeld: een stroopwafel producent is vrijwel altijd afhankelijk van supermarkten.
Er zijn tarnsactiekosten om de naleving van overeenkomsten te controleren en het zo nodig afdwingen van deze naleving.
Transactiekosten zijn afhankelijk van
Marktuitkomsten die tot stand komen als er sprake is van volledige mededinging zijn efficiënt, indien er geen marktfalen als externe effecten zijn, collectieve goederen of informatiegebreken.
Volledige mededinging heb je als je een groot aantal bedrijven hebt die met elkaar concurreren. Omdat er een groot aantal concurrenten zijn, wordt ervan uit gegaan dat de bedrijven zelf geen invloed kunnen uitoefenen op de marktprijs. Bij een monopolie is er maar één bedrijf dat een product levert en hij kan dus ook zelf de marktprijs betalen.
Een andere aanname die belangrijk is in het kader van volledige mededinging is dat een consument alle informatie heeft die hij nodig heeft om het te kopen. Als een bedrijf opereert in het kader van volledige mededinging de prijs omhoog hoogt, is het risico dat de consument naar een ander gaat.
Onvolledige mededeling is dus een verzamelnaam voor marktvormen waarbij de individuele aanbieder wel invloed heeft op de prijs.
Monopolies kunnen op verschillende manieren ontstaan:
Op dia 6 staat een voorbeeld van kostenfuncties.
Winst maximaliserend gedrag; dia 7. Wat zijn de marginale kosten, dat is belangrijk om naar te kijken.
Vraag en aanbod; dia 8. Horizontale optelling van producten die geproduceerd kunnen worden voor een bepaalde prijs. Je kijkt nu naar de hele markt in plaats van één bedrijf.
Volledige mededinging; dia 9. We gaan ervan uit dat er altijd een evenwichtsprijs is, of we deze snel kunnen bereiken. Hieruit kan je ook de consumentensurplus en de producenten surplus zien.
Hoeveel produceer je? Dia 10. Je produceert zolang je nog winst draait. In dit geval is het
.....read moreDit hoorcollege (13/02/2019) is komen te vervallen in verband met de mogelijkheid tot het maken van een bonusopdracht.
Kartel
De mogelijkheid om monopolistische winsten te behalen hangt af van de concurrentie op de markt. De concurrentie op basis van aantallen en de concurrentie op basis van prijzen.
Kartels zijn moeilijk op te zetten en afhankelijk van verschillende elementen:
Het bereiken van een overeenkomst is moeilijk om verschillende redenen:
Het werken van kartels
Er kan één leider zijn die de prijs aangeeft en doorgeeft aan de rest van het kartel. Als er prijsregels zijn dan zitten bedrijven tegen de bovenkant aan.
Kartel (in)stabiliteit
Een kartel is meestal op lange termijn instabiel. Je wilt met je kartel minder produceren en een zo hoog mogelijke prijs, maar elke individuele producent wil liever iets meer produceren. Als iedereen meer produceert, werkt het kartel niet. Je hebt ook sanctiemechanisme nodig: je gaat meer produceren als iemand anders doet maar dan is iedereen de dupe (ook jijzelf). Dat is dus duur, de vraag is dan of je voor sanctiemechanisme wil betalen.
Verticale integratie: bedrijven werken met elkaar samen, bijvoorbeeld de producent van een auto en de producent van verlichting. Als er sprake is van verticale integratie, dan is het lastig om te achterhalen of iedereen zich aan de afspraak houdt.
Risico van detectie van overtreders: de persoon die als eerst persoonlijke informatie vertelt (klikt) over het kartel bij de overheid hoeft geen boete te betalen.
Artikel 101 VwEU - bepaling tegen kartels
Artikel 101 VwEU niet altijd van toepassing. Nederlandse kartelrecht is van toepassing als een kartel enkel in Nederland bestaat. Ook niet van toepassing als kartel geen invloed heeft op de interne Europese markt.
.....read moreOnrechtmatige daad
De redenering van de wetgever om wetgeving op dit gebied te introduceren gaan we rechtseconomisch bekijken:
Het gaat er in zekere zin over om kosten voor de maatschappij te minimaliseren. Kosten van de maatschappij bestaan niet alleen uit kosten voor het slachtoffer, maar ook het voorkomen van ongelukken. Als iemand geen voordeel van schadevermindering heeft, dan is hij het beste uit wanneer hij afziet van zorgvuldig gedrag. Dit is vaak inefficiënt omdat de dader geen rekening houdt met de schadegevolgen voor het slachtoffer. Er is sprake van een negatief extern effect.
Veronderstellingen:
Beredeneren:
Unilaterale ongevallen versus bilaterale ongevallen
Unilateraal: Alleen daders kunnen ongevallen veroorzaken; slachtoffers kunnen daar niets aan doen.
Ook voor het slachtoffer geldt dat hij zich op een bepaalde manier gedraagt en heeft te gedragen.
Unilaterale ongevallen
De mate van zorg is afhankelijk van kosten van zorg en schade.
Bij unilaterale ongevallen leidt het ontbreken van een aansprakelijkheidssysteem tot de keuze van een inefficiënt niveau van zorg. Een risicoaansprakelijkheidssysteem leidt tot de keuze van een efficiënt niveau van zorg. Een schuldaansprakelijkheidssysteem is voor zijn werking afhankelijk is van de keuze van de norm (deze kan ook efficiënt zijn).
Algemene analyse
Deze algemene analyse kan je grafisch weergeven, zie dia 15.
Als er geen aansprakelijkheid is, zal het efficiënte zorgniveau niet worden gekozen. Als er een risicoaansprakelijkheidssysteem is, zal het efficiënte zorgniveau worden gekozen. Als er een schuldaansprakelijkheidssysteem is, wordt het niveau van zorg gekozen dat het recht vaststelt, mits dat niet een te hoog niveau is.
Activiteiten
Wanneer de dader de kosten en opbrengsten kent van elke keer dat een activiteit wordt ontplooid, kiest hij voor dat aantal dat hem het hoogst mogelijke verschil tussen opbrengsten en kosten oplevert. Denk bijvoorbeeld aan een transport van plutonium door de binnenstad van Groningen, het liefst hebben we dat niet elke dag. Maar het is afhankelijk van een aansprakelijkheidssysteem of dit vaker gebeurt of niet.
Er bestaat een stelsel van wetten en regels waarmee de private eigendom van en de beschikkingsbevoegdheid over goederen en diensten zijn vastgelegd.
Regels en bescherming garanderen dat de eigenaar de exclusieve gebruiksrechten heeft en houdt over de goederen en diensten.
Eigendom heeft twee belangrijke karakteristieken:
Er kan een verschil gemaakt worden tussen private en collectieve goederen.
Private goederen: rivaliteit en exclusiviteit
Collectieve goederen: non-rivaliteit en non-exclusiviteit, je kan mensen niet het gebruik ontnemen en het gebruik door de een gaat niet ten koste van de ander.
Het instellen van een overheid in combinatie met het regelen en handhaven van eigendomsrechten maakt een einde aan het recht van de sterkste.
Dit leidt tot besparingen op particuliere legertjes en de schade van krijgshandelingen, en leidt daardoor tot verbetering van de maatschappelijke welvaart.
Een common is bijvoorbeeld een stuk land die in de geschiedenis deel uit heeft gemaakt van een dorp. Een stuk land die door iedereen gebruikt kan worden die in dat land woont.
Wij veronderstellen dat er een overheid is, compleet met politieapparaat en rechterlijke macht.
Er bestaat grond voor gemeenschappelijk gebruik.
Een rationeel handelende veehouder heeft als doelstelling het maximaliseren van zijn netto opbrengst (opbrengsten minus kosten).
Het grondgebruik bij een klein aantal koeien is non-rivaliserend, maar bij het voortdurend uitbreiden van de kuddes is het rivaliserend => overbegrazing!
Inefficiënt omdat de totale welvaart van de gezamenlijke veehouders kleiner is dan maximaal haalbaar.
Veehouders kijken wel naar eigen private kosten en opbrengsten, maar houden geen rekening met de negatieve gevolgen van hun handelen voor anderen. Hier is sprake van een negatief extern effect.
Deze tradegy of the commons kunnen we vanuit een rechtseconomische invalshoek benaderen: een methode om de interactie tussen verschillende individuen te onderzoeken.
Dominante strategie: het geval dat een speler voor één bepaalde strategie kiest, ongeacht wat de andere speler of spelers doen. Het probleem is dat het goed werkt aan het begin van de rit. Maar uiteindelijk worden de voordelen kleiner. Er is sprake van individuele rationaliteit die leidt tot collectieve irrationaliteit. Dat kan leiden tot een situatie waar uiteindelijk uitbreiden geen dominante strategie meer is. Een situatie waar dat speelt is bij vissen. Het tegenhouden van vissen is een van de grootste uitdagingen in Europa.
Vanaf een bepaalde mate van gebruik van gemeenschappelijke hulpbronnen treed er schaarste op; er ontstaat dan rivaliteit in het gebruik. Vanaf het moment dat het gebruik
.....read moreWe beginnen vandaag met een aantal beginselen:
Wanneer vrij en weloverwogen door alle betrokken partijen wordt besloten tot het aangaan van een bepaalde transactie, en die transactie wordt uitgevoerd via gelijk oversteken, leidt die transactie zonder twijfel tot een welvaartsverbetering. Dat resulteert erin dat er geen behoefte aan overeenkomstenrecht is.
Het overeenkomstenrecht maakt de nakoming van contracten afdwingbaar en daardoor wordt het afsluiten van contracten interessant.
Het opstellen van volledige overeenkomsten is slechts zinvol als er geen kosten verbonden zijn aan het opstellen van zulke overeenkomsten, bijvoorbeeld:
Onvolledige overeenkomsten vraagt om overeenkomstenrecht.
Nutsmaximaliserend gedrag houdt in dat een individu zijn keuzes maakt door uit de beperkte mogelijkheden die hem geboden zijn, dat alternatief te kiezen dat hem het hoogste nut oplevert.
Er kan bij de totstandkoming van de overeenkomst iets mis gaan, we spreken dan van onvolmaaktheden. Voorbeelden van onvolmaaktheden zijn:
De inhoud van een overeenkomst kan worden beperkt en opzijgezet door de wet of door de eisen van redelijkheid en billijkheid. Waar niets is afgesproken, gelden over het algemeen de bepalingen van de wet, of wat volgens de gewoonte gebruikelijk is of volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid mag worden verwacht.
In het geval van marktfalen leidt de markteconomie niet tot een efficiënte uitkomst. Door verschillende wetten geeft de overheid vorm aan haar beleid ter correctie van marktfalen.
Sommige overeenkomsten worden expliciet bij wet verboden, andere worden nietig omdat ze in strijd zijn met een regel uit een wet.
Een exoneratiebeding, waarbij een van de contractpartijen contractueel laat opnemen in bepaalde gevallen niet verantwoordelijk te zijn of niet na te komen, kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid door de rechter onaanvaardbaar worden verklaard.
Kosten van volledige overeenkomsten zijn hoog. In de praktijk zijn overeenkomsten veelal niet volledig in hun voorzieningen voor onzekere gebeurtenissen. Dat betekent dat ze de verdeling van het risico en het vaststellen van wie de schade draagt, uitstellen tot er een onzekere gebeurtenis plaatsvindt en er zich een tekortkoming voordoet.
.....read more
Vandaag zal in het teken staan van geschilbeslechting. Schade, een rechtzaak of een schikking.
Stel A doet iets. Kan B dan geloofwaardig dreigen met het aanspannen van een rechtszaak?
Gesteld dat B geloofwaardig dreigt met een rechtszaak, wat is dan het voordeligste: het doen van een acceptabel schikkingsvoorstel of het laten aankomen op een rechtszaak; vergelijk de kosten en baten.
Wat is, alles overziend, het beste: wel of niet doen? Is de netto-opbrengst van het ondernemen positief?
Stel A doet iets. Kan B dan geloofwaardig dreigen met het aanspannen van een rechtszaak?
Gesteld dat B geloofwaardig dreigt met een rechtszaak, wat is dan het voordeligste: het doen van een acceptabel schikkingsvoorstel of het laten aankomen op een rechtszaak; vergelijk de kosten en baten.
Wat is, alles overziend, het beste: wel of niet doen? Is de netto-opbrengst van het ondernemen positief?
Of iemand zal schikken of het zal laten aankomen op een rechtszaak is zijn gedrag. Er zijn een aantal factoren van invloed op het gedrag:
NB= verwachte netto-opbrengst van rechtszaak voor B
PB= kans B denkt te hebben dat hij wint
1-PB= kans B denkt te hebben dat hij niet wint
S = Schade
K = Proceskosten
Formule: NB= PB S – (1-PB) K
Z = min. hoogte/kosten van het schikking bod
Z = PB S – (1-PB) K
R = kosten van een rechtszaak
R = (1-PA)(S +K)
Wanneer Z kleiner is dan R is het handig om een schikking voor te stellen.
NA= verwachte netto-opbrengst voor A
GA= persoonlijk gewin van A
NA= GA – kosten vervolgtraject
Welke uitkomst zich in een concreet geval zal voordoen, hangt af van het persoonlijke gewin voor de dader, de omvang van de schade voor de slachtoffers, de hoogte van de proceskosten en van de kans inschattingen van de partijen de rechtszaak te winnen.
Kansinschattingen moeten niet zwart/wit worden gezien. Ze worden beinvloed door de volgende factoren:
Vandaag zal gaan over het milieu. We kennen twee aspecten van milieuproblemen:
Terwijl de kosten van de maatregelen concreet zijn en in het heden vallen, is er meestal minder duidelijkheid over de omvang van de baten die bestaan uit toekomstige schade. Vaak is er onenigheid over de aard en de omvang van toekomstige milieuschade, dit noemen we ook wel scientific uncertainty.
Internationale milieuproblemen zijn het moeilijkst aan te pakken, omdat dit samenwerking tussen landen vereist. Landen die vooroplopen bij milieubescherming draaien bij grensoverschrijdende milieuschade op voor de kosten van de maatregelen, terwijl andere landen die geen bijdrage leveren, meeprofiteren, dat noemen we ook wel tragedy of the commons.
Nationale milieuproblemen zijn makkelijker oplosbaar, maar een land met strenge maatregelen kan zichzelf ‘uit de markt’ prijzen.
Het milieurecht kan men opvatten als het geheel van rechtsregels ter regulering van gedragingen die tot milieuschade leiden. De economische analyse van het milieurecht gaat over de vraag welk effect juridische instrumenten hebben op milieuschadelijk gedrag en wat dat betekent voor de maatschappelijke welvaart.
De veroorzaker van een negatief extern effect houdt geen rekening met de negatieve gevolgen van zijn handelen voor derden. De productieomvang is efficiënt, want de marginale baten zijn gelijk aan de marginale maatschappelijke kosten, niet aan de marginale private kosten.
Negatieve externe effecten kunnen leiden tot marktfalen. Wanneer de veroorzaker van milieuverontreiniging geen rekening houdt met de schade die zijn handelen toebrengt aan derden, zal hij te veel produceren of consumeren. Bij inkrimping van de productie neemt de gezamenlijke welvaart toe.
Zie voor voorbeelden van proportionele heffing dia 11 en 12.
Bij het ontbreken van transactiekosten zal door onderhandelingen tussen de betrokkenen een efficiënte uitkomst tot stand komen.
Aan wie de rechten zijn toebedeeld, maakt verschil voor de uiteindelijke verdeling van de maatschappelijke welvaart.
Zie voor het voorbeeld dia 15,16,17.
Bij milieuschade zijn transactiekosten in het algemeen hoog, zodat een efficiënte uitkomst vaak niet door partijen tot stand gebracht wordt of kan worden.
Transactiekosten bestaan uit:
Wanneer hoge transactiekosten het tot stand komen van een efficiënte uitkomst belemmeren, kan de overheid de welvaart bevorderen door in te grijpen.
.....read more
Vooraf: In dit hoorcollege werd veel informatie gegeven die niet perse relevant was voor het tentamen. Er werd veel verteld over het milieu en wat extra informatie omdat we voorlopen op de stof. Ik heb wat dingen samengevat, maar het beste is om voor dit college gewoon de stof in het boek en het vorige hoorcollege te bekijken.
Vandaag zullen we verder gaan over het milieu, zoals ook vorige week aan bod gekomen. Waarom zouden we ons druk maken om het klimaat? Opwarming van de aarde is een groeiend wereldwijd probleem, waar iets aan gedaan moet worden om de aarde te behouden. Er zijn in de geschiedenis al enkele acties geweest om het klimaat beter te maken:
Belastingen zijn inkomsten voor de staat. Belastingen kunnen gebruikt worden om externe effecten te internaliseren; regulerende functie van heffingen.
Heffingen:
- Tax: algemene begroting, niets terug
- Fee: toegewijd doel, iets terug (bestemmingsfunctie)
Aan elke aanbieder wordt een heffing opgelegd die gelijk is aan de externe kosten van zijn activiteiten: aan de in geld uitgedrukte omvang van het negatieve externe effect dat hij veroorzaakt. Door de heffing nemen de kosten voor de aanbieder zodanig toe dat ze samenvallen met de maatschappelijke kosten => Pigouvian taks.
Identificatie van monetaire waarden van externaliteiten noodzakelijk voor de Pigou taks, uitdagend (marginal net damage unknown!).
Baumol and Oates (1971) stelden voor dat de overheid een aanvaardbaar niveau van vervuiling zou vaststellen en de belasting op een niveau zou vaststellen dat deze norm zou bereiken (e.g. uniform unit taxes). De belasting kan indien nodig worden aanpassen in de loop van de tijd (=>least cost pollution reduction).
Indien men wel gebruik wil maken van financiële prikkels om de allocatie van de goederen te beïnvloeden, terwijl het niet mogelijk is om een heffing in te stellen die precies gelijk is aan de veroorzaakte externe kosten, moet men een andere grondslag voor de heffing vinden. Heffingen worden daarom vaak als een vast, uniform bedrag per eenheid product of per eenheid in- of output geheven (accijns per liter benzine).
=> Baumol & Oates (1971)
Keuze van een heffingsgrondslag bepaalt welke effecten een heffing heeft. Tragedy
.....read moreVandaag zullen we gaan kijken naar het strafrecht.
Een traditionele theorie van het strafrecht moet verklaren waarom het strafrecht verschilt van het privaatrecht en waarom het deze kenmerken heeft. Een handeling moet strafbaar worden verklaard als dit gebeurt en als geprobeerd wordt dit te ontmoedigen, wordt de sociale welvaart verhoogt (utilitaristische opvatting). Het strafrecht is er om de schuldige te straffen (retributivisme).
Straf moet in verhouding staan tot de ernst van de misdaad. Onevenredige straf is verkeerd.
Een zorgvuldige bestuurder maakt geen fout en vormt geen risico voor anderen, terwijl een zorgeloze bestuurder nalatig is en buitensporige risico's voor anderen met zich meebrengt. Nalatig bestuurders moeten hun gewonden compenseren. Zelfs onzorgvuldige bestuurders negeren de veiligheid van anderen niet en leggen opzettelijk een buitensporig risico op hen.
Een bestuurder die opzettelijk een buitensporig risico op anderen legt, is roekeloos. Zelfs een bestuurder die de veiligheid van anderen negeert, komt niet opzettelijk iemand tegen. Voorbij roekeloosheid ligt opzettelijke schade.
Het idee dat misdaden het publiek schaden, heeft verschillende implicaties:
1). Het rechtvaardigt het verschil tussen de aanklagers in civiele en strafzaken. In burgerlijke zaken is de eiser een particulier (slachtoffer). In een strafrechtelijke vervolging is de aanklager de maatschappij zoals vertegenwoordigd door de officier van justitie of procureur-generaal.
2). Het idee dat misdaden het publiek schaden, impliceert de mogelijkheid dat er slachtoffers zonder misdrijven zijn (gokken of de verkoop van illegale drugs)
3). Traditionele theorie van het strafrecht houdt in dat iemand die probeert een ander te verwonden en faalt, moet worden gestraft.
Het verminderen van fouten is vooral belangrijk in strafzaken, omdat het proces van vervolging voor een misdaad gepaard gaat met schaamte en onkosten voor de beschuldigde, zelfs als het definitieve vonnis 'niet schuldig' is.
Soorten straffen zijn boetes, proeftijd, opsluiting, dwangarbeid, lijfstraffen et cetera.
Straf in het strafrecht verschilt van compensatie in het burgerlijk recht. Compensatie in het burgerlijk recht heeft tot doel het welzijn van het slachtoffer te herstellen ten koste van de dader. Straf in het strafrecht maakt dat de benadeelde slechter af is zonder dat
.....read moreGastcollege.
Regulering gebruiken we als een correctie voor marktfalen. Maar de vraag is of regulering wel altijd noodzakelijk is. Is soms een andere vorm van interventie ook voldoende?
Marktfalen: externe effecten, collectieve goederen, marktmacht, informatiegebreken: informatieasymmetrie; begrensde rationaliteit. Wat moeten we doen met externe effecten? Is daar altijd regulering voor nodig? Nee niet altijd. Coase: je moet gaan voor onderhandelingen (indien eigendomsrechten zijn gedefinieerd en de transactiekosten laag zijn).
Externe effecten zijn:
Collectieve goederen/publieke goederen
Zijn transactiekosten hoog, dan hebben we wellicht regulering nodig. Dit is bijvoorbeeld het geval bij vervuiling, dit kan men beter wel gaan belasten anders wordt er meer vervuild. Of de vervuiling gaan koppelen aan een bepaalde vergunning, vervuilt men teveel dan verliest men de vergunning.
Marktmacht/onvolledige mededinging:
Informatieasymmetrie: zoals bij verzekeringen:
Algemene regels met betrekking tot informatievoorziening:
Certification:
Vergunningenstelsel:
Heterogeniteit van consumentenvoorkeuren is een belangrijk criterium in het maken van de keuze tussen certification en licensing.
Overheid wil problemen wel dienen, maar het resultaat is soms anders. Het werkt niet zoals wij dachten. Dat wordt bedoeld met overheidsfalen. De overheid weet het ook niet perfect. Daarom komt het wel eens voor dat de overheid dingen doet die eigenlijk niet goed zijn.
In dit hoorcollege is geen nieuwe stof behandeld. Dit hoorcollege is vervangen door een vrijblijvend vragenuurtje, voor mensen die eventueel vragen hadden over de stof.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution