Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Vraag 1 (35 pnt)

Hendriks heeft een Crossfit gym met een klimrek erin. Het klimrek is duurzaam met de grond verenigd om te voorkomen dat het omvalt tijdens te oefeningen die de sporters daar doen. Dit rek is in juni 2014 door Marnix Reuters aangeleverd, net als de bouten waar het mee vast zit. Het materiaal komt vanuit een 3D printer en is erg bekend om de kracht wat het aankan. Het wordt als zeer betrouwbaar gezien Zijn naam staat dan ook pontificaal op het rek. Op 15 maart 2017 gebeurt er in de gym een ongeval. Daniel was die dag van de ene kant van het rek naar de andere kant aan het klouteren, iets waar het rek bij uitstek goed voor gemaakt is. Hij maakt halverwege de tocht een val en land erg verkeerd op z'n oogkas. Hij heeft hier blijvend letsel aan. Op 15 april 2017 wordt er een rapport uitgebracht van de Nationale Sportbond over dit incident en stelt dat het voornamelijk aan de bouten lag waarmee alles is vastgesteld . Op 1 juni 2017 publiceert een aan de Wageningen University gelieerde onderzoeksgroep een rapport wat vrij veel controversie veroorzaakt. Het heeft het materiaal namelijk grondig onderzocht en stelt dat het een stuk minder sterk is dan verwacht, het gaat na drie jaar sterk achteruit en is niet meer betrouwbaar.

Vraag 1a (20 pnt)

Veronderstel dat de afgebroken bout door natrekking bestanddeel is geworden van de gym. Kunnen Hendriks en/of Reuters met succes aansprakelijk worden gesteld voor de door Daniel geleden schade? NB laat eventuele contractuele aansprakelijkheid buiten beschouwing.

Vraag 1b (20 pnt)

Veronderstel vervolgens dat Daniel op de dag van het ongeluk toegang heeft gekregen tot de gym na het tonen van zijn klimvaardigheidsbewijs, het behalen van de toegangsprijs en het ondertekenen van een formulier waarin hij verklaart de door Hendriks gehanteerde algemene voorwaarden (die uitgeprint op een stapeltje op de balie liggen) te accepteren. In artikel 10 van de algemene voorwaarden is opgenomen dat de aansprakelijkheid van Hendriks jegens de wederpartij beperkt is tot schade die is veroorzaakt doordat Hendriks de op haar als beheerder van de gym rustende zorgplicht heeft geschonden. Vast komt te staan dat Hendriks deze zorgplicht niet heeft geschonden, omdat hij heeft voldaan aan de gebruikelijke met betrekking tot een gym geldende onderhouds- en veiligheidsmaatregelen. Vaststaat ook dat Hendriks kwalificeert als dienstverrichter in de zin van Richtlijn 2006/123/EG.

Vraag 1c (20 pnt)

Kan Hendriks de (mogelijke) contractuele aansprakelijkstelling door Daniel succesvol weerleggen met een beroep op artikel 10 van de algemene voorwaarden? NB je hoeft de vereisten voor de contractuele aansprakelijkheid niet uit te werken.

Vraag 2 (10 pnt)

Beoordeel of de onderstaande stelling juist of onjuist is en motiveer je antwoord. “In geval van een consumentenkoop brengt de relatief eenvoudige aard van de transactie (koop van een roerende zaak) mee dat de koper op straffe van rechtsverlies binnen twee maanden bij de verkoper moet klagen overe een door hem geconstateerd gebrek aan de gekochte zaak.”

Vraag 3 (35 pnt)

De familie Stanislowski is op een zonnige vrijdagmiddag onderweg naar hun huisje aan zee in Zeeuws-Vlaanderen in hun Chevrolet Tahoe. Ze rijden op een weg langs één van de vele stranden. De toegestane maximumsnelheid is hier 50 km/u. Mr. Stanislowski heeft enige tijd rechtdoor gereden maar volgens de GPS moet hij binnenkort linksaf slaan om een bocht te nemen. Hij rijdt rustig door de bocht, met enkel een snelheid van 15 km/u, en gaat niet over de andere weghelft heen. Het stel Mark en Shanil zijn een fietstochtje aan het doen op dezelfde weg. Zij komen vanuit de tegenovergestelde richting. Mr. Stanislowski heeft verder geen zicht op deze dode hoek in de bocht en zie het stel niet aankomen. Ze rijden vrij snel, beide heren zijn namelijk amateur wielrenners. Mark rijdt deels op de verkeerde weghelft terwijl hij de bocht in gaat. Shanil rijdt netjes om te auto heen, maar Mark ziet de auto iets te laat en remt zo snel mogelijk, verder draait hij het stuur naar rechts om weer op de juiste weghelft te komen. De fiets van Mark slipt hierdoor een beetje en hij valt naast de auto neer. Alleen het heuptasje van hem raakt de auto. Het blijkt later dat Mark zijn elleboog heeft gebroken en ook zijn enkel. Hij wil een schadevergoeding van Mr. Stanislowski.

Vraag 3a (10 pnt)

Is Stanislowski – als eigenaar van de Chevrolet Tahoe – aansprakelijk en zo ja, moet hij de volledige schade van Mark vergoeden? Je mag ervan uitgaan dat de Chevrolet Tahoe betrokken is bij het ongeval, ondanks de twijfel of hier wel een aanrijding heeft plaatsgevonden.

Vraag 3b (15pnt)

Stel dat Mark met zijn tienjarige dochter Maaike aan het fietsen was en dat niet Mark, maar Maaike valt. De feiten zijn verder exact hetzelfde. Is Mr. Stanislowski in dat geval aansprakelijk en zo ja, moet hij de volledige schade van Maaike vergoeden?

Vraag 3c (10 pnt)

Stel dat – zonder daarmee een antwoord op de vorige vraag te suggereren – Stanislowski in beginsel voor (een deel van) de schade van Maaike aansprakelijk is, maar dat de zorgverzekeraar van Maaike de genoemde schade heeft vergoed. Kan de verzekeraar zich dan met succes op de (verzekeraar van) Stanislowski verhalen?

Vraag 4 (15 pnt)

Sjonnie Barends heeft een relatie met Linda Nguyen. Ze willen samen een woning gaan kopen. Alles gaat goed met het tekenen van het koopcontract maar iets daarna vallen de plannen wat anders uit dan gedacht. De financiering valt door de mand en het contract had geen financieringsvoorbehoud. Sjonnie en Linda moeten hierdoor een contractuele boete van €10.000. Alsof alles niet al erg genoeg was gaan Sjonnie en Linda iets daarna ook nog eens uit elkaar. Dit veranderd voor de boete vrij weinig, want beiden zijn nog steeds hoofdelijk aansprakelijk. Sjonnie kan de boete zeker niet betalen, maar gelukkig willen hun ouders, Ellie en Rinus, hem wel een handje helpen. Zij zijn ook blij dat de relatie tussen hem en Linda ten einde is, want ze vonden haar maar niets voor hun geliefde Sjon. Zij zijn verder bereid om Sjonnie een lening van €10.000 tre verstrekken om de boete af te lossen. Hij mag verder zelf bepalen wanneer hij de lening aflost. Ook al is er niet veel vastgelegd, er zit wel één addertje onder het gras, namelijk de volgende clausule: "Deel uitmakend van deze geldleningovereenkomst is dat de heer J. (Sjonnie) Barends nu of in de toekomst een relatie heeft, bestendigt, of opnieuw aangaat met L. (Linda) Nguyen, dan zal het openstaande saldo direct opeisbaar worden." Niet lang daarna raken Sjonnie en Linda weer aan de praat en besluiten het toch nog een keer te proberen. Ellie en Rinus vinden dit vreselijk en eisen vervolgens direct restitutie van het openstaande saldo, zoals vastgelegd in de clausule.

Je bent juridisch adviseur van Sjonnie. Hij wilt weten of er manieren zijn om niet direct terug te hoeven betalen. Bespreek alle leden (dus lid 1 t/m 3) van het relevante wetsartikel, met het feitencomplex van Sjonnie in acht genomen.

Antwoordindicatie

Vraag 1

Vraag 1a

Is Hendriks aansprakelijk? Hendriks is eigenaar en dus ook bezitter van de gym, die ex art. 6:174 BW (inclusief de bout) als opstal valt aan te merken; zie lid 4. De vraag is of de opstal in de zin van dit artikel als gebrekkig valt aan te merken. Volgens HR Dijkdoorbraak is de toenmalige stand van wetenschap en techniek (die er voor zorgde dat het materiaal waaruit de haak is gemaakt, destijds niet als gebrekkig werd aangemerkt) een van de factoren die moet worden meegewogen bij de beslissing of van aansprakelijkheid ex art. 6:174 BW sprake is. De aard en fysieke functie van het geheel (Crossfit gym, dus bestemd voor halsbrekende toeren) kunnen meebrengen dat aan de objectieve onbekendheid van het gevaar minder gewicht toekomt. Als de afweging op voornoemde wijze plaats vindt, kan aansprakelijkheid van Hendriks ex art. 6:174 BW worden aangenomen. De tenzij- clausule in lid 1 is niet van toepassing. Als Hendriks namelijk op de hoogte zou zijn geweest van de gebrekkigheid van de haak, zou hij ex art. 6:162 BW aansprakelijk zijn omdat hij het klimmen niet onmiddellijk heeft verboden c.q. daartoe geëigende maatregelen zou hebben getroffen. Reuters aansprakelijk? Reuters is aan te merken als producent ex art. 6:185 BW. Ondanks het feit dat de afgebroken bout bestanddeel is geworden van de hal, valt deze haak nog steeds onder de reikwijdte van de regeling van productaansprakelijkheid; zie art. 6:187 BW. De bout is aan te merken als een gebrekkig product in de zin van art. 6:186 BW: bij het gebruik waarvoor de haak bedoeld is biedt de haak niet de veiligheid die men daarvan mag verwachten. Reuters is daarom ex art. 6:185 BW aansprakelijk jegens Daniel, tenzij hij zich met succes op een van de in art. 6:185 lid 1 BW genoemde bevrijdende omstandigheden kan beroepen. Een beroep op het sub e genoemde state of the art-verweer lijkt kans van slagen te hebben. Volgens HvJ EG Commissie/UK gaat het om de vraag of het, uitgaande van het meest geavanceerde niveau van objectieve wetenschappelijke en technische kennis, mogelijk was geweest de gebrekkigheid van het materiaal waaruit de haak werd gemaakt te kennen op het moment dat de haak in het verkeer werd gebracht. Uit de feiten lijkt te kunnen worden opgemaakt dat dit niet het geval was; pas drie jaar later werd deze ontdekking gedaan en/of gepubliceerd. Reueters kan dus niet met succes aansprakelijk worden gesteld.

Vraag 1b

Er is geen antwoordindicatie beschikbaar.

Vraag 1c

Art. 10 van de algemene voorwaarden behelst een exoneratieclausule. De clausule is onderdeel van de overeenkomst (Daniel heeft immers een formulier met verwijzing naar de algemene voorwaarden getekend, vgl. art. 6:217 BW) en dus kan Hendriks zich in beginsel op de exoneratieclausule beroepen. De vraag is of Daniel de clausule kan vernietigen ex art. 6:233 BW. Dit is ex art. 6:233 sub b mogelijk indien aan Daniel niet een redelijke mogelijkheid is geboden om van de voorwaarden kennis te nemen. In geval van een dienstverrichter (de casus stelt dat Hendriks als dienstverrichter valt te aan te merken in de zin van de daartoe relevante Richtlijn) is ex art. 6:234 jo. 6:230c sub 2 BW voldaan aan de terhandstellingseis als de voorwaarden gemakkelijk toegankelijk zijn op de plaats waar de dienst wordt verricht. Dit is in casu het geval; de voorwaarden liggen uitgeprint op een stapeltje op de balie. De conclusie kan dus zijn dat vernietiging van de exoneratieclausule ex art. 6:233 sub b BW niet mogelijk is. Daarnaast speelt de vraag of het exoneratiebeding vernietigbaar is omdat het onredelijk bezwarend is voor Daniel; art. 6:233 sub a BW. Omdat Daniel een consument is (hij is immers een natuurlijk persoon die niet klimt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf) kan hij zich beroepen op art. 6:237 sub f BW, dat het exoneratiebeding met vernietigbaarheid treft. De clausule wordt derhalve vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Het is aan Hendriks om aan te tonen dat dit niet het geval is. Van Koppen kan de aansprakelijkstelling in dat geval alleen weerleggen indien hij aantoont dat de clausule niet onredelijk bezwarend is. Indien het vermoeden niet (voldoende) wordt weerlegd door Hendriks, kan het
exoneratiebeding worden vernietigd.

Vraag 2

De stelling is deels onvolledig, deels onjuist. Los van de vraag of consumententransacties altijd eenvoudig van aard zijn, is het onduidelijk wanneer de genoemde termijn aanvangt: vanaf het moment van de koop of pas nadat de nonconformiteit is ontdekt? Maar ook al zou worden gedoeld op de laatste termijn, dan nog is de stelling onjuist: de wettekst geeft aan dat klagen binnen twee maanden in ieder geval tijdig is (en dus niet dat er nooit na twee maanden zou mogen worden geklaagd).

Vraag 3

Vraag 3a

Het betreft een ongeval op de openbare weg tussen een gemotoriseerde, automobilist Stanislowski, en een ongemotoriseerde, fietser Mark. In beginsel is er dus aansprakelijkheid voor Stanislowski ex art. 185 WVW. Omdat Mark ouder is dan 14 jaar wordt als overmachtscriterium ‘rechtens geen enkel verwijt’ gehanteerd. Aannemelijk is dat daar in deze casus sprake van is. Stanislowski reed op zijn eigen weghelft en wat de snelheid betreft: als Stanislowski nog langzamer had gereden, zou hij wellicht een gevaar voor achteropkomend verkeer zijn geworden. Stanislowski is dus niet aansprakelijk.

NB Ook een (goed gemotiveerde) conclusie dat een beroep op overmacht niet zal slagen, wordt goed gerekend.

Vraag 3b

Maaike is jonger dan 14 jaar. In het kader van art. 185 WVW betekent dit dat Stanislowski zich niet op overmacht kan beroepen, behoudens opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van haar kant. Daar is geen sprake van; ze reed weliswaar roekeloos, maar niet met het idee (of het idee voor lief nemend) een ongeluk te krijgen. Wat betreft de omvang van de aansprakelijkheid, het eigenschuldverweer (art. 6:101) dat Stanislowski wellicht doet, treft geen doel omdat in de jurisprudentie de 100%-regel wordt gehanteerd, hetgeen wil zeggen dat Maaike al haar schade vergoed krijgt. Zie HR Chan-a-Hung r.o. 3.6.

Vraag 3c

In dat geval wordt van de leeftijd geabstraheerd en geldt in het kader van art. 185 WVW het gewone overmachtsverweer: ‘rechtens geen enkel verwijt’. Onder vraag a is al aan de orde geweest dat Stanislowski rechtens geen enkel verwijt valt te maken en dus niet aansprakelijk is. De verzekeraar van Maaike kan zich dus niet op de verzekeraar van Stanislowski verhalen.

Vraag 4

Het relevante wetsartikel is art. 3:40 BW. Gebruikelijk is om met lid 2 van dit artikel te beginnen, dat – ook al staat dit er niet met zoveel woorden – uitsluitend het aangaan of sluiten van de overeenkomst betreft. Ook moet de wet een wet in formele zin zijn (of iets vergelijkbaars). Wat de casus betreft: het aangaan van een overeenkomst tot geldlening is niet verboden. Lid 2 is dus niet van toepassing en dit heeft tot gevolg dat ook lid 3 geen nadere bespreking behoeft. Wat betreft lid 1: verdedigbaar is dat de door de ouders gehanteerde clausule qua inhoud en/of strekking rechtstreeks (dus niet via de wet) in strijd is met de goede zeden/openbare orde: ook al is het begrijpelijk dat je als ouders het beste voor je kind wenst – en deze relatie daar wellicht niet onder valt –, dan nog mag de daaruit vloeiende bezorgdheid niet zo ver gaan, dat zij tot een dergelijke vergaande inmenging in de keuzevrijheid van hun zoon leidt. Het rechtsgevolg is dus nietigheid van de overeenkomst of van de betreffende clausule.

NB het arrest Esmilo/Mediq is niet relevant, aangezien het in dit arrest om een bij de wet verboden strekking gaat (en daar is in de casus geen sprake van).

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Oefententamens Verbintenissenrecht - UU

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2018/2019

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Vraag 1 (35 pnt)

Hendriks heeft een Crossfit gym met een klimrek erin. Het klimrek is duurzaam met de grond verenigd om te voorkomen dat het omvalt tijdens te oefeningen die de sporters daar doen. Dit rek is in juni 2014 door Marnix Reuters aangeleverd, net als de bouten waar het mee vast zit. Het materiaal komt vanuit een 3D printer en is erg bekend om de kracht wat het aankan. Het wordt als zeer betrouwbaar gezien Zijn naam staat dan ook pontificaal op het rek. Op 15 maart 2017 gebeurt er in de gym een ongeval. Daniel was die dag van de ene kant van het rek naar de andere kant aan het klouteren, iets waar het rek bij uitstek goed voor gemaakt is. Hij maakt halverwege de tocht een val en land erg verkeerd op z'n oogkas. Hij heeft hier blijvend letsel aan. Op 15 april 2017 wordt er een rapport uitgebracht van de Nationale Sportbond over dit incident en stelt dat het voornamelijk aan de bouten lag waarmee alles is vastgesteld . Op 1 juni 2017 publiceert een aan de Wageningen University gelieerde onderzoeksgroep een rapport wat vrij veel controversie veroorzaakt. Het heeft het materiaal namelijk grondig onderzocht en stelt dat het een stuk minder sterk is dan verwacht, het gaat na drie jaar sterk achteruit en is niet meer betrouwbaar.

Vraag 1a (20 pnt)

Veronderstel dat de afgebroken bout door natrekking bestanddeel is geworden van de gym. Kunnen Hendriks en/of Reuters met succes aansprakelijk worden gesteld voor de door Daniel geleden schade? NB laat eventuele contractuele aansprakelijkheid buiten beschouwing.

Vraag 1b (20 pnt)

Veronderstel vervolgens dat Daniel op de dag van het ongeluk toegang heeft gekregen tot de gym na het tonen van zijn klimvaardigheidsbewijs, het behalen van de toegangsprijs en het ondertekenen van een formulier waarin hij verklaart de door Hendriks gehanteerde algemene voorwaarden (die uitgeprint op een stapeltje op de balie liggen) te accepteren. In artikel 10 van de algemene voorwaarden is opgenomen dat de aansprakelijkheid van Hendriks jegens de wederpartij beperkt is tot schade die is veroorzaakt doordat Hendriks de op haar als beheerder van de gym rustende zorgplicht heeft geschonden. Vast komt te staan dat Hendriks deze zorgplicht niet heeft geschonden, omdat hij heeft voldaan aan de gebruikelijke met betrekking tot een gym geldende onderhouds- en veiligheidsmaatregelen. Vaststaat ook dat Hendriks kwalificeert als dienstverrichter in de zin van Richtlijn 2006/123/EG.

Vraag 1c (20 pnt)

Kan Hendriks de (mogelijke) contractuele aansprakelijkstelling door Daniel succesvol weerleggen met een beroep op artikel 10 van de algemene voorwaarden? NB je hoeft de vereisten voor de contractuele aansprakelijkheid niet uit te werken.

Vraag 2 (10 pnt)

Beoordeel of de onderstaande stelling juist of onjuist is en motiveer je antwoord. “In geval van een consumentenkoop brengt de relatief eenvoudige aard van.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1 (22 punten)

Lees eerst de vragen onder de navolgende tekst en vervolgens de tekst zelf.

Feiten

Door het zinken van het motorschip Arista na een aanvaring in het Schelde-Rijnkanaal op 2 okt. 2014, raakt het kanaal gestremd. Rijkwaterstaat (RWS) stelt de eigenaar van de Arista aansprakelijk en sommeert deze tot berging van wrak en lading. Op 3 okt. 2014 vraagt expert Hendriksen namens de verzekeraar van de Arista aan drie bergingsbedrijven (waaronder Doornbos N.V.) om offertes voor de berging. In de avond van 3 okt. 2014 vindt ten kantore van RWS een bespreking plaats tussen medewerkers van RWS (o.a. Bloemkool) en Hendriksen over de (technische aanpak van de) berging en de drie offertes. Doornbos N.V. offreert voor een bedrag ad €250.000,-. Tijdens het gesprek meldt Hendriksen dat de verzekeraar van de Arista niet garant staat voor de bergingskosten, waarop RWS besluit de berging zelf ter hand te nemen.

Kort voor het einde van de bespreking belt Hendriksen met Klabbers (Doornbos N.V.). Ook Bloemkool (RWS) heeft tijdens dit telefoongesprek indirect — want via Hendriksen — contact met Klabbers en geeft zijn e-mailadres aan hem door. De volgende ochtend bestelt Doornbos N.V. een duikteam om onderzoek te doen naar de toestand van de Arista. Klabbers reist met een collega naar de Arista af. Rond 12.00 uur neemt Klabbers telefonisch contact op met een andere medewerker van RWS, die stelt dat Doornbos N.V. geen opdracht van RWS heeft om de Arista te bergen en dat de kosten die Doornbos N.V. maakt voor haar eigen rekening zijn. Nog dezelfde dag bevestigt Doornbos N.V. haar aanbieding voor de berging per mail aan Bloemkool (RWS). Later die dag mailt RWS aan Doornbos N.V. geen gebruik te zullen maken van haar offerte. RWS geeft de opdracht aan een ander bergingsbedrijf.

Procedure

De Rechtbank hoort op verzoek van Doornbos N.V. in een voorlopig getuigenverhoor meerdere getuigen. Stellende dat RWS haar tijdens de bespreking van 3 okt. 2014 mondeling opdracht voor de berging heeft gegeven en dat RWS door deze overeenkomst niet na te komen toerekenbaar tekort is geschoten, dagvaardt Doornbos N.V. RWS tot betaling van een schadevergoeding ad €94.000,-.

Overwegingen Rechtbank

Nu de afgelegde verklaringen t.a.v. de vraag of een opdracht voor de berging is verleend lijnrecht tegenover elkaar staan, moet worden beoordeeld of aan een of meer van die verklaringen doorslaggevend gewicht kan worden toegekend. De medewerkers van RWS hebben een zeker eigen belang bij de door hen voorgestane versie van gebeurtenissen opde bewuste avond, zodat zij als partijgetuigen zijn aan te merken. Daarom moet aan de verklaringen van de onafhankelijke getuigen zoals Hendriksen meer gewicht worden toegekend.

De in allerijl georganiseerde bespreking vond plaats binnen een context waarin de Arista een belangrijke vaarroute blokkeerde en het voor RWS van groot belang was dat schip en lading op.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen

Vraag 1

Hadrian Blackwater, eigenaar van een gloednieuwe caravan, haalt zijn broer Royce over om zijn (Hadrian’s) caravan ook eens te proberen. Hadrian hoopt dat Royce zo enthousiast zal worden dat ook hij een caravan zal aanschaffen en dat zij en hun gezinnen er in de nabije toekomst samen op uit zullen trekken. Omdat Royce geen enkele ervaring heeft met het rijden met een caravan, besluit hij om samen met zijn vrouw Gwen eerst eens een lang weekend naar een camping in Zeeland te gaan. Alles staat klaar; de door Hadrian uitgeleende caravan is aangekoppeld aan de auto van Royce. Royce zit achter het stuur en Gwen zit naast hem. Royce manoeuvreert met auto en caravan achteruit zijn afrit af teneinde op de openbare weg te komen.

De altijd behulpzame buurman Alric staat klaar op de weg om aanwijzingen te geven, maar vergeet daarbij op het verkeer te letten. Op dat moment komt de heer Groen in zijn jeep aanrijden; de heer Groen heeft zijn mobiele telefoon in de hand en is aan het telefoneren. Hij rijdt ongeveer 40 km per uur. Alric ziet de jeep niet aankomen en een aanrijding is onvermijdelijk. Alric loopt daarbij een gecompliceerde breuk aan zijn rechterbeen op. Een fractie van een seconde later rijdt Royce de openbare weg op. De jeep ramt de achterkant van de caravan, waardoor een deuk in de caravan ontstaat en blikschade aan de jeep. Gwen heeft na de aanrijding last van haar nek. Een week nadien blijkt, uit onderzoek in het ziekenhuis, dat zij door de aanrijding een nekwervelblessure heeft opgelopen.

  1. Is Groen aansprakelijk voor de schade die Alric lijdt, en - zo ja - dient hij in dat geval alle schade te vergoeden?

  2. Is Royce aansprakelijk voor de schade die Gwen lijdt?

  3. Voor de door hem (Groen) geleden schade stelt Groen Royce aansprakelijk. Is in het kader van de vraag of Royce tot betaling van deze schade is gehouden, de reflexwerking van art. 185 WVW van belang?

  4. Is Royce aansprakelijk voor de schade van Hadrian?

Met enige vertraging vertrekken Royce en Gwen alsnog, maar op hun tocht rust geen zegen. De camping in Zeeland wordt weliswaar zonder oponthoud bereikt en Royce slaagt erin de caravan op de door de campingbeheerder aangewezen plaats neer te zetten, maar de volgende ochtend valt het klapraam van de caravan boven op de vingers van Royce. Hij loopt ernstig letselschade aan zijn rechterhand op. Onderzoek wijst uit dat de caravan van Hadrian een constructiefout bevat, in die zin dat de veiligheidspal van de klapramen niet naar behoren functioneert.

  1. Kan Royce met succes Hadrian voor zijn schade aansprakelijk stellen?

Vraag 2

Arista Land uit het Twentse Denekamp heeft in het.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (1)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (1)


Vragen

Vraag 1 (17 punten)

De hoogbejaarde heer Esrahaddon loopt langs de winkel van Mergenar en ziet in de etalage een boekenkast staan. Aangezien hij kort daarvoor kleiner is gaan wonen en zijn grote kasten in het oude huis heeft moeten achterlaten, loopt hij de winkel binnen en geeft hij aan de winkeleigenaar te kennen dat hij belangstelling heeft voor aankoop van de kast, maar dat hij er eerst een nachtje over wil slapen. Die nacht wordt Esrahaddon ziek; hij blijkt een longontsteking te hebben. Hij wordt drie weken verzorgd, o.a. door mantelzorgvrijwilligster mevrouw Arista. De kast laat hem niet los; hij praat er elke dag over.

Omdat Arista ervan overtuigd raakt dat Esrahaddon de kast dolgraag wil hebben, brengt zij – een maand nadat Esrahaddon in de winkel van Mergenar is geweest – zelf een bezoek aan de winkel. Aldaar spreekt zij met Mergenar af dat Mergenar de kast na zes weken zal bezorgen bij Esrahaddon, op welk moment er door Esrahaddon tevens aan de deur betaald zal moeten worden. Mergenar herinnert zich nog de belangstelling van Esrahaddon voor de kast.

Op de dag van levering doet Esrahaddon open. Hij geeft te kennen niets af te weten van een aankoop en ook overigens geen belangstelling voor de boekenkast te hebben, en hij doet de deur weer dicht. Bespreek of Esrahaddon en/of Arista de koopprijs van de boekenkast moet(en) betalen.

Vraag 2 (45 punten)

Hadrian BV (hierna: Hadrian) houdt zich bezig met de bouw en verkoop van sport- en recreatievaartuigen. Op 30 augustus 2002 heeft Alric – een gepensioneerde miljonair met een passie voor varen – van Hadrian een door Hadrian gebouwd plezierjacht (hierna: het schip) gekocht voor een koopsom van € 415.000 inclusief btw. Het schip (een roerende zaak) is op 1 mei 2003 aan Alric geleverd.

Bij een onderhouds- en servicebeurt op 15 oktober 2011 blijkt dat beide roestvrijstalen watertanks van het schip zijn doorgeroest en lekkage vertonen. Alric laat direct een nader onderzoek uitvoeren door Bureau Cimmen, dat op 13 december 2011 concludeert dat de lasverbindingen van de tanks niet correct zijn aangebracht en dat daardoor lekkage en roest is ontstaan ter plaatse van de hoeklassen. Bij brief van 1 maart 2012 heeft Alric Hadrian hierover geïnformeerd en daarbij aangegeven dat uit navraag bij verschillende tankbouwers blijkt dat roestvrijstalen tanks zeker 20 jaar probleemloos mee moeten kunnen gaan. De kosten van het door Cimmen verrichte onderzoek bedragen € 1.024. Vervanging van de tanks zal drie weken in beslag nemen, waardoor Alric zijn geplande vakantie niet op zijn eigen schip kan houden, maar daarvoor een andere soortgelijke boot zal moeten huren. De huurkosten van de andere boot bedragen € 3.000.

  1. (19 punten) Kan Alric met succes vorderen dat Hadrian het schip kosteloos herstelt? Betrek bij uw antwoord ook het

  2. .....read more
Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (2)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (2)


Vragen

Vraag 1 (20 punten)

Mark drijft een onderneming, genaamd ‘Ballonnetje’, die voorziet in babyartikelen. Deze artikelen zijn te koop in de winkel en de webshop van Ballonnetje. Anna maakt, door middel van haar bedrijf, op internet reclame voor ondernemingen. Op 22 maart 2011 stapt Anna de winkel van Mark binnen en laat Mark een flyer zien over een door haar gemaakte (en beheerde) Search Engine Advertising campagne (SEA). In deze flyer staat onder andere: ‘haal veel meer bezoekers op uw website’, ‘de beste resultaten’, en ‘eindelijk een beter rendement op uw investering’. Deze SEA houdt in dat bij het intypen van bepaalde woorden in een zoekmachine (bijv. Google) een advertentie verschijnt van Ballonnetje. Door vervolgens op de advertentie te klikken, komt men op de website van Ballonnetje (zogenoemde click). Anna biedt SEA-pakketten aan met maximaal 5.000, 8.000 of 10.000 clicks.

Mark vertelt aan Anna dat hij al een internetcampagne heeft lopen (via een ander bedrijf), en daar nu gemiddeld 6.000 clicks per maand mee behaalt, maar dat hij gezien de beloftes in de flyer graag met Anna een overeenkomst zou willen sluiten. Anna raadt Mark aan om het pakket te nemen met max. 10.000 clicks voor een looptijd van 48 maanden. Aldus geschiedt. Mark betaalt het eerste jaar vooruit. Mark, die maandelijks de statistieken van het aantal behaalde clicks kan inzien, laat op 27 mei 2011 per brief aan Anna weten dat hij niet tevreden is met de resultaten en inspanningen van Anna. Anna antwoordt per brief van 7 juni 2011 dat zij ervan uitgaat dat de brief van Mark op een misverstand berust, omdat de campagne goed loopt. Hierbij stuurt zij de statistieken van april en mei 2011 mee, waaruit blijkt dat per maand ongeveer 1.500 clicks worden behaald.

Op 10 september 2011 stuurt Mark wederom een brief aan Anna. Hij stelt dat hij met zijn vorige campagne gemiddeld 6.000 clicks per maand behaalde (dit blijkt uit de statistieken van deze vorige campagne). Volgens Mark zou Anna beloofd hebben een beter resultaat te leveren, naar aanleiding waarvan Mark de overeenkomst is aangegaan. Al snel blijkt het misverstand: Mark ging ervan uit dat de aanbieding van Anna 10.000 clicks per maand behelsde, terwijl Anna 10.000 clicks per jaar bedoelde. Van bewuste misleiding van Anna is geen sprake. Ga ervan uit dat tussen Mark en Anna een overeenkomst tot stand is gekomen.

Bespreek één rechtsgrond die Mark met vermoedelijk succes kan aanvoeren om van deze overeenkomst af te komen en om zijn geld (gedeeltelijk) terug te krijgen. Werk deze rechtsgrond uit, inclusief de gevolgen. Indien u meerdere rechtsgronden uitwerkt, wordt slechts de eerste nagekeken.

Vraag 2 (45 punten)

De 20-jarige Amilia heeft net enkele weken haar rijbewijs wanneer zij haar gloednieuwe auto pakt om haar tante te bezoeken. De eveneens 20-jarige rechtenstudente Maggie vertrekt.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014


Vragen

Casus 1

Piet is eigenaar van een vrijstaand woonhuis met schuur en tuin. Hij heeft ten gunste van de bank een recht van hypotheek gevestigd op het geheel in het kader van een door de bank aan hem verstrekte geldlening van € 300.000. Vanwege plotselinge werkloosheid komt Piet zijn financiële verplichtingen jegens de bank niet na.

De bank maakt geen gebruik van haar recht van parate executie, maar verkrijgt van Piet een schriftelijke volmacht om de woning onderhands te verkopen. In de volmacht is onder meer bepaald dat verkoop en eigendomsoverdracht van het huis zal plaatsvinden ‘voor een prijs (marktconform) door gevolmachtigde vast te stellen’. Partijen hopen op deze wijze een hogere prijs te krijgen voor het huis, zodat X zijn schuld en rente aan de bank kan aflossen.

Uit een taxatie blijkt dat de woning een onderhandse verkoopwaarde heeft van € 315.000. Enkele weken na deze taxatie wordt de woning door de bank onderhands verkocht aan Jan voor een bedrag van € 193.000.

Piet voelt zich door deze transactie van de bank zeer ernstig benadeeld.

Vraag 1

Is Piet gehouden de woning aan Jan over te dragen?

Afhankelijk van uw antwoord op vraag a zal ofwel Piet mogelijkerwijze schade lijden omdat hij tot nakoming van de overeenkomst verplicht is ofwel Z mogelijkerwijze schade lijden omdat Piet niet tot overdracht is gehouden.

Vraag 2

Veronderstel dat Piet schade lijdt omdat hij tot overdracht aan Jan is gehouden. Is de bank in dat geval verplicht de schade van Piet te vergoeden?

Vraag 3

Veronderstel dat Jan schade lijdt omdat Piet niet tot overdracht is gehouden. Is de bank in dat geval verplicht de schade van Jan te vergoeden?

Casus 2

Lees de volgende casus en beantwoord de vragen onder de tekst.

NB: De feiten van deze casus zijn grotendeels ontleend aan Rechtbank Maastricht 27 februari 2008 (117755/HA ZA 07-187).

De feiten

1.1 Zowel Kado Design als Vivant heeft als bedrijfsactiviteit het (laten) ontwerpen en produceren alsmede verkopen van luxe verpakkingsmaterialen. Zij doen onderling al jaren zaken.

1.2 Vivant heeft op verzoek van Kado Design op 28 juni 2005 een offerte gestuurd voor de productie van voile zakjes met een bedrukking. Deze zakjes waren bestemd voor een klant van Kado Design, te weten Jéh Collection. Jéh Collection verkoopt luxe bijouterieën en de zakjes waren bestemd voor cadeauverpakking voor de producten van Jéh Collection.

1.3 Nadat tussen Kado Design en Vivant een geschil was gerezen over de (door Vivant in eerste instantie foutief) geoffreerde prijs van de voile zakjes, heeft Kado Design op 8 juli 2005 opdracht gegeven aan Vivant om 15.000 zakjes te produceren à € 0,33 per stuk. De zakjes moesten worden bedrukt met de tekst “Jéh Collection”, waarbij het woord “Collection” was gedrukt in een verticale streep die over de gehele lengte van.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012


Vragen

Vraag 1 (65 punten)

Politiecorps Westland bereidt zich voor op ME-optredens door met zijn Intern Bijstand Team (verder: IBT) oefeningen te houden. De desbetreffende opleiding wordt uitbesteed aan twee ex-politieagenten die samen de firma Straathof & Van Vlissingen (verder: Straathof) hebben opgericht. Straathof heeft in totaal zes sportinstructeurs in dienst, waaronder Kastelein. De opleiding van het IBT van Politiecorps Westland wordt door Kastelein verzorgd.

Het IBT oefent in volledige uitrusting. Deze uitrusting is eigendom van Straathof en wordt aan de deelnemers in bruikleen verstrekt. Ook voor het echte werk (opstootjes, rellen, etc.) maken zij gebruik van deze uitrusting. Omdat de bestaande voorraad mankementen begon te vertonen, heeft Straathof deze uitrustingen onlangs volledig vervangen. Straathof heeft de nieuwe beschermende materialen op 12 februari 2011 gekocht in de Haagse vestiging van Voorhout Specialist Equipment (verder: VSE), die de spullen op haar beurt heeft betrokken van groothandel Staaldraaijer. Staaldraaijer importeert zijn handelsvoorraden uit het Verre Oosten.

Politieagenten Achraoui en Broks maken beiden deel uit van het IBT.

Op 18 februari 2011 is Achraoui tijdens een dienstoefening van het IBT gewond geraakt. Tijdens de bewuste oefening stond de IBT-groep in ME-tenue in linie en gooiden ‘demonstranten’ houten blokken naar de groep. Eén blok heeft de knie van Achraoui geraakt, zodat hij ernstig letsel aan deze knie heeft opgelopen. Vaststaat dat de kniebescherming door Achraoui scheef werd gedragen waardoor het blok zijn knie kon raken.

Voorafgaand aan de desbetreffende oefening is verteld dat de uitrusting in orde moest zijn; de uitrusting is toen door Kastelein bij de deelnemers globaal gecontroleerd. Volgens Kastelein is de les rustig begonnen en is het tempo langzaam opgevoerd. Tijdens de les heeft hij naar eigen zeggen diverse aanwijzingen gegeven om de dekking van de IBT-ers zo goed mogelijk te houden. Hij heeft Achraoui verscheidene malen tot de orde geroepen, omdat Achraoui niet oplette. Het leek of Achraoui met zijn gedachten elders was.

Achraoui stelt dat zijn kniebescherming van het begin af niet goed zat, maar dat de controle van de uitrusting zo oppervlakkig was, dat dit niet aan het licht is gekomen. Bovendien ging de les volgens hem veel te snel, zodat hij zich niet effectief tegen de blokkengooiers kon verweren.

Ten gevolge van het door hem opgelopen letsel zal Achraoui niet meer als politieagent kunnen werken. Hij krijgt bij de politie een vervangende baan als administratief medewerker aangeboden. Dit betekent dat hij op den duur minder zal verdienen dan hij als politieagent zou hebben gedaan.

Achraoui vordert vergoeding van de door hem gemaakte ziektekosten en een groot bedrag aan inkomensderving.

  1. (13 pt) Zijn Kastelein en/of Straathof aansprakelijk voor de door Achraoui geleden schade? NB: U behoeft bij deze vraag niet in te gaan op de omvang van de eventueel door hen te betalen schadevergoeding.

  2. (12 pt)

  3. .....read more
Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012 (2)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012 (2)


Vragen

Casus 1

Mevrouw Goldstein is 89 jaar en moet wegens beginnende lichamelijke en geestelijke gebreken naar een verzorgingstehuis verhuizen. Goldstein heeft van haar ouders ooit een aantal mooie (kunst-)voorwerpen geërfd, die zij tot haar spijt niet zal kunnen meenemen naar de betrekkelijk kleine kamer die zij in het tehuis zal krijgen. Als haar kinderen hun ouderlijk huis gaan opruimen, bemerken zij dat een middeleeuwse dekenkist en drie pasteltekeningen van zijn verdwenen. Hun moeder vertelt hen dat zij de dekenkist (geschatte waarde € 3000) aan haar trouwe hulp Vladimir heeft geschonken en dat zij de pasteltekeningen (geschatte waarde € 7.500) voor € 5.500 heeft verkocht aan haar vriend en buurman, de heer Jacobus, die haar de laatste jaren met raad en daad terzijde heeft gestaan.

De kinderen zijn onthutst; het gaat hen niet eens zozeer om het geld, als wel om de emotionele waarde die de voorwerpen voor hen altijd hebben gehad. Zij raden hun moeder aan om de overeenkomsten op grond van haar beginnende dementie te vernietigen.

Vraag 1

Welke vernietigingsgrond komt hier in aanmerking en wat moet Goldstein in het kader van deze vernietigingsgrond stellen en bewijzen?

Vraag 2

Hoe groot acht U de kans dat Goldstein slaagt in het vernietigen van de overeenkomst met achtereenvolgens Vladimir en Jacobus?

Vraag 3

Heeft succesvolle vernietiging tot gevolg dat Goldstein weer eigenaresse van van de dekenkist en de pasteltekeningen zal zijn?

Casus 2

Is het voor een monteur die in dienst is bij een garagebedrijf van belang om te weten of het garagebedrijf bedingen in de overeenkomsten met klanten pleegt op te nemen waarbij aansprakelijkheid van het bedrijf (voor schade aan de auto van de klant tijdens de werkzaamheden ontstaan) wordt uitgesloten?

Casus 3

Lees de volgende uitspraak en beantwoord de vragen onder de tekst.

Hoge Raad der Nederlanden

2 december 2011

Arrest in de zaak van: De erven van [betrokkene 1], wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie,

advocaat: mr. J.C.A. Stevens, tegen 1. [Verweerster 1], wonende te [woonplaats],

 

2. [Verweerder 2], wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, advocaat: mr. D.M. de Knijff.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eisers], [verweerster 1] en [verweerder 2].

1. Het geding in feitelijke instanties

….

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eisers] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

[Verweerster 1] en [verweerder 2] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

(…)

3. Beoordeling van de middelen

3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) [Verweerster 1] en [verweerder 2] zijn zuster en broer. Zij hebben, na de splitsing van het hun in mede-eigendom toebehorende pand aan de [a-straat] te Amsterdam in drie appartementsrechten, het appartementsrecht [a-straat 1b] (ook wel aangeduid met indexnummer 2) te Amsterdam op 1.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Verbintenissenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Image
  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Verbintenissenrecht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid jaar 2/3 aan de Universiteit Utrecht.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Tentamen 2018/2019

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2018/2019

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Vraag 1 (35 pnt)

Hendriks heeft een Crossfit gym met een klimrek erin. Het klimrek is duurzaam met de grond verenigd om te voorkomen dat het omvalt tijdens te oefeningen die de sporters daar doen. Dit rek is in juni 2014 door Marnix Reuters aangeleverd, net als de bouten waar het mee vast zit. Het materiaal komt vanuit een 3D printer en is erg bekend om de kracht wat het aankan. Het wordt als zeer betrouwbaar gezien Zijn naam staat dan ook pontificaal op het rek. Op 15 maart 2017 gebeurt er in de gym een ongeval. Daniel was die dag van de ene kant van het rek naar de andere kant aan het klouteren, iets waar het rek bij uitstek goed voor gemaakt is. Hij maakt halverwege de tocht een val en land erg verkeerd op z'n oogkas. Hij heeft hier blijvend letsel aan. Op 15 april 2017 wordt er een rapport uitgebracht van de Nationale Sportbond over dit incident en stelt dat het voornamelijk aan de bouten lag waarmee alles is vastgesteld . Op 1 juni 2017 publiceert een aan de Wageningen University gelieerde onderzoeksgroep een rapport wat vrij veel controversie veroorzaakt. Het heeft het materiaal namelijk grondig onderzocht en stelt dat het een stuk minder sterk is dan verwacht, het gaat na drie jaar sterk achteruit en is niet meer betrouwbaar.

Vraag 1a (20 pnt)

Veronderstel dat de afgebroken bout door natrekking bestanddeel is geworden van de gym. Kunnen Hendriks en/of Reuters met succes aansprakelijk worden gesteld voor de door Daniel geleden schade? NB laat eventuele contractuele aansprakelijkheid buiten beschouwing.

Vraag 1b (20 pnt)

Veronderstel vervolgens dat Daniel op de dag van het ongeluk toegang heeft gekregen tot de gym na het tonen van zijn klimvaardigheidsbewijs, het behalen van de toegangsprijs en het ondertekenen van een formulier waarin hij verklaart de door Hendriks gehanteerde algemene voorwaarden (die uitgeprint op een stapeltje op de balie liggen) te accepteren. In artikel 10 van de algemene voorwaarden is opgenomen dat de aansprakelijkheid van Hendriks jegens de wederpartij beperkt is tot schade die is veroorzaakt doordat Hendriks de op haar als beheerder van de gym rustende zorgplicht heeft geschonden. Vast komt te staan dat Hendriks deze zorgplicht niet heeft geschonden, omdat hij heeft voldaan aan de gebruikelijke met betrekking tot een gym geldende onderhouds- en veiligheidsmaatregelen. Vaststaat ook dat Hendriks kwalificeert als dienstverrichter in de zin van Richtlijn 2006/123/EG.

Vraag 1c (20 pnt)

Kan Hendriks de (mogelijke) contractuele aansprakelijkstelling door Daniel succesvol weerleggen met een beroep op artikel 10 van de algemene voorwaarden? NB je hoeft de vereisten voor de contractuele aansprakelijkheid niet uit te werken.

Vraag 2 (10 pnt)

Beoordeel of de onderstaande stelling juist of onjuist is en motiveer je antwoord. “In geval van een consumentenkoop brengt de relatief eenvoudige aard van.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1 (22 punten)

Lees eerst de vragen onder de navolgende tekst en vervolgens de tekst zelf.

Feiten

Door het zinken van het motorschip Arista na een aanvaring in het Schelde-Rijnkanaal op 2 okt. 2014, raakt het kanaal gestremd. Rijkwaterstaat (RWS) stelt de eigenaar van de Arista aansprakelijk en sommeert deze tot berging van wrak en lading. Op 3 okt. 2014 vraagt expert Hendriksen namens de verzekeraar van de Arista aan drie bergingsbedrijven (waaronder Doornbos N.V.) om offertes voor de berging. In de avond van 3 okt. 2014 vindt ten kantore van RWS een bespreking plaats tussen medewerkers van RWS (o.a. Bloemkool) en Hendriksen over de (technische aanpak van de) berging en de drie offertes. Doornbos N.V. offreert voor een bedrag ad €250.000,-. Tijdens het gesprek meldt Hendriksen dat de verzekeraar van de Arista niet garant staat voor de bergingskosten, waarop RWS besluit de berging zelf ter hand te nemen.

Kort voor het einde van de bespreking belt Hendriksen met Klabbers (Doornbos N.V.). Ook Bloemkool (RWS) heeft tijdens dit telefoongesprek indirect — want via Hendriksen — contact met Klabbers en geeft zijn e-mailadres aan hem door. De volgende ochtend bestelt Doornbos N.V. een duikteam om onderzoek te doen naar de toestand van de Arista. Klabbers reist met een collega naar de Arista af. Rond 12.00 uur neemt Klabbers telefonisch contact op met een andere medewerker van RWS, die stelt dat Doornbos N.V. geen opdracht van RWS heeft om de Arista te bergen en dat de kosten die Doornbos N.V. maakt voor haar eigen rekening zijn. Nog dezelfde dag bevestigt Doornbos N.V. haar aanbieding voor de berging per mail aan Bloemkool (RWS). Later die dag mailt RWS aan Doornbos N.V. geen gebruik te zullen maken van haar offerte. RWS geeft de opdracht aan een ander bergingsbedrijf.

Procedure

De Rechtbank hoort op verzoek van Doornbos N.V. in een voorlopig getuigenverhoor meerdere getuigen. Stellende dat RWS haar tijdens de bespreking van 3 okt. 2014 mondeling opdracht voor de berging heeft gegeven en dat RWS door deze overeenkomst niet na te komen toerekenbaar tekort is geschoten, dagvaardt Doornbos N.V. RWS tot betaling van een schadevergoeding ad €94.000,-.

Overwegingen Rechtbank

Nu de afgelegde verklaringen t.a.v. de vraag of een opdracht voor de berging is verleend lijnrecht tegenover elkaar staan, moet worden beoordeeld of aan een of meer van die verklaringen doorslaggevend gewicht kan worden toegekend. De medewerkers van RWS hebben een zeker eigen belang bij de door hen voorgestane versie van gebeurtenissen opde bewuste avond, zodat zij als partijgetuigen zijn aan te merken. Daarom moet aan de verklaringen van de onafhankelijke getuigen zoals Hendriksen meer gewicht worden toegekend.

De in allerijl georganiseerde bespreking vond plaats binnen een context waarin de Arista een belangrijke vaarroute blokkeerde en het voor RWS van groot belang was dat schip en lading op.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen

Vraag 1

Hadrian Blackwater, eigenaar van een gloednieuwe caravan, haalt zijn broer Royce over om zijn (Hadrian’s) caravan ook eens te proberen. Hadrian hoopt dat Royce zo enthousiast zal worden dat ook hij een caravan zal aanschaffen en dat zij en hun gezinnen er in de nabije toekomst samen op uit zullen trekken. Omdat Royce geen enkele ervaring heeft met het rijden met een caravan, besluit hij om samen met zijn vrouw Gwen eerst eens een lang weekend naar een camping in Zeeland te gaan. Alles staat klaar; de door Hadrian uitgeleende caravan is aangekoppeld aan de auto van Royce. Royce zit achter het stuur en Gwen zit naast hem. Royce manoeuvreert met auto en caravan achteruit zijn afrit af teneinde op de openbare weg te komen.

De altijd behulpzame buurman Alric staat klaar op de weg om aanwijzingen te geven, maar vergeet daarbij op het verkeer te letten. Op dat moment komt de heer Groen in zijn jeep aanrijden; de heer Groen heeft zijn mobiele telefoon in de hand en is aan het telefoneren. Hij rijdt ongeveer 40 km per uur. Alric ziet de jeep niet aankomen en een aanrijding is onvermijdelijk. Alric loopt daarbij een gecompliceerde breuk aan zijn rechterbeen op. Een fractie van een seconde later rijdt Royce de openbare weg op. De jeep ramt de achterkant van de caravan, waardoor een deuk in de caravan ontstaat en blikschade aan de jeep. Gwen heeft na de aanrijding last van haar nek. Een week nadien blijkt, uit onderzoek in het ziekenhuis, dat zij door de aanrijding een nekwervelblessure heeft opgelopen.

  1. Is Groen aansprakelijk voor de schade die Alric lijdt, en - zo ja - dient hij in dat geval alle schade te vergoeden?

  2. Is Royce aansprakelijk voor de schade die Gwen lijdt?

  3. Voor de door hem (Groen) geleden schade stelt Groen Royce aansprakelijk. Is in het kader van de vraag of Royce tot betaling van deze schade is gehouden, de reflexwerking van art. 185 WVW van belang?

  4. Is Royce aansprakelijk voor de schade van Hadrian?

Met enige vertraging vertrekken Royce en Gwen alsnog, maar op hun tocht rust geen zegen. De camping in Zeeland wordt weliswaar zonder oponthoud bereikt en Royce slaagt erin de caravan op de door de campingbeheerder aangewezen plaats neer te zetten, maar de volgende ochtend valt het klapraam van de caravan boven op de vingers van Royce. Hij loopt ernstig letselschade aan zijn rechterhand op. Onderzoek wijst uit dat de caravan van Hadrian een constructiefout bevat, in die zin dat de veiligheidspal van de klapramen niet naar behoren functioneert.

  1. Kan Royce met succes Hadrian voor zijn schade aansprakelijk stellen?

Vraag 2

Arista Land uit het Twentse Denekamp heeft in het.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (1)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (1)


Vragen

Vraag 1 (17 punten)

De hoogbejaarde heer Esrahaddon loopt langs de winkel van Mergenar en ziet in de etalage een boekenkast staan. Aangezien hij kort daarvoor kleiner is gaan wonen en zijn grote kasten in het oude huis heeft moeten achterlaten, loopt hij de winkel binnen en geeft hij aan de winkeleigenaar te kennen dat hij belangstelling heeft voor aankoop van de kast, maar dat hij er eerst een nachtje over wil slapen. Die nacht wordt Esrahaddon ziek; hij blijkt een longontsteking te hebben. Hij wordt drie weken verzorgd, o.a. door mantelzorgvrijwilligster mevrouw Arista. De kast laat hem niet los; hij praat er elke dag over.

Omdat Arista ervan overtuigd raakt dat Esrahaddon de kast dolgraag wil hebben, brengt zij – een maand nadat Esrahaddon in de winkel van Mergenar is geweest – zelf een bezoek aan de winkel. Aldaar spreekt zij met Mergenar af dat Mergenar de kast na zes weken zal bezorgen bij Esrahaddon, op welk moment er door Esrahaddon tevens aan de deur betaald zal moeten worden. Mergenar herinnert zich nog de belangstelling van Esrahaddon voor de kast.

Op de dag van levering doet Esrahaddon open. Hij geeft te kennen niets af te weten van een aankoop en ook overigens geen belangstelling voor de boekenkast te hebben, en hij doet de deur weer dicht. Bespreek of Esrahaddon en/of Arista de koopprijs van de boekenkast moet(en) betalen.

Vraag 2 (45 punten)

Hadrian BV (hierna: Hadrian) houdt zich bezig met de bouw en verkoop van sport- en recreatievaartuigen. Op 30 augustus 2002 heeft Alric – een gepensioneerde miljonair met een passie voor varen – van Hadrian een door Hadrian gebouwd plezierjacht (hierna: het schip) gekocht voor een koopsom van € 415.000 inclusief btw. Het schip (een roerende zaak) is op 1 mei 2003 aan Alric geleverd.

Bij een onderhouds- en servicebeurt op 15 oktober 2011 blijkt dat beide roestvrijstalen watertanks van het schip zijn doorgeroest en lekkage vertonen. Alric laat direct een nader onderzoek uitvoeren door Bureau Cimmen, dat op 13 december 2011 concludeert dat de lasverbindingen van de tanks niet correct zijn aangebracht en dat daardoor lekkage en roest is ontstaan ter plaatse van de hoeklassen. Bij brief van 1 maart 2012 heeft Alric Hadrian hierover geïnformeerd en daarbij aangegeven dat uit navraag bij verschillende tankbouwers blijkt dat roestvrijstalen tanks zeker 20 jaar probleemloos mee moeten kunnen gaan. De kosten van het door Cimmen verrichte onderzoek bedragen € 1.024. Vervanging van de tanks zal drie weken in beslag nemen, waardoor Alric zijn geplande vakantie niet op zijn eigen schip kan houden, maar daarvoor een andere soortgelijke boot zal moeten huren. De huurkosten van de andere boot bedragen € 3.000.

  1. (19 punten) Kan Alric met succes vorderen dat Hadrian het schip kosteloos herstelt? Betrek bij uw antwoord ook het

  2. .....read more
Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (2)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2016/2017 (2)


Vragen

Vraag 1 (20 punten)

Mark drijft een onderneming, genaamd ‘Ballonnetje’, die voorziet in babyartikelen. Deze artikelen zijn te koop in de winkel en de webshop van Ballonnetje. Anna maakt, door middel van haar bedrijf, op internet reclame voor ondernemingen. Op 22 maart 2011 stapt Anna de winkel van Mark binnen en laat Mark een flyer zien over een door haar gemaakte (en beheerde) Search Engine Advertising campagne (SEA). In deze flyer staat onder andere: ‘haal veel meer bezoekers op uw website’, ‘de beste resultaten’, en ‘eindelijk een beter rendement op uw investering’. Deze SEA houdt in dat bij het intypen van bepaalde woorden in een zoekmachine (bijv. Google) een advertentie verschijnt van Ballonnetje. Door vervolgens op de advertentie te klikken, komt men op de website van Ballonnetje (zogenoemde click). Anna biedt SEA-pakketten aan met maximaal 5.000, 8.000 of 10.000 clicks.

Mark vertelt aan Anna dat hij al een internetcampagne heeft lopen (via een ander bedrijf), en daar nu gemiddeld 6.000 clicks per maand mee behaalt, maar dat hij gezien de beloftes in de flyer graag met Anna een overeenkomst zou willen sluiten. Anna raadt Mark aan om het pakket te nemen met max. 10.000 clicks voor een looptijd van 48 maanden. Aldus geschiedt. Mark betaalt het eerste jaar vooruit. Mark, die maandelijks de statistieken van het aantal behaalde clicks kan inzien, laat op 27 mei 2011 per brief aan Anna weten dat hij niet tevreden is met de resultaten en inspanningen van Anna. Anna antwoordt per brief van 7 juni 2011 dat zij ervan uitgaat dat de brief van Mark op een misverstand berust, omdat de campagne goed loopt. Hierbij stuurt zij de statistieken van april en mei 2011 mee, waaruit blijkt dat per maand ongeveer 1.500 clicks worden behaald.

Op 10 september 2011 stuurt Mark wederom een brief aan Anna. Hij stelt dat hij met zijn vorige campagne gemiddeld 6.000 clicks per maand behaalde (dit blijkt uit de statistieken van deze vorige campagne). Volgens Mark zou Anna beloofd hebben een beter resultaat te leveren, naar aanleiding waarvan Mark de overeenkomst is aangegaan. Al snel blijkt het misverstand: Mark ging ervan uit dat de aanbieding van Anna 10.000 clicks per maand behelsde, terwijl Anna 10.000 clicks per jaar bedoelde. Van bewuste misleiding van Anna is geen sprake. Ga ervan uit dat tussen Mark en Anna een overeenkomst tot stand is gekomen.

Bespreek één rechtsgrond die Mark met vermoedelijk succes kan aanvoeren om van deze overeenkomst af te komen en om zijn geld (gedeeltelijk) terug te krijgen. Werk deze rechtsgrond uit, inclusief de gevolgen. Indien u meerdere rechtsgronden uitwerkt, wordt slechts de eerste nagekeken.

Vraag 2 (45 punten)

De 20-jarige Amilia heeft net enkele weken haar rijbewijs wanneer zij haar gloednieuwe auto pakt om haar tante te bezoeken. De eveneens 20-jarige rechtenstudente Maggie vertrekt.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014


Vragen

Casus 1

Piet is eigenaar van een vrijstaand woonhuis met schuur en tuin. Hij heeft ten gunste van de bank een recht van hypotheek gevestigd op het geheel in het kader van een door de bank aan hem verstrekte geldlening van € 300.000. Vanwege plotselinge werkloosheid komt Piet zijn financiële verplichtingen jegens de bank niet na.

De bank maakt geen gebruik van haar recht van parate executie, maar verkrijgt van Piet een schriftelijke volmacht om de woning onderhands te verkopen. In de volmacht is onder meer bepaald dat verkoop en eigendomsoverdracht van het huis zal plaatsvinden ‘voor een prijs (marktconform) door gevolmachtigde vast te stellen’. Partijen hopen op deze wijze een hogere prijs te krijgen voor het huis, zodat X zijn schuld en rente aan de bank kan aflossen.

Uit een taxatie blijkt dat de woning een onderhandse verkoopwaarde heeft van € 315.000. Enkele weken na deze taxatie wordt de woning door de bank onderhands verkocht aan Jan voor een bedrag van € 193.000.

Piet voelt zich door deze transactie van de bank zeer ernstig benadeeld.

Vraag 1

Is Piet gehouden de woning aan Jan over te dragen?

Afhankelijk van uw antwoord op vraag a zal ofwel Piet mogelijkerwijze schade lijden omdat hij tot nakoming van de overeenkomst verplicht is ofwel Z mogelijkerwijze schade lijden omdat Piet niet tot overdracht is gehouden.

Vraag 2

Veronderstel dat Piet schade lijdt omdat hij tot overdracht aan Jan is gehouden. Is de bank in dat geval verplicht de schade van Piet te vergoeden?

Vraag 3

Veronderstel dat Jan schade lijdt omdat Piet niet tot overdracht is gehouden. Is de bank in dat geval verplicht de schade van Jan te vergoeden?

Casus 2

Lees de volgende casus en beantwoord de vragen onder de tekst.

NB: De feiten van deze casus zijn grotendeels ontleend aan Rechtbank Maastricht 27 februari 2008 (117755/HA ZA 07-187).

De feiten

1.1 Zowel Kado Design als Vivant heeft als bedrijfsactiviteit het (laten) ontwerpen en produceren alsmede verkopen van luxe verpakkingsmaterialen. Zij doen onderling al jaren zaken.

1.2 Vivant heeft op verzoek van Kado Design op 28 juni 2005 een offerte gestuurd voor de productie van voile zakjes met een bedrukking. Deze zakjes waren bestemd voor een klant van Kado Design, te weten Jéh Collection. Jéh Collection verkoopt luxe bijouterieën en de zakjes waren bestemd voor cadeauverpakking voor de producten van Jéh Collection.

1.3 Nadat tussen Kado Design en Vivant een geschil was gerezen over de (door Vivant in eerste instantie foutief) geoffreerde prijs van de voile zakjes, heeft Kado Design op 8 juli 2005 opdracht gegeven aan Vivant om 15.000 zakjes te produceren à € 0,33 per stuk. De zakjes moesten worden bedrukt met de tekst “Jéh Collection”, waarbij het woord “Collection” was gedrukt in een verticale streep die over de gehele lengte van.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012


Vragen

Vraag 1 (65 punten)

Politiecorps Westland bereidt zich voor op ME-optredens door met zijn Intern Bijstand Team (verder: IBT) oefeningen te houden. De desbetreffende opleiding wordt uitbesteed aan twee ex-politieagenten die samen de firma Straathof & Van Vlissingen (verder: Straathof) hebben opgericht. Straathof heeft in totaal zes sportinstructeurs in dienst, waaronder Kastelein. De opleiding van het IBT van Politiecorps Westland wordt door Kastelein verzorgd.

Het IBT oefent in volledige uitrusting. Deze uitrusting is eigendom van Straathof en wordt aan de deelnemers in bruikleen verstrekt. Ook voor het echte werk (opstootjes, rellen, etc.) maken zij gebruik van deze uitrusting. Omdat de bestaande voorraad mankementen begon te vertonen, heeft Straathof deze uitrustingen onlangs volledig vervangen. Straathof heeft de nieuwe beschermende materialen op 12 februari 2011 gekocht in de Haagse vestiging van Voorhout Specialist Equipment (verder: VSE), die de spullen op haar beurt heeft betrokken van groothandel Staaldraaijer. Staaldraaijer importeert zijn handelsvoorraden uit het Verre Oosten.

Politieagenten Achraoui en Broks maken beiden deel uit van het IBT.

Op 18 februari 2011 is Achraoui tijdens een dienstoefening van het IBT gewond geraakt. Tijdens de bewuste oefening stond de IBT-groep in ME-tenue in linie en gooiden ‘demonstranten’ houten blokken naar de groep. Eén blok heeft de knie van Achraoui geraakt, zodat hij ernstig letsel aan deze knie heeft opgelopen. Vaststaat dat de kniebescherming door Achraoui scheef werd gedragen waardoor het blok zijn knie kon raken.

Voorafgaand aan de desbetreffende oefening is verteld dat de uitrusting in orde moest zijn; de uitrusting is toen door Kastelein bij de deelnemers globaal gecontroleerd. Volgens Kastelein is de les rustig begonnen en is het tempo langzaam opgevoerd. Tijdens de les heeft hij naar eigen zeggen diverse aanwijzingen gegeven om de dekking van de IBT-ers zo goed mogelijk te houden. Hij heeft Achraoui verscheidene malen tot de orde geroepen, omdat Achraoui niet oplette. Het leek of Achraoui met zijn gedachten elders was.

Achraoui stelt dat zijn kniebescherming van het begin af niet goed zat, maar dat de controle van de uitrusting zo oppervlakkig was, dat dit niet aan het licht is gekomen. Bovendien ging de les volgens hem veel te snel, zodat hij zich niet effectief tegen de blokkengooiers kon verweren.

Ten gevolge van het door hem opgelopen letsel zal Achraoui niet meer als politieagent kunnen werken. Hij krijgt bij de politie een vervangende baan als administratief medewerker aangeboden. Dit betekent dat hij op den duur minder zal verdienen dan hij als politieagent zou hebben gedaan.

Achraoui vordert vergoeding van de door hem gemaakte ziektekosten en een groot bedrag aan inkomensderving.

  1. (13 pt) Zijn Kastelein en/of Straathof aansprakelijk voor de door Achraoui geleden schade? NB: U behoeft bij deze vraag niet in te gaan op de omvang van de eventueel door hen te betalen schadevergoeding.

  2. (12 pt)

  3. .....read more
Access: 
Public
Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012 (2)

Verbintenissenrecht - B2 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012 (2)


Vragen

Casus 1

Mevrouw Goldstein is 89 jaar en moet wegens beginnende lichamelijke en geestelijke gebreken naar een verzorgingstehuis verhuizen. Goldstein heeft van haar ouders ooit een aantal mooie (kunst-)voorwerpen geërfd, die zij tot haar spijt niet zal kunnen meenemen naar de betrekkelijk kleine kamer die zij in het tehuis zal krijgen. Als haar kinderen hun ouderlijk huis gaan opruimen, bemerken zij dat een middeleeuwse dekenkist en drie pasteltekeningen van zijn verdwenen. Hun moeder vertelt hen dat zij de dekenkist (geschatte waarde € 3000) aan haar trouwe hulp Vladimir heeft geschonken en dat zij de pasteltekeningen (geschatte waarde € 7.500) voor € 5.500 heeft verkocht aan haar vriend en buurman, de heer Jacobus, die haar de laatste jaren met raad en daad terzijde heeft gestaan.

De kinderen zijn onthutst; het gaat hen niet eens zozeer om het geld, als wel om de emotionele waarde die de voorwerpen voor hen altijd hebben gehad. Zij raden hun moeder aan om de overeenkomsten op grond van haar beginnende dementie te vernietigen.

Vraag 1

Welke vernietigingsgrond komt hier in aanmerking en wat moet Goldstein in het kader van deze vernietigingsgrond stellen en bewijzen?

Vraag 2

Hoe groot acht U de kans dat Goldstein slaagt in het vernietigen van de overeenkomst met achtereenvolgens Vladimir en Jacobus?

Vraag 3

Heeft succesvolle vernietiging tot gevolg dat Goldstein weer eigenaresse van van de dekenkist en de pasteltekeningen zal zijn?

Casus 2

Is het voor een monteur die in dienst is bij een garagebedrijf van belang om te weten of het garagebedrijf bedingen in de overeenkomsten met klanten pleegt op te nemen waarbij aansprakelijkheid van het bedrijf (voor schade aan de auto van de klant tijdens de werkzaamheden ontstaan) wordt uitgesloten?

Casus 3

Lees de volgende uitspraak en beantwoord de vragen onder de tekst.

Hoge Raad der Nederlanden

2 december 2011

Arrest in de zaak van: De erven van [betrokkene 1], wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie,

advocaat: mr. J.C.A. Stevens, tegen 1. [Verweerster 1], wonende te [woonplaats],

 

2. [Verweerder 2], wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, advocaat: mr. D.M. de Knijff.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eisers], [verweerster 1] en [verweerder 2].

1. Het geding in feitelijke instanties

….

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eisers] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

[Verweerster 1] en [verweerder 2] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

(…)

3. Beoordeling van de middelen

3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) [Verweerster 1] en [verweerder 2] zijn zuster en broer. Zij hebben, na de splitsing van het hun in mede-eigendom toebehorende pand aan de [a-straat] te Amsterdam in drie appartementsrechten, het appartementsrecht [a-straat 1b] (ook wel aangeduid met indexnummer 2) te Amsterdam op 1.....read more

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1871 1