Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 2/3 aan de Universiteit Utrecht

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de opleiding Rechten, jaar 2 & 3, aan de Universiteit Utrecht.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht
 

Bundle items:
Bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Goederenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Algemene Rechtsleer: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
European Law: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Verbintenissenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Constitutioneel Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UU
Vennootschappen en Rechtspersonen: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Strafprocesrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht
This content is used in bundle:

Strafprocesrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Hoorcollege-aantekeningen 2016/2017 Strafprocesrecht - UU

Hoorcollege-aantekeningen 2016/2017 Strafprocesrecht - UU

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Strafprocesrecht in 2016-2017.

Arresten te gebruiken bij de hoorcolleges:

Bij onderstaande arresten zijn samenvattingen beschikbaar, gebruik de zoekfunctie om deze samenvattingen te raadplegen. Of kijk op de lijst met veel gebruikte arresten in dit studiegebied

  • Jalloh (11 jul 2006)
  • Salduz v. Turkey (27 nov 2008)
  • HR 30 maart 2004, NJ 2004, 376 (Afvoerpijp) (30 mrt 2004)
  • HR 30 maart 2004, NJ 2004, 376 (Afvoerpijp) (30 mrt 2004)
  • EHRM 10 maart 2009, ECHR 2009, 69 m.nt. F.P. Ölçer (Bykov t. Rusland)
  • HR 14-01-2003, NJ 2003, nr. 288 (Afluisteren buren)
  • HR 20 april 2004, NJ 2004, nr. 525 (Cameratoezicht)
  • EHRM 2 september 2010, EHRC 2010, 123 (Uzun tegen Duitsland)
  • EHRM 13 februari 2001, appl. nr. 25116/94 (Schöps tegen Duitsland)
  • EHRM 11 januari 2011, appl. Nr 6684/05 (McKeown – Verenigd Koninkrijk)
  • EHRM 8 februari 1996, NJ 1996, 725, m.nt. Kn (Murray t. Verenigd Koninkrijk)
  • EHRM 17 december 1996, NJ 1997, 699 m.nt. Kn (Saunders t. Verenigd Koninkrijk)
  • EHRM 5 november 2002, NJ 2004, 262 (Allan t. Verenigd Koninkrijk)
  • EHRM 15 december 2011, EHRC 2012, 56 m.nt. T. Spronken (Al-Khawaja & Tahery t. Verenigd Koninkrijk; uittreksel)
  • EHRM 10 april 2012, NJ 2012, 648 m.nt. T.M. Schalken (Ellis, Simms & Martin t. Verenigd Koninkrijk)
  • EHRM 10 juli 2012, NJ 2012, 649 m.nt. T.M. Schalken (Vidgen t. Nederland)
  • HR 29 januari 2013, NJ 2013, 145 m.nt. T.M. Schalken (Post-Vidgen)
  • EHRM 1 juni 2010, NJ 2010, 628, m.nt. Y. Buruma (Gäfgen t. Duitsland)
  • HR 4 juni 2013, NJ 2013, 333 (Herziening na EHRM Vidgen)
  • HR 22 december 2015 ECLI:NL:HR:2015:3608
  • EHRM 29 juni 2007, EHRC 2007, 104 m.nt. K. Albers (O’Halloran & Francis t. Verenigd Koninkrijk; uittreksel)


Hoorcollege 1

Dit vak gaat over de interversie tussen de Europese Conventie van de Rechten van de Mens en het Nederlandse strafprocesrecht.

Strafprocesrecht is het toekennen van bevoegdheden die interfereren met de vrijheden van de burgers. Het Wetboek richt die bevoegdheid in, om criminaliteit te bestrijden, maar met inachtneming van de waarborgen van de rechtsstaat.

Levenslange gevangenisstraf - inleiding tot het EVRM en het EHRM

12 februari 2008: Kafkaris tegen Cyprus over levenslang. Dit is de eerste keer dat het EHRM duidelijk maakt, dat levenslange gevangenisstraf in strijd kan zijn met art. 3 EVRM, als er geen enkel uitzicht op invrijheidsstelling bestaat. Er moet een procedure zijn van herziening ‘review’, die levenslange gevangenisstraf moet in de praktijk herzienbaar zijn. Het gaat hierbij om de mogelijkheid tot review.

Het opleggen van een levenslange gevangenisstraf kan volgens het EHRM dus in strijd zijn met art. 3 EVRM, in het geval er geen enkel uitzicht op invrijheidstelling bestaat. Deze review van de straf hoeft niet plaats te vinden door de rechter.

.....read more
Access: 
Public

European Law: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Jurisprudentie en teksten vak European Law aan de UU

Jurisprudentie en teksten vak European Law aan de UU


Jurisprudentie week 1

Case C-390/12 Pfleger

Feiten 

I.c. gaat het om een prejudiciële vraag over de uitleg van art. 56 VWEU en het Handvest van de grondrechten van de EU. Dit verzoek is ingediend in het kader van beroepen die Pfleger, Autoart a.s., Vucicevic, Maroxx Software GmbH en Zehetner hebben ingesteld wegens de bestuurlijke sancties die hun waren opgelegd omdat zij kansspelautomaten hadden geëxploiteerd zonder vergunning.

Op meerdere plaatsen in Oostenrijk waren kansspelautomaten in beslag genomen die werden geëxploiteerd zonder vergunning en dus hadden gediend om verboden kansspelen te organiseren. Tegen de inbeslagneming stelden de bovengenoemde eigenaren beroep in.

Zij voerden o.a. aan dat territoriale bevoegdheid ontbrak en dat gezien de voorrang van art. 56 VWEU het Oostenrijkse recht niet had mogen worden toegepast. De Oostenrijkse rechter vroeg het Hof of de nationale vergunningregeling in strijd was met het EU-recht (met name het vrije verkeer van diensten art. 56 VWEU) en de artikelen 15 tot en met 17 (vrijheid van beroep, de vrijheid van ondernemerschap en het recht op eigendom) van het Handvest van de grondrechten van de EU. 

 

Hof van Justitie

Volgens vaste rechtspraak van het Hof kan een vergunning voor kansspelautomaten een belemmering zijn van het vrije verkeer van diensten. Zo’n belemmering kan worden gebaseerd op een uitdrukkelijke uitzondering in het EU-Werkingsverdrag, zoals openbare orde, openbare veiligheid of de volksgezondheid. Verder kan een belemmering ook worden gerechtvaardigd met een beroep op dwingende redenen van algemeen belang, zoals consumentenbescherming.

Het Hof oordeelt dat de vergunningregeling voor gokautomaten in strijd is met het vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU). Het Hof stelt dat dit artikel zo moet worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling zoals die in de hoofdgedingen, voor zover die regeling niet werkelijk beoogt de speler te beschermen of criminaliteit te bestrijden en niet daadwerkelijk beantwoordt aan het streven op samenhangende en stelselmatige wijze de gelegenheden tot spelen te verminderen of de aan deze spelen verbonden criminaliteit te bestrijden.

Zo’n beperkende nationale regeling zoals hier de vergunningregeling, vormt ook een beperking van artt. 15 t/m 17 van het Handvest, die in de omstandigheden van het hoofdgeding niet kan worden gerechtvaardigd volgens de vereisten van artikel 52 lid 1 van het Handvest.

Volgens artikel 52 lid 1 Handvest is zo’n beperking alleen toelaatbaar als zij bij wet is gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigt. Daarnaast kan zij met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel alleen worden gesteld,.....read more

Access: 
Public
Hoorcollegeaantekeningen European Law - UU - B2/B3 - blok 1 en 3

Hoorcollegeaantekeningen European Law - UU - B2/B3 - blok 1 en 3

Aantekeningen bij de hoorcolleges uit 15/16.


Blok 1

Hoorcollege 1: Vrij verkeer van vestiging en diensten

Dit hoorcollege gaat over het vrije verkeer van vestiging en van diensten.

De geschiedenis van het Europees recht

Na de Tweede Wereldoorlog wilde men een nieuwe oorlog voorkomen. Het ontstaan van een Unie bevorderde dit voornemen. Zoals Churchill zei: “We cannot aim at anyone else than a Union. Jean Monnet en Robert (voormalig minister van Buitenlandse Zaken) Schuman wilden de Duitse en Franse kool- en staalindustrieën onder een hogere autoriteit met supranationale macht brengen.

Deze plannen worden in onze huidige tijd niet als iets positiefs beschouwd. 50-52% van de Europese inwoners emigreert weg uit de EU. Dit doet denken aan de woorden van Churchill in 1949 die juist pleitte voor een Unie. Tevens vond hij het belangrijk dat de Unie gesteund zou worden door de bevolking. Dit lijkt door de emigratie een probleem te zijn. Daarnaast kwam Geen Peil in actie tegen het associatieverdrag met Oekraïne. Ook krijgt de Unie te maken met een aantal problemen zoals de vluchtelingenproblematiek, de crediet crisis en terrorisme: hoe kunnen we ons veilig voelen in ons land? Moeten de lidstaten daar zelf voor zorgen of moet Europa de veiligheid bewerkstelligen? Het is belangrijk je van deze politieke en sociale context bewust te zijn om het Europees recht te begrijpen.

Ondanks alle kritiek op de Europese Unie, valt niet te ontkennen dat de interne markt (het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen) zeer voordelig voor ons land is. Wellicht zou zelfs Wilders bevestigen dat de interne markt ons veel goeds heeft gebracht. De interne markt dringt binnen in de nationale wetgeving. Dit vinden landen ongunstig. Echter is het moeilijk om dit te voorkomen door de aard van de interne markt

Het vrije verkeer

In art. 26 TFEU (Threaty on the Functioning of the European Union=Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) wordt het begrip “interne markt” gedefinieerd. Wat is eigenlijk een interne markt? Een interne markt is een markt voor goederen, diensten, kapitaal en personen waarbij deze goederen, diensten, kapitaal en personen zich vrij kunnen bewegen zonder belemmering van interne grenzen. Wanneer je kijkt naar de definitie van de interne markt, zie je dat.....read more

Access: 
Public

Algemene Rechtsleer: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Integratievak algemene rechtsleer (2016/2017)

Integratievak algemene rechtsleer (2016/2017)

Dit vak dient ertoe om bij ons de luiken open te zetten. Het vak wil bewustzijn creëren van het feit dat we er niet enkel komen met de toepassing van het positieve recht. Het is een integratievak omdat geprobeerd wordt om de kennis te integreren. Men probeert aan te geven dat in alle rechtsgebieden steeds dezelfde problemen spelen. In dit vak houdt men zich niet bezig met het beantwoorden van rechtsvragen. Het beantwoorden van rechtsvragen is het materiaal waarmee we beginnen. We gaan dus geen rechtsvragen beantwoorden, maar vragen over het recht. In deze bundel worden onder andere de uitwerkingen van.......read more

Algemene rechtsleer - B3 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges

Algemene rechtsleer - B3 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges

Aantekeningen van week 1 t/m 5 van de hoorcolleges van het vak Algemene rechtsleer, jaar 3 blok 1 en blok 3 van Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht, gebaseerd op de hoorcolleges van 2014-2015. Met name het college over de invloed van Europees/internationaal recht op Nederlands recht is in de laatste paar jaar geactualiseerd, de overige colleges zijn voor het merendeel hetzelfde gebleven


Hoorcollege 1: Rechtsstaat en rechtspraak

In dit vak wordt gekeken naar het recht en de rechters vanuit een sociale en intellectuele context. We kijken niet langer door de ogen van de rechter naar het recht, maar we kijken naar wat de rechter precies doet en in welke omgeving hij bezig is met het recht. Rondom het recht wordt een sociale en intellectuele context gebouwd.

Dit college bestaat uit vier minicolleges.

De inhoudelijke opbouw van het vak.
In de eerste drie weken staat het instituut rechtspraak centraal. Er wordt vooral gekeken naar de sociale context. Op welke verschillende manieren kunnen we naar de rechter kijken? Wat zijn de methodes? In de tweede drie weken staat de rechtspleging zelf centraal. Het gaat dan vooral om rechtsvinding en rechtsvorming. Dit zegt iets over de bepaaldheid van het recht. Er wordt naar de rechtspleging gekeken in een rechtsfilosofische en rechtstheoretische context. In de laatste twee weken staat het idee van waarheidsvinding centraal. Het gaat hier niet over de bepaaldheid van het recht, maar over de bepaaldheid van de feiten. Hoe komen we achter de waarheid? Hoe kunnen we achterhalen wat er gebeurd is? De context is in de laatste twee weken vooral sociologisch en psychologisch.

Uit de opbouw blijkt dat we vanuit verschillende perspectieven naar het recht kunnen kijken. Het gaat er dus niet om wat de rechtsregel is en wat we met deze rechtsregel doen.

Er zijn verschillende typen vragen die gesteld kunnen worden met betrekking tot het kijken naar het recht vanuit een bepaalde context. Het stellen van vragen kan op een descriptieve manier en op een normatieve manier. Descriptief betekent het kijken naar hoe de dingen zijn en daar verslag van doen. Normatief betekent niet hoe de dingen zijn, maar het vellen van een oordeel over hoe de dingen zouden moeten zijn. De descriptieve manier van vragen stellen kan empirisch zijn (het verzamelen van data en het schetsen van een beeld van hoe de dingen zijn) of conceptueel (het uitvoeren van een analyse over wat men verstaat onder bepaalde begrippen). Bezig zijn met casuïstiek ligt eigenlijk op de scheidslijn tussen descriptief en normatief. Dit is interpretatief. Een interpretatieve vraag zou bijvoorbeeld kunnen zijn of een regel wel of.....read more

Access: 
Public

Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

TentamenTickets Materieel Strafrecht UU jaar 2

TentamenTickets Materieel Strafrecht UU jaar 2

Image

Welke manier van leren is aan te bevelen bij dit vak?

  • Aandachtig aantekeningen maken tijdens de hoorcolleges en werkgroepen
  • Kennisclips kijken
  • Goed de reader met relevante jurisprudentie bestuderen
  • Goed leren waar in het Wetboek van Strafrecht de wetgeving die aansluit op een specifieke casus vindbaar is
  • Oefententamens maken (zéér belangrijk)
  • De beste oefening voor het tentamen zijn casusvragen die uit meerdere onderdelen bestaan: op welke artikelen een beroep kan worden gedaan, of het verweer kans van slagen heeft en waarom, in hoeverre aanverwante jurisprudentie wel of niet van toepassing is, en wat het uiteindelijke oordeel van de rechter zal zijn bij strafrechtzaken.

Wat leer je vakspecifiek van dit vak?

  • De werking van het Nederlandse strafstelsel
  • Een maatschappelijk perspectief op het strafrecht (en waarom er gestraft wordt)
  • Beide elementen zijn toe te passen wanneer je daadwerkelijk in een situatie terecht komt waarbij een strafbaar feit is gepleegd (en op de langere termijn als bijvoorbeeld strafrechtadvocaat of rechter)

Welke competenties leer je aan van dit vak?

  • Visie
  • Resultaatgerichtheid
  • Overtuigingskracht
  • Analytisch vermogen
  • Oordeelsvorming
  • Omgevingsbewustzijn

Hoe leer je dit vak het beste?

  • Dit vak leer je het beste door goed naar de relevante arresten te kijken. Hierin staat veel wetgeving die later weer terugkomt in tentamens.
  • Om hier vast mee te oefenen is het goed om veel oefententamens/werkgroepopdrachten te behandelen.
  • Veel stof kan echter erg taai zijn om te bestuderen, dus is het handig om goed op te letten bij de hoorcolleges en werkgroepen, maar de betreffende onderwerpen in een maatschappelijke context worden geplaatst.

Bouwt dit vak voort op eerder opgebouwde kennis en wordt die kennis ook van je geëist bij dit vak?

  • Dit vak bouwt voort op de kennis die is opgedaan bij Inleiding Strafrecht. Veel van deze kennis wordt opnieuw van je geëist.
  • Bekijk ter voorbereiding op dit vak dan ook de samenvattingen & studiehulp bij Inleiding Strafrecht
  • Het volgen van het nieuws en het lezen van kranten helpt bijzonder goed bij materieel strafrecht. Het helpt als je enige kennis hebt van grote strafzaken uit de Nederlandse geschiedenis.

Wat zijn belangrijke onderwerpen in dit vak?

  • de verschillende gradaties van opzet,
  • de aansprakelijkheid van rechtspersonen
  • de verschillende wijzen waarop iemand betrokken (of niet betrokken) kan zijn bij het plegen van een strafbaar feit.

Wat zijn de belangrijke arresten in dit vak?

  • Ieder arrest waar uitdrukkelijk naar verwezen is in de hoorcolleges, is relevant.

Hoe komt dit terug op het tentamen? Is het stampen geblazen, of moet je ze kunnen toepassen of uitleggen?

  • Het is bij dit vak vooral zaak om toe te passen. Wel is het zo dat je met stampen sneller wetten en arresten kunt vinden/ze sneller aan de casussen die je op het tentamen voorgeschoteld krijgt kunt linken.

Zijn de colleges belangrijk om het tentamen te halen, of zijn ze meer een samenvatting van het boek?

  • De colleges zijn zeer belangrijk, omdat ze niet alleen het boek samenvatten, maar ook nog veel actuele, maatschappelijk relevante voorbeelden bevatten (waarvan in het boek minder sprake is).
  • D e sheets zijn goed om even snel door te nemen, maar zonder de bijbehorende colleges te hebben gevolgd zijn ze vaak wat vaag.

Welke typen college zijn er en zijn die van belang om het tentamen te halen?

  • Hoorcolleges zijn belangrijk voor de maatschappelijke plaats van het materieel strafrecht (hierdoor spreekt de stof meer tot de verbeelding en is deze makkelijker te bestuderen).
  • Werkgroepen zijn belangrijk om uitleg te krijgen over de manier waarop casussen opgelost dienen te worden.
  • De responsiecolleges zijn handig zodat je vragen kan stellen over lastig vatbare stof.

 

Verbintenissenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Werkgroepaantekeningen Verbintenissenrecht - UU

Werkgroepaantekeningen Verbintenissenrecht - UU


Week 1

Aantekening:

Wat is een verbintenis (obligatio): Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking van rechten en plichten (een recht met een daarmee corresponderende plicht). Het privaatrecht bestaat uit het vermogensrecht, en dit laat zich weer opsplitsen in enerzijds het verbintenissenrecht (BW 3 en 6) en anderzijds het goederenrecht (BW 3 en 5).

Verbintenissenrecht gaat over de verhouding van persoon tot persoon. Een verbintenis ontstaat door Art. 6:1 BW. Dit is een algemene bepaling. Iedere verbintenis moet een grondslag hebben in de weg, HR Quint/te Poel nuanceert dit door te stellen dat niet iedere verbintenis een grondslag hoeft te hebben in de wet. Verbintenissen kunnen ontstaan uit overeenkomsten of uit de wet (zoals de onrechtmatige daad). Een verbintenis is het rechtsgevolg van een overeenkomst.

De eerste 4 weken gaat het over verbintenissen uit overeenkomst, daarna over verbintenissen uit de wet.

Overeenkomsten ontstaan door aanbod en aanvaarding (Art. 6:217 BW). Een geldig aanbod ontstaat door een wil + verklaring. Hetzelfde geldt voor de aanvaarding (Art. 3:33 BW). In Art. 6:213 BW staat dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is, door dat aanbod en de aanvaarding.

In 3:34 BW staat dat als je een geestelijke stoornis hebt, er geen sprake kan zijn van een wil. In Art. 3:35 BW staat de wilsvertrouwensleer: Is de wil doorslaggevend of de verklaring? Art. 3:37 BW regelt de verklaring.

Iedere overeenkomst is een rechtshandeling, maar niet iedere rechtshandeling is een overeenkomst.

Voor elke overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling vereist. Een eenzijdige overeenkomst, bv. schenkingsovereenkomst, is er een plicht tot levering. Het recht is het recht op levering. Er is dan één verbintenis, er is geen tegenprestatie. Dit is een eenzijdige overeenkomst.

Een meerzijdige overeenkomst, bv. koop, heeft twee verbintenissen, namelijk recht op levering, de plicht tot levering en de plicht tot betaling en recht op betaling. Dit is een wederkerige overeenkomst.

Opdracht 1

Is in de volgende zaak een overeenkomst tot stand gekomen?

Van den Meijdenberg versus Logifeed BV

1.Vaststaande feiten

Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist - mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden - het volgende vast.
1.1. Op 7 februari 1994 vond een landbouwbeurs plaats te Zuidlaren. Een van de standhouders was Logifeed. In haar stand stond een zelfrijdende mengvoerwagen, merk RMH, met een capa-citeit van 12 m3.

1.2. Van den Meijdenberg en zijn echtgenote bezochten deze landbouwbeurs samen met het echtpaar Hermus. Toen de echtgenote van Van den Meijdenberg en mevrouw Hermus langs de stand van Logifeed liepen, heeft standhouder Veurink, die het gezelschap niet kende, een mededeling gedaan. Daarbij is een bedrag van f 106.000 genoemd. De.....read more

Access: 
Public
Oefententamens Verbintenissenrecht - UU

Oefententamens Verbintenissenrecht - UU

Deze bundel bevat oefententamens bruikbaar bij het vak Verbintenissenrecht, Rechtsgeleerdheid jaar 2, Universiteit Utrecht.

  • De tentamens van vóór 2017/2018 zijn gebaseerd op het Kernvak Privaatrecht II (oud curriculum). Voor het vak Verbintenissenrecht uit het nieuwe curriculum zijn de boeken Rechtshandeling en overeenkomst en Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding nog steeds verplicht. Het boek Zwaartepunten van het Nederlands Vermogensrecht is niet meer verplicht. Deze tentamens zijn vanwege de grotendeels hetzelfde gebleven stof prima bruikbaar bij het vak Verbintenissenrecht uit het nieuwe curriculum.

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

Goederenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Goederenrecht - UU - B2/B3 - Oefenmaterialen

Goederenrecht - UU - B2/B3 - Oefenmaterialen

Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Goederenrecht aan de Universiteit Utrecht.

In 2016 is de opzet van het vak licht veranderd en daarmee de voorgeschreven literatuur ook, maar de strekking van de vragen is hetzelfde gebleven. Sinds 2016 wordt Goederenrecht (Pitlo, Reehuis) gebruikt in plaats van Goederenrecht (van Snijders).

Boeksamenvatting bij de 14e druk van Pitlo: Goederenrecht van Reehuis en Heisterkamp

Boeksamenvatting bij de 14e druk van Pitlo: Goederenrecht van Reehuis en Heisterkamp


Wat houdt het goederenrecht in - Chapter 1

1. Algemene inleiding

Voor 1992 werd het goederenrecht nog 'zakenrecht' genoemd. Ook onder de oude wet dekte deze term de lading niet. Aangezien in de nieuwe systematiek van de wet het begrip 'zaak' alleen nog slaat op stoffelijke voorwerpen, wordt de term goederenrecht nu gebruikt. Zo ook voor dit boek.

2. Wat wordt er behandeld?

In dit boek, en de samenvatting, wordt het goederenrecht behandeld. Dat omvat grote delen van het algemeen vermogensrecht uit Boek 3. Maar ook de zakelijke rechten uit Boek 5. Ook komen er een aantal bijzondere wetten ter sprake. Zo ook de wijze van verkrijging en verlies van goederen. Dit boek is opgedeeld in nummers en volgt grotendeels de volgorde van de wet.

3. Wat is goederenrecht?

Het goederenrecht is een onderdeeld van het vermogensrecht. Dat recht gaat over het vermogen dat iemand heeft. Dat begrip wordt op meerdere manieren gebruikt. Maar in het privaatrecht gebruikt men de term in ruimere zin: iemands op geld waardeerbare rechten en plichten.

4. Wat verstaan we onder goederen?

In artikel 3:1 BW wordt bepaald dat alle zaken en alle vermogensrechten onder de term 'goederen' vallen. Vandaar de term goederenrecht. Goederen zijn de voornaamste 'actieve' bestanddelen van iemands vermogen.

5. Wat verstaan we onder zaken?

Als we het over zaken hebben, hebben we het over voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Dat hoeft niet per se iets van betekenis te zijn of iets met een bijzondere vermogenswaarde. Zelfs een zak met afval is dus, ondanks de negatieve waarde die het heeft, een zaak. Daarnaast is het ook geen vereiste dat de zaak aan iemand toebehoort. Ook een 'res nulluis' -de achtergelaten fiets- is een zaak. In de wetsgeschiedenis is ook niet gekozen voor de term voorwerp maar object. Anders gaan mensen

.....read more
Access: 
Public

Bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Bestuursrecht - UU - B2/B3 - Study & Sheet Notes

Constitutioneel Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - UU

Hoorcolleges constitutioneel recht 2019/2020

Hoorcolleges constitutioneel recht 2019/2020

In deze bundel komen de aantekeningen van de hoorcolleges van constitutioneel recht. De hoorcolleges worden samengevat aan de hand van sheetnotes. De volgende vragen zullen worden beantwoord:

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Samenvatting arresten Constitutioneel Recht - UU

Samenvatting arresten Constitutioneel Recht - UU

Deze samenvatting bevat de arresten bij het vak Constitutioneel Recht - Uni Utrecht zoals voorgeschreven in 2019/2020.

Hieronde zijn de volgende arresten gekoppeld:

  • Refah Partisi v. Turkey
  • Jamin
  • Fluoridering
  • Emmense baliekluivers
  • Bromfietshelm
Access: 
Public

Vennootschappen en Rechtspersonen: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Hoorcolleges vennootschappen en rechtspersonen 2019/2020

Hoorcolleges vennootschappen en rechtspersonen 2019/2020

In deze bundel komen de aantekeningen van de hoorcolleges van vennootschappen en rechtspersonen. De hoorcolleges worden samengevat aan de hand van sheetnotes. De volgende vragen zullen worden beantwoord:

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Notes bij Vennootschappen en rechtspersonen, UU

Notes bij Vennootschappen en rechtspersonen, UU

Aantekeningen bij de colleges uit 2015/2016


Hoorcollege 1

Vandaag gaan we het hebben over de juridische gedaante van de onderneming. We gaan het vandaag hebben over de personenvennootschappen, het handelsregister en het faillissementsrecht. Daarnaast komt vertegenwoordiging aan bod. Dit onderdeel van het recht wordt het economische privaatrecht genoemd. Dit is wat wij bestuderen in dit vak.

Welke vormen kan een onderneming aannemen?

Ondernemen kan in de vorm van een eenmanszaak. Jij gaat dan als natuurlijke persoon een contract aan met een wederpartij, dit is een economische activiteit. Dit kun je ook doen met anderen, je gaat dan dus met anderen samenwerken om een bepaald economisch doel te behalen. Dan is er sprake van een personenvennootschap. Tot slot zijn er de privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals bv. de BV, NV, verenigingen of stichtingen. Privaatrechtelijke rechtspersonen bestaan ook op Europees gebied.

Handelsregisterwet: ondernemingen en rechtspersonen

Als je iets over ondernemingen wilt weten, moet je kijken in het handelsregister. Alle ondernemingen worden hierin ingeschreven. In de Handelsregisterwet staat dat ondernemingen dit moeten doen (art. 5 Hrw). Wat een onderneming is, staat niet in deze wet, maar in het Handelsregisterbesluit (art. 2 Hrg besluit). Derden moeten kunnen weten wat een onderneming is, wie de vennoten zijn etc. Dit in het licht van derdenbescherming. Door het handelsregister kunnen derden deze informatie heel makkelijk terugvinden.

In art. 6 Hrw staat dat rechtspersonen zich ook moeten inschrijven in het handelsregister. De inschrijvingsplicht geldt dus niet alleen voor ondernemingen, maar ook voor rechtspersonen.

Personenvennootschappen

De personenvennootschappen zijn géén rechtspersonen. Voorbeelden zijn de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. Art. 2:5 BW: een rechtspersoon staat wat betreft het vermogensrecht gelijk met een persoon. Een rechtspersoon kan dus net als een natuurlijk persoon een drager van rechten en plichten zijn. De personenvennootschappen zijn heel populair, omdat dit een rechtsfiguur is wat geheel vrij ter invulling staat. Maatschappen, de CV en VOF vallen onder het regelend recht.

De maatschap is de basisvorm, en de CV en VOF zijn bijzondere vormen van de maatschap.

De maatschap kan openbaar en stil zijn (uitoefening van beroep). Een openbare maatschap heeft een gemeenschappelijke naam, die naar buiten kenbaar is. Een stille maatschap heeft dit niet. De wet kent dit onderscheid ook niet, dit is vastgesteld in de literatuur. In het vastgoed, de landbouw en de uitoefening van het vrije beroep is de maatschap erg populair. Bij de bouw is de VOF weer interessant, en bij de CV gaat het veelal om vastgoed, beleggingsfondsen en joint.....read more

Access: 
Public

Burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Hoorcollege-aantekeningen Bestuursprocesrecht - UU

Hoorcollege-aantekeningen Bestuursprocesrecht - UU


College 1

Inleiding Bestuursprocesrecht

Uitgangspunten van het stelsel van bestuursrechtelijke bescherming

Het college begint met een voorbeeld.

Een aanvraag tot subsidie van A wordt afgewezen door het bestuursorgaan. Zo’n afwijzing wordt als een besluit gezien (Art. 1:3 lid 2 Awb). Dit is een primair besluit (eerste besluit). A kan hiertegen in bezwaar gaan bij het bestuursorgaan.

Als A een bezwaarschrift indient hiertegen, en de afwijzing blijft bijvoorbeeld in stand, is er sprake van een besluit op het bezwaarschrift. Er wordt dus een besluit op bezwaar gedaan. Indien er sprake is van een afwijzing, is het weer een besluit in de zin van Art. 1:3 lid 2 Awb. Indien het besluit aangepast wordt, is er wél een rechtsgevolg (namelijk dat de subsidie toch wordt toegewezen) en wordt automatisch voldaan aan de vereisten van het besluit.

Indien A na een afwijzend besluit op bezwaar in beroep gaat bij de rechtbank, is er sprake van een beroep in eerste aanleg. Let hierbij op Art. 8:1 Awb! Je kunt niet tegen alle soorten besluiten in beroep. Tevens moet je eerst als belanghebbende worden aangemerkt.

Is het beroep mogelijk en gegrond, wordt het besluit vernietigd. Dit is een uitspraak. Na de uitspraak wordt dan opnieuw in de zaak voorzien. Dit betekent dat er een nieuw besluit moet worden genomen, en dit is opnieuw een besluit op het bezwaarschrift. Dit wordt gezien als een nieuw besluit. Er moet dan dus opnieuw op het bezwaarschrift worden beslist, aan de hand van de uitspraak van de bestuursrechter

Structuur van het proces (in eerste aanleg)

Indien de rechtbank uw beroep gegrond verklaart en het besluit vernietigt, om welk besluit gaat dit dan? Dit gaat om het besluit op het bezwaarschrift. Er moet dan een nieuw besluit op bezwaar komen.

Voorbeeld 1

Stel: De Rechtbank zegt: De minister heeft een subsidie afgewezen, omdat hij vond dat bedrijf van A niet kostenefficiënt te werk ging, maar de minister heeft dit niet goed gemotiveerd.

In dit geval wordt de afwijzing vernietigd. Het besluit op bezwaar wordt dus vernietigd, maar over het primaire besluit moet dus opnieuw worden beslist. Een besluit op bezwaar is een besluit dat gaat over een ander besluit. Er moet dus opnieuw worden beslist over het primaire besluit, maar dan met inachtneming van wat de rechtbank heeft geoordeeld: in dit geval moet er dus opnieuw beslist worden met inachtneming van de motiveringsplicht. Stel dat de minister nu alsnog de subsidie aanvraag afwijst, en dit goed motiveert, kan de aanvrager opnieuw in beroep.

Waarom beslist de rechter niet zelf over de subsidie? Zou het niet veel efficiënter zijn als de rechter zelf uitspraak doet over dit soort zaken, in plaats van het terug te verwijzen naar het bestuursorgaan? Dit.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege-aantekeningen Burgerlijk procesrecht - UU (2015-2016)

Hoorcollege-aantekeningen Burgerlijk procesrecht - UU (2015-2016)


College 1

Introductie Burgerlijk procesrecht

Karakteristieken van het burgerlijk procesrecht

Het burgerlijk procesrecht is dat deel van het privaatrecht dat ziet op de inrichting van en de regels inzake de wijze waarop een civiele procedure, een openstaande vraag of geschil tussen particulieren over een kwestie van privaatrechtelijke aard, afgewikkeld en opgelost wordt. Het geeft dus regels over de manier waarop een geschil afgehandeld dient te worden en er wordt dus een aanspraak gedaan op overheidshulp. Het procesrecht heeft dan ook een dienende functie.

Het burgerlijk proces heeft een dienende functie en geeft de legitimatie om rechten te verwezenlijken en daartoe dwang uit te oefenen. Het geeft onder andere aanspraken op overheidshulp (beslechting door de rechter, rechtsbijstand etc). Al met al is het formele burgerlijke recht gericht op de verwezenlijking en normering van het materiële recht.

Sinds 2002 gelden vijf uitgangspunten voor het burgerlijk procesrecht:

  1. Vereenvoudiging: bijvoorbeeld door al snel verschijning voor de rechter op zitting, weinig schriftelijke stukken.

  2. Deformalisering: bijvoorbeeld het niet meer verbinden van een consequentie aan het gebruik van de verkeerde inleidende stukken (dagvaarding i.p.v. verzoekschrift).

  3. Modernisering van verhoudingen

  4. Streven naar efficiency: zoveel mogelijk concentratie in de stukken.

  5. Harmonisatie: zoveel mogelijk gelijk maken van regels.

Dit alles om de klachten over de civiele procedure weg te nemen.

 

Het burgerlijk procesrecht kent verder nog de volgende doelen:

  • Rechtsbescherming en rechtsverschaffing

  • Geschilbeslechting

  • Belangenbehartiging

  • Tegengaan eigenrichting

  • Rechtsvorming en rechtseenheid

Doelen van de civiele procedure

Vermogensrechtelijke doelen

In vermogensrechtelijke zaken is sprake van contentieuze rechtspraak. Het is gericht op het oplossen van een conflict. Deze procedure wordt ingeleid door een dagvaarding. De eisende partij bezorgt de dagvaarding bij de gedaagde partij.

Het is gericht op het verwezenlijken van de materiële privaatrechtelijke aanspraken. Daarnaast leidt gebruik van het procesrecht (door procederen) tot rechtsontwikkeling en rechtseenheid. Dit is meer een positieve bijkomstigheid dan een doel op zich.

Ten slotte beoogt het de orde te handhaven door eigenrichting tegen te gaan (slechts in bepaalde gevallen (zoals opschorting, retentierecht) is eigenrichting toegestaan).

Personen- en familierechtelijke doelen

In deze geschillen is sprake van voluntaire rechtspraak. Er is geen sprake van een geschil, maar slechts van ordenende rechtspraak. Het is gericht op het vaststellen van de rechtspositie, het behartigen van specifieke belangen en ten slotte ook het tegengaan van eigenrichting. Een voluntaire procedure wordt ingeleid door het schrijven van een verzoekschrift gericht tot de rechter.

Alternatieven voor rechtspraak

Over het algemeen is procederen duur, en duurt het lang. In veel gevallen overstijgen de kosten van de rechtspraak de kosten van de vordering. Arbitrage, bindende adviezen en mediation (ADR) zijn daarom steeds.....read more

Access: 
Public
Follow the author: Law Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1949