Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?In dit college worden verschillende soorten onderzoek behandeldWelke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuurWelke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?Er zijn geen recente ontwikkelingen besprokenWelke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaaktWelke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?Er zijn geen mogelijke vragen behandeld Om te kijken naar de opzet van onderzoek moet de 2x2 tabel erbij gehaald worden. Deze kan aan de hand van observationeel onderzoek ingevuld worden. Bij observationeel onderzoek wordt enkel het natuurlijke beloop geobserveerd:Retrospectief: terugkijkendRetrospectief onderzoek is makkelijker → is sneller klaarHet nadeel is dat je afhankelijk bent van wat er geregistreerd isProspectief: vooruitkijkendProspectief onderzoek heeft als nadeel dat je moet wachten op de uitkomsten Bij een follow-up onderzoek volg je mensen in de tijd. Soms heet dit een cohortonderzoek. Er wordt bekeken of hetgeen wat je onderzoekt voorvalt. Een follow-up onderzoek verloopt als volgt:Selectie deelnemersRisicofactor vaststellenUitkomst vaststellen Een case-control study is een onderzoek waarbij je begint met de uitkomst en terug gaat zoeken naar de oorzaak, bijvoorbeeld een onderzoek over roken en longkanker:Selectie deelnemersUitkomst vaststellenRisicofactor vaststellenEr wordt eerst teruggekeken en dan pas gekeken naar wat de verdeling van de risicofactoren zijn → er zijn minder mensen nodig. Case-control is dus efficiënter dan follow-up. ...


Access options

      How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Go to www JoHo.org, and join JoHo WorldSupporter by choosing a membership + online access
       
      2 - Return to WorldSupporter.org and create an account with the same email address
       
      3 - State your JoHo WorldSupporter Membership during the creation of your account, and you can start using the services
      • You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
      • You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
      Already an account?
      • If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
      • Please note: here too you must have used the same email address.
      Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?

      Toegangsopties (NL)

      Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Ga naar www JoHo.org, en sluit je aan bij JoHo WorldSupporter door een membership met online toegang te kiezen
      2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
      3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
      • Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
      Heb je al een WorldSupporter account?
      • Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
      • Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
      • Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
      Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

      Join JoHo WorldSupporter!

      What can you choose from?

      JoHo WorldSupporter membership (= from €5 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
      JoHo WorldSupporter membership + online access (= from €10 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
      • To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)

      Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter!  (NL)

      Waar kan je uit kiezen?

      JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar
      • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
      • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
      • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
      • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
      JoHo membership met extra services (abonnee services):  Online toegang Only= €10 per kalenderjaar
      • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
      • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

      Meld je aan, wordt donateur en maak gebruik van de services

      Check page access:
      JoHo members
      Check more or recent content:

      Collegeaantekeningen blok Algemeen Wetenschappelijke Vorming 2019/2020

      Blok AWV HC1: Introductie klinisch onderzoek & opzet blok

      Blok AWV HC1: Introductie klinisch onderzoek & opzet blok

      HC1: Introductie klinisch onderzoek & opzet blok

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • Dit college vormt een introductie voor het blok AWV
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alles wordt behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Vraagstelling

      Vraagstelling moet een aantal eigenschappen hebben:

      • Precies, concreet en duidelijk
      • Beperkt
      • Wetenschappelijk
      • Relevant
      • Onderzoekbaar

      Een algemene vraag bevat:

      • Een determinant
      • Uitkomst
      • Doelgroep/domein

      Bijvoorbeeld: Wat is het effect van stoppen met roken op de longfunctie bij mannen die minder dan 20 jaar hebben gerookt?

      Wat is bij doelgroep D het effect van determinant X op uitkomst Y? → dit kan worden weergegeven in een 2x2 tabel (X en Y, beide met + en -).

      Een verslag bestaat uit:

      • Inleiding met vraagstelling
      • Methode
      • Resultaten
      • Discussie

      Soorten statistiek

      • Beschrijvende statistiek: alle numerieke uitkomsten worden samengevat tot een gemiddelde
        • De uitbuiters worden weggelaten
      • Toetsende statistiek: hoe ver kan het gemiddelde van de steekproef afwijken van die van de hele populatie?
        • Meestal verschilt dit een paar punten → standaardfout

       

       

      Access: 
      Public
      Blok AWV HC2: Waarom statistiek?

      Blok AWV HC2: Waarom statistiek?

      HC2: Waarom statistiek?

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • In dit college wordt kort het belang van statistiek toegelicht en worden de eerste paar basisbegrippen behandeld
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Typen onderzoek

      Cross-sectioneel onderzoek is een onderzoek waarbij men een dwarsdoorsnee van de totale populatie in de steekproef opneemt. Hoe groter de steekproef, hoe betrouwbaarder. Cross-sectioneel onderzoek wordt vaak gebruikt in de beschrijvende statistiek:

      • Steekproef wordt samengevat in één getal
      • Data wordt kritisch bekeken (zijn er uitbijters?)
      • Hoe groter de steekproef, hoe betrouwbaareder

      Naast beschrijvende statistiek heb je toetsende statistiek:

      • Hoe ver ligt het gemiddelde in de steekproef van het gemiddelde in de populatie?
        • Dit noemt men de standaardfout
        • Vaak is het verschil “niet significant”
      Access: 
      Public
      Blok AWV HC3: Introductie wetenschapsfilosofie

      Blok AWV HC3: Introductie wetenschapsfilosofie

      HC3: Introductie wetenschapsfilosofie

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • Dit college vormt een introductie voor de wetenschapsfilosofie, er worden begrippen zoals inductie, deductie en falsificationisme toegelicht
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Wetenschapsfilosofie & statistiek

      Er zijn enkele contrasten tussen wetenschap en kliniek:

      • Wetenschap
        • Ontwikkelen van theorieën
        • Ontwikkelen van algemene inzichten over populaties
        • Individu → populatie
      • Kliniek
        • Specifieke uitspraken over een individu
          • Het liefst vanuit wetenschappelijk onderzoek → evidence-based
        • Populatie → individu

      Inductie en deductie

       Twee begrippen zijn in de wetenschapsfilosofie erg belangrijk:

      • Deductie: het afleiden van specifieke uitspraken uit algemene uitspraken (logica)
        • Bijvoorbeeld: alle mensen zijn sterfelijk (algemeen) → Socrates is een mens → Socrates is sterfelijk (specifiek)
      • Inductie (generaliseren): het afleiden van algemene uitspraken uit specifieke uitspraken
        • Zonder inductie is er geen wetenschap
        • Oma is vergeetachtig en heeft Alzheimer → buurvrouw is vergeetachtig en heeft Alzheimer → oud-oom is vergeetachtig en heeft Alzheimer → alle oude mensen die vergeetachtig zijn hebben Alzheimer
        • Inductie leidt niet altijd tot zekere waarheid

      Wetenschap en kliniek:

      • Ontwikkeling van de wetenschap
        • Doel: een theorie ontwikkelen
        • Vanuit: specifieke observaties (empirische data)
        • Nodig: inductief redeneren
      • Ontwikkeling van evidence-based medicine
        • Doel: specifieke uitspraken over individuen
        • Vanuit: wetenschappelijke theorie
        • Nodig: deductief redeneren

      Paradox van Hume:

      Enkele filosofische vragen zijn:

      • Waarom gebruiken we inductie?
      • Waarom geloven we erin dat de zon elke dag opkomt? → omdat het tot nu toe altijd heeft gewerkt

      Dit is dus een inductieve redenering. Hume stelt dat ons vertrouwen in inductie gebaseerd is in inductie. 

      Confirmatie:

      Confirmatie (het bevestigen van een theorie) speelt in de wetenschapsfilosofie een grote rol.

      • Voorbeeld: alle raven zijn zwart → hoe meer zwarte raven je ziet, hoe meer je gaat geloven dat echt alle raven zwart zijn: het wordt steeds geconfirmeerd
        • Modus Tollens zegt dat “alle raven zijn zwart” hetzelfde is als “alles wat niet zwart is, is geen raaf”

      Paradox van Hempel:

      • “Alle raven zijn zwart” wordt bevestigd door het zien van een zwarte raaf
      • “Alles wat zwart is, is geen raaf” wordt bevestigd door het zien van een bruine koe, rood potlood, etc.

      In de paradox van Hempel wordt afgevraagd wat dan nog de waarde van confirmatie is.

      Falsificationisme

      Eén tegenvoorbeeld is voldoende om een theorie eronderuit te halen:

      • Eén witte raaf bewijst dat niet alle raven
      .....read more
      Access: 
      Public
      Blok AWV HC4: Beschrijvende statistiek

      Blok AWV HC4: Beschrijvende statistiek

      HC4: Beschrijvende statistiek

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • Dit college beschrijft een aantal essentiële begrippen voor de statistiek
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Voor het tentamen is het belangrijk bekend te zin met SPSS
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Het probleem van variatie

      Heel veel waarnemingen zijn normaal verdeeld: als de ene waarneming wat meer naar rechts ligt, gaat de andere waarneming meer naar links. De meeste waarnemingen liggen op of rond het midden. Een normale verdeling wordt bepaald door:

      • Gemiddelde (μ): het centrum
        • Bijvoorbeeld 1,68 m
      • Standaarddeviatie (σ): bepaalt de spreiding
        • Bijvoorbeeld 0,07 m → meestal lig je ongeveer 7 cm van het gemiddelde af

      Een kans kan berekend worden als:

      • Er een normale verdeling in de populatie aangenomen kan worden
      • De waarden van μ en σ bekend zijn

      De kans is de oppervlakte onder de grafiek.

      Getallen voor de normale verdeling:

      • 2,5% ligt onder de μ - 1,96 σ
      • 5% ligt onder de μ -1,65 σ
      • 50% ligt onder de μ
      • 95% ligt onder de μ +1,65 σ
      • 97,5% ligt onder de μ +1,96 σ

      95% van de populatie met een normaalverdeling ligt dus altijd tussen -1,96 σ en +1,96 σ (soms wordt 2 i.p.v. 1,96 gebruikt). Dit heet de normaalwaarde of het referentie-interval. Als een individu hierbuiten ligt is zijn waarde bijzonder laag of hoog.

      Een standaardnormale verdeling is een normale verdeling met gemiddelde 0 en standaarddeviatie 1. 

      Wat is statistiek?

      Statistiek is het afleiden van kenmerken van een populatie uit kenmerken van een steekproef. Bij statistiek wordt aangenomen dat de steekproef aselect (willekeurig) is.

      • Beschrijvende statistiek: het beschrijven van kenmerken van de steekproef
      • Wet van grote aantallen: hoe groter de steekproef wordt, des te meer de kenmerken van de steekproef zullen gaan lijken op de kenmerken van de populatie
        • Via een grote steekproef kan een populatie vaak adequaat worden beschreven
      • Toetsende statistiek: het kwantificeren van onzekerheid
        • Steekproeven zijn erg variabel → de kenmerken van een steekproef zijn “ongeveer” gelijk aan die van de populatie → conclusies zijn onzeker

      Typen variabelen

      Er zijn verschillende typen variabelen:

      • Categorisch
        • Nominaal: zonder volgorde
          • Beroep, geslacht, nationaliteit
        • Ordinaal: met volgorde
          • Tumorstadium, 5-puntschaal op enquête
            • Worden beschreven met:
              • Frequentietabel
              • Taart/staafdiagram
      • Numeriek
        • Discreet: tellingen (alleen hele getallen)
        • Continu: kan niet-gehele waarden aannemen
          • Lengte, gewicht, bloeddruk
        • Worden beschreven met:
          • Locatiematen (gemiddelde, mediaan)
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Blok AWV HC5: Opzet van onderzoek

      Blok AWV HC5: Opzet van onderzoek

      HC5: Opzet van onderzoek

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • In dit college worden verschillende soorten onderzoek behandeld
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Observationeel onderzoek

      Om te kijken naar de opzet van onderzoek moet de 2x2 tabel erbij gehaald worden. Deze kan aan de hand van observationeel onderzoek ingevuld worden. Bij observationeel onderzoek wordt enkel het natuurlijke beloop geobserveerd:

      • Retrospectief: terugkijkend
        • Retrospectief onderzoek is makkelijker → is sneller klaar
        • Het nadeel is dat je afhankelijk bent van wat er geregistreerd is
      • Prospectief: vooruitkijkend
        • Prospectief onderzoek heeft als nadeel dat je moet wachten op de uitkomsten

      Follow-up onderzoek

      Bij een follow-up onderzoek volg je mensen in de tijd. Soms heet dit een cohortonderzoek. Er wordt bekeken of hetgeen wat je onderzoekt voorvalt. Een follow-up onderzoek verloopt als volgt:

      1. Selectie deelnemers
      2. Risicofactor vaststellen
      3. Uitkomst vaststellen

      Case-control study

      Een case-control study is een onderzoek waarbij je begint met de uitkomst en terug gaat zoeken naar de oorzaak, bijvoorbeeld een onderzoek over roken en longkanker:

      1. Selectie deelnemers
      2. Uitkomst vaststellen
      3. Risicofactor vaststellen

      Er wordt eerst teruggekeken en dan pas gekeken naar wat de verdeling van de risicofactoren zijn → er zijn minder mensen nodig. Case-control is dus efficiënter dan follow-up.

      Experimenteel onderzoek

      Om bijvoorbeeld te onderzoek of ziekere mensen vaker vallen omdat ze slechter eten, kan experimenteel onderzoek opgesteld worden: de helft van de mensen laten afvallen om te onderzoeken of ze vaker vallen.

      • Experimenteel onderzoek gebeurt via lootjes trekken → randomized controlled trial (RCT)
        • Is vaak niet mogelijk
        • Is de standaard bij onderzoek naar het effect van geneesmiddelen
      • Bij observationeel onderzoek wordt alleen gekeken naar mensen die even ziek zijn (restrictie of stratificeren)
        • Helpt alleen als de groepen goed vergelijkbaar zijn

      Overige onderzoeksvormen

      • Cross-sectioneel onderzoek: de risicofactor en uitkomst meten op hetzelfde moment → nooit oorzaak en gevolg (bijv. BMI en aantal keer gevallen)
      • Case report: beschrijving van één of enkele patiënten
      • Case serie: beschrijving van een groepje patiënten (bijv. dat veel mensen na lang vliegen trombose hebben)
      Access: 
      JoHo members
      Blok AWV HC6: Effectmaten & onderzoeksinspiratie

      Blok AWV HC6: Effectmaten & onderzoeksinspiratie

      HC6: Effectmaten & onderzoeksinspiratie

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • In dit college worden enkele essentiële empidemiologische begrippen besproken
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Voor het tentamen is het belangrijk met de epidemiologische begrippen te kunnen rekenen
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Soorten klinisch onderzoek

      Er zijn veel soorten klinisch onderzoek:

      • Predictie/voorspellend: diagnostisch en prognostisch onderzoek
      • Causaal/oorzakelijk: etiologisch of therapeutisch onderzoek
      • Transversaal/cross-sectioneel/dwarsdoorsnede: diagnostisch onderzoek
      • Longitudinaal/follow-up: prognostisch/etiologisch/therapeutisch onderzoek
        • Er wordt door de tijd heen gekeken
      • Observationeel: diagnostisch, prognostisch en etiologisch onderzoek
        • Dit is niet manipuleren, maar kijken naar wat er gebeurt
      • Experimenteel: gerandomiseerd/therapeutisch onderzoek

      Soorten klinische vragen

      Er zijn veel soorten klinische vragen:

      • Diagnostiek: welke ziekte heeft mijn patiënt?
      • Prognose (predictie): hoe is het verloop van de ziekte?
      • Etiologie (oorzaak): wat zijn de oorzaken van de ziekte?
      • Therapie: is er een behandeling voor de ziekte?

      Diagnostiek

      Enkele belangrijke begrippen zijn:

      • Sensitiviteit: percentage zieken die een positieve test hebben
      • Specificiteit: percentage niet-zieken die een negatieve test hebben
      • Positief voorspellende waarde: percentage test-positieven die ziek zijn
        • Een hoge sensitiviteit en specificiteit kunnen een lage PVW geven: dit is vaak het geval bij lage prevalente (zeldzame) aandoeningen
      • Negatief voorspellende waarde: percentage test-negatieven die niet ziek zijn
      • LR (likelihood ratio): verhouding van het percentage met een zekere testuitslag onder de zieken gedeeld door het percentage met dezelfde uitslag onder de niet-zieken → (ziekte ja & test ja)/(test ja & ziekte nee)
      • Nomogram: weergave van de a priori kans, de LR en de a posteriori kans → als 2 van de 3 bekend zijn kan de onbekende worden afgelezen

      Prognose

      Enkele belangrijke begrippen zijn:

      • Cumulatieve incidentie (CI): aantal nieuwe gevallen/totaal aantal aan het begin
      • Incidentiecijfer: aantal nieuwe gevallen/totale persoonstijd “at risk” (bijv. 91/persoonsjaren)
      • Relatief risico (RR): proportie van de zieken die doodgaan/proportie van de niet-zieken die doodgaan
      • Odds ratio (OR): een verhouding van 2 “odds”
        • Dood/kans op niet-dood
        • Aantal dood/aantal niet-dood
      • Persoonstijd: de tijd dat een persoon in een onderzoek zit
      • Kaplan-meier survivalcurve: geeft de overleving van een populatie weer

      Behandeling

      Enkele belangrijke begrippen zijn:

      • Hazard: risico op het event
      • Hazard ratio: hazard in “exposed”/hazard in “non-exposed”
        • HR is net als RR een verhouding van twee incidentiecijfers
      • Risicoverschil (RV): beide risico’s uitrekenen en van elkaar aftrekken
      • Number needed tot treat (NNT): 1/RV
      • Number needed to harm (NNH): negatieve versie van de NNT, soms nodig om risico’s tegen elkaar af te wegen
      Access: 
      JoHo members
      Blok AWV HC7: Hypothese toetsen

      Blok AWV HC7: Hypothese toetsen

      HC7: Hypothese toetsen

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • In dit college worden de basisbegrippen voor hypothesetoetsing uitgelegd
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Voor het tentamen is het belangrijk met de epidemiologische begrippen te kunnen rekenen
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Stappenplan statistisch toetsen

      Het stappenplan voor statistisch toetsen verloopt als volgt:

      1. Nulhypothese (h0): veronderstelling over de populatie
      2. Toetsstatistiek: het criterium waarop we de steekproef met de veronderstelde populatie vergelijken → hoezeer de steekproef afwijkt van h0
        • Het verschil tussen twee kansen (P) of metingen
      3. Verdeling van de toetsstatistiek: verdeling in typische steekproeven als h0 waar is
      4. Verwerpen van de h0: gebeurt als de toetsstatistiek tot de 5% meest extreme waarden van de verdeling behoort

      Nulhypothese

      De nulhypothese (h0) is een veronderstelling over de populatie. Het tegenovergestelde van de nulhypothese is de alternatieve hypothese (ha). Statistisch toetsen heeft als doel “weten” hoe je een resultaat moet interpreteren. Er zijn twee mogelijke uitkomsten:

      • Verwerpen van de nulhypothese → het in onwaarschijnlijk dat de nulhypothese waar is
      • Niet verwerpen van de nulhypothese → het zou kunnen dat de nulhypothese waar is

      Het is hierbij belangrijk om rekening te houden met falsificeren en de theorie van Popper.

      Toetsstatistiek

      Toetsstatistiek is dus het criterium waarop we de steekproef met de veronderstelde populatie vergelijken. Voorbeeld:

      • De h0: 49% van de populatie is vrouw
      • Resultaten uit de steekproef: 64% is vrouw
      • Toetsstatistiek: 0,15 (verschil)

      In de statistiek is een afspraak gemaakt over de 2,5% grootste en kleinste waarden: deze waarden worden “extreem” genoemd. De waarde (0,15) uit het voorbeeld wordt als extreem beschouwd. Daaruit is de conclusie dat h0 onwaarschijnlijk is → wordt verworpen. De alternatieve hypothese klopt dus.

      P-waarde

      De P-waarde is het percentage van de verdeling V dat extremer is dan de gevonden waarde van V:

      • P-waarde < 5% → h0 wordt verworpen
      • P-waarde > 5% → h0 wordt niet verworpen

      Deze 5% is willekeurig: er kunnen ook grenzen zijn met 1%, 10% of 0,1%.

      Interpretatie van de P-waarde:

      De P-waarde is een maat van verbazing over de data voor iemand die in de h0 gelooft: “de kans dat een willekeurige steekproef onder h0 minstens zo extreem is als de onze”:

      • Kleine P-waarde → grote verbazing
        • Als h0 waar is zou deze data heel uitzonderlijk zijn
        • Het is onwaarschijnlijk dat h0 waar is → wordt verworpen
      • Grote P-waarde → weinig verbazing
        • Deze data passen prima bij h0
        • H0 zou waar kunnen zijn → wordt geaccepteerd
        • Dit is echter
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Blok AWV HC8: Welke statistische toets?

      Blok AWV HC8: Welke statistische toets?

      HC8: Welke statistische toets?

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • In dit college worden de verschillende statistische toetsen besproken
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Voor het tentamen is het belangrijk met de epidemiologische begrippen te kunnen rekenen
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Overzicht

      Er zijn verschillende statistische analysemethoden:

       

      Determinant

      Uitkomst

       

      1 groep

      2 groepen

      > 2 groepen

       

       

      gepaard

      ongepaard

      ongepaard

      Parametrisch (gemiddelde)

      t-toets voor één steekproef

       

      Gepaarde t-toets

      Ongepaarde t-toets

      ANOVA F-toets

      Niet-parametrisch (mediaan)

      Tekentoets

      Wilcoxon rangtekentoets

      Mann-Whitney toets

      Kruskall-Wallis toets

      Proporties

      Binomiale toets

      McNemar’s toets

      Chi-kwadraat toets

      Chi-kwadraat toets

      Numeriek of proporties?

      • Numeriek
        • Parametrische toetsen
          • Nulhypothese in termen van gemiddelde
          • Meer vatbaar voor uitbijters
        • Niet-parametrische toetsen
          • Nulhypothese in termen van de mediaan
          • Bruikbaar als er veel uitbijters zijn
        • Voorbeeld: zijn mannen zwaarder dan vrouwen?
      • Categorische data
        • Toetsen voor proporties (zoveel procent heeft iets, zoveel procent heeft iets niet)
        • Voorbeeld: zijn er meer mannen met overgewicht dan vrouwen met overgewicht?

      Eén steekproef

      Toetsen voor één steekproef worden gebruikt als de determinant één groep is. De toetsen voor één steekproef worden vergeleken met een vooraf gegeven waarde, bijvoorbeeld:

      • H0: het percentage vrouwen is gelijk aan 49%
      • H0: het gemiddelde behandeleffect is 0

      Bij proporties wordt er gebruik gemaakt van de binomiale toets.

      Gepaarde data

      Toetsen voor gepaarde data worden gebruikt bij 2 gepaarde groepen. Er is 2x gemeten en iedere meting in de 2esteekproef hoort bij precies 1 meting uit de 1e, bijvoorbeeld:

      • Een voor- en een nameting van een patiënt
      • Per proefpersoon is één oog behandeld met medicijn en het andere met placebo
      • Iedere patiënt heeft zijn partner meegenomen als controle

      Bij gepaarde data zijn de twee steekproeven altijd even groot.

      Ongepaarde data

      Toetsen voor ongepaarde data worden gebruik bij 2 ongepaarde groepen → er is 2x gemeten, maar in verschillende groepen, bijvoorbeeld:

      • Eén groep patiënten krijgt medicijnen, een andere groep krijgt placebo
      • Mannen versus vrouwen
      • Cases versus controles

      De twee steekproeven kunnen even groot zijn, maar kunnen ook in

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Blok AWV HC9: Bias & confounding

      Blok AWV HC9: Bias & confounding

      HC9: Bias & confounding

      Algemene informatie

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
        • In dit college wordt besproken wat er tijdens (het opstellen van) een experiment mis kan gaan
      • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
        • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
      • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
        • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
      • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
        • Voor het tentamen is het belangrijk met de epidemiologische begrippen te kunnen rekenen
      • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
        • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

      Meten

      Bij meten kan je te maken krijgen met:

      • Biologische variatie
        • Tussen personen
        • Binnen personen (24-uurs variatie)
      • Meetfout
        • Systematisch
          • Onderzoeker
          • Meter
        • Random

      De precisie bepaalt de reproduceerbaarheid → er zijn weinig random fouten. De validiteit zegt iets over het meten van de juiste informatie → er zijn weinig systematische fouten.

      Random fouten:

      De ernst van random fouten wordt bepaald door de grootte van de steekproef:

      • Heeft grote gevolgen voor een individu
      • Heeft kleine gevolgen voor een groep → middelt uit
        • Het gemiddelde is goed
        • De standaarddeviatie is te groot

      Bij random fouten zijn de s.e. en de BI te groot. Er zijn meer mensen nodig voor dezelfde power. Om om te gaan met random fouten kan je een aantal dingen doen:

      • Standaardiseren (instructie, procedures)
      • Herhaald meten bij dezelfde persoon
      • Meer vragen stellen (synoniemen)
        • Bijv. een tentamen, IQ-test, vragenlijst
      • Meer mensen in het onderzoek opnemen

      Systematische fouten:

      Bij een systematische fout wordt ergens structureel naast gezeten. Of een systematische fout erg is, is afhankelijk van het doel van de meting:

      • Classificeren/onderscheiden (diagnose/prognose)
      • Evalueren van de verandering

      Precisie en validiteit:

      Bij het meten wordt er een onderscheid gemaakt tussen:

      • Precisie: reproduceerbaarheid àweinig random fouten
      • Validiteit: meten wat je wilt meten àweinig systematische fouten

      Bias

      Een bias is een systematische fout → kleine validiteit. Een bias heeft een aantal eigenschappen:

      • Fundamentele onvergelijkbaarheid
      • Kan in alle onderzoeksopzetten voorkomen
      • Het is belangrijk te bekijken waar de bias zit
      • Kan opgelost worden door preventie
      • De richting van het effect kan soms ingeschat worden

      Er zijn twee hoofdvormen van een bias:

      • Selectiebias
        • Probleem t.g.v. selectie van onvergelijkbare groepen (bijv. een verkeerde controlegroep bij een case-control study)
      • Informatiebias
        • Probleem t.g.v. onvergelijkbare informatieverzameling (bijv. het liegen over bepaalde informatie over de controle en indexgroep)
        • De meeste vormen van informatiebias leiden tot misclassificatie van een determinant of de uitkomst
          • Non-differentiële misclassificatie → verdunning van het effect
          • Differentiële misclassificatie → effect kan alle kanten op

      Confounding

      Met confounding wordt bedoeld dat er een probleem ontstaat t.g.v. vertekening door een andere risicofactor. “To confound” betekend “to mix something

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Blok AWV: Tentamen

      Blok AWV: Tentamen

      Tentamen Blok AWV jaar 1

      De lichaamstemperatuur is bij volwassen mensen normaal verdeeld met een gemiddelde van 36.8 °C en een standaarddeviatie van 0.35 °C. Zuigelingen kunnen hun lichaamstemperatuur minder goed reguleren, en hebben dan ook een grotere standaarddeviatie rondom hetzelfde gemiddelde van 36.8 °C. Ook bij zuigelingen is de lichaamstemperatuur normaal verdeeld. 

      1. Wat kan er op basis van deze gegevens gezegd worden over de kans dat de lichaamstemperatuur lager is dan 36.5 °C? 
      1. Deze kans is voor een zuigeling en een volwassene gelijk 
      2. Deze kans is bij een zuigeling meer variabel dan bij een volwassene 
      3. Deze kans is bij een zuigeling groter dan bij een volwassene 
      4. Deze kans is bij een zuigeling kleiner dan bij een volwassene 

      Bij een zwangerschap is de kans op een eeneiige tweeling ongeveer 1 op 250. Twee niet- verwante vriendinnen zijn tegelijk zwanger. 

      1. Wat is de kans dat één van hen een eeneiige tweeling krijgt en de ander niet? 
        1. 0.50 
        2. 0.50 * 0.004 * 0.996 
        3. 0.004 * 0. 996 
        4. 2 * 0.004 * 0.996 

      Een EPO-dopingtest is positief als de hematocrietwaarde in het bloed groter of gelijk aan 0.50 is. De internationale wielerunie wil bekijken hoe betrouwbaar hun methode van dopingcontrole nu is. Daarvoor heeft men in een experiment een aantal atleten EPO toegediend en deze atleten vergeleken met een aantal atleten die geen EPO gebruikt hadden. Men vond de volgende getallen: 

      1. Wat zijn de sensitiviteit en specificiteit van de dopingtest? 
        1. sensitiviteit = 0.34, specificiteit =0.94 
        2. sensitiviteit = 0.94, specificiteit =0.34 
        3. sensitiviteit = 0.50, specificiteit =0.97 
        4. sensitiviteit = 0.50, specificiteit =0.03 
       

      Hematocrietwaarde

       
       

      < 0,5

      ≥ 0,5

      Total

      EPO gebruik

      50

      50

      100

      Geen EPO gebruik

      97

      3

      100

      1. Stel dat de sensitiviteit van een andere dopingtest 0.95 is en de specificiteit 0.90. Men gaat met deze test naar het wielerpeloton. Neem aan dat ongeveer 40% van de renners EPO gebruikt. Wat is de kans dat een renner die positief getest wordt werkelijk EPO gebruikt? 
        1. 0.904 
        2. 0.864 
        3. 0.500 
        4. 0.380 
      2. Nu bleek later dat het EPO-gebruik in de wielerwereld onderschat werd, en dat de prevalentie van het EPO-gebruik in het peloton plaats van 40% zo goed als 100% was. Wat betekent dit voor de test? 
        1. De sensitiviteit gaat naar 100% 
        2. De specificiteit gaat naar 100% 
        3. De positief voorspellende waarde gaat
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Work for WorldSupporter

      Image

      JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

      Working for JoHo as a student in Leyden

      Parttime werken voor JoHo

      Check more of this topic?
      How to use more summaries?


      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
      2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
      3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
      4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
      5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

      Field of study

      Access level of this page
      • Public
      • WorldSupporters only
      • JoHo members
      • Private
      Statistics
      1750
      Comments, Compliments & Kudos:

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.