Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 7194 keer gelezen
In casu gaat het om een klacht van Duitsland tegen Italië wegens schending van internationaalrechtelijke verplichtingen op basis van het Europees Verdrag inzake de vreedzame regeling van geschillen.
Tijdens de 2e Wereldoorlog werd veel Italiaans grondgebied bezet door Duitse strijdkrachten. Ook zijn toen Italiaanse eigendommen in bezit genomen en werden veel burgers en militairen gedood of gedeporteerd. Na de oorlog zijn verdragen gesloten waarin afgesproken werd dat Duitsland compensatie aan Italië zou betalen. Dit zou dan gelden als schadeloosstelling en eventuele nieuwe procedures in Italië over dit onderwerp zouden dan verder niet-ontvankelijk worden verklaard.
De Italiaanse onderdaan Luigi Ferrini had tijdens de oorlog dwangarbeid verricht, en stelde ondanks de compensatieafspraken toch een procedure tegen Duitsland in, omdat hij compensatie claimde voor de lichamelijke en geestelijke schade die hij had opgelopen. Zijn verzoek werd tweemaal niet-ontvankelijk verklaard. Tijdens de cassatieprocedure werd Ferrini in het gelijk gesteld, waarna Duitsland naar het Internationaal Gerechtshof stapte.
Duitsland verzocht onder andere dat er verklaard zou worden dat Italië door het toestaan van zo’n burgerlijke vordering haar verplichtingen onder internationaal recht had geschonden door de immuniteit van Duitsland niet te respecteren.
Het ICJ verwerpt het Italiaanse argument dat de immuniteit van een staat niet opgaat voor oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid begaan door het leger van een land op het grondgebied van een ander land: “The Court concludes that, under customary international law as it presently stands, a State is not deprived of immunity by reason of the fact that it is accused of serious violations of international human rights law or the international law of armed conflict".
Ook oordeelde het ICJ dat in de statenpraktijk waaruit het internationaal gewoonterecht wordt afgeleid, geen grond te vinden is voor het oordeel dat naar internationaal recht aan een staat alleen immuniteit toekomt wanneer is voorzien in een effectieve alternatieve wijze van geschilbeslechting.
Staatsimmuniteit is diepgeworteld in het gewoonterecht, maar er moet wel worden gekeken naar alle aspecten van de zaak zoals om wat voor soort immuniteit het gaat, wat de aard van de betrokken regels is, of er bepaalde verdragen van kracht zijn. De eisen van statenpraktijk en rechtsovertuiging zorgen er voor dat elke zaak over staatsimmuniteit een andere uitkomst kan hebben.
Moesten de Italiaanse rechters in de zaken waarin van Duitsland vergoeding werd geclaimd van schade als gevolg van schendingen van het internationale humanitaire recht door Duitse troepen in de 2e Wereldoorlog, de immuniteit van Duitsland respecteren? Het IGH geeft na de afweging van alle argumenten aan dat dit in casu wel het geval is.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution