Wat houdt de wetenschap 'psychologie' in? - Chapter 1 - Exclusive
Wat houdt de wetenschap 'psychologie' in? - Chapter 1
...........Read more- 945 keer gelezen
Wat houdt de wetenschap 'psychologie' in? - Chapter 1
...........Read moreWelke wetenschappelijke methoden worden gebruikt bij onderzoek binnen de psychologie? - Chapter 2
...........Read moreHoe beïnvloedt biologie ons gedrag? - Chapter 3
...........Read moreWat is het bewustzijn? - Chapter 4
...........Read moreWat zijn de processen van sensatie en perceptie? - Chapter 5
...........Read moreHoe leren mensen? - Chapter 6
...........Read moreWat is het geheugen en hoe werkt het? - Chapter 7
...........Read moreWat is er bekend over denken, taal en intelligentie? - Chapter 8
...........Read moreHoe verloopt de menselijke ontwikkeling? - Chapter 9
...........Read moreHoe werken motivatie en emotie? - Chapter 10
...........Read moreWelke invloeden zijn er op de gezondheid? - Chapter 11
...........Read moreWaar houdt de sociale psychologie zich mee bezig? - Chapter 12
...........Read moreHoe benadert de psychologie persoonlijkheid? - Chapter 13
...........Read moreWat zijn psychologische stoornissen? - Chapter 14
...........Read moreWelke behandelingen gebruiken psychologen? - Chapter 15
...........Read moreBegrippenlijst per hoofdstuk bij de 7e druk van Psychological Science van Gazzaniga - Chapter
...........Read moreStudiegids met samenvattingen en studiehulp voor:
- Boektitel: Cognitive Neuroscience
- Subtitel: The Biology of the Mind
- Auteurs: Gazzaniga, Ivry and Mangun
- Druk: 4e druk en 3e druk
Implicit Attitudes Test (IAT): Test die automatische meningen meet.
Wetenschap van de Psychologie: Onderzoek naar de geest, de hersenen en gedrag.
Geest: Mentale activiteit zoals gedachten, gevoelens en waarnemingen.
Gedrag: De handelingen die organismen uitvoeren.
Wetenschappelijke methode: Methode die uitgaat van het gebruik van objectieve, systematische procedures die leiden tot een accuraat begrip van wat er bestudeerd wordt.
Kritisch denken: Een systematische manier van informatie evalueren om tot logische conclusies te komen.
Biases: vertekeningen in de manier waarop iemand redeneert.
Nature-nurture debat: Debat over de vraag of psychologische eigenschappen biologisch bepaald zijn of worden gevormd door de omgeving.
Cultuur: De opvattingen, waarden, regels en gebruiken die binnen een bepaalde groep bestaan die een taal en een omgeving delen.
Lichaam-geest probleem: De vraag of de geest en het lichaam apart van elkaar bestaan of dat de geest een subjectieve ervaring is van de hersenen
Evolutietheorie: Theorie die de hersenen ziet als een orgaan dat miljoenen jarenlang geëvolueerd is om de mens te laten overleven en te laten reproduceren.
Adaptaties: De nuttige aanpassingen voor overlevingsproblemen die worden doorgegeven.
Natuurlijke selectie: Het proces waardoor de adaptaties worden doorgegeven.
Introspectie: Een onderzoeking van subjectieve ervaringen waarbij (daarvoor getrainde) mensen hun gedachten moeten beschrijven.
Structuralisme: Denkwijze die gebaseerd is op het idee dat bewuste ervaring opgedeeld kan worden in onderliggende elementen.
Functionalisme: Denkwijze die gebaseerd is op het idee dat het belangrijk is om te weten op welke manier de geest nuttig (functioneel) is voor mensen.
Gestaltetheorie: Het geheel is meer dan de som der delen.
Fenomenologische methode: Ongestructureerde rapportering van subjectieve onbewuste ervaringen.
Psychoanalyse: Therapie waarbij wordt geprobeerd het onbewuste bewust te maken, zodat de psychologische conflicten opgelost
"Gedrag is de enige objectieve meting van de psyche"
Deze stelling is:
Hoe wordt de kwestie genoemd die gaat over de vraag of eigenschappen genetisch of door de omgeving bepaald zijn?
Hoe wordt de vraag of de geest en het lichaam naast elkaar bestaan, of dat de geest een ervaring is van de hersenen, genoemd?
Geef aan welke van deze stellingen juist of onjuist is/zijn.
I. Da Vinci dacht dat alle zintuiglijke informatie in één deel van de hersenen aankwam.
II. Descartes dacht dat het lichaam en de geest elkaar beïnvloedden.
Welk antwoord is onjuist?
Het geloof dat gedrag wordt veroorzaakt door het onbewuste, mentale processen waarvan we ons niet bewust zijn, heet:
Geef aan welke van deze stellingen juist of onjuist is/zijn.
I. Volgens Darwin veranderen soorten door gerichte, specifieke genmutaties.
II. Het idee dat soorten met gunstige erfelijke eigenschappen een voordeel hebben ten opzichte van soorten die deze eigenschappen niet
De cognitieve neurowetenschap kreeg zijn naam eind zeventiger jaren. Cognitie betekent het proces van begrijpen en de neurowetenschap bestudeert de organisatie en functie van het zenuwstelstel. De grote beperking die vroeger aanwezig was, was dat men geen methoden had om de psyche systematisch en op een experimentele wijze te onderzoeken. Willis was de eerste die specifieke schade aan het brein kon relateren aan storingen in gedrag. Hij stelde een theorie op die beschreef hoe informatie door het brein getransporteerd werd (neuronale conductie). Zodoende staat Willis aan het begin van de cognitieve neurowetenschap.
De moderne wetenschap houdt zich in essentie bezig met de vraag of het brein als een geheel werkt of in onafhankelijke delen. In de negentiende eeuw ontwikkelden met name de heren Gall en Spurzheim de frenologie, op basis van de stelling van Willis dat geïsoleerde hersenschade het gedrag kon aantasten. Aanhangers van de frenologie stellen dat ieder deel van het brein betrokken is bij een specifieke functie, zoals taal en persoonlijkheidskenmerken. Er werden in totaal 35 specifieke functies onderscheiden. Het fundamentele idee van de frenologie is dat wanneer een functie vaker wordt gebruikt het bijbehorende deel van het brein zal groeien waardoor er een bult ontstaat. Door uitwendig onderzoek naar deze bulten kon de persoonlijkheid worden bepaald. Gall noemde dit anatomische personologie. Hij testte zijn ideeën niet, maar zijn idee van specifieke functies en specifieke hersendelen sluit aan bij het idee van Willis.
Flourens deed onderzoek naar het werk van Gall. Op grond van dieronderzoek meende hij dat
.....read moreDeze samenvatting is geschreven in studiejaar 2013-2014.
Het menselijk brein, zoals we het nu kennen, bestaat ongeveer 100 duizend jaar. Men is pas na gaan denken over het brein toen de noodzaak dagelijks bezig te zijn met overleven, minder werd. De enorme uitbreiding van de corticale hersengebieden in onze evolutionaire ontwikkeling is hetgeen wat ons onderscheid van andere dieren. Het is deze uitbreiding geweest die het mogelijk heeft gemaakt dat de mens niet alleen over taal kan beschikken maar ook over o.a. kunst, cultuur en uiteraard wetenschap.
Het brein
De moderne wetenschap houdt zich in essentie bezig met de vraag of het brein als een geheel werkt of in delen. In de negentiende eeuw ontwikkelde met name de heren Gall en Spurzheim de frenologie, volgens welke ieder deel van het brein betrokken is bij een specifieke functie, zoals taal, maar ook persoonlijkheidskenmerken. Wanneer een functie vaker wordt gebruikt, zal het bijbehorende deel van het brein groeien waardoor er een bult ontstaat. Door uitwendig onderzoek naar deze bulten kon de persoonlijkheid worden bepaald, waaronder bijvoorbeeld een criminele persoonlijkheid. Gall noemde dit anatomische personologie.
Flourens bestreed het lokalisatie standpunt. Op grond van dieronderzoek meende hij dat het gehele brein een rol speelt bij gedrag. Hij maakte beschadigingen in het brein van dieren. Hij merkte op dat de locatie van de beschadiging niet gepaard ging met specifiek functieverlies maar dat het dier volledig herstelde. Hieruit maakte hij op dat het brein juist als een geheel functioneerde. Hij noemde dit idee ook wel de agregate field theory.
Hughlings Jackson observeerde patiënten met hersenbeschadiging en kwam tot een topografische organisatie van het brein; iedere lichamelijke functie in het lichaam hield verband met activiteit in een bepaald deel van de hersenen. Zo ontdekte hij dat laesies aan de rechterzijde van het brein meer effect hadden op visuo-spatiële processen dan laesies aan de linkerzijde. Ook bleek dat het totale verlies van een functie na hersenbeschadiging zeldzaam was.
Na een beroerte kon een patiënt van Broca niet meer spreken, maar nog wel taal begrijpen. De hersenbeschadiging werd gelokaliseerd.....read more
Het doel van de hedendaagse psychologie is het begrijpen van de mentale activiteit en het gedrag van mensen. Een psycholoog probeert deze mentale activiteiten en het gedrag van mensen te begrijpen en te voorspellen. Hij kijkt hoe mensen gevormd worden door individuele, sociale en biologische factoren. Mensen zijn ook intuïtieve psychologen die het gedrag van anderen proberen te begrijpen en voorspellen op basis van Intuïtie. Conclusies gebaseerd op Intuïtie zijn echter vaak onjuist. . De wetenschap van de psychologie is het doen van onderzoek naar de geest (mind), de hersenen en gedrag. Geest staat voor mentale activiteit, zoals gedachten, gevoelens en waarnemingen. Bijvoorbeeld als je verse koekjes ruikt, doet je dat aan vroeger denken en daar voel je je prettig bij. Mentale activiteit is het resultaat van biologische (chemische) processen in de hersenen. De relatie tussen de geest en de hersenen is al millennia lang onderwerp van debat. Gedrag beschrijft observeerbare handelingen die mensen en organismen uitvoeren, waarbij sommige handelingen enkel bij mensen voor komen en andere bij alle zoogdieren. Lange tijd werd het gedrag gezien als de enige objectieve meting van de psyche. De psychologie heeft als doel mentale activiteit en de bijbehorende biologische basis te begrijpen, hoe mensen veranderen als ze ouder worden, hoe mensen verschillend reageren op sociale situaties en hoe mensen gezond en ongezond gedrag aanleren.
Eén van de doelen van dit tekstboek is om meer kritisch te leren nadenken. Een kritische houding is vereist tegenover alle soorten informatie, ook informatie die misschien vanzelfsprekend lijkt. Wetenschappers leren sceptisch te zijn. Kritisch denken houdt in dat
.....read more
Mensen zijn over het algemeen het meest geïnteresseerd in hun eigen mentale activiteit. Psychologen zijn geïnteresseerd in hoe mensen waarnemen, denken en handelen in verschillende situaties. De gedachten en waarnemingen van mensen zijn vaak niet op het eerste gezicht te zien en moeten door middel van een omweg gemeten worden. Vooroordelen zijn hiervan een voorbeeld. Ze beïnvloeden de verwachtingen die mensen hebben van anderen, en die verwachtingen kunnen leiden tot racistisch gedrag. Echter, veel mensen zullen niet snel toegeven racistische ideeën te hebben of het zelf niet eens doorhebben. Hoe worden deze ideeën dan gemeten? Er zijn bijvoorbeeld methoden om de hersenen te bekijken terwijl ze in werking zijn (brain imaging). Uit onderzoek dat hiervan gebruik maakt, blijkt dat het zien van onbekende zwarte gezichten de amygdala activeert bij blanken die al vooroordelen hebben over zwarten. De amygdala is een hersenonderdeel dat geactiveerd wordt wanneer men denkt dat er sprake is van dreiging. De al aanwezige vooroordelen worden gemeten met de Implicit Attitudes Test (IAT), een test die automatische meningen meet. Onderzoekers hebben niet alleen manieren gevonden om vooroordelen te meten, ze hebben ook ontdekt dat het mogelijk is om vooroordelen te verminderen.
Het doel van de hedendaagse psychologie is het begrijpen van hoe mensen gevormd worden door individuele, sociale en biologische factoren. De psychologie verklaart bepaalde alledaagse gedragingen. Het is ook een belangrijke vraag hoe de omgeving de hersenen beïnvloedt en vice versa. De wetenschap van de psychologie is het onderzoek naar de geest (mind), de hersenen en gedrag. Geest staat voor mentale activiteit, zoals gedachten, gevoelens en waarnemingen. Bijvoorbeeld als je verse koekjes ruikt dot je dat aan vroeger denken en daar voel je je prettig bij. Mentale activiteit is het resultaat van biologische (chemische) processen in de hersenen. De relatie tussen de geest en de hersenen is al millennia lang onderwerp van debat. Gedrag beschrijft observaties van handelingen die mensen en organismen uitvoeren, waarbij sommige handelingen enkel bij mensen voor kunnen komen of bij alle zoogdieren. Lange tijd werd het gedrag gezien als de enige objectieve meting van de psyche. Nu weten wij echter dat psychologie als doel heeft om mentale activiteit en sociale interactie te begrijpen om op deze manier te ontdekken hoe mensen tot bepaalde gedragingen komen. Vaak lijkt gedrag vanzelfsprekend en voorspelbaar, maar hierbij worden de onbewuste invloeden zwaar onderschat. Zelfs sterke gedachten aan een bepaald onderwerp, kunnen onbewust invloed hebben.....read more
Mensen zijn over het algemeen het meest geïnteresseerd in hun eigen mentale activiteit. Psychologen zijn geïnteresseerd in hoe mensen waarnemen, denken en handelen in verschillende situaties. De gedachten en waarnemingen van mensen zijn vaak niet op het eerste gezicht te zien en moeten door middel van een omweg gemeten worden. Vooroordelen zijn hiervan een voorbeeld. Ze beïnvloeden de verwachtingen die mensen hebben van anderen, en die verwachtingen kunnen leiden tot racistisch gedrag. Echter, veel mensen zullen niet snel toegeven racistische ideeën te hebben of het zelf niet eens doorhebben. Hoe worden deze ideeën dan gemeten? Er zijn bijvoorbeeld methoden om de hersenen te bekijken terwijl ze in werking zijn (brain imaging). Uit onderzoek dat hiervan gebruik maakt, blijkt dat het zien van onbekende zwarte gezichten de amygdala activeert bij blanken die al vooroordelen hebben over zwarten. De amygdala is een hersenonderdeel dat geactiveerd wordt wanneer men denkt dat er sprake is van dreiging. De al aanwezige vooroordelen worden gemeten met de Implicit Attitudes Test (IAT), een test die automatische meningen meet. Onderzoekers hebben niet alleen manieren gevonden om vooroordelen te meten, ze hebben ook ontdekt dat het mogelijk is om vooroordelen te verminderen.
Het doel van de hedendaagse psychologie is het begrijpen van hoe mensen gevormd worden door individuele, sociale en biologische factoren. De psychologie verklaart bepaalde alledaagse gedragingen. Het is ook een belangrijke vraag hoe de omgeving de hersenen beïnvloedt en vice versa. De wetenschap van de psychologie is het onderzoek naar de geest (mind), de hersenen en gedrag. Geest staat voor mentale activiteit, zoals gedachten, gevoelens en waarnemingen. Bijvoorbeeld als je verse koekjes ruikt dot je dat aan vroeger denken en daar voel je je prettig bij. Mentale activiteit is het resultaat van biologische (chemische) processen in de hersenen. De relatie tussen de geest en de hersenen is al millennia lang onderwerp van debat. Gedrag beschrijft observaties van handelingen die mensen en organismen uitvoeren, waarbij sommige handelingen enkel bij mensen voor kunnen komen of bij alle zoogdieren. Lange tijd werd het gedrag gezien als de enige objectieve meting van de psyche. Nu weten wij echter dat psychologie als doel heeft om mentale activiteit en sociale interactie te begrijpen om op deze manier te ontdekken hoe mensen tot bepaalde gedragingen komen. Vaak lijkt gedrag vanzelfsprekend en voorspelbaar, maar hierbij worden de onbewuste invloeden zwaar onderschat. Zelfs sterke gedachten aan een bepaald onderwerp, kunnen onbewust invloed hebben.....read more
Het menselijk brein, zoals we deze nu kennen, bestaat ongeveer 100.000 jaar. Men is pas na gaan denken over het brein toen de noodzaak dagelijks bezig te zijn met overleven, minder werd. De enorme uitbreiding van de corticale hersengebieden in onze evolutionaire ontwikkeling is hetgeen wat ons onderscheid van andere dieren. Het is deze uitbreiding geweest die het mogelijk heeft gemaakt dat de mens niet alleen over taal kan beschikken maar ook over o.a. kunst, cultuur en uiteraard wetenschap. De cognitieve neurowetenschap kreeg zijn naam eind zeventiger jaren. Cognitie betekent het proces van begrijpen en de neurowetenschap bestudeerd het zenuwstelstel. Grote beperking die er vroeger was, was dat men geen methoden had om de psyche systematisch en op experimentele wijze te onderzoeken. Willis was de eerste die specifieke schade aan het brein kon relateren aan storingen in gedrag. Hij stelde een theorie op die beschreef hoe informatie door het brein getransporteerd werd (neuronale conductie). Zodoende staat Willis aan het begin van de cognitieve neurowetenschap.
Het brein
De moderne wetenschap houdt zich in essentie bezig met de vraag of het brein als een geheel werkt of in delen. In de negentiende eeuw ontwikkelde met name de heren Gall en Spurzheim de frenologie. Aanhangers van de frenologie stellen dat ieder deel van het brein betrokken is bij een specifieke functie, zoals taal, maar ook persoonlijkheidskenmerken. Er werden in totaal 35 specifieke functies onderscheiden. Wanneer een functie vaker wordt gebruikt, zal het bijbehorende deel van het brein groeien waardoor er een bult ontstaat. Door uitwendig onderzoek naar deze bulten kon de persoonlijkheid worden bepaald, waaronder bijvoorbeeld een criminele persoonlijkheid. Gall noemde dit anatomische personologie, hij testte zijn ideeën niet, maar zijn idee van specifieke functies en specifieke hersendelen sluit aan bij het idee van Willis.
Flourens bestreed het lokalisatie standpunt. Op grond van dieronderzoek meende hij dat het gehele brein een rol speelt bij gedrag. Hij maakte beschadigingen in het brein van dieren en merkte op dat de locatie van de beschadiging niet gepaard ging met specifiek functieverlies, maar dat het dier volledig herstelde. Hieruit maakte hij op dat het brein juist als een geheel functioneerde. Hij noemde dit idee ook wel de agregate field theory.
Hughlings Jackson observeerde patiënten met hersenbeschadiging en kwam tot een topografische organisatie van het brein; iedere lichamelijke functie
.....read moreImplicit Attitudes Test (IAT): Test die automatische meningen meet.
Wetenschap van de Psychologie: Onderzoek naar de geest, de hersenen en gedrag.
Geest: Mentale activiteit zoals gedachten, gevoelens en waarnemingen.
Gedrag: De handelingen die organismen uitvoeren.
Wetenschappelijke methode: Methode die uitgaat van het gebruik van objectieve, systematische procedures die leiden tot een accuraat begrip van wat er bestudeerd wordt.
Kritisch denken: Een systematische manier van informatie evalueren om tot logische conclusies te komen.
Biases: vertekeningen in de manier waarop iemand redeneert.
Nature-nurture debat: Debat over de vraag of psychologische eigenschappen biologisch bepaald zijn of worden gevormd door de omgeving.
Cultuur: De opvattingen, waarden, regels en gebruiken die binnen een bepaalde groep bestaan die een taal en een omgeving delen.
Lichaam-geest probleem: De vraag of de geest en het lichaam apart van elkaar bestaan of dat de geest een subjectieve ervaring is van de hersenen
Evolutietheorie: Theorie die de hersenen ziet als een orgaan dat miljoenen jarenlang geëvolueerd is om de mens te laten overleven en te laten reproduceren.
Adaptaties: De nuttige aanpassingen voor overlevingsproblemen die worden doorgegeven.
Natuurlijke selectie: Het proces waardoor de adaptaties worden doorgegeven.
Introspectie: Een onderzoeking van subjectieve ervaringen waarbij (daarvoor getrainde) mensen hun gedachten moeten beschrijven.
Structuralisme: Denkwijze die gebaseerd is op het idee dat bewuste ervaring opgedeeld kan worden in onderliggende elementen.
Functionalisme: Denkwijze die gebaseerd is op het idee dat het belangrijk is om te weten op welke manier de geest nuttig (functioneel) is voor mensen.
Gestaltetheorie: Het geheel is meer dan de som der delen.
Fenomenologische methode: Ongestructureerde rapportering van subjectieve onbewuste ervaringen.
Psychoanalyse: Therapie waarbij wordt geprobeerd het onbewuste bewust te maken, zodat de psychologische
Psychologie omvat de studie naar mentale activiteit en gedrag. De term psycholoog wordt gebruikt om iemand te omschrijven wiens carrière het begrijpen van het mentale leven of het voorspellen van gedrag omvat.
Psychologische wetenschap is de studie, door het doen van onderzoek, naar de geest, hersenen en gedrag. De geest verwijst naar mentale activiteit. Dit omvat perceptuele ervaringen zoals smaak en aanrakingen, die we hebben wanneer we met de wereld interacteren. De geest is ook verantwoordelijk voor herinneringen, gedachten en gevoelens. Mentale activiteit is het resultaat van biologische processen in de hersenen. Gedrag omschrijft het geheel aan observeerbare menselijke of dierlijke acties.
Een van de belangrijkste kenmerken van een goede wetenschapper is 'amiable skepticism'. Deze eigenschap combineert openheid en behoedzaamheid. De vaardigheid om op deze manier te denken wordt 'kritisch denken' genoemd. Een kritische denker zijn betekent zoeken naar gaten in bewijs, het gebruik van logica en redeneren en alternatieve verklaringen overwegen.
Het denken op niet kritische wijze kan leiden tot foutieve conclusies. Deze fouten en biases ontstaan niet door een gebrek aan intelligentie of motivatie, maar meestal juist omdat we gemotiveerd zijn om onze intelligentie te gebruiken. Foutieve overtuigingen kunnen leiden tot gevaarlijke acties. Kennis van biases in het denken kan je ook helpen het beter te doen op school. Een aantal belangrijke biases zijn:
Het negeren van bewijs (confirmation bias): mensen hebben een sterke neiging om groot belang te hechten aan bewijs dat hun overtuigingen ondersteunt. Ze hechten minder waarde aan bewijs dat niet overeenkomt met hun overtuigingen.
Het zien van relaties die er niet zijn: dit is de misperceptie dat twee gebeurtenissen die tegelijk plaatsvinden op de een of andere manier gerelateerd moeten zijn. Dit komt voort uit ons verlangen om voorspelbaarheid te vinden in de wereld.
Acceptatie van verklaringen na het
Oefenvragen opgedeeld per hoofdstuk bij het studieboek Psychological Science - Gazzaniga - 6e druk.
"Gedrag is de enige objectieve meting van de psyche"
Deze stelling is:
Hoe wordt de kwestie genoemd die gaat over de vraag of eigenschappen genetisch of door de omgeving bepaald zijn?
Hoe wordt de vraag of de geest en het lichaam naast elkaar bestaan, of dat de geest een ervaring is van de hersenen, genoemd?
Geef aan welke van deze stellingen juist of onjuist is/zijn.
I. Da Vinci dacht dat alle zintuiglijke informatie in één deel van de hersenen aankwam.
II. Descartes dacht dat het lichaam en de geest elkaar beïnvloedden.
Welk antwoord is onjuist?
Het geloof dat gedrag wordt veroorzaakt door het onbewuste, mentale processen waarvan we ons niet bewust zijn, heet:
Geef aan welke van deze stellingen juist of onjuist is/zijn.
I. Volgens Darwin veranderen soorten door gerichte, specifieke genmutaties.
II. Het idee dat soorten met gunstige erfelijke eigenschappen een voordeel hebben ten opzichte van soorten die deze eigenschappen niet
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution