Rechtseconomie - RUG - Oefenmaterialen
- 2145 keer gelezen
Waarom vinden rechtseconomen dat schade voortkomend uit onrechtmatige daad moet worden vergoed? Leg uw redenering uit. Gebruik in uw antwoord een rechtseconomisch kernbegrip en geef daar ook een definitie van. (2 pnt)
Door middel van innovatieconcurrentie proberen bedrijven een voorsprong op elkaar te krijgen door een nieuw product of een nieuwe productiemethode te ontwikkelen en deze in een octrooi vast te leggen. Wat is het welvaartseconomische ‘dilemma’ van innovatieconcurrentie? (2 pnt)
Een octrooi is niet eeuwigdurend maar tijdelijk: het octrooi van Samsung liep 10 september 2007 af. De rechthebbende, in dit geval Samsung, betaalt volgens de Rijksoctrooiwet bovendien een ‘jaartaks’ voor de instandhouding van het octrooi.
(3 pnt)
Sinds het aflopen van het octrooi van Samsung kan de markt voor mobiele cameratelefoons als heterogeen oligopolie worden gekenschetst waarop ook een aanbieder als Huawai zich begeeft. Zijn oligopolisten hoeveelheidsaanpassers of prijszetters? (2 pnt)
Waarom kiezen de oligopolistische aanbieders van cameratelefoons liever voor andere strategieën dan prijsconcurrentie? Noem vervolgens twee van dergelijke alternatieve strategieën en leg kort uit wat ze inhouden. (2 pnt)
Oligopolistische aanbieders van cameratelefoons kunnen een potentiële toetreder op die markt weren door net onder de limietprijs te gaan zitten. Wat betekent limietprijs en op welk niveau moet die prijs gezet worden? (2 pnt)
In een WODC-rapport uit 2004 hanteren Barendrecht, Van Zeeland, Kamminga en Tzankova een transactiekostenperspectief op risicoaansprakelijkheid en schuldaansprakelijkheid voor schade uit onrechtmatige daad. (totaal 10 punten)
Noem eerst drie soorten transactiekosten en beredeneer vervolgens welk van deze twee aansprakelijkheidsregels de voorkeur heeft vanuit een transactiekostenperspectief. (4 pnt)
In 2006 heeft de Commissie-Hammerstein de Wna geëvalueerd. De Commissie schrijft: ‘In de onroerendgoedpraktijk zijn de tarieven gedaald, zij het (…) minder dan werd verwacht’. In 2005 concludeert het Centraal Planbureau in een ander onderzoeksrapport over de Wna: ‘De resultaten laten zien dat er nog lang geen sprake is van volledige mededinging’. Noem drie kenmerken van volledige mededinging (volkomen concurrentie) en kies vervolgens twee kenmerken die mogelijk verklaren waarom de tarieven van hypothecaire akten minder zijn gedaald dan verwacht.
Leg uw redenering daarbij uit. (5 pnt)
In een interview uit 2005 zegt notaris Ed Engelen: ‘Vrije tarieven zijn een gruwel’. Is het terugdraaien van deze marktwerking Pareto-efficiënt? (2 pnt)
De econoom (en Nobelprijswinnaar) Coase en de rechters Calabresi en Melamed hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de rechtseconomische studie van respectievelijk het eigendomsrecht en het aansprakelijkheidsrecht. (totaal 15 punten)
Hoe luidt het Coase Theorema? (3 pnt)
Waarom hebben Calabresi en Melamed een voorkeur voor een property rule bescherming van property rights boven een liability rule bescherming ervan? En in welk soort situaties is een liability rule bescherming van dergelijke rechten volgens hen toch noodzakelijk? (3 pnt)
Waarom maken rechtseconomen een onderscheid tussen de ex post en de ex ante implicaties van aansprakelijkheidsregimes? (2pnt)
Kan er ook onderscheid gemaakt worden tussen een ex post en een ex ante perspectief op property rights, zoals eigendom van een huis? (2 pnt)
Een sociale welvaartsfunctie creëert een collectieve voorkeursordening op basis van individuele voorkeuren. Het ‘onmogelijkheidstheorema’ van Arrow, ook wel de Arrow Paradox genoemd, laat zien dat het maken van zo’n collectieve voorkeursordening op problemen kan stuiten. (totaal 10 punten)
Aan welke twee minimale (logische) voorwaarden ten aanzien van voorkeuren en aan welke (normatieve) kernvoorwaarde moet een sociale welvaartsfunctie volgens Arrow voldoen? Leg deze voorwaarden kort uit. (4 pnt)
Hoe luidt de Arrow Paradox? (3 pnt)
Politieke partijen concurreren met elkaar in het articuleren van wensen en eisen van burgers voor wet- en regelgeving. Tot ongenoegen van diverse economen staan individuele politici daarbij steeds vaker in de schijnwerpers.
Waarom zijn politieke partijen meer op de lange termijn gericht dan individuele politici? (3 pnt)
In 1937 schreef Coase een artikel met de titel The Nature of the Firm. Hierin stelt Coase dat de onderneming niet kan worden verklaard op basis van de microeconomie. (totaal 10 punten)
Volgens Coase zijn ondernemingen het bewijs dat markten niet overal en altijd mogelijk zijn. Leg zijn redenering uit. (3 pnt)
Wanneer integreren twee ondernemingen volgens Williamson? Wat gaat er mogelijk mis als zij dan niet zouden integreren? (3 pnt)
Bespreek twee nadelen van de beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen. (4 pnt)
Het Europese systeem van verhandelbare emissierechten is een recent voorbeeld van Coaseaans denken dat met succes, doch niet probleemloos, in de praktijk is gebracht. (10 punten)
Hoe werkt het systeem van verhandelbare emissierechten en waarom is dit een voorbeeld van Coaseaans denken? (6 pnt)
Een van de politieke problemen met het systeem van verhandelbare emissierechten betreft de windfall profits van elektriciteitsbedrijven. Wat zijn windfall profits en zijn die ook economisch gezien een probleem? (4 pnt)
Met Oud en Nieuw worden soms auto’s door relschoppers in de brand gestoken. Zo ook in 2008. Veel automobilisten waren echter WA-verzekerd en kregen de schade toen niet vergoed. Het Verbond van Verzekeraars wilde in samenwerking met de politie de schade tóch op de relschoppers proberen te verhalen. (totaal 10 punten) a. In de DAG-krant van 16 juni 2008 zegt een woordvoerder van de verzekeraars: ‘De kosten om de schade te verhalen liggen hoger dan het te incasseren bedrag. Het gaat ons om het maatschappelijk sentiment. Dat die rotjochies die uit baldadigheid een auto in de fik steken er niet mee wegkomen’.
Denkt deze woordvoerder rechtseconomisch of is zijn uitspraak juist het bewijs dat verzekeraars hier niet rechtseconomisch denken? (3pnt)
Welke afweging maken relschoppers volgens rechtseconomen als zij overwegen een auto in brand te steken? Zet in een formule wanneer deze (beperkt) rationale criminelen tot brandstichting overgaan. (4 pnt)
Rechtseconoom (en Nobelprijswinnaar) Gary Becker benadrukt dat wetsovertreders doorgaans risicozoekers zijn. Als dat inderdaad zo is, wat is volgens Becker dan de meest effectieve manier om relschoppers er in de toekomst van te weerhouden auto’s in de brand te steken? (3 pnt)
Schade moet worden vergoed om negatieve externe effecten te internaliseren (1pnt). Van dergelijke externaliteiten is sprake bij schade aan derden zonder compensatie (hetgeen de welvaart negatief beïnvloedt: de maatschappelijke kosten liggen immers hoger dan de particuliere kosten maar komen niet tot uitdrukking in de marktprijs) (1pnt). (OF: Schade moet worden vergoed vanuit het oogpunt van Pareto-efficiëntie (1pnt). Van Pareto-efficiëntie is sprake als niemand erop vooruit kan gaan zonder een ander slechter af te maken. Een schadesituatie is Pareto-inefficiënt omdat de gelaedeerde er in welvaart op achteruit gaat (1pnt).)
Het ‘dilemma’ van innovatieconcurrentie is dat er enerzijds welvaartsverlagende monopolieposities ontstaan waardoor producenten prijzen kunnen vragen aan consumenten die hoger liggen dan de marginale kosten (P > MK) (1pnt) en dat er anderzijds welvaartsverhogende innovaties plaatsvinden (mogelijk gemaakt door de overwinst van dergelijke monopolies) waardoor consumenten de beschikking krijgen over nuttiger of goedkopere producten (1pnt).
Geen van beiden (of: allebei): ze zijn noch zuivere hoeveelheidsaanpassers zoals bij volkomen concurrentie noch zuivere prijszetters zoals bij een monopolie (1pnt). Een oligopolie zit daar tussen in: ze hebben enige (niet volledige) invloed op de prijs (1pnt).
Prijsconcurrentie tussen oligopolisten draagt het risico van prijsvergelding in zich: beiden verlagen dan hun prijzen van cameratelefoons steeds verder waardoor hun (prijspremie en dus) winst onder druk komt te staan (1pnt). Liever concurreren zij via productdifferentiatie (mobieltjes heterogeniseren door ze verschillend te maken in design of functies), via marketing (mobieltjes heterogeniseren door ze verschillend te maken qua emotie of doelgroep) en/of via de beheersing van afzetkanalen (bijvoorbeeld een fabrikant die lokale of regionale monopolies crëeert door dealers voor mobiele telefonie te selecteren) (1pnt).
De limietprijs is de maximale prijs die gevraagd kan worden zonder dat toetreding geschiedt (1pnt). Bij de limietprijs maakt de toetreder geen (over)winst: die prijs moet dus gezet worden net onder (of: op) de GTK van de potentiële toetreder (1pnt).
Transactiekosten zijn bijvoorbeeld informatiekosten, zoekkosten, onderhandelingskosten, besluitvormingskosten, contractkosten, controlekosten en handhavingskosten (2pnt). Bij schuldaansprakelijkheid moet een rechter de open zorgvuldigheidsnorm ex post invullen en het feitelijke zorgniveau vaststellen, hetgeen informatiekosten (of: systeemkosten) met zich meebrengt (1pnt). Deze transactiekosten worden vermeden bij risicoaansprakelijkheid omdat de laedens dan immers altijd aansprakelijk is. Daarom heeft risicoaansprakelijkheid de voorkeur vanuit transactiekostenperspectief (1pnt).
Kenmerken van volkomen concurrentie:
Klaarblijkelijk zijn de tarieven van hypothecaire akten minder gedaald dan verwacht:
(2pnt)
Het terugdraaien van deze marktwerking betekent hogere monopolieprijzen voor in elk geval sommige groepen consumenten (zoals ondernemingen die zich met relatief gemak op de nationale markt voor notariële diensten begeven) (1pnt). Dit is Paretoinefficiënt, omdat sommige consumenten er dan in welvaart op achteruit gaan (1pnt).
Volgens het Coase Theorema maakt het (bij afwezigheid van transactiekosten) voor de welvaart (of: efficiëntie) (1pnt) niet uit aan wie de eigendomsrechten worden toegekend (1pnt) om externe effecten te internaliseren (of: om de schade te kunnen opheffen) (1pnt).
Een property rule bescherming van property rights heeft volgens Calabresi en Melamed de voorkeur omdat de rechthebbende pas tot overdracht overgaat als de subjectieve schade volledig is vergoed (2pnt). Een liability rule bescherming van property rights is echter noodzakelijk in situaties waarin de transactiekosten dusdanig hoog zijn dat het partijen verhindert met elkaar te onderhandelen (1pnt).
Omdat in een dogmatisch-juridische benadering alleen naar de ex post implicaties wordt gekeken: er heeft zich schade voorgedaan en die moet achteraf op een juridisch correcte wijze worden vergoed (hetgeen overigens Pareto-efficiënt is) (1pnt). Rechtseconomen benadrukken dat aansprakelijkheidsregimes ex ante een preventieprikkel opleveren: nog voordat de schade ontstaat zijn partijen geneigd met mogelijke schadeveroorzaking rekening te houden en worden dus voorzichtiger (1pnt).
Ja dat kan. Ex post (achteraf) kan sprake zijn van inbreuk op een recht (in dit geval het eigendomsrecht) (1pnt) en ex ante (vooraf) leveren property rights een prikkel op tot investeren (door de koppeling tussen usus en usus fructus) (1pnt).
Er zijn twee minimale logische voorwaarden ten aanzien van voorkeuren: De eerste is een ordening van voorkeuren, ofwel preferentie ofwel indifferentie (1pnt). De tweede is transitiviteit ervan, bijvoorbeeld als A > B en B > C dan ook A > C (1pnt). De normatieve kernvoorwaarde is democratie (1pnt), bijvoorbeeld geen dictator, de Pareto-eis en een onbeperkt domein (1pnt).
Het is onmogelijk een sociale welvaartsfunctie (of: een besluitvormingsprocedure) te vinden (1pnt) die altijd voldoet (1pnt) aan deze minimale (logische en democratische) eisen (1pnt).
Politieke partijen willen voor langere termijn als gesprekspartner fungeren (1pnt) en een sterke merknaam opbouwen (1pnt), terwijl individuele politici de neiging hebben zich opportunistischer te gedragen om vooral de eigen herverkiezing veilig te stellen (1pnt)
Een onderneming ontstaat (of: ondernemingen integreren) als de transactiekosten in de markt van bijvoorbeeld contracteren en controleren (1pnt) hoger zijn dan (de transactiekosten van) het coördineren van dezelfde transactie in de onderneming (1pnt). Bij hoge transactiekosten op de markt zijn transacties daar dus niet mogelijk (1pnt).
Ondernemingen integreren als de mate van specificiteit (asset specificity) hoog is (1pnt), wat het geval is als de ene onderneming investeringen heeft gedaan die heel specifiek inzetbaar zijn voor transacties met de andere onderneming (1pnt).
Als deze twee ondernemingen bij specifieke investeringen niet zouden integreren (of geen complexere contracten zouden sluiten) dan lopen zij het risico van ‘rent-seeking’ (of: opportunistisch gedrag) door de andere ondernemingen (1pnt). Ze zijn immers afhankelijk van elkaar geworden en daardoor kan de een de ander proberen te dwingen hogere prijzen te betalen in een opportunistische poging zo meer winst te maken. (Daaruit volgt overigens ook een sterkere noodzaak tot controle, hetgeen eveneens makkelijker is in geval van integratie van de ondernemingen).
Het eerste nadeel is externe effecten (1pnt): bij beperkte aansprakelijkheid worden risico’s deels op anderen afgewenteld, waardoor er schade onvergoed blijft (en dus externe effecten niet geheel worden geïnternaliseerd) (1pnt). Het tweede nadeel is excessieve risico’s (1pnt): bij beperkte aansprakelijkheid vindt een (moeilijk te verifiëren) over-investering plaats in schadetoebrengende activiteiten (1pnt).
Verhandelbare emissierechten worden in de vorm van emissieplafonds toegekend aan vervuilende bedrijven. Die bedrijven moeten met hun vervuiling onder die plafonds blijven (1pnt). Als dat erg duur is kan dit bedrijf ook proberen emissierechten te kopen van een ander vervuilend bedrijf voor wie emissiereductie goedkoper is (1pnt). Dat laatste bedrijf zal dan wel eerst zijn eigen uitstoot moeten verminderen om die rechten vrij te spelen (1pnt).
De verhandelbaarheid van (emissie)rechten is een typisch voorbeeld van Coaseaans denken dat ondernemingen in de gelegenheid stelt hun emissies tegen zo laag mogelijke kosten te reduceren (1pnt). De rechten komen dus terecht bij diegenen die ze het meeste waarderen (1pnt), terwijl het negatieve externe effect van milieuvervuiling wordt geïnternaliseerd (uitstoot is niet meer gratis, maar heeft nu een prijs gekregen) (1pnt).
Windfall profits verwijst naar de (gedeeltelijke) doorberekening van de marktwaarde van de (grotendeels) gratis verstrekte emissierechten in de elektriciteitsprijs. Omdat lektriciteitsbedrijven die rechten gratis hebben gekregen beschouwen diverse politici en consumentenorganisaties die doorberekening daarom als winst voor het bedrijf (2pnt). Die windfall profits zijn economisch gezien echter geen probleem omdat elektriciteitsproducenten de marktwaarde van de gratis verstrekte emissierechten in de elektriciteitsprijs moet doorberekenen. Gratis emissierechten hebben namelijk opportunity costs (1pnt) op het moment dat ze verbruikt worden en niet verkocht zijn: de producent zal alleen dan niet verkopen als hij de gemiste verkoopopbrengsten kan terugverdienen in de elektriciteitsprijs (1pnt). (Windfall profits zijn dus helemaal geen winst, maar kosten voor het elektriciteitsbedrijf).
Men kan beargumenteren dat de woordvoerder van de verzekeraars wel degelijk rechtseconomisch denkt. Weliswaar zijn de directe kosten (schadeprocedure) hoger dan de directe baten (incassobedrag) (1pnt), maar de (indirecte of secundaire) baten van het bestraffen van de relschoppers die schade moeten gaan vergoeden maakt eveneens deel uit van de batenfunctie van de verzekeraars (zij zijn immers bereid daarvoor te betalen) (2pnt).
Relschoppers wegen de opbrengsten (de ‘lol’) van fikkie stoken af tegen de pakkans keer de kosten van de boete, dus O versus p•K (2pnt). Zij gaan over tot brandstichting als p•K < (1-p)•O (2pnt)
Als die relschoppers risicozoekers zijn, is het verhogen van de pakkans (p) effectiever (2pnt) dan een vergelijkbare verhoging van de strafzwaarte (K) (1pnt).
Benoem de 5 transactiekosten die genoemd worden in het boek en leg deze uit aan de hand van een voorbeeld.
In de cursus zijn we verschillende vormen van marktfalen tegengekomen. Noem de 4 vormen van marktfalen en leg deze uit. Geef een voorbeeld voor elk marktfalen.
Billabong, een bekend surf merk, is beroemd voor zijn zomerse advertentiecampagne met modellen in de verschillende zwemstukken die het merk verkoopt. Deze advertenties zijn onder meer te vinden bij tramhaltes. Een paar jaar geleden had de advertentie van Billabong Toccara Jones als model. Dit was het jaar waarin de meeste ongelukken in Nederland plaatsvonden bij tramhaltes. Het waren voornamelijk mannelijke rijders die afgeleid werden tijdens het rijden. Welke van de aansprakelijkheidssystemen die we in de cursus hebben besproken, moet door de wetgever worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de maatschappelijke ongevalskosten worden geminimaliseerd. Motiveer je antwoord.
Hieronder ziet u een tabel met verschillende kostencurves. Vul alstublieft de lege plekken in.
Q | TK | CK | VK | GTK | GVK | GCK | MK | |
0 | 19 | 0-1 | 10 | |||||
1 | 1-2 | |||||||
2 | 51 | 2-3 | ||||||
3 | 125 | 3-4 | 55 | |||||
4 | 4-5 | |||||||
5 | 43 | 5-6 | ||||||
6 | 49 |
Mededingingsrecht reguleert kartels en misbruik van marktmacht. Kartels kunnen echter minder stabiel zijn en dus minder een probleem vormen dan normaal wordt gedacht. Leg uit waarom een kartel instabiel is.
In de onderstaande figuur ziet u dat er een belasting van 20 euro (Au) wordt geïntroduceerd om de negatieve externaliteiten te internaliseren. Ap staat voor privé-kosten en Am voor maatschappelijke kosten. Vergelijk de welvaartseffecten vóór en na de invoering van de belasting voor de verschillende groepen van de samenleving (consumenten, producenten, de overheid en de samenleving in het algemeen). Vergeet niet om de relevante gebieden in de grafiek aan te geven.
Hoe kunnen negatieve externe effecten worden aangepakt? Is regulering altijd nodig?
Een mijnbouw bedrijf sluit een contract om kostbare mineralen te leveren tegen een bepaalde datum vanuit Congo naar een fabrikant in Taiwan. Voordat de mineralen wordt geleverd, breekt een oorlog uit in het land van uitvoer en kan het mijnbouw bedrijf het contract niet nakomen. Het gebrek aan benodigde mineralen zorgt ervoor dat de Taiwanese fabrikant de productie verlaagt en winst misloopt. Het Taiwanese bedrijf maakt een rechtszaak aanhangig tegen het mijnbouw bedrijf wegens contractbreuk en vraagt de rechtbank om een schadevergoeding toe te kennen die.....read more
‘Maisboeren kunnen flink door akkeren’, stond in de Trouw van vrijdag 3 maart 2017.
Stel dat de EU ondanks de afschaffing van het productiequotum de huidige maisprijs als minimumprijs blijft garanderen. Wat voor een soort overschot van bieten ontstaat er dan bij die minimumprijs? Geef aan wat de omvang van dit overschot is en leg dit uit aan de hand van figuur 1. (4 pnt)
Wat is gunstiger voor de omzet van de maisboeren: het handhaven van de minimumprijs voor bieten (zonder opkoopregeling) of het loslaten ervan? Verwijs in uw antwoord naar figuur 1. Waar hangt het vanaf of deze minimumprijs wel of niet gunstig uitpakt voor de omzet van bietenboeren? Is aan die voorwaarde voldaan in figuur 1? (4 pnt)
Omschrijf de omvang van zowel het consumentensurplus als het producentensurplus, eerst zonder en dan met een minimumprijs voor mais (zonder opkoopregeling). Verwijs daarbij naar figuur 1 in de verwachte situatie van veel meer bietenteelt. Is die minimum-prijs Pareto-efficiënt? En leidt de minimumprijs tot een welvaartsverlies voor de samenle-ving als geheel? Zonee, waarom niet, en zoja, hoe groot is dat verlies in figuur 1? (4 pnt)
In werkelijkheid garandeert de EU geen minimumprijs voor mais. De Trouw vermeldt dat de boeren unie die hierover gaat, na afschaffing van het productiequotum, ‘ieder seizoen (...) een beperkt aantal leveringsrechten uitgeeft [aan Nederlandse boeren]. De boeren mogen die onderling wel verhandelen.’ Welk doel dient deze Nederlandse zelfregulering van de landbouwindustrie? En wat is de belangrijkste economische voorwaarde voor het functioneren van de verhandelbaarheid van deze leveringsrechten? (4 pnt)
In het arrest Narre/De Beer (10 juli 2001) oordeelde de Hoge Raad dat buschaffeur De Beer aansprakelijk is voor de schade aan fietser Narre die met de bus in botsing kwam. Scootermobilist Narre sloeg zonder uit te kijken en zonder richting aan te geven rechtsaf en werd daarbij aangereden door de bus. De Beer had twee keer een luid belsignaal gegeven. Toen Narre daar niet op reageerde, ging De Beer ervan uit dat hij rechtdoor zou rijden. Narre sloeg echter rechtsaf en zo kwam het tot een botsing. Volgens de Hoge Raad heeft Narre geen medeschuld en is trambestuurder De beer.....read more
De Europese Commissie heeft in 2007 Heineken, Grolsch en Bavaria voor in totaal 274 miljoen euro aan geldboetes opgelegd, omdat zij bij een kartel op de Nederlandse biermarkt betrokken zijn geweest. Dit kartel is in strijd met de EU-regels die concurrentiebeperkende praktijken van ondernemingen verbieden. In de periode 1996-1999 hielden de brouwerijen talrijke niet-officiële bijeenkomsten, waarop zij prijzen en prijsverhogingen coördineerden. Figuur 1 geeft de vraag (V) naar bier weer op de Nederlandse biermarkt. Ook de marginale-kostencurve (MK) van bierproductie staat in de figuur weergegeven. (Totaal 30 punten)
Bierbrouwers streven naar winstmaximalisatie. Hoe bepaalt iedere brouwer zijn maximale winst? Schrijf de formule hieronder op. Schrijf ook de gebruikte afkortingen volledig uit. Leg vervolgens uit waarom de winst nog verbeterd kan worden als niet aan de formule is voldaan. (6 pnt)
Naast Heineken, Grolsch en Bavaria zijn er diverse andere bierbrouwerijen, zoals Brand, Dommelsch, Hertog Jan en Oranjeboom. Ga eerst uit van de eenvoudige veronderstelling dat de Nederlandse biermarkt zonder kartel gekenmerkt wordt door volkomen concurrentie. Welke prijs van bier komt tot stand zonder kartel? En hoeveel bier wordt er zonder kartel in de markt geproduceerd? Teken deze prijs en hoeveelheid in figuur 1. Leg hieronder uit hoe u deze prijs en hoeveelheid hebt bepaald. (6 pnt)
Door een kartel te vormen konden Heineken, Grolsch en Bavaria als monopolist opereren. Welke prijs van bier kwam tot stand op de markt in de periode 1996-1999 waarin het kartel actief was? En hoeveel bier werd met het kartel in de markt geproduceerd? Teken ook deze prijs en hoeveelheid in figuur 1. Leg hieronder uit hoe u deze prijs en hoeveelheid hebt bepaald. (6 pnt)
Teken eveneens in figuur 1 het welvaartsverlies voor de samenleving in de periode 1996-1999 dat het bierkartel actief was ten opzichte van volkomen concurrentie. Leg hieronder uit hoe u dit welvaartsverlies hebt bepaald. Schrijf ook op hoe zo’n verlies aan welvaart in de economische theorie wordt genoemd. (6 pnt)
Het is wellicht realistischer de Nederlandse biermarkt zonder kartel te typeren als monopolistische concurrentie. Wat is het wezenlijke verschil tussen volkomen en monopolistische concurrentie? Leg ook uit wat het welvaartsnadeel en het welvaartsvoordeel is van monopolistische concurrentie ten opzichte van volkomen concurrentie: verwijs daarbij naar prijzen en kosten. (6 pnt)
De uitstoot van broeikasgassen, bijvoorbeeld door elektriciteitscentrales, leidt tot opwarming van de aarde. Door dit broeikaseffect stijgt de zeespiegel en ontstaat heviger regenval. Dit brengt maatschappelijke kosten met zich mee: dijken moeten worden opgehoogd en huiseigenaren krijgen vaker te maken met overstromende rivieren. Rechtseconomen noemen dat de negatieve externe effecten van elektriciteitsopwekking. (totaal 20 punten)
In figuur 4 staat de vraag (V) van consumenten naar elektriciteit afgebeeld en het aanbod van elektriciteit (Ap) door elektriciteitsproducenten. Teken in de
.....read moreDe uitstoot van broeikasgassen door elektriciteitscentrales draagt bij aan de opwarming van de aarde. Dit broeikaseffect brengt maatschappelijke kosten met zich mee: dijken moeten worden opgehoogd en huiseigenaren krijgen vaker te maken met overstromende rivieren. Rechtseconomen noemen dat de negatieve externe effecten van elektriciteitsopwekking. (totaal 30 punten)
In figuur 1 staat de vraag (V) van consumenten naar elektriciteit afgebeeld en het aanbod van elektriciteit (Ap) door elektriciteitsproducenten. Teken in de figuur een lijn die de maatschappelijke kosten van klimaatverandering als gevolg van elektriciteitsproductie weergeeft. Leg in de tekstbox hieronder uit waarom u die lijn zo getekend hebt. Geef daarna in de figuur aan wat de omvang van het negatieve externe effect is. Leg in de tekstbox hieronder uit hoe u de omvang van het negatieve externe effect hebt bepaald. (6 pnt)
Om de externe effecten van elektriciteitsproductie te lijf te gaan, heeft de EU een systeem van emissiehandel opgezet. De huidige marktprijs van een emissierecht is ongeveer 5 euro. Tot 2013 werden de emissierechten gratis uitgedeeld aan elektriciteitsproducenten. Brachten die gratis emissierechten wel of geen kosten met zich mee voor elektriciteitsproducenten? Leg dit uit. (6 pnt)
Gaat de elektriciteitsprijs bij volkomen concurrentie door de introductie van emissiehandel met gratis emissierechten omhoog of omlaag? Teken die nieuwe elektriciteitsprijs in figuur 1 (ga uit van een correct gesteld emissieplafond) en geef uw redenering in onderstaande tekstbox. (6 pnt)
In werkelijkheid is de elektriciteitsmarkt géén markt van volkomen concurrentie. Neem aan dat deze markt als monopolie kan worden geanalyseerd. Teken in figuur 1 een extra lijn om van de elektriciteitsmarkt een monopolistische markt te maken. Teken daarna in figuur 1 welke elektriciteitsprijs tot stand komt in zo’n monopolistische markt ná de introductie van emissiehandel met gratis emissierechten. Leg in onderstaande tekstbox uit hoe u deze elektriciteitsprijs hebt bepaald. (6 pnt)
Sinds 2013 worden alle emissierechten aan elektriciteitsproducenten geveild. De economische theorie maakt een onderscheid tussen twee soorten veilingen. Welke twee zijn dat, wat zijn hun kenmerken en welke van de twee is het meest efficiënt? (6 pnt)
Het mededingingsbeleid verbiedt ondernemingen misbruik te maken van hun economische machtspositie. (totaal 15 punten)
In de beleidspraktijk is het moeilijk de prijs te bepalen die zonder marktmacht tot stand zou zijn gekomen. Daarom zoekt de mededingingsautoriteit naar specifieke kenmerken van het concurrentieproces die aanwijzingen geven over het bestaan en de mate van marktmacht. Welke kenmerken zijn dat? (8 pnt)
Prijsonderbieding (predatory pricing) is een voorbeeld van misbruik van een economische machtspositie. Geef eerst een definitie van prijsonderbieding. Onder welk kostenniveau moet de prijs liggen wil er sprake zijn van misbruik, volgens de Akzo-zaak? (7 pnt)
Transactiekosten spelen een belangrijke rol in de rechtseconomische theorie, bijvoorbeeld in het denken over externe effecten en in het denken over
.....read moreDe private onderneming Anglian Water is een drinkwaterleverancier met een regionaal monopolie in Oost-Engeland. Figuur 1 geeft de vraag (V) naar water in dit gebied weer. Ook de marginale kosten (MK) en de gemiddelde totale kosten (GTK) staan in de figuur weergegeven. P staat voor prijs per liter water en Q staat voor aantallen liters water. (totaal 30 punten)
Op basis van welke formule bepaalt de private monopolist Anglian Water zijn maximale winst? Schrijf die formule in onderstaande tekstbox. Welke curve ontbreekt in bovenstaande figuur? Noem die ontbrekende curve in onderstaande tekstbox en teken deze curve in figuur (5 pnt).
Welke prijs per liter water berekent de private monopolist Anglian Water door aan consumenten als de overheid niet ingrijpt in de prijsvorming? Teken deze prijs in figuur 1. Leg vervolgens in de tekstbox hieronder uit hoe u deze prijs hebt bepaald. (5 pnt)
Er is sprake van welvaartsverlies als de overheid niet ingrijpt in de prijs die Anglian Water per liter water rekent. Geef dit welvaartsverlies aan (door te schrijven of te tekenen) in figuur 1. Leg in de tekstbox hieronder uit hoe u de omvang van dit welvaartsverlies bepaald heeft. Hoe wordt dit welvaartsverlies genoemd door rechtseconomen? (6 pnt)
De Office of Water Services (OFWAT) reguleert in Engeland de literprijs die Anglian Water aan consumenten mag rekenen. Stel dat OFWAT zou kiezen voor ‘kostendekkende exploitatie’ als prijsreguleringsmethode. Welke prijs per liter water komt dan tot stand? Teken eerst deze prijs in figuur 1. Leg vervolgens in de tekstbox hieronder uit hoe u deze prijs hebt bepaald. Welk economisch gevaar kent ‘kostendekkende exploitatie’? (6 pnt)
Stel echter dat OFWAT kiest voor de ‘marginale kostenregel’ als prijsreguleringsmethode. Welke prijs per liter water komt dan tot stand? Teken eerst deze prijs in figuur 1. Leg vervolgens in de tekstbox hieronder uit hoe u deze prijs hebt bepaald. Welk economisch probleem treft Anglian Water als deze ‘marginale kostenregel’ wordt toegepast? En hoe kan dat probleem worden opgelost? (8 pnt)
Het Coase Theorema en het Raamwerk van Calabresi en Melamed behoren tot de belangrijkste leerstukken uit de rechtseconomie. Centraal daarbij staan de begrippen property right, property rule en liability rule. (totaal 20 punten)
Geef eerst een algemene omschrijving van het Coase Theorema. Geef vervolgens korte definities van de drie rechtseconomische begrippen property right, property rule en liability rule. (12 pnt)
Waarom heeft een property rule bescherming van property rights de voorkeur, maar wanneer is een liability rule bescherming van dergelijke rechten toch economisch wenselijk? (8 pnt)
In het arrest Geertsema/De Niet (14 juli 2000) oordeelde de Hoge Raad dat trambestuurder De Niet aansprakelijk is voor de schade aan fietser Geertsema die met de tram in botsing kwam. Fietser Geertsema sloeg zonder uit te kijken
.....read moreWaarom vinden rechtseconomen dat schade voortkomend uit onrechtmatige daad moet worden vergoed? Leg uw redenering uit. Gebruik in uw antwoord een rechtseconomisch kernbegrip en geef daar ook een definitie van. (2 pnt)
Door middel van innovatieconcurrentie proberen bedrijven een voorsprong op elkaar te krijgen door een nieuw product of een nieuwe productiemethode te ontwikkelen en deze in een octrooi vast te leggen. Wat is het welvaartseconomische ‘dilemma’ van innovatieconcurrentie? (2 pnt)
Een octrooi is niet eeuwigdurend maar tijdelijk: het octrooi van Samsung liep 10 september 2007 af. De rechthebbende, in dit geval Samsung, betaalt volgens de Rijksoctrooiwet bovendien een ‘jaartaks’ voor de instandhouding van het octrooi.
(3 pnt)
Sinds het aflopen van het octrooi van Samsung kan de markt voor mobiele cameratelefoons als heterogeen oligopolie worden gekenschetst waarop ook een aanbieder als Huawai zich begeeft. Zijn oligopolisten hoeveelheidsaanpassers of prijszetters? (2 pnt)
Waarom kiezen de oligopolistische aanbieders van cameratelefoons liever voor andere strategieën dan prijsconcurrentie? Noem vervolgens twee van dergelijke alternatieve strategieën en leg kort uit wat ze inhouden. (2 pnt)
Oligopolistische aanbieders van cameratelefoons kunnen een potentiële toetreder op die markt weren door net onder de limietprijs te gaan zitten. Wat betekent limietprijs en op welk niveau moet die prijs gezet worden? (2 pnt)
In een WODC-rapport uit 2004 hanteren Barendrecht, Van Zeeland, Kamminga en Tzankova een transactiekostenperspectief op risicoaansprakelijkheid en schuldaansprakelijkheid voor schade uit onrechtmatige daad. (totaal 10 punten)
Noem eerst drie soorten transactiekosten en beredeneer vervolgens welk van deze twee aansprakelijkheidsregels de voorkeur heeft vanuit een transactiekostenperspectief. (4 pnt)
In 2006 heeft de Commissie-Hammerstein de Wna geëvalueerd. De Commissie schrijft: ‘In de onroerendgoedpraktijk zijn de tarieven gedaald, zij het (…) minder dan werd verwacht’. In 2005 concludeert het Centraal Planbureau in een ander onderzoeksrapport over de Wna: ‘De resultaten laten zien dat er nog lang geen sprake is van volledige mededinging’. Noem drie kenmerken van volledige mededinging (volkomen concurrentie) en kies vervolgens twee kenmerken die mogelijk verklaren waarom de tarieven van hypothecaire akten minder zijn gedaald dan verwacht.
Leg uw redenering daarbij uit. (5 pnt)
In een interview uit 2005 zegt notaris Ed Engelen: ‘Vrije tarieven zijn een gruwel’. Is het terugdraaien van deze marktwerking Pareto-efficiënt? (2 pnt)
De econoom (en Nobelprijswinnaar) Coase en de rechters Calabresi en Melamed hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de rechtseconomische studie van respectievelijk het eigendomsrecht en het aansprakelijkheidsrecht. (totaal 15 punten)
Hoe luidt het Coase Theorema? (3 pnt)
Waarom hebben Calabresi en Melamed een voorkeur voor een property rule.....read more
Deze bundel bevat studiematerialen en samenvattingen te gebruiken bij het vak Rechtseconomie aan de RIjksuniversiteit Groningen (bachelor 2).
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution