Thema: Borst (Cardiologie & Longheelkunde) - Geneeskunde - Oefententamen 1

Thema: Lichamelijk longonderzoek

Geef bij de casussen aan welke bevinding het meeste past bij de waarschijnlijke diagnose. Opties:

a. gedempte percussie

b. hypersonore percussie beiderzijds

c. hypersonore percussie éénzijdig

d. bronchiaal ademgeruis

e. bronchofonie en stemfremitus versterkt

f. bronchofonie en stemfremitus verzwakt

g. eindinspiratoire crepitaties

h. perifeer oedeem

i. pleurawrijven

j. rhonchi

k. squeaks

l. stridor

m. verlengd exspirium

n. verzwakt ademgeruis

o. vesiculair ademgeruis

p. vroeginspiratoire crepitaties

1. Een vrouw van 33 jaar is acuut kortademig. Zij heeft géén pijn en geen andere klachten, en ze rookt. Als medicatie een benzodiazepine en een anticonceptivum. De bloedgas toont een verlaagde pO2 met een verlaagde pCO2. De thoraxfoto is normaal.

2. Een huisarts ziet een man van 56 jaar die lang gerookt heeft en progressief kortademig is met een tonthorax. Hij schrijft ten onrechte diuretica voor.

Thema: Differentiaaldiagnostiek longgeluid

Selecteer bij de volgende casus de meest waarschijnlijke diagnose (kies één optie). Opties:

a. allergische alveolitis

b. angina pectoris

c. aspiratiepneumopnie

d. asthma bronchiale

e. benigne bronchustumor

f. bronchiectasieën

g. copd

h. corpus alienum

i. cystic fibrosis

j. longcarcinoom

k. longembolie/infarct

l. longoedeem

m. longfibrose

n. pneumonie

o. pneumothorax

p. ritmestoornis

q. sarcoidose

r. tuberculose

3. Een man van 45 jaar is regelmatig kortademig. Hij voelt dan vaak koorts. Episodes duren één tot enkele uren en komen vrijwel dagelijks voor. Hij rookt niet, en was altijd gezond. Hij is filiaalleider in een supermarkt. Hij heeft een kat en een buitenvoliere met tropische vinkjes. U hoort diffuus enkele crepitaties en squeaks.

4. Een meisje van 3 jaar wordt door haar moeder kortademig en blauw in de speelkamer aangetroffen. Zij was altijd gezond behoudens de voor deze leeftijd gebruikelijke verkoudheden af en toe. Op de eerste hulp wordt rechts op de thorax een stridoreus geluid gehoord.

Antwoorden

1. O

Uitleg: werkdiagnose is longembolie, soms pleurawrijven maar er is geen pijn, meestal is er bij lichamelijk onderzoek sprake van afwijkingen over de longen

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over orthopneu, blz. 125

2. P

Uitleg: de diagnose is werkdiagnose emfyseem; het gaat hier om een afwijkende bevinding passend bij emfyseem die aanleiding kan zijn voor het ten onrechte voorschrijven van diuretica

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over afwijkende thoraxvormen, blz. 98 & gedeelte over de patiënt met longemfyseem: palpatie en auscultatie, blz. 111

3. A

4. H

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over het onderzoek van de thorax: stridor, blz. 100

Thema: Hartgeluiden

Opties:

1. crescendo decrescendo systolisch geruis

2. derde toon

3. gallop

4. holodiastolisch geruis

5. holosystolisch geruis

6. luide tweede toon

7. midsystolische click

8. onregelmatige harttonen met wisselende luidheid

9. openingstoon

10. trifasisch wrijfgeruis

11. vierde toon

12. wijd gespleten tweede toon

13. wisselend gespleten tweede toon

Instructie : Kies in onderstaande gevallen welke bevinding u verwacht. Kies telkens één optie.

5. Een man met hypertensie zonder LVH
6. Een 20 jarige vrouw met atypische borstklachten waar de diagnose mitralisklepprolaps wordt gesteld.

Antwoorden

5. F

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over de harttonen, blz. 112

6. G

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, Mitralisklepinsufficiëntie, blz. 115

Thema diagnostiek n.a.v. hartgeluiden

Opties:

1. Aortastenose

2. Aortainsufficientie

3. Atriumfibrillatie

4. Atriumseptumdefect

5. Fysiologisch geruis

6. Hartfalen

7. Mitralisinsufficientie

8. Pericarditis

9. Mitralisstenose

10. Mitralisklepprolaps met insufficiëntie

11. Perimembraneus Ventrikelseptumdefect

12. . Pulmonalisinsufficientie

13. Pulmonalisstenose

14. Tricuspidalisklepinsufficientie

15. Tricuspidalisklepstenose

Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij de hier volgende casus? Kies telkens één optie.

7. Een 30 jarige vrouw waarbij in het verleden een pulmonalisklepstenose werd gedilateerd, en die zich nu meldt met afgenomen validiteit.
8. Een 85 jarige man waarbij een ruwe systolische souffle wordt gehoord op 2R met uitstraling naar de carotiden.

Antwoorden

7. L

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over pulmonalisstenose en pulmonalisklepinsufficiëntie, blz. 118

8.A

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over aortaklepstenose, blz. 117

Thema: Aanvullend onderzoek

Opties:

1. bloedgassen

2. Bronchialis angiografie

3. Bronchoscopie

4. BSE en bloedbeeld

5. CT-thorax met contrast

6. ECG

7. Endo-echografie

8. histamine provocatie test

9. Leverfuncties

10. Mantoux

11. mediastinoscopie

12. MRI thorax

13. PET scan

14. RAST

15. Spirometrie

16. Sputumkweek banaal

17. Sputum ZN/Auramine

18. TLC meting

19. Ventilatie-perfusie scan

20. X-thorax

Geef bij onderstaande casus aan welk aanvullend onderzoek het meest geïndiceerd is. Kies telkens één optie.

9. Een man van 38 jaar werkt in een steenfabriek. Hij rookt. Hij is progressief kortademig. De huisarts heeft aanvullend onderzoek gedaan: de VC en de FEV1 allebei 40% van voorspeld, de radioloog belde dat hij geen afwijkingen zag behoudens een te hoge stand van beide diafragmata. Hij wordt verwezen naar de longarts.
10. Een man van 29 jaar is altijd gezond geweest. Hij heeft nu een hardnekkige hemoptoë sedert 2 dagen. Hij is niet kortademig, de bloedgassen zijn normaal. Met beeldvorming is er geen oorzaak voor gevonden. De longarts heeft geen endobronchiale oorzaak gezien. De hemoptoë duurt echter maar voort, een aantal rode fluimen meerdere malen per uur.

Antwoorden

9. A, E en P

Uitleg: bloedgassen geven de meeste extra info; TLC zal wel veel te laag zijn, CT is ook niet gek om te doen om parenchymafw te tonen die de Xthorax blijkbaar niet laat zien

Vindplaats: Diagnostiek van alledaagse klachten (3e druk), hoofdstuk 26 Kortademigheid, gedeelte over betekenis van eenvoudig aanvullend onderzoek, blz. 345-346

10. B

Uitleg: B; andere onderzoeken die allemaal nuttig zijn bij hemoptoe zijn inmiddels al gedaan in de casus en hebben niets opgeleverd. Bij angio kan ook het bloedende vat worden geemboliseerd

Thema: ECG bevindingen

Opties:

1. a. een hartfrequentie boven de 100 met normale P-toppen

2. een hartfrequentie onder de 50 met normale P-toppen

3. een hartfrequentie tussen de 50 en de 100/min met normale P-toppen

4. verlengde PQ tijd zonder dat er slagen uitvallen

5. PQ-tijd wordt steeds langer totdat een P-top niet meer wordt gevolgd

6. PQ-tijd constant, iedere derde P-top wordt niet gevolgd

7. geen relatie tussen P toppen en QRS complexen, regelmatig ritme

8. het ontbreken van P-toppen, onregelmatig ritme van QRS complexen i.. hoge P-top in II

9. bifasische P-top in V1, met diep en breed terminaal deel

10. Q-golven in II, III, en aVF

11. ST-segment elevatie in II, III, aVF, I, aVL, V5, V6

12. verbreed QRS-complex met rSR' in V1 en V2

13. verbreed QRS-complex met RSR' in V5 en V6

14. ieder QRS complex wordt voorafgegaan door een spike

15. iedere P-top en ieder QRS-complex worden voorafgegaan door een spike

16. ST-segment elevatie in II, III en aVF

17. ST-segment elevatie in V1/V2/aVR

18. ST-segement elevatie in V2/V3/V4V5

19. L Q-golven in V2/V3/V4/V5

Welk van bovenstaande ECG beschrijvingen past bij de volgende patiënten. Het aantal te kiezen opties staat telkens aangegeven.

11. Een dertig jarige man met een eerste graads AV block
12. Een 60 jarige vrouw met een acuut voorwandinfarct

Antwoorden

11.D

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Cardiac Arrythmias, gedeelte over atrioventricular block

12.S

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Coronary Artery Disease, gedeelte over; ST elevation myocardial infarction: Electrocardiography

Thema: Ritme- en geleidingsstoornissen

Opties:

1. Atriumfibrilleren met trage AV-geleiding

2. Atriumfibrilleren met snelle AV-geleiding

3. Atriumflutter met 2:1 block

4. Ventrikelfibrileren

5. Atriumflutter met wisselend block

6. AV-nodale reentrytachycardie

7. Sinusbradycardie

8. Sinusritme

9. Sinustachycardie

10. Eerste graads AV-block

11. Tweede graads AV-block

12. Derde graads AV-bock

13. Ventrikeltachycardie

14. Atriumflutter met 4:1 block

Kies bij onderstaande casus de waarschijnlijkste diagnose. Kies telkens één optie.

13. Hoge hartfrequentie, sterk verlengde QRS-duur
14. Patiënt bekend met aangeboren hartafwijkingen, op het ECG ziet u een boezemritme van 300/min, en een kamerritme van 150/min.

Antwoorden

13.M

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Cardiac Arrythmias, gedeelte over Ventricular tachyarrhythmias, blz. 708

14.C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Cardiac Arrythmias, gedeelte over atrial flutter, blz. 708

Thema: Hoest

Opties:

1. allergische alveolitits

2. aspiratiepneumonie

3. asthma bronchiale

4. bovenste luchtwegprobleem

5. bronchiëctasieën

6. corpus aliënum

7. cystic fibrosis

8. copd

9. decompensatio cordis

10. gastro-oesofageale reflux

11. geneesmiddelbijwerking

12. longfibrose

13. longcarcinoom

14. longembolie

15. pneumonie

16. sarcoïdose

17. tuberculose

Stel de meest waarschijnlijke diagnose bij de navolgende casus. Kies telkens één optie.

15. Een vrouw van 28 jaar is bekend bij de internist met een hypogammaglobulinemie waarvoor suppletietherapie eens in de maand. Zij heeft een half jaar een productieve hoest, waarbij zij elke maand een toename ervaart waarvoor antibiotica nodig zijn. De thoraxfoto toont uitgesproken bronchiale tekening.
16. Een adipeuze man van 43 jaar heeft sedert enige tijd last van een kriebelhoest vooral ’s nachts. Af en toe met bollen planten in de tuin heeft ze dat ook. Ze heeft geen last van haar neus, geen pijn op de borst, geen enkeloedeem, geen nycturie.

Antwoorden

15.E

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Disease of the lower respiratory tract, investigations, blz. 820

16.J

Vindplaats: Diagnostiek van alledaagse klachten (3e druk), hoofdstuk 24 Hoesten, gedeelte over gastro-oesofageale reflux, blz. 312

Thema: Pijn op de borst

Opties:

1. angina pectoris

2. aneurysma dissecans

3. cholecystitis

4. functionele klachten

5. ulcus pepticum

6. instabiele angina pectoris

7. longembolie

8. mediastinale tumor

9. myocardinfarct

10. pericarditis

11. pleuritis

12. pneumothorax

13. reflux oesofagitis

14. thoraxwandprobleem

15. galsteen

Stel de meest waarschijnlijke diagnose bij onderstaande casus. Kies telkens één optie.

17. Een studente is net verhuisd en heeft al haar spulletjes langs een smal trappenhuis moeten versjouwen. Haar vriendje kon niet helpen vanwege een roeiwedstrijd. De volgende ochtend heeft ze pijn rechts op de borst met bewegen en diep zuchten. Lokaal is er drukpijn, over de longen gb.
18. Een 60-jarige dialysepatient die klaagt over pijn op de borst, zonder duidelijke relatie bij inspanning. Hij heeft de laatse tijd enkele dialyse sessies moeten missen.

Antwoorden

17. N

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 22 Muscle disease, blz. 1151

18. J

Vindplaats: Diagnostiek van alledaagse klachten (3e druk), hoofdstuk 27 Pijn op de borst, gedeelte over pericarditis, blz. 353

Thema: Dyspneu

Opties:

1. allergische alveolitis

2. angina pectoris

3. asthma bronchiale

4. asthma cardiale

5. bronchiëctasieën

6. chronisch hartfalen

7. copd

8. corpus alienum

9. cystic fibrosis

10. geleidingsstoornis

11. hyperventilatiesyndroom

12. kleplijden

13. longcarcinoom

14. longembolie/infarct

15. longfibrose

16. myocardinfarct

17. obstructief slaapapneusyndroom

18. pneumonie

19. pneumothorax

20. pulmonale hypertensie

21. refluxoesofagitis

22. sarcoidose

23. tachycardie

24. tuberculose

Selecteer bij de volgende casus de meest waarschijnlijke diagnose (telkens één optie)

19. Een vrouw van 24 jaar is heftig kortademig op de eerste hulp. Het ademgeruis is zeer zwak, het exspirium verlengd met rhonchi. De thoraxfoto toont hyperinflatie.
20. Een 70-jarige vrouw met een groot myocardinfarct in de voorgeschiedenis wordt hevig dyspnoeisch op de EHBO afgeleverd. Ze geeft roze schuimend sputum op. Bij auscultatie hoort u dat ze bronchospastisch is.

Antwoorden

19. C

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over het onderzoek van de thorax, blz. 98-100

20. D

Uitleg: typisch voor longoedeem zijn natuurlijk crepitaties, maar roze schuimend sputum is indicatief voor longoedeem, en oedeem van de bronchioli kan ook bronchospastisch klinken door de vernauwing

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 De Thorax, gedeelte over decompensatio cordis, blz. 123-125

Thema: Farmacotherapie

Opties:

1. ACE remmer

2. Aldosteron antagonist

3. Anti-aritmicum

4. anticoagulans

5. anticholinergicum

6. aspirine

7. betablokker

8. betamimeticum

9. cefalosporine

10. calcium antagonist

11. Clopidogrel

12. Digoxine

13. Inhalatiesteroid

14. Lisdiureticum

15. macrolide

16. mucolyticum

17. nitraat

18. Penicilline

19. prednison

20. quinolone

21. statine

22. theophylline

23. thiazide diureticum

24. zuurstof

Welk medicament is in onderstaande casus het meest geïndiceerd? Kies telkens één optie.

21. Een man van 72 jaar is bekend met cryptogene longfibrose. Immuunsuppressieve therapie bleek niet te helpen. Hij is kortademig de hele dag door. De saturatie is 86%.
22. Een man van 18 jaar ervaart enkele malen in de maand bij sporten wat dyspneu met piepen op de borst. Als kleine jongen had hij eczeem.
23. Een patient met hartfalen die gedecompenseerd blijft ondanks het gebruik van een ACE-remmer, lisdiureticum, betablokker en digoxine. Wat geeft u er bij?
24. Een patient met AP waarbij u de hartfrequentie wilt verlagen om de angina pectorisdrempel te verhogen.

Antwoorden

21. X

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Diseases of the lower respiratory tract, figure 15.22 management, blz. 815

22. H

Uitleg: werkdiagnose allergisch astma, met maar enkele malen per maand klachten; inhalatie steroid dus niet geïndiceerd.

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Asthma, BOX 15.3: the stepwise managment of asthma

23. B

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Heart failure, Table 14.21: drugs used in heart failure, blz. 719

24. G

Vindplaats: Boron WF, Boulpaep EL. Medical Physiology (2e druk) Philadelphia: Elsevier Saunders, 2009, hoofstuk 24 Treating coronary artery disease, blz. 585