Staatsrecht 3 - Recht - RUG - B3 - Oefenbundel
- 2764 keer gelezen
Onderstaande oefenvragen zijn gebaseerd op de tentamens uit 2016/2017.
De afwisseling van monarchale en republikeinse regeringsvormen is kenmerkend voor Frankrijk. De revolutiejaren 1789 en 1848 betekenden het einde van de monarchie en brachten een republiek. In welke perioden deed zich een omgekeerde ontwikkeling voor? Schets kort de aanleiding voor die omslagen.
Wat wordt in het Duitse staatsrecht bedoeld met de Ressortverantwortlichkeit van Bondsministers? Hoe verhoudt deze zich tot de bevoegdheden van de Bondskanselier?
Leg kort uit of de Franse Senaat en het Britse Hogerhuis gelijkelijk bevoegd zijn als het gaat om de mogelijkheid de totstandkoming van wetten te verhinderen.
Leg uit welk Europees orgaan in de EU een vergelijkbare rol heeft als de Bondsraad in de Bondsrepubliek Duitsland.
Beschrijf kernachtig wanneer en op welke juridische wijze de huidige Bondsrepubliek van 16 landen tot stand is gekomen.
Leg aan de hand van hun beider constitutionele positie uit waarom het goed verdedigbaar is dat de Franse President de nauwelijks geclausuleerde bevoegdheid heeft om de Assemblée te ontbinden, maar de Duitse President de Bondsdag slechts in uitzonderlijke omstandigheden en met medewerking van de Bondskanselier mag ontbinden.
De regering van de Vrijstaat Beieren maakt zich ernstige zorgen over de aanhoudende instroom van Syrische vluchtelingen in het Bondsland. Zij vraagt zich af of er regelgeving uitgevaardigd kan worden die deze instroom kan beperken. Is de Vrijstaat Beieren naar Duits staatsrecht bevoegd om wetgeving uit te vaardigen die de instroom van vluchtelingen in Beieren remt? Beargumenteer uw antwoord.
Een Franse burger doet voor de rechtbank van Toulouse in een civielrechtelijk geding een beroep op een bepaling in het EVRM met de bedoeling dat de rechtbank een voor hem ongunstige bepaling in de Code Civil buiten toepassing zal laten. Zijn wederpartij verzet zich tegen dit beroep met het argument dat het EVRM niet voor de rechter ingeroepen kan worden, nu het nimmer omgezet is naar Frans recht en bovendien geen voorrang heeft op nationaal recht. Hoe beoordeelt u de stellingen van de wederpartij naar Frans staatsrecht?
Duitse rechters zijn op grond van art. 100 lid 1 GG verplicht om gevolg te geven aan een uitleg die het Bundesverfassungsgericht heeft gegeven in een prejudiciële procedure. Op grond van art. 267 van het VWEU zijn Duitse rechters eveneens verplicht om gevolg te geven aan een uitleg die het Hof van Justitie van de EU gegeven heeft in een prejudiciële procedure. Gesteld dat een Duitse rechter geconfronteerd wordt met elkaar uitsluitende rechtsplichten die uit deze beide verplichtingen voortvloeien, aan welke verplichting dient hij dan voorrang te geven? Beargumenteer uw antwoord.
Op grond van de Human Rights Act mag de Britse rechter formele wetten niet onverbindend verklaren wegens strijd met de naar Brits recht omgezette bepalingen van het EVRM. Welk beginsel van Brits staatsrecht wordt hiermee gediend en leg uit waarom dat zo is.
Organieke wetten nemen in het Franse staatsrecht een bijzondere positie in. Omschrijf wat organieke wetten zijn en noem een specifieke voorziening in de Constitution waarin het bijzondere karakter tot uiting komt.
Zeer recent heeft het Hof van Justitie van de EU een bindend advies gegeven over de eventuele toetreding van de EU tot het EVRM. In dit advies betoogt het Hof dat deze toetreding in strijd komt met de constitutionele principes van de EU, omdat een andere rechter dan het Hof van Justitie, namelijk het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, het laatste woord kan krijgen over (de gelding van) Europees recht. Hoe beoordeelt u de claim van het Hof van Justitie dat dit Hof naar huidig recht altijd het laatste woord heeft over de gelding van een norm van EU-recht?
De Franse regeling omtrent goedkeuring van verdragen inzake toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie biedt twee mogelijke routes. Leg uit welke dat zijn.
Van republikeins naar monarchaal = sterke man die opstaat na periode van revolutie = van collectiviteit naar eenhoofdigheid: - Napoleon Bonaparte roept zich in 1804 na een referendum uit tot Keizer (tot 1814/15), nadat hij al in 1799 door een staatsgreep aan de macht gekomen was; - Lodewijk Napoleon, de neef van Napoleon I, wordt na de val van het Koninkrijk in 1848 eerst president, maar pleegt een staatsgreep in 1851 en wordt na een referendum Keizer (tot 1870).
De Ressortverantwortlichkeit houdt in dat iedere Duitse minister zelf verantwoordelijk is voor hetgeen hij en zijn departement doen. Deze verantwoordelijkheid vindt haar grens in de bevoegdheid van de Bondskanselier om iedere minister bindende aanwijzingen te geven over de wijze waarop deze zijn bevoegdheid dient uit te oefenen, de zogenaamde Richtlinienkompetenz (art. 65 GG).
De Franse Senaat kan door verwerping er voor zorgen dat een wetsontwerp/voorstel niet tot wet wordt verheven. (Let op: een navette, waarbij de Assemblée uiteindelijk het laatste woord heeft over de uiteindelijke tekst van de wet, doet zich slechts voor als er in beide kamers wordt geamendeerd. Daarover gaat de vraag echter niet). Het Britse Hogerhuis heeft slechts een suspensief veto. Wordt een door het Hogerhuis verworpen wetsvoorstel in het volgende zittingsjaar opnieuw en ongewijzigd aangenomen door het Lagerhuis, dan kan het voor Royal Assent worden voorgedragen. Over bepaalde wetten (bijv. money bills) heeft het Hogerhuis helemaal geen zeggenschap, maar dat mag buiten beschouwing blijven.
De Raad van ministers (art. 16 VEU) bestaat net als de Bondsraad (art. 51 GG) uit vertegenwoordigers van de regeringen van de Landen / lidstaten. In de wetgeving van de EU resp. de BRD hebben zij soortgelijke bevoegdheden, namelijk het recht om voorstellen aan te nemen en te verwerpen.
Na de val van de Muur in 1989 is in 1990 een Einigungsvertrag gesloten waarbij de landen van de DDR zijn verenigd met de BRD dmv de zogenaamde Beitritt.
De President van de Franse Republiek heeft een rechtstreeks mandaat van de kiezer (art. 6-7 C.) dat niet onderdoet voor dat van de Assemblée. De Duitse Bondspresident heeft geen rechtstreeks mandaat van de kiezer, maar wordt gekozen door de Bundesversammlung (art. 54 GG), terwijl de Bondsdag rechtstreeks door het volk wordt gekozen (art. 38 GG).
Nee, aan Beieren komt geen bevoegdheid op dit punt toe. Art. 73 lid 1 onder 3 GG geeft aan dat de bevoegdheid tot wetgeving inzake de immigratie en emigratie in Duitsland uitsluitend Bondsaangelegenheid is.
Beide stellingen zijn onjuist: Frankrijk heeft een incorporatiestelsel, waarin verdragen zonder omzetting deel uitmaken van de Franse rechtsorde, zodat er door een burger voor de rechter een beroep op gedaan kan worden; verdragen hebben bovendien voorrang op wetten en lagere algemeen verbindende voorschriften (art. 55 Const.), met uitzondering van de Constitutie zelf (art. 54 Const.).
Twee antwoorden zijn hier mogelijk: men kan argumenteren dat het BVerfG gelijk heeft in zijn in Maastricht en Lissabon ontwikkelde doctrine, in welk geval een Duitse rechter uiteindelijk het oordeel van het BVerfG voorrang zal moeten geven; of men kan redeneren dat de Van Gend en Loos-doctrine juist is, in welk geval een Duitse rechter uiteindelijk het oordeel van het HvJ EU zal moeten volgen. Beide is, mits goed uitgelegd, goed te rekenen.
Het beginsel van parliamentary sovereignty brengt mee dat er geen hogere norm is dan de door het parlement vastgestelde wet. De HRA is niet van hogere orde dan andere acts, ook al is het de omzetting van verdragsbepalingen, en de rechter kan aan de HRA dan ook geen voorrang geven boven andere acts.
Art. 46: organieke wetten zijn wetten die uitvoering geven aan de Constitution en waarnaar de Constitution ook expliciet verwijst. Speciale voorzieningen:
Art. 46 lid 2: wachttijd
Art. 46 lid 3: Assemblée beslist (bij toepassing art. 45) in laatste instantie met absolute meerderheid
Art. 46 lid 5 j. 61 lid 1: verplichte toetsing door Conseil Constitutionnel
Deze stelling is vanuit de positie van het Hof van Justitie zelf, zoals dat in zijn vaste jurisprudentie sinds Van Gend en Loos en Costa/ENEL is vastgelegd, goed te begrijpen: maar het is vanuit de constitutionele positie van de lidstaten en het beginsel van de bijzondere attributie van bevoegdheden aan de Unie door de lidstaten moeilijk te verdedigen. Het wordt dan ook in een aantal lidstaten ontkend, vooral door het Duitse Bundesverfassungsgericht.
Art. 88-5 geeft twee mogelijkheden:
een referendum;
een goedkeuring door het Congres bij 3/5-meerderheid (zoals bij herziening van de Constitution), indien beide Kamers daar bij 3/5-meerderheid om vragen bij gelijkluidende motie.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Staatsrecht 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1968 |
Add new contribution