Psychodiagnostiek
- 2452 keer gelezen
Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg
Luteijn en Barelds (2018)
Hoofdstuk 3
Het gesprek
De methoden die de psycholoog in de diagnostische fase gebruikt zijn:
Het belangrijkste doel van het intakegesprek is informatieverzameling.
Daarnaast het opbouwen van een goede professionele werkrelatie.
Soms in het gesprek voldoende om de hulpvraag van de cliënt te beantwoorden, is nadere diagnostiek niet nodig en kan de gespreksleider direct overgaan op het geven van een advies.
In andere gevallen wordt na het gesprek aanvullend onderzoek uitgevoerd.
De GGZ is verdeeld in
Functie intake: inventariseren en beslissen of de cliënt met zijn hulpvraag bij deze instelling juist zit.
Daarna teamoverleg over de behandeling en een behandeladvies.
Om een diagnostisch gesprek goed te laten verlopen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
Deze hebben betrekking op:
De omgeving
Het gesprek moet plaatsvinden in een rustige omgeving die niet afleidt van het doel van het gesprek.
De cliënt moet zich voldoende op zijn gemak voelen om persoonlijke en emotionele onderwerpen te bespreken.
De gespreksruimte moet neutraal, maar prettig overkomen.
Het gesprek moet ongestoord kunnen verlopen.
Het kan nuttig zijn om een gesprek op te nemen zodat de gespreksleider niet hoeft te schrijven en zijn of haar aandacht bij de cliënt kan houden.
Ook is voor de gespreksleider en net uiterlijk en vriendelijk gedrag nuttig.
Kennis van de gespreksleider
Een gespreksleider moet over relevante kennis van zaken beschikken.
Vaardigheden van de gespreksleider
De aard van de gegevens
Het intakegesprek binnen een ambulante setting is gericht op inventarisatie van de problemen
Volgens Coyle moeten de volgende onderwerpen in het intakegesprek aan bod komen
In alle ambulante instellingen wordt tijdens of na het eerste gesprek een (voorlopige) classificatie volgens de DSM vastgesteld, die op dit moment (nog) bepalend is voor de vergoeding van de behandeling.
De invloed van de leeftijd van de onderzochte op de inhoud van het gesprek
In gesprekken met volwassenen heeft de leeftijd weinig invloed op de gesprekstechnieken die moeten worden gebruikt, maar wel op de onderwerpen die aan bod komen.
Vier fasen
Volgens Coyle moet in elk gesprek aandacht worden besteed aan thema’s die in de actuele levensfase van de cliënt waarschijnlijk belangrijk zijn.
Ook hier moet de gespreksleider zich steeds afvragen hoe relevant deze informatie is voor de hulpvraag en behandelingsdoelen van de cliënt.
Psychische stoornissen komen vaak naar boven als er een verstoring is tussen de (psychische) draagkracht en de draaglast van de patiënt.
Het is dus belangrijk om bij de probleemanalyse oog te hebben voor actuele thema’s en daar mogelijk aan verbonden stressoren. Deze kunnen per levensfase verschillen.
Vooral in de laatste twee fasen moet toenemend rekening worden gehouden met mogelijke aanwezigheid van cognitieve functiestoornissen, soms gepaard met geheugenstoornissen of de neiging om bepaalde feiten te ontkennen.
Dan is houden van een heteroanamnetisch gesprek met de partner, familie of andere bekenden van de cliënt belangrijk.
De stressoren hoeven niet allemaal uitgevraagd te worden.
De wijze van informatieverzameling
In het intakegesprek moet veel ‘objectieve’ informatie worden verzameld.
Dit gebeurt vaak door vragenlijsten.
Het is de vraag in hoeverre de gespreksleider in een intakegesprek standaard moet vragen naar aspecten die op grond van de verwijzing en het gedrag van de cliënt niet als eerste aandacht lijken te behoeven.
Dit kan gedeeltelijk handig door vragenlijsten.
Vaak zijn emotioneel beladen vragen makkelijker voor de cliënt te beantwoorden in een vragenlijst dan in een gesprek.
Naar aanleiding van de vragenlijst kan de gespreksleider meer informatie verzamelen.
Als voor het gesprek al informatie beschikbaar is, moet de gespreksleider beslissen of deze informatie betrouwbaar en bruikbaar is.
Het is belangrijk dat gespreksleiders dezelfde informatie gebruiken om tot hun oordeel te komen.
Twee instrumenten bedoeld om vaste items op gestandaardiseerde wijze te beoordelen:
In de klinische praktijk bestaan een vloeiende overgang tussen beoordelingsschalen en gestructureerde interviews.
Bijna alle klinische interviews zijn semigestructureerd.
Beoordelingsschalen en gestructureerde interviews verschillen onderling op diverse aspecten
Globaal gesproken worden in de eerste fase van een intake vooral brede instrumenten gebruikt, waarna zo nodig met een gedetailleerd instrument kan worden ingegaan op specifieke klachten.
Voordelen gestructureerde interviews
Nadelen gestructureerde interviews
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid kan op verschillende manieren worden vastgesteld
Structured clinical interview for DSM disorders (SCID-S en SCID-P)
De SCID is een semigestructureerd klinisch interview voor de classificatie van psychische stoornissen volgens de DSM.
Per stoornis wordt er niet meer informatie gevraagd dan voor het stellen van een classificatie nodig is.
SCID-5-S
Is voor de symptoomstoornissen in de DSM-5
SCID-5-P
Voor persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5
Het interview moet worden afgenomen door getrainde interviewers.
De vragen die betrekking hebben op de criteria van de betreffende stoornis worden gescoord op een schaal van 1 tot 3 op aanwezigheid van het symptoom, of ene vraagteken voor ontbrekende of onduidelijke informatie.
De duur van het interview is afhankelijk van het aantal problemen van de cliënt.
De interviewer wordt aangemoedigd om naast de antwoorden op de vragen ook gebruik te maken van andere bronnen van informatie.
Mini internationaal neuropsychiatric interview (MINI)
De MINI (en MINI-plus) zijn gestructureerde diagnostische interviews waarmee de clinicus op systematische wijze DSM- en ICD-10-classificaties kan vaststellen.
Er zijn diverse MINI’s beschikbaar, die verschillen wat betreft:
Het afnemen van de MINI kost 20-30 minuten.
De MINI heeft redelijk goede psychometrische eigenschappen.
Schedules for clinical assessment in neuropsychiatry (SCAN)/present sate examination
De SCAN is bedoeld om de diagnostiek van psychische verschijnselen die bij verschillende psychische stoornissen kunnen voorkomen te standaardiseren.
Health of the nation outcome scales (HoNOS)
De HoNOS is een betrekkelijk eenvoudige beoordelingsschaal om psychisch en sociaal functioneren van cliënten in kaart te brengen en voor het meten van veranderingen op verschillende levensgebieden.
De HoNOS is geschikt voor routinematige outcome-metingen.
Het scoren van de schaal door hulpverleners of beoordelaars vergt slechts beperkte training.
De HoNOS bestaat uit vier subschalen
In totaal bestaat de HoNOS uit twaalf items die worden gescoord op een vijfpunts schaal.
De voorbereiding
Indien voor het gesprek al informatie uit andere bronnen bekend is, moet de gespreksleider beslissen in hoeverre hij deze informatie betrouwbaar en bruikbaar acht.
Dit is afhankelijk van het moment waarop deze informatie werd verzameld.
De gespreksleider moet bij voorkeur voor het gesprek alleen kennisnemen van objectieve informatie (uit tests en onderzoek).
Tijdens het gesprek
In het intakegesprek zijn drie fasen
In de eerste en laatste fase geeft de gespreksleider informatie aan de cliënt, in de middenfase is dit omgekeerd.
Obstakels bij de gespreksleider
De gespreksleider dient zich bewust te zijn van zijn eigen gedachten, gevoelens, vooroordelen, normen en waarden.
Het kan zijn dat er onderwerpen aan de orde komen die de gespreksleider zelf liever vermijdt.
De gespreksleider dient dit van zichzelf te weten en door training en supervisie zich te bekwamen om daar toch adequaat op in te gaan.
Sommige onderwerpen kunnen de gespreksleider ook persoonlijk raken.
Obstakels bij de cliënt
Obstakels die meer van de kan van de cliënt komen zijn vaak een uitvloeisel van diens psychopathologie.
Ieder type cliënt vereist zijn eigen aanpak.
Kenmerken van de gespreksleider, zoals geslacht en leeftijd kunnen voor bepaalde cliënten en bij bepaalde problematiek voor een belemmering zorgen.
Indien mogelijk is het wenselijk hier rekening mee te houden.
Obstakels in de interactie
Sommige cliënten hebben er moeite mee dat ze niets weten over de gespreksleider en de communicatie zo ongelijkwaardig verloopt. Sommige cliënten proberen de communicatie wat ‘gelijkwaardiger’ te maken.
De gespreksleider dient hier vriendelijk, begripvol en duidelijk op te reageren en het eenzijdige karakter van het contact te benoemen.
Sommige cliënten hebben moeite met de autoriteit van de gespreksleider of therapeut.
De gespreksleider dient dan eerst bij zichzelf na te gaan of hij dit gedrag zelf uitlokt.
Hiervoor is motiverende gespreksvoering ontwikkeld.
Positief etiketteren: gedragingen van de cliënt worden in een positieve context geplaatst.
Afhankelijk van de setting en contest kunnen cliënten agressief reageren.
Hulpverleners moeten altijd goed aan hun eigen veiligheid denken.
Crisisinterventie
Het belangrijkste doel van crisisinterventie is ervoor te zorgen dat de crisis verminderd c.q. verdwijnt, waarna kan worden bepaald of de cliënt alsnog de meer gebruikelijke intakeprocedure kan doorlopen.
Goede observatie van het gedrag van de cliënt is van groot belang.
De directe aanleiding tot de crisis moet worden onderzocht, maar het is niet relevant om een hele sociale anamnese af te nemen.
Het adviesgesprek
Het adviesgesprek vormt de afsluiting van de intakefase.
De gespreksleider geeft zijn eigen visie op de problematiek en hulpvraag van de cliënt en geeft een advies over de toekomst.
Het is van belang om regelmatig stiltes te laten vallen, te controleren of alles duidelijk is en of de cliënt zich erbij kan vinden.
Bij voorkeur krijgt de cliënt zo veel mogelijk de informatie op papier mee naar huis.
Het slechtnieuwsgesprek
De gespreksleider moet de cliënt op de hoogte brengen van informatie die de cliënt waarschijnlijk liever niet zou horen.
Vier factoren waarom hulpverleners tegen slechtnieuwsgesprekken opzien
Vijf stappen van een slechtnieuwsgesprek
Elk gesprek moet zo snel mogelijk in een verslag en dossier aanwezig zijn.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel is voor het vak psychodiagnostiek voor het tweede jaar van de studie psychologie aan de uva. De bundel bestaat uit hoofdstukken uit verschillende boeken die geslecteerd zijn door de uva. Besproken wordt hoe diagnostiek plaatsvind en hoe het het beste kan worden
...There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3275 |
Add new contribution