BPOP Hoorcollege 5 - Angststoornissen (biologisch perspectief)

 Angststoornis diagnoses:

  • Paniekstoornis (PD)
  • Sociale angststoornis (SAD)
  • Specifieke fobie
  • Gegeneraliseerde angst stoornis (GAD)

Wel gekenmerkt door angst, maar is volgens de DSM geen angststoornis:

  • PTSD
  • Obsessief compulsieve stoornis (OCD)

Emotionele reacties op een potentiele bedreiging kunnen zijn: negatief affect, negatief gekleurde cognitie, gedragstendenties (vermijding) en fysiologische reacties (activatie van lichaam).

Angst (anxiety) is op de toekomst gericht, vrees (fear) is gericht op acute dingen en paniek is een vreesreactie op een ongepast moment.

Sympatisch zenuwstelsel: faciliteert fight or flight reactie

Parasympatisch zenuwstelsel: faciliteert rustreactie

Bovenstaande reactie gebeuren snel, maar zijn ook snel weer voorbij. De langzame en langdurende reactie is de HPA-as:

Hypothalamus geeft CRH af aan de 

Hypofyse (pituitary), de hypofyse geeft ACTH af aan de 

Bijnier (adrenal cortex), en de bijnier geeft cortisol af. 

De amygdala detecteert dreiging en zet de fysiologische reactie aan. Maar veel meer structuren in het brein zijn betrokken bij angstrespons, waaronder prefrontale structuren. Deze structuren zorgen voor een rem op het angstsysteem (prefrontale controle). 

Genetische basis is eerder aanwezig voor angststoornis dan voor specifieke stoornis. Welke stoornis een individu ontwikkeld wordt bepaald door omgevingsfactoren.

De helft van de variantie in neuroticisme is toe te schrijven aan erfelijke factoren. Een klein deel is toe te schrijven aan bekende genetische varianten.

Verschillende systemen van mogelijke genen:

Corticotrophin releasing factor (CRF): de genetische variatie in de CRF-receptor is gen-geassocieerd met paniek stoornis.

Serotonine: eerstelijns therapie bij angststoornissen richt zich op het serotonerge systeem. Een variant van de serotonine transporter (5HT) is geassocieerd met hogere neuroticisme en amygdala activatie.

Triple Vulnerability model: stelt dat bij de meeste psychologische ziektebeelden er veel factoren aan te wijzen zijn en dat als je een hoge kwetsbaarheid + een factor hebt, het waarschijnlijker is dat je de stoornis ontwikkelt. Waarschijnlijk delen sommige stoornissen (zoals angststoornissen en depressie) ook een erfelijke basis. De drie ‘kwetsbaarheden’ in dit model zijn:

  • Biologische kwetsbaarheid
  • Specifieke psychologische kwetsbaarheid
  • Generaliseerde psychologische kwetsbaarheid

Bij een gegeneraliseerde angststoornis is er sprake van piekeren en toegenomen spierspanning, maar de hartslag neemt niet toe. Spierontspanningstherapie is even succesvol als cognitieve gedragstherapie, waarom is nog onduidelijk.

Functie van neurotransmitters:

GABA: algemeen inhiberend

Dopamine: leren en beloning

Serotonine: regulerend (emotie, informatieverwerking)

Norepinephrine/noradrenaline: emergency / alarm

GABA, serotonine en noradrenaline (maar matig) zijn betrokken bij  GAD.

Oxazepan is een benzodiazepine en faciliteert GABA, waardoor een kalm gevoel ontstaat. Andere voorbeelden van medicatie die gebruikt kunnen worden bij een angststoornis zijn: diazepa, (valium) en alprazola, (xanax). Maar dit is echter alleen symptoombehandeling en heeft bijwerkingen op cognitie, alertheid etc. Ook kunnen patiënten er afhankelijk van worden; reden voor beperkt gebruik.

Bij behandeling wordt eerst cognitieve gedragstherapie gegeven, tenzij er sprake is van een comorbide depressie/angststoornis. Deze behandeling heeft het beste lange-termijn effect. Bij onvoldoende resultaat wordt medicatie gebruikt, met als eerste keus SSRI’s.

Biologische aspecten van een paniek aanval zijn hartkloppingen, transpireren, beven, ademnood, paresthesie (tintelingen in handen). De arousal komt door sterke activatie van het sympatisch zenuwstelsel. De amygdala zorgt voor een (vals) alarm response (op de baseline al). Bij een paniek stoornis is de baseline startle toegenomen.  

Een startle in afwezigheid van een cue is een anticipatie van angst.

Een startle met een cue is een ‘fear potentiated startle’ en is een anticipatie van vrees.

Bij een specifieke fobie is de fear potentiated startle veel groter dan bij de controlegroep.

Hersenactiviteit leidt tot BOLD-response (blood oxygen level dependent) bij een fobie.  

Bij een fobie is er een vergrote activatie van de amygdala te zien: de amygdala is betrokken bij het orkestreren van angstresponsen. Bij een sociale fobie toont de amygdala response op boze gezichten.

In het verklaringsmodel voor een specifieke fobie komt naar voren dat door stress een ‘false alarm’ ontstaat die tot dezelfde response leidt als een ‘true alarm’. Dit is ook het geval bij een psychologische kwetsbaarheid.

De amygdala leidt tot een angst/vrees response en de prefrontale cortex leidt tot een angst/vrees rem.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: JuliaV
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2222