Cognitieve Psychologie (17/18)
De aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Cognitieve Psychologie.
...read more- 2030 keer gelezen
De aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Cognitieve Psychologie.
...read moreDeze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Hoofdstuk 1: Introductie
Cognitieve psychologie is de studie van en naar menselijke functies, zoals waarneming (zintuigen), aandacht, geheugen, denken, beslissen, taal en motoriek. De laatste jaren nemen ook emotie en creativiteit een plaats in. In het boek van Groome wordt cognitieve psychologie aangeduid als: ‘de studie naar de manier waarop onze hersenen informatie verwerken’. In het boek wordt vrij veel aandacht besteedt aan stoornissen, dit is om te kunnen leren hoe hersenen ‘normaal’ zouden moeten functioneren.
Vier benaderingen van cognitieve psychologie:
In de cognitieve psychologie zijn er vier benaderingen om iets te leren over cognitieve processen. De eerste is de experimentele cognitieve benadering. Hierbij worden psychologische experimenten op mensen gedaan om bepaalde cognitieve functies te onderzoeken. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van laboratorium onderzoek. De tweede benadering is computer modellering. Hierbij worden computermodellen gemaakt van hersenprocessen en deze worden vervolgens getest. De derde benadering is die van cognitieve neuroscience, waarbij hersenprocessen bestudeerd worden die een rol spelen bij de cognitieve verwerking, dit wordt gedaan met technieken als EEG, fMRI en PET. De laatste, en tevens belangrijkste, benadering is de cognitieve neuropsychologie. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar functiestoornissen ten gevolge van hersenletsel. Hierdoor kan men iets leren over ‘normale’ hersenprocessen.
Belangrijke onderwerpen binnen de cognitieve psychologie
In het boek komen drie belangrijke thema’s naar voren. De eerste gaat over informatieverwerking. Over informatieverwerking bestaan twee benaderingen, namelijk bottum-up en......read more
Deze sheetnotes 2017/2018 zijn een update & aanvulling op de collegeaantekeningen 2014/2015 en geven gezamenlijk een goed beeld van de besproken onderwerpen tijdens de hoorcolleges van het vak Cognitieve Psychologie.
Er werden geen nieuwe onderwerpen besproken.
Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen.
Cognitieve psychologie is de studie van en naar menselijke functies, zoals waarneming (zintuigen), aandacht, geheugen, denken, beslissen, taal en motoriek. De laatste jaren nemen ook emotie en creativiteit een plaats in. In het boek van Groome wordt cognitieve psychologie aangeduid als: ‘de studie naar de manier waarop onze hersenen informatie verwerken’. In het boek wordt vrij veel aandacht besteedt aan stoornissen, dit is om te kunnen leren hoe hersenen ‘normaal’ zouden moeten functioneren.
In de cognitieve psychologie zijn er vier benaderingen om iets te leren over cognitieve processen. De eerste is de experimentele cognitieve benadering. Hierbij worden psychologische experimenten op mensen gedaan om bepaalde cognitieve functies te onderzoeken. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van laboratorium onderzoek. De tweede benadering is computer modellering. Hierbij worden computermodellen gemaakt van hersenprocessen en deze worden vervolgens getest. De derde benadering is die van cognitieve neuroscience, waarbij hersenprocessen bestudeerd worden die een rol spelen bij de cognitieve verwerking, dit wordt gedaan met technieken als EEG, fMRI en PET. De laatste, en tevens belangrijkste, benadering is de cognitieve neuropsychologie (niet te verwarren met klinische neuropsychologie, zij zijn met name......read more
Theorieën en modellen CP
Hoofdstuk 1:
Schematheorie(Bartlett): perceptuele input wordt geanalyseerd door de input te vergelijken met de items die zich al in ons geheugen bevinden.
Limited-capacity-processor model(Broadbent): mensen hebben problemen om tegelijk aandacht te hebben voor 2 verschillende inputs. Er moet selectief bepaald worden welke input doorgaat en welke niet.
Hebb: Informatie wordt verwerkt in de hersenen door doordat er nieuwe verbindingen tussen neuronen worden gemaakt (wordt gezien als het vormen van herinneringen).
Visies op bewustzijn:
Astonishing hypothese(Crick): het bewustzijn moet enigszins afstammen van het herhaaldelijk vuren van neurale circuits.
Hoofdstuk 2: Perceptie
Template theorie(Shepard en Metzler): om dingen te herkennen heb je templates opgeslagen (innerlijke mentale representaties).
Feature extraction theorieënàvariatie op template theorieën, maar feature theorieën richten zich op onderdelen van een object.
Theorie van Marr: we lopen een aantal stappen door om een interne representatie van een geobserveerd object te krijgen:
Parallel Distributed Processing (PDP)/ neurale netwerkmodellen/ connectionis models: maakt ook gebruik van templates, maar de templates zijn flexibel. Een object wordt gerepresenteerd door de activatie van een patroon van meerdere cellen. Cellen zijn onderdeel van een netwerk en als een object niet geheel met een template (netwerk van cellen) overkomt, dan wordt alleen een gedeelte geactiveerd.
Constructivist approach/theory: we moeten onze perceptie opbouwen uit een stroom van incomplete sensorische informatie. Gebruiken wat we al weten om tekortkomingen op te vullen en om sensorische informatie te interpreteren. We gedragen ons als wetenschappers àhypothese toetsing. Perceptuele hypotheses: wat we denken te zien (hypothese) testen we aan de hand van binnenkomende sensorische informatie. Wisselwerking tussen sensorische informatie (bottom-up) en kennis (top-down).
The Gibsonian view of perception: waar is perceptie voor àperception for action. Bij directe perceptie is een object rijk aan sensorische informatie en geeft zo voldoende informatie (geen behoefte meer aan top-down informatieverwerking).
Hoofdstuk 3: Aandacht
Modellen nav dichotische luistertaak waarbij een participant tegelijkertijd twee verschillende verhalen hoorde, een in elk oor. Selectieve aandacht
.....read moreDeze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Groupthink | Groepsgedrag waarbij het heel makkelijk is om informatie te negeren wanneer het verstrekt wordt door iemand buiten de groep. |
Ergonomie of Human Factors | Studie naar de variabelen die de efficiëntie beïnvloeden van hoe een mens omgaat met de levenloze componenten van een systeem om de doelen van het systeem te bereiken. |
Human performance onderzoeker | Onderzoeker geïnteresseerd in het karakteriseren van de processen binnen het menselijke component van een systeem. |
Human factors specialist | Onderzoeker geïnteresseerd in het ontwerpen van een mens-machine interface om de verwezenlijking van de doelen van een systeem te optimaliseren. |
Environment | Fysieke aspecten van een werkomgeving die de prestatie kunnen beïnvloeden en ook de sociale en organisatorische variabelen die werk makkelijker of moeilijker maken. |
Human-computer interaction (HCI) | Onderzoeksgebied dat toegewijd is aan het vergemakkelijken van de interactie tussen gebruikers en computers. |
Macroergonomie | De interacties tussen de organisatorische omgeving en het ontwerp en implementatie van een systeem. |
Design engineer | Werkt alleen in het domein van de computer |
Human performance onderzoeker | Werkt alleen in het domein van de gebruiker. |
Human factors specialist | Is betrokken bij de relaties tussen machine, gebruiker en omgeving. |
Sensorische psychofysica | Onderzoek naar de sensitiviteit van de verschillende zintuigen. |
Subtractive logic | Het idee dat mentale processen geïsoleerd kunnen worden. |
Human information processing | Benadering die aanneemt dat cognitie tot stand komt door een serie operaties die uitgevoerd worden op informatie afkomstig van de zintuigen. |
Leer curven | Grafiek waarop de prestatie op een taak als functie uitgezet is tegenover de hoeveelheid oefening. |
Taak analyse | Het bepalen van de componenten van een taak. |
Time-and-motion study | Het analyseren van de bewegingen van een werknemer over tijd om te bepalen wat de beste manier is om een taak uit te voeren. |
Pay for performance | Methode waarbij de hoeveelheid compensatie die een werknemer krijgt afhankelijk is van de hoeveelheid delen die voltooid zijn. |
Personeelsselectie | Het uitkiezen van een werknemer die het beste bij een taak past. |
Systems engineering |
Deze bundel bevat oefententamens voor Cognitieve Psychologie aan de Universiteit Leiden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Automatische verwerking | Verwerking waarbij het proces van aandacht niet nodig is. Het is niet gebonden aan een bepaalde capaciteit of bron. Verder is het niet beschikbaar voor bewuste inspectie (in tegenstelling tot gecontroleerde verwerking). |
Behaviorisme | Een benadering die psychologen beperkt tot onderzoek naar enkel extern observeerbaar gedrag. Het verwerpt iedere overweging van innerlijke mentale processen. |
Blindzien | Het vermogen van sommige functioneel blinde patiënten om visuele stimuli te detecteren op een onbewust niveau, ondanks dat ze zich er niet bewust van zijn dat ze de stimuli zien. Dit fenomeen komt vaak voor bij patiënten met schade aan de occipitale kwab. |
Bottom-up (of stimulus gedreven) verwerking | Verwerking die wordt geleid door informatie die is ingekapseld in de stimulus. |
Broca’s gebied | Een hersengebied gelokaliseerd in het linker frontale gebied, dat de beweging van de spraak productie controleert. |
Cell assembly | Een groep van cellen die aan elkaar zijn verbonden zijn om een enkel functioneel netwerk te vormen. Het is voorgesteld door Hebb als een mogelijk biologisch mechanisme dat onderliggend is aan de representatie en opslag van een geheugenspoor. |
Cognitieve neuropsychologie | De studie van de hersenactiviteiten die onderliggend zijn aan cognitieve processen. Dit wordt vaak gedaan aan de hand van onderzoek naar cognitieve beperkingen van patiënten met hersenschade. |
Cognitieve neurowetenschap | De studie van de menselijke cognitie door het te relateren aan hersenstructuren en –functies. Deze worden meestal verkregen door brain-imaging technieken. |
Cognitieve psychologie | De studie van de manier waarop de hersens informatie verwerken. Het omvat de mentale processen die betrokken zijn bij perceptie, leren en geheugenopslag en taal. |
Computer modelling | De vergelijking van menselijke cognitieve processen met een computer. Dit wordt vaak gebruikt als een methode om de haalbaarheid van een informatieverwerking mechanisme te testen. |
Dubbele dissociatie | Een methode om onderscheid te maken tussen twee functies, waarbij ze beide apart beïnvloed kunnen worden door beperkingen ten gevolge van een externe factor, zonder dat de andere functie wordt beïnvloed. Hiermee wordt er bewijs geleverd voor de onderlinge onafhankelijkheid van |
Add new contribution