Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

 

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Sociale en Organisatiepsychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Social and Organizational Psychology
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
Bundle items:
Overzicht theorieën en modellen (Organisatie Psychologie)
Samenvattingen en studiehulp:Psychologie Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden 2022/2023
Crossroads: activities
Crossroad: goals
Follow the author: Psychology Supporter
This content is used in bundle:

Samenvattingen en studiehulp:Psychologie Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden 2022/2023

Inleiding in de psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding in de psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image
  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding in de Psychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel van het vak Introduction to Psychology
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
Geschiedenis van de Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Geschiedenis van de Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak geschiedenis van de psychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1 aan de Universiteit Leiden

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org

Inleiding in de Methodologie en Statistiek : Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Persoonlijkheids, Klinische en Gezondheidspsychologie (PKG): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Toetsende Statistiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Toetsende Statistiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Toetsende Statistiek voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Inferential Statistics
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie - B1 - UL op JoHo.org
Experimenteel en Correlationeel Onderzoek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Sociale en Organisatiepsychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Social and Organizational Psychology
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
Cognitieve Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Bio- en Neuropsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Psychologie en Wetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

College- en werkgroepaantekeningen bij Sociale en Organisatiepsychologie - UL

Lecture notes with Social and Organisation psychology at the Leiden University - 2018/2019

Lecture notes with Social and Organisation psychology at the Leiden University - 2018/2019


WEEK 1

Lecture 1 – Social      04/02/19

 

Introduction

We’re all basic social psychologists all constantly using social assumptions, social derivations of what we see and observe of other people.

We, humans, are a social species -> Social brain hypothesis. Our prefrontal cortex has increased considerable in size over the ages. This led to Robin Dunbar’s social brain hypothesis and experiment. In order to perform well in larger social groups, we need bigger brains. large correlation between larger brain and larger social groups.

Social psychology: what happens to an individual in a group and situations on a group, aka how context influences an individual.

Situational factors used to explain large events such as terrorist attacks or genocide. What makes good people perform such bad act?

Kurt Lewin: Behaviour = f(person x situation). If you want to understand a behaviour, you must look at what happens to a person who finds themselves in a particular situation.

Almost all situations we find ourselves in are social.

Three aspects within social psychology: cognition, motivation and behaviour (interaction between the other two).

Recurring themes:  Individual vs group, cognition vs affect, genes vs environment, evolution vs culture.

If two variable correlate is can be in two ways. X causes Y, X and Y cause Z or Z influences X and Y. If two things seem to correlate but in reality don’t, it is called spurious correlation. If you have a very large data set, it is easy to find any correlation that seems to be true. Correlations are easier to obtain, but they do not say anything about cause and effect, so that is why we perform experiments.

Social psychology often deals with more sensitive topics. Now, we are bound to ethics, but a lot of our information we get from experiments in the past that seriously lacked any ethics boundaries. Important now is that people sign their complete consent.

 

Social Cognition

Themes of the topic social cognition

  1. Humans are ‘cognitive misers’.

We tend to avoid most cognitive effort, we

.....read more
Access: 
JoHo members
College-aantekeningen bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden - 2012/2013

College-aantekeningen bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden - 2012/2013


College 1 Introductie tot het veld

Sociale Psychologie
Sociale psychologie houdt zich bezig met de aard en de oorzaken van individueel gedrag binnen groepen of sociale situaties en het denkvermogen van mensen in bepaalde sociale situaties. Het gedrag van het individu wordt bestudeerd in relatie tot de sociale groep, waar hij of zij deel van uit maakt. Ook de situatie is een belangrijke verklarende factor van het gedrag van een individu. Hoewel het vak dus sociale en organisatiepsychologie heet ligt de nadruk vooral op hoe en waarom een individu handelt in verschillende contexten.

Je kunt situaties volgens de Sociale psychologie vanuit verschillende kaders bekijken en onderzoeken:

  • Binnen personen

  • Tussen personen

  • Binnen groepen

  • Tussen groepen

Wanneer er twee groepen tegenover elkaar staan wordt er vaak negatief gedacht over de andere groep. Als je bijvoorbeeld aan een groep psychologiestudenten vraagt wat zij van rechtenstudenten vinden, zal dit antwoord meestal negatief zijn.

De Sociale psychologie behandelt onderwerpen als:

  • Verliefdheid; Onder welke omstandigheden (wanneer) en hoe worden we verliefd?
  • Agressiviteit; Wat maakt ons agressief? En wanneer worden we agressief?
  • Hulpvaardigheid; Onder welke omstandigheden zijn we bereid om iemand te helpen?
  • Vooroordelen en discriminatie; Hoe ontstaan vooroordelen en discriminatie?
  • Het veranderen van gedrag; Hoe kunnen we problemen oplossen door ons gedrag te veranderen?
  • Samenwerking; Wat is de beste manier om samen te werken?
  • Motivatie; Wat is de beste manier om organisaties te motiveren?
  • Beïnvloeding; Hoe beïnvloeden wij anderen en hoe laten we ons door anderen beïnvloeden?

Organisatie Psychologie
De organisatiepsychologie behandelt welke factoren er van invloed zijn op hoe mensen zich gedragen op het werk of in organisaties. Hoe denken, doen, voelen en handelen zij? Organisatiepsychologie en sociale psychologie zijn nauw met elkaar verbonden. Organisatiepsychologie kan gezien worden als de toepassing van sociale psychologie, waarbij het gaat om het bestuderen van sociale relaties binnen organisaties. Om een organisatorisch aspect te bekijken en te begrijpen grijp je al snel naar sociale psychologie.

Organisatiepsychologie bestudeert mensen op individueel, groeps- en organisatieniveau.

In een organisatie werken veel verschillende mensen met allemaal een andere persoonlijkheid. Dit kan een grote uitdaging vormen. Hoe kunnen we binnen een organisatie zoveel mogelijk problemen vermijden en juist gebruik maken van deze diversiteit? Organisatiepsychologie probeert te onderzoeken wat de beste manier is om met verschillende uitdagingen binnen organisaties om te gaan.

 

Drie.....read more

Access: 
Public
Samenvatting van de colleges week 3 t/m 8 (S&O: Cooperation & Conflict)

Samenvatting van de colleges week 3 t/m 8 (S&O: Cooperation & Conflict)


College 3 Power and conflict issues

 

Macht

'Power’ wordt omschreven als: de capaciteit om de mentale staat van anderen te veranderen door beloningen of straffen toe te passen (of juist weg te nemen of weg te houden) op anderen. Er zijn vijf bronnen van macht:

  1. Expert macht (door informatie)

  2. Referent macht (de macht die je krijgt omdat mensen naar je opkijken of zoals jij willen zijn, zoals celebrities)

  3. Coercive (bestraffingsmacht)

  4. Legitimiteitsmacht (macht die je krijgt door de rol die je hebt, zoals agent)

  5. Reward (beloningsmacht)
     

Je macht in onderhandelingen vergroten kan op diverse manieren:

  • informatie verkrijgen (des te meer informatie je hebt, des te groter te macht)

  • meer BATNA’s (best alternative to negotiated agreement): in hoeverre heb je nog andere opties? (one-sided exit option)

  • je WATNA’s (worst alternative to negotiated agreement) verbeteren
     

Uit een onderzoek met drie condities (one sided exit option, two sided exit option en no exit option) kwamen de volgende conclusies:

  • in een one-sided coöperatief duo werd het vaakst probleemoplossend gedrag gezien

  • in een one-sided competitief duo werden het vaakst algemene bedreigingen (zoals: als je niet een beetje toegeeft dan ga ik wel naar iemand anders toe hoor!)waargenomen

  • in een one-sided competitief duo werden de minste joint outcomes gevonden
     

De verschillen tussen coöperatief gestimuleerde en competitief gestimuleerde duo’s waren het grootst in de conditie van one-sided exit options!
Er is ook onderzoek gedaan naar macht en conflict in een organisatorische context. Greer en van Kleef (2010) deden onderzoek bij teams met een hoge machtspositie en teams met een lage machtspositie. Bovendien werd er gekeken naar de power dispersion (verschillen in macht: hiërarchisch vs. gelijk) tussen de groepsleden binnen een team. De hypothese was als volgt:

In teams met een hoge machtspositie was er weinig power dispersion, terwijl er veel power dispersion was in teams met een lage machtspositie. Teams met een hoge machtspositie presteerden beter in een gelijke structuur en teams met een lage machtspositie presteerden beter in een hiërarchische structuur. De hypothese werd daarom bevestigd.
Conflict issues
Dit onderwerp wordt waarschijnlijk bevraagd op het tentamen.
• Interests: resources: alles wat je kunt tellen of meten (bijv. geld en tijd)
• Values (waardes): iets wat jij belangrijk vindt (bijv. normen of principes)
Conflicten die meer gebaseerd waren op interests zorgden voor een sterke.....read more

Access: 
Public
S&O - Beoordeling en Beinvloeding Collegeaantekeningen

S&O - Beoordeling en Beinvloeding Collegeaantekeningen

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.


College 1 Introductie in de Sociale Cognitieve Psychologie

 

Introductie

 

Bij het waarnemen van de omgeving speelt de mens een actieve rol waarbij er wisselwerkingen zijn in de informatieverwerking tussen de stimulus en de waarnemer zelf. Centrale deelgebieden die besproken worden in deze cursus zijn sociale waarneming, attributie, beslissingen en attitudes. Deze punten vormen de rode draad door het boek en de colleges.

 

Volgens het klassieke behavioristische perspectief hebben we geen toegang (dat wil zeggen dat het niet observeerbaar voor ons is) tot wat er gebeurd tussen de stimulus en het respons. Dit noemen de behavioristen de “ blackbox”.

Sociaal psychologen zijn het hier niet mee eens en vinden dat als iets niet observeerbaar is, dit geen reden is dat het niet onderzocht kan worden. Zij suggereren dat er tussen de stimulus en het respons een informatieverwerkingsproces plaatsvindt waarbij mentale representaties (cognities) worden gemaakt.

 

Kenmerken Cognitieve Sociale Psychologie

 

De Cognitieve Sociale Psychologie ziet de mens als een zelf denkend individu waarbij er nadruk wordt gelegd op het proces van verwerken waarbij het vormen en hebben van schema’s van groot belang is voor het vormen van cognities. De technieken die gebruikt worden zijn te ontlenen aan de functieleer waarbij ook gebruik wordt gemaakt van experimenteel onderzoek.

Zo zijn er binnen de Cognitieve Sociale Psychologie vier dominante mensbeelden. Ten eerste wordt de mens wordt afgeschilderd als een “ cognitieve vrek” die vuistregels en schematische informatieverwerking (zoals het gebruik van stereotypen) gebruikt om alles te vergemakkelijken en inspanning te vermijden. De mens wordt ook gezien als een “ consistentiezoeker” om zo cognitieve dissonantie (dat is een gevoel van tegenstrijdigheid tussen opvattingen) te reduceren op zoek te gaan naar structuur en stabiliteit en betekenis wil geven aan alles wat om hem heen in de sociale wereld gebeurt. De mens wordt ook gezien als naïeve wetenschapper omdat het achter alles oorzaken zoekt en dit doordacht wil doen door zo veel mogelijk af te wegen (Jones en Davis’ attributietheorie blz. 79-88). Tenslotte wordt de mens ook gezien als gemotiveerde tacticus wat een integratie van de bovenstaande mensbeelden is. Motivatie (willen) en cognitieve capaciteit (kunnen) spelen hierbij een centrale rol. Het model van de gemotiveerde tacticus (continuüm van impressievorming blz. 40 en 230-231) beschrijft wanneer iemand stereotypeert en wanneer iemand individualiseert. Wanneer er geen motivatie of cognitieve capaciteit aanwezig is, wordt de mens gezien als een cognitieve vrek en vindt er stereotypering plaats, als dit wel aanwezig is dan wordt.....read more

Access: 
Public
Hoorcolleges s&o: Coöperatie en Conflict

Hoorcolleges s&o: Coöperatie en Conflict

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


College 1: Basics of negotiation

 

Overzicht Cooperation and Conflict
Het vak bestaat uit colleges en uit werkgroepen. Het cijfer van het tentamen (over het boek, de artikelen en de collegestof) telt voor 50% mee voor het eindcijfer, net als het cijfer van de werkgroep. Er zijn in totaal zeven colleges, waarbij het laatste college een gastcollege is. De doelen van de colleges zijn het verwerven van kennis van de belangrijkste onderwerpen van onderzoek in conflict en coöperatie en inzicht in processen van conflict en coöperatie. De werkgroepen zoomen in op een specifiek aspect van conflict en/of coöperatie.
Begrippen:

Conflict is een proces dat begint als jij denkt dat iemand anders jou, of iets waar jij om geeft, iets schadelijks of negatiefs wil toebrengen of aandoen. Dit kunnen grote zaken betreffen als oorlogen, maar ook kleine zaken, bijvoorbeeld als iemand net dáár wil gaan zitten waar jij wilt zitten. Een conflict hoeft dus ook niet per se bewust te zijn. Een groot deel van het dagelijks leven wordt gevuld met conflicten.

Onderhandelen (negotiation) is een (constructieve) manier om een conflict op te lossen tussen twee of meer partijen. Onderhandelen zie je vaak in ‘mixed-motive’ situaties. Dit zijn situaties waarin enerzijds moet worden samengewerkt (coöperatie), maar waar anderzijds ook sprake is van competitie. Er is dus een strijd tussen het individuele- en het gezamenlijke doel.

De bargaining zone is de vrije ruimte waarbinnen onderhandeld zal worden. Bij het onderhandelen heeft elke partij een eerste bod, een doel (target) en een limiet (resistance

point).
 


 

Een voorbeeld: A wil een camera kopen bij B. A heeft als eerste bod €100, als doel €150 en als limiet €200. B heeft echter een eerste bod van €250, een doel van €200 en een limiet van €150. Er is in dit geval dus ook overlap van de twee verschillende limieten. De bargaining zone ligt tussen het doel (target) en de limiet (resistance point) van A en B. Er zal dus onderhandeld worden tussen €150 en €200.


 

Als er geen overlap is van de limieten heet dat negatieve bargaining, bijvoorbeeld A heeft een limiet van €200 en B heeft een limiet van €250, dan heeft onderhandelen dus geen zin.

 

Onderhandelingsmogelijkheden

Allereerst kan er sprake zijn van integratieve oplossingen. Bij dit soort onderhandelingen ontstaat er ‘win-win’: ieder krijgt zijn zin.

Voorbeeld: A.....read more

Access: 
Public
Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Sociale en Organisatiepsychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Social and Organizational Psychology
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org

Oefenmateriaal Sociale en Organisatiepsychologie - UL - Psychologie, jaar 1

TentamenTests bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden

TentamenTests bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden


Meerkeuzevragen:

Vraag 1

Een van de manieren waarop schema’s sociale gedachten beïnvloeden is:

  1. Zorgen dat inconsistente informatie opgeslagen ligt in het geheugen en het snel weer teruggehaald kan worden.
  2. Fungeren als een filter om de aandacht te sturen naar bepaalde informatie en weg te sturen van andere onbelangrijke informatie.
  3. Activatie van meer informatie uit het lange termijn geheugen wat de cognitieve capaciteit vergroot.
  4. Het activeren van de beschikbaarheidsheuristiek en automatisch primen mogelijk maken.

Vraag 2

Wat houdt de fundamentele attributie theorie in?

  1. Gedrag van anderen wordt gezien als dispositioneel in plaats van situationeel.
  2. Eigen gedrag wordt gezien als dispositioneel en gedrag van anderen als situationeel.
  3. Gedrag van anderen wordt gezien als dispositioneel en eigen gedrag als situationeel.
  4. Eigen gedrag wordt gezien als dispositioneel in plaats van situationeel.

Vraag 3

Simon werkt bij Vodafone en probeert een smartphone te verkopen. Ze heeft een speciale aanbieding voor de klant, maar wanneer de klant deze wil kopen, moet de prijs toch onverwachts omhoog, de klant gaat akkoord. Van welke techniek maakt Simone gebruik?

  1. Voet-tussen-de-deur-techniek.
  2. Deur-in-het-gezicht techniek.
  3. Lowballing.
  4. Sociale validatie.

Vraag 4

Welke verschillende technieken onderscheiden we die leden van een organisatie nodig hebben om hun rollen goed te kunnen vervullen?

  1. Technische skills, communicatie skills en conceptuele skills.
  2. Menselijke skills, conceptuele skills en leiderschapsskills.
  3. Technische skills, menselijke skills en conceptuele skills.
  4. Communicatieskills, conceptuele skills en leiderschapsskills.

Vraag 5

Wat is de hoogste graad van culturele sensitiviteit volgens het DMIS model van Bennett?

  1. Ontkenning.
  2. Acceptatie.
  3. Integratie.
  4. Adaptatie.

Vraag 6

Welk van deze karaktereigenschappen wordt niet behandeld door het Big Five model van karaktereigenschappen?

  1. Emotionele stabiliteit.
  2. Intelligentie.
  3. Openheid voor ervaringen.
  4. Extraversie.

Vraag 7

Welk statement over de Myers-Briggs type indicators is niet juist?

  1. Het is een psychometrische vragenlijst.
  2. Het evalueert vier spectrums van psychologische kenmerken.
  3. De vragenlijst is volgens veel wetenschappers een overdreven versimpeling.
  4. De spectrumscore kan worden vertaald naar één van de 8 persoonlijkheidstypes.

Vraag 8

Wat is het halo effect?

  1. Het perceptieprobleem waarmee we een positief of negatief vooroordeel ontwikkelen voor een individu op basis van onze eerste indruk van hen.
  2. Het perceptieprobleem waarrmee we een individu beoordelen op basis van de eerste informatie die beschikbaar is.
  3. Het perceptieprobleem waarmee we een individu beoordelen op basis
.....read more
Access: 
Public
TentamenTests bij Sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden - 2012/2013

TentamenTests bij Sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden - 2012/2013


Vragen

Vraag 1

Wat hebben verschillende behoefte-benaderingen van motivatie met elkaar gemeen?

  1. Ze zijn inmiddels in vergetelheid geraakt
  2. Ze maken een onderscheid tussen lagere orde en hogere orde behoeften
  3. Ze zijn wetenschappelijk goed onderbouwd
  4. Ze gaan ervan uit dat iedereen dezelfde behoeften heeft

Vraag 2

Wat is de meest optimale uitkomst van een onderhandeling?

  1. een compromis
  2. een fixed-pie
  3. een accommodatie
  4. een collaboratie

Vraag 3

Je wil een vriend van je om een grote gunst vragen. Je bent bang dat deze ‘nee’ zal zeggen. Om diens medewerking te krijgen vraag je hem eerst om een kleine gunst. Deze beïnvloedingstechniek heet:

  1. low balling
  2. door in the face
  3. foot in the door
  4. deadline

Vraag 4

Volgens Kelley’s attributietheorie laten we ons bij de verklaring van gedrag van een persoon onder andere leiden door oordelen betreffende distinctiviteit (‘distinctiveness’). Wat verstaat hij onder distinctiviteit?

  1. de mate waarin het gedrag van de persoon in kwestie onverwacht is
  2. de mate waarin de persoon in kwestie op een soortgelijke wijze reageert op andere stimuli
  3. de mate waarin de persoon in kwestie op een soortgelijke wijze reageert op de stimulus op andere tijdstippen
  4. de mate waarin de persoon in kwestie persoonskenmerken bezit die hem onderscheiden van anderen 

Vraag 5

Welke soorten gedragingen worden onderscheiden in de meeste leiderschapstheorieen?

  1. taakgericht vs. relatiegericht gedrag
  2. transactioneel vs. transformationeel gedrag
  3. persoonsgericht vs. situatiegericht gedrag
  4. charismatisch vs. uitwisselend gedrag

Vraag 6

Bij impressieformatie is het in het algemeen zo dat

  1. negatieve informatie zwaarder wordt gewogen dan positieve informatie
  2. informatie over extreem gedrag zwaarder wordt gewogen dan informatie over minder extreem gedrag
  3. a en b zijn beide fout
  4. a en b zijn beide goed

    Antwoordindicatie

    1. B

    2. D

    3. C

    4. B

    5. A

    6. D

    Access: 
    JoHo members
    Sociale en Organisatiepsychologie - Psychologie - UL - B1 - Oefententamen 2014/2015

    Sociale en Organisatiepsychologie - Psychologie - UL - B1 - Oefententamen 2014/2015


    Multiple choice vragen

    Vraag 1

    Het proces om proefpersonen zo veel mogelijk informatie te verstrekken over de experimentele procedures die gebruikt gaan worden voordat de proefpersonen akkoord gaan met deelname aan het experiment, is bekend als:

    1. Het vermijden van misleiding in een onderzoek
    2. Het verstrekken van een uitgebreide debriefing
    3. Het volgen van ethische richtlijnen
    4. Het v erkrijgen van een informed consent

    Vraag 2

    Een manier waarop schema's sociale gedachten beïnvloeden is:

    1. Fungeren als een filter om onze aandacht te sturen naar bepaalde informatie en weg te sturen van andere informatie.
    2. Zorgen dat inconsistente informatie opgeslagen is in ons geheugen en snel weer teruggehaald kan worden.
    3. Activatie van meer informatie uit ons lange termijn geheugen, wat onze cognitieve capaciteit vergroot.
    4. Het activeren van de 'beschikbaarheids' heuristiek en automatisch primen mogelijk maken.

    Vraag 3

    In het algemeen, wanneer mensen misleiding proberen te detecteren..

    1. doen zij dit iets beter dan kans niveau.
    2. vinden zij anderen niet betrouwbaar.
    3. voelen ze de behoefte om beleefd te doen.
    4. confronteren zij anderen vaak direct.

     Vraag 4

    Wanneer mensen in hun sociale wereld bezig zijn dan wensen zij bepaalde persoonlijke aspecten te benadrukken, zowel naar anderen als naar zichzelf. Dit heet...

    1. Integratie ('integration')
    2. Zelf-promotie ('self-promotion')
    3. Zelf-delusie ('self-delusion')
    4. Zelf-werkzaamheid ('self-efficacy')

    Vraag 5

    Wanneer mensen collectief niet begrijpen dat de attitudes van anderen verschillen van hun eigen attitudes, dan vertonen zij:

    1. Attitude onenigheid ('attitude discordance')
    2. Het Stockholm syndroom ('the Stockholm syndrome')
    3. Pluralistische onwetendheid ('pluralistic ignorance')
    4. Introspectie ('introspection')

    Vraag 6

    Het hebben van een negatieve attitude naar leden van een specifieke sociale groep het _______, je verschillend gedragen naar leden van verschillende sociale groepen heet _______.

    1. Vooroordelen; discriminatie
    2. Discriminatie; vooroordelen
    3. Vooroordelen; stereotypering
    4. Stereotypering; discriminatie

    Vraag 7

    Onderzoek heeft aangetoond dat er substantiele cross-culturele verschillen zijn in de behoefte aan individualisering ('individuation'). Deze bevinding suggereert dat er ook cross-culturele verschillen zijn in ________.

    1. Vleijerij ('intgratiation')
    2. Persoonlijke controle ('personal control')
    3. Conformiteit ('conformity')
    4. Samenhang ('cohesiveness')

    Vraag 8

    Het idee dat mensen soms behulpzaam gedrag vertonen om de negatieve emoties die zij zelf ervaren te verminderen heet _______.

    1. Wederkerig altruisme ('reciprocal altruism')
    2. Empatie-altruisme hypothese ('empathy-altruism hypothesis')
    3. Impliciet omstander effect ('implicit bystander effect')
    4. Het negatieve staat verlichting model ('negative state relief model')

    Vraag 9

    De ________ houdt in dat agressiviteit zijn oorsprong heeft in de ervaring en/of observatie van andere mensen.

    1. Impliciete theorie van agressie
    2. Sociaal leerperspectief theorie van agressie
    3. Gedrevenheidstheorie van agressie
    4. Opwindingstheorie van agressie

    Waar/niet waar vragen

    Vraag 10

    Werknemers wiens primaire reden om te werken is om geld

    .....read more
    Access: 
    JoHo members
    TentamenTests bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden - 2016/2017

    TentamenTests bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden - 2016/2017


    Vragen deel a

    Vraag 1

    Een manier waarop schema’s sociale gedachten beïnvloeden, is:

    1. Zorgen dat inconsistente informatie opgeslagen is in ons geheugen en snel weer teruggehaald kan worden.
    2. Activatie van meer informatie uit ons lange termijn geheugen, wat onze cognitieve capaciteit vergroot.
    3. Het activeren van de ‘beschikbaarheids’ heuristiek en automatisch primen mogelijk maken.
    4. Fungeren als een filter om onze aandacht te sturen naar bepaalde informatie en weg te sturen van andere informatie.

      Vraag 2

      Het proces om proefpersonen zo veel mogelijk informatie te verstrekken over de experimentele procedures die gebruikt gaan worden voordat de proefpersonen akkoord gaan met deelname aan het experiment is bekend als:

      1. Het verstrekken van een uitgebreide debriefing
      2. Het vermijden van misleiding in onderzoek
      3. Het volgen aan ethische richtlijnen
      4. Het verkrijgen van een informed consent

        Vraag 3

        In het algemeen, wanneer mensen misleiding proberen te detecteren ..

        1. doen zij dit iets beter dan kans niveau.
        2. vinden zij anderen niet betrouwbaar.
        3. voelen ze de behoefte om beleefd te doen.
        4. confronteren zij anderen vaak direct.

        Vraag 4

        Wanneer mensen in hun sociale wereld bezig zijn dan wensen zij bepaalde persoonlijke aspecten te benadrukken, zowel naar anderen als naar zichzelf. Dit heet...

        1. Integratie (‘integration’)
        2. Zelf-promotie (‘self-promotion’)
        3. Zelf-delusie (‘self-delusion’)
        4. Zelf- werkzaamheid (‘self-efficacy’)

        Vraag 5

        Wanneer mensen collectief niet begrijpen dat de attitudes van anderen verschillen van hun eigen attitudes, dan vertonen zij:

        1. Attitude onenigheid (‘Attitude discordance’)
        2. Het Stockholm syndroom (‘the Stockholm syndrome’)
        3. Pluralistische onwetendheid (‘pluralistic ignorance’)
        4. Introspectie (íntrospection’)

        Vraag 6

        Het hebben van een negatieve attitude naar leden van een specifieke sociale groep heet _______, je verschillend gedragen naar leden van verschillende sociale groepen heet ______

        1. Vooroordelen; discriminatie
        2. Discriminatie; vooroordelen
        3. Vooroordelen; stereotypering
        4. Stereotypering; discriminatie

        Vraag 7

        Onderzoek heeft aangetoond dat er substantiele cross-culturele verschillen zijn in de behoefte aan ‘individuation’. Deze bevinding suggereert dat er ook cross-culturele verschillen zijn in _________.

        1. Vleierij (Íngratiation’)
        2. Persoonlijke controle (‘personal control’)
        3. Conformiteit (‘conformity’)
        4. Samenhang (‘cohesiveness’)

        Vraag 8

        Het idee dat mensen soms behulpzaam gedrag vertonen om de negatieve emoties die zij zelf ervaren te verminderen heet __________.

        1. Wederkerig altruisme (‘reciprocal altruism’)
        2. Empatie – altruisme hypothese (‘empathy-altruism hypothesis’)
        3. Impliciet omstander effect (ímplicit bystander effect’)
        4. Het negatieve staat verlichting model (‘negative-state relief model’)

        Vraag 9

        De ________ houd in dat agressiviteit zijn oorsprong heeft in de ervaring en/of observatie van andere mensen.

        1. Impliciete theorie van agressie
        2. Sociaal leerperspectief van agressie
        3. Gedrevenheids theorie van agressie
        4. Opwinding theorie van agressie

        Vraag 10

        Volgens Kelley’s attributietheorie laten we ons bij de verklaring van gedrag van een persoon

        .....read more
        Access: 
        JoHo members
        Oefenvragen S&O 12-13

        Oefenvragen S&O 12-13

        Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


        Oefenvragen

        1. Leg het verschil uit tussen een groep en een team.
           

        2. Noem de vier functies van management.
           

        3. Welke van deze vaardigheden wordt niet genoemd als een essentiële vaardigheid voor managers om hun organisationele functies en rollen effectief uit te oefenen?

        1. technische vaardigheden

        2. menselijke vaardigheden

        3. creatieve vaardigheden

        4. begripsvaardigheden
           

        1. Deel de volgende ‘work values’ in in de categorieën extrinsieke work values en intrinsieke work values.

        1. Interessant werk

        2. Tijd voor hobby’s

        3. Status in de samenleving

        4. Creatief zijn

        5. Veiligheid op het werk

        6. Hoog salaris

        7. Uitdagend werk

         

        1. Werkattituden zijn vergeleken met work values:

        1. specifieker, langduriger

        2. specifieker, minder langdurig

        3. minder specifiek, langduriger

        4. minder specifiek en minder langdurig

         

        1. Welke 2 werkattitudes zijn belangrijk?

         

        1. Wat zijn de twee zwakheden van The Facet Model?

         

        1. Is het hebben van verantwoordelijkheid op het werk een ‘motivator need’ of een ‘hygiene need’?

         

        1. Wat houdt de Steady-State Theory in?
           

        2. Schema’s zorgen voor een eenzijdige blik op de werkelijkheid. Als een schema geactiveerd is letten we alleen nog op informatie die consistent is met het schema en we negeren informatie die ertegen in gaat. Ze kunnen zorgen voor inaccurate percepties. Zijn er ook nog voordelen aan schema’s? Zoja, welke?

         

        1. Wat is geen impression management techniek?

        1. Aanpassing aan situationele normen

        2. Consistent zijn

        3. Zelfpromotie

        4. De eigen kennis prijsgeven

         

        1. Juist of onjuist?

        I. Impression management wordt vooral gebruikt naar ontvangers die minder macht hebben, zodat het machtsverschil duidelijker wordt.

        II. Mensen die hoog scoren op self-monitoring zullen sneller impression management tactieken, zoals aanpassen aan sociale normen, gebruiken dan mensen die laag scoren.

        1. Alleen I is juist

        2. I en II zijn beide juist

        3. Alleen II is juist

        4. I en II zijn allebei niet juist

         

        1. Bij welke bias ontstaan de volgende problemen?

        • Het vergelijken van evaluaties wordt bemoeilijkt

        • Goede presteerders krijgen niet de juiste herkenning en beloning voor hun goede prestaties en slechte krijgen niet de juiste feedback om hun prestaties te verbeteren.

         

        1. Benoem welk reinforcement-schema hoort bij deze voorbeelden:

        2. .....read more
        Access: 
        Public
        Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

        Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

        • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Sociale en Organisatiepsychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
        • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Social and Organizational Psychology
        • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
        Contributions, Comments & Kudos

        Add new contribution

        CAPTCHA
        This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
        Image CAPTCHA
        Enter the characters shown in the image.
        Access level of this page
        • Public
        • WorldSupporters only
        • JoHo members
        • Private
        Statistics
        2919 1 1
        Last updated
        11-03-2024