Psychologie en Wetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

 

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Psychologie en Wetenschap voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
Bundle items:
Begrippenlijst bij What is this thing called science? van Chalmers

Begrippenlijst bij What is this thing called science? van Chalmers

Begrippenlijst bij What is this thing called science? van Chalmers


Waarneming als praktische interventie - Chapter 2

Galileo

Wetenschapper die in 1609 de eerste telescoop fabriceerde en met behulp daarvan zaken waarnam die daarvoor nooit waargenomen waren.

Passief waarnemen

De opvatting dat men alleen maar zijn ogen hoeft open te doen, of alleen maar ergens naar hoeft te kijken om waar te nemen.

Inductie: theorieën afleiden uit feiten - Chapter 4

......read more

Deductieve redenering

We spreken van geldige deductieve redeneringen, wanneer conclusies afgeleid kunnen worden uit een aantal feiten.

Inductieve redenering

Bij een inductieve redenering wordt uitgegaan van een eindig aantal feiten, waar een algemene conclusie uit getrokken wordt.

Inductivisme

Stroming waarbij inductief geredeneerd wordt.

Inductivisten

Aanhangers van het inductivisme.

Activities abroad, study fields and work areas: 
TentamenTickets bij Psychologie en Wetenschap aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Psychologie en Wetenschap aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets

Bij het vak Psychologie en Wetenschap leer je verschillende manieren van redeneren aan, de daarbij komende drogredenen en de verscheidene manieren om mensen te overtuigen. Daarnaast krijg je inzicht in fraudegevallen en ethische vraagstukken. Hierdoor leer je creatief te denken en te overtuigen. Een aantal tips om je tentamen te halen zijn:

  • Zowel het tentamen als de werkgroepopdrachten gaan altijd over de stof uit de voorgeschreven boeken. Goed lezen en feitenkennis is dus erg belangrijk om dit vak te halen! Leer de theorie dus goed uit je hoofd.
  • Het vak is makkelijker te leren wanneer je je filosofielessen van de middelbare school nog even herhaalt.
  • De colleges zijn belangrijk ter ondersteuning van het boek, daarnaast behoren de colleges ook tot tentamenstof, bestudeer deze dus goed!

Belangrijke onderwerpen die terug zullen komen op het tentamen zijn:

  • Ontwikkelingen in de klassieke wetenschapsleer
  • Hoe kennis tot stand komt
  • De ontwikkeling van kennis
  • Belangrijke redeneervormen
Samenvattingen en studiehulp:Psychologie Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp:Psychologie Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden 2022/2023

Crossroads: activities
Crossroad: goals
This content is used in bundle:

Samenvattingen en studiehulp:Psychologie Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden 2022/2023

Inleiding in de psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding in de psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image
  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding in de Psychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel van het vak Introduction to Psychology
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
Geschiedenis van de Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Geschiedenis van de Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak geschiedenis van de psychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1 aan de Universiteit Leiden

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org

Inleiding in de Methodologie en Statistiek : Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Persoonlijkheids, Klinische en Gezondheidspsychologie (PKG): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Toetsende Statistiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Toetsende Statistiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Toetsende Statistiek voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Inferential Statistics
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie - B1 - UL op JoHo.org
Experimenteel en Correlationeel Onderzoek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Sociale en Organisatiepsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Sociale en Organisatiepsychologie voor de opleiding Psychologie, jaar 1, aan de Universiteit Leiden
  • Voor Engelstalige studiematerialen ga je naar de bundel bij het vak Social and Organizational Psychology
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Startpagina Psychologie Bachelor 1 - UL op WorldSupporter.org
Cognitieve Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Bio- en Neuropsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Psychologie en Wetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Literatuursamenvattingen bij Psychologie en Wetenschap - UL

Book summary of Critical Thinking - Moore & Parker - 13th edition

Book summary of Critical Thinking - Moore & Parker - 13th edition


Why is critical thinking important? - Chapter 1

It is important for people to think critically so that they can make good choices. People often don't realize how irrational some of the decisions they make are. Critical thinking is thinking that criticizes. Critical thinking is to evaluate something against a certain standard. One of the most important things anyone can criticize is reasoning. Reasoning comes into play when people:

  • Form an opinion.
  • Make a judgment.
  • Come to a decision.
  • Develop plans.
  • Propose hypotheses, etc.

Logic is used to determine whether a statement is true, whether the reasoning is correct, and whether we can draw a connection. In this case, it is not about making up statements, but about evaluating (the correctness of) statements that have been made in order to ultimately form the correct conclusions.

To achieve this, people evaluate their thinking on the basis of rationality. When they understand how to think critically, they can use this knowledge to be critical of multiple topics that are important in everyday life. It is also important to remember that criticizing other people's ideas does not mean that they are attacked, but that the logic is sought in something. In addition, criticizing someone is not always an example of critical thinking. One can criticize without thinking about it.

When someone comes to a conclusion, they have a belief. A belief is propositional. That means it is either true or false. A belief is the same as a judgment and an opinion. When a belief is used in an explanatory sense, it produces an assertion as a result. Claims can be considered critically.

A distinction must be made between objective claims and subjective judgments. An objective claim has the following characteristic: whether something is true or false is independent of a person's belief as to whether it is true or false. Objective claims are true or false, but this is not always known. A subjective judgment, on the other hand, is not independent of whether someone thinks it is true

.....read more
Access: 
Public
Philosophy of Science - Van de Velde H1

Philosophy of Science - Van de Velde H1

Hoofdstuk 1 - Wat is de relatie tussen psychologie en wetenschap?

Psychologie verschilt van andere wetenschappen, omdat het zich richt op de mens. In deze samenvatting worden de overeenkomsten tussen psychologie en andere wetenschappen bespreken. Er is geen eenzijdige methode om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Het is bijvoorbeeld ook verschillend of iemand werkt als psycholoog in de wetenschap of als psycholoog in een therapeutische setting. 

De psychologie verschilt van andere wetenschappen, omdat de informatie uit de onderzoeken niet in dezelfde mate te generaliseren is. Er kan niet gesteld worden dan bepaalde zaken 'altijd zo zullen gaan' omdat de psychologie afhankelijk is van menselijk gedrag. Het generaliseren van informatie wordt echter wel vaak gebruikt binnen de psychologie. Dit wordt gekoppeld aan het positivisme van Watson. 

Hoe kunnen logische redeneringen gebruikt worden in de psychologie? Dit wordt verder toegelicht in de samenvatting, samen met de problemen die geassocieerd worden met deze methode. 

Is psychologie betrouwbaar genoeg als wetenschap?

Door de replicatie crisis en fraude in psychologisch onderzoek, wordt psychologie niet altijd als betrouwbaar gezien. Resultaten van psychologisch onderzoek worden vaak beschreven in significantie met een niveau van 5%. Er wordt dan een experimentele conditie met een controle conditie vergeleken. 

Met een significantie van 5% is er nog steeds een kans van 5% dat het gevonden effect niet daadwerkelijk bestaat. De resultaten worden vervolgens ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift. Er wordt vervolgens een peer review uitgevoerd. Hiermee wordt de betrouwbaarheid getest. Dit kan ook worden gedaan door replicatie. Daarbij wordt een onderzoek herhaald. Dit wordt heel vaak niet gepubliceerd of aangehaald door andere onderzoeken. 

Door fraude tijdens onderzoek wordt het wel steeds belangrijker om kritisch naar de resultaten te kijken. Uit onderzoek van Kahneman bleek dat 50-70% van de psychologische onderzoeken niet gerepliceerd kon worden. Hoe kan onderzoek gebruikt worden wanneer het niet gerepliceerd kan worden? Het is dus belangrijk om erachter te komen hoe je het wel kan gebruiken. 

Wanneer er meer statistische analyses worden uitgevoerd, wordt de kans op een vals effect groter. Dit komt doordat je twee keer 95% kans hebt dat er geen effect wordt gevonden. 1 - 0,95 x 0,95 = 0,10. Dit betekent dat je dan 10% kans hebt op een vals positief effect. Het is daarom van belang dat er zo min mogelijk statistische analyses worden gedaan tijdens een onderzoek. Dit effect wordt groter naarmate het vaker gedaan wordt. Het is dus belangrijk dat er niet te veel gezocht wordt naar een significant effect. Een bijkomend probleem is dat veel wetenschappelijke tijdschriften alleen significante resultaten rapporteren. 

Fraude is daarnaast ook een probleem binnen het psychologisch onderzoek. Het bekendste voorbeeld is het onderzoek van Stapel. Het bleek dat hij de resultaten van diverse onderzoeken verzonnen had. Alle controles hadden al die tijd dus niet geholpen om dit eerder aan het licht te brengen. Het is dus belangrijk om altijd kritisch te zijn en om ook onderzoek te doen vanuit falsificatie in plaats van uit verificatie.

Hoe is de stof verder opgebouwd?

Alle onderwerpen uit de stof staan met elkaar in verband.

.....read more
Access: 
Public
Boeksamenvatting bij Critical Thinking - Moore & Parker - 12e druk

Boeksamenvatting bij Critical Thinking - Moore & Parker - 12e druk


Wat is kritisch denken? - Chapter 1

Wat is het belang van kritisch denken en hoe vormt zich een overtuiging?

Het is voor ons van belang om kritisch na te denken zodat we goede keuzes kunnen maken. We hebben vaak niet door hoe irrationeel sommigge beslissen die we maken zijn. Kritisch denken, oftewel, critical thinking is in principe het denken over nadenken. Er wordt gebruik gemaakt van logica om te bepalen of een bewering waar is, of de redenering klopt, en of we een verband kunnen trekken. Het gaat in dit geval niet om het bedenken van beweringen, maar het gaat om het evalueren van (de juistheid van) beweringen die gemaakt zijn om zo uiteindelijk de juiste conclusies te vormen.

Om dit te kunnen bereiken evalueren we ons denken op basis van rationaliteit. Wanneer we begrijpen hoe we kritisch moeten denken, kunnen we deze kennis gebruiken om kritisch te zijn ten opzichte van meerdere onderwerpen die ons in het dagelijks leven bezighouden. Tevens is het belangrijk om te onthouden dat het bekritiseren van andermans ideeën niet inhoud dat we mensen aanvallen, maar dat we de logica ergens in zoeken. Daarnaast is kritiek op iemand geven niet altijd een voorbeeld van kritisch nadenken. Men kan de meest onlogische, ondoordachte kritiek geven, zonder er over na te denken of de redenering logisch of waar is.

Wanneer we tot een conclusie komen, hebben we een overtuiging. Een overtuiging is propositioneel en kan dus waar of onwaar zijn. Een overtuiging is hetzelfde als een oordeel en een mening. Als een overtuiging in een verklarende zin gebruikt wordt, dan geeft dat als resultaat een bewering (=’statement/claim’), en over beweringen kan kritisch nagedacht worden.

Wat zijn belangrijke elementen van kritisch denken?

Bij kritisch denken gaat het vooral om drie dingen: (1) beweringen, (2) kwesties en (3) argumenten. Deze elementen moeten in een gesprek (of in geschreven vorm) vastgesteld kunnen worden om ze verder te kunnen analyseren.

1. Beweringen (‘claims’)

Beweringen zijn dingen die we zeggen of schrijven om informatie over te brengen. Het gaat bij beweringen vaak om stellingen, meningen of overtuigingen. Beweringen kunnen waar of onwaar zijn

.....read more
Access: 
Public
Book summary of Critical Thinking - Moore & Parker - 12th edition

Book summary of Critical Thinking - Moore & Parker - 12th edition


What is critical thinking? - Chapter 1

[TOC]

What is the importance of critical thinking?

For us humans, there is an importance in critical thinking because it aids us in making good decisions. Often we do not realise how irrational our decisions can be, and this is where critical thinking comes in. Critical thinking basically means thinking about our thinking. We make use of logic and reason to determine whether or not a claim is true, if the reasoning behind it is sound and if we can draw a correlation or connection. It is not necessarily about coming up with claim as much as evaluating the correctness of claims that have been made and try to form a proper conclusion.

To achieve this, we evaluate our thinking on the basis of rationality. When we understand how critical thinking works, we can use this knowledge to be critical in multiple subjects and situations in our daily lives. It is, however, important to understand that criticising other people’s claims and ideas does not mean that we want to attack other people, only that we are trying to find the logic in them. Also, criticising other people in not always a case of critical thinking. People can criticise in the most illogical and unreasonable ways, without considering whether or not their claims are true or their reasoning sound.

When we come to a conclusion at the end of a reasoning, we call that a belief. Beliefs are prepositional and can be either true or false. Beliefs can be compared to a judgement or an opinion. When a belief is stated in a declarative way, that is when we start calling it a claim or statement. Claims are things that we can think critically about.

What are important elements of critical thinking?

Within critical thinking, there are three important parts: claims, issues and arguments. These parts can be analysed once they have been determined in conversation or writing.

Claims

Claims are things that we write or declare, to bring across information. With claims we often deal with statements, opinions or

.....read more
Access: 
Public
Boeksamenvatting bij Critical Thinking - Moore en Parker - 11e druk

Boeksamenvatting bij Critical Thinking - Moore en Parker - 11e druk


Wat is kritisch denken? - Chapter 1 (11)

Wat is het belang van kritisch denken en hoe vormt zich een overtuiging?

Het is voor ons van belang om kritisch na te denken zodat we goede keuzes kunnen maken. Kritisch denken (‘critical thinking’) is eigenlijk het denken over denken. Er wordt gebruik gemaakt van logica om te bepalen of een bewering waar is. Het gaat in dit verband niet om het bedenken van beweringen, maar het gaat om het evalueren van (de juistheid van) beweringen die gemaakt zijn om zo uiteindelijk de juiste conclusies te vormen. Om dit te kunnen bereiken evalueren we ons denken op basis van rationaliteit. Wanneer we begrijpen hoe we kritisch moeten denken, kunnen we deze kennis gebruiken om kritisch te zijn ten opzichte van meerdere onderwerpen die ons in het dagelijks leven bezighouden. Tevens is het belangrijk om te onthouden dat het bekritiseren van andermans ideeën niet betekent dat iemand wordt aangevallen.

Wanneer we tot een conclusie komen, hebben we een overtuiging. Een overtuiging is propositioneel en kan waar of onwaar zijn. Een overtuiging is hetzelfde als een oordeel en een mening. Als een overtuiging in een verklarende zin gebruikt wordt, dan geeft dat als resultaat een bewering (=’statement/claim’).

Wat zijn belangrijke elementen van kritisch denken?

Bij kritisch denken gaat het vooral om drie dingen: (1) beweringen, (2) kwesties en (3) argumenten. Deze elementen moeten in een gesprek (of in geschreven vorm) vastgesteld kunnen worden om ze verder te kunnen analyseren.

1. Beweringen (‘claims’)

Beweringen zijn dingen die we zeggen of schrijven om informatie over te brengen. Het gaat bij beweringen vaak om stellingen, meningen of overtuigingen. Beweringen kunnen waar of onwaar zijn en kunnen over van alles gaan. Van sommige beweringen is het meteen duidelijk of ze waar of onwaar zijn. Het is dan niet nodig om kritisch naar deze beweringen te kijken. Bij andere beweringen is dit minder duidelijk en moet er wel kritisch over nagedacht worden.

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting bij de 10e druk van Critical Thinking van Moore en Parker

Samenvatting bij de 10e druk van Critical Thinking van Moore en Parker


Hoofdstuk 1. Kritisch denken

Denken

Het is voor ons van belang om kritisch na te denken zodat we goede keuzes kunnen maken. Kritisch denken (‘critical thinking’) is eigenlijk het denken over denken. Er wordt gebruik gemaakt van logica om te bepalen of een bewering waar is. Het gaat in dit verband niet om het bedenken van beweringen, maar het gaat om het evalueren van (de juistheid van) beweringen die gemaakt zijn om zo uiteindelijk de juiste conclusies te vormen. Om dit te kunnen bereiken evalueren we ons denken op basis van rationaliteit. Wanneer we begrijpen hoe we kritisch moeten denken, kunnen we deze kennis gebruiken om kritisch te zijn ten opzichte van meerdere onderwerpen die ons in het dagelijks leven bezighouden. Ook is het belangrijk om te onthouden dat het bekritiseren van andermans ideeën niet betekent dat iemand wordt aangevallen.

Wanneer we tot een conclusie komen, hebben we een overtuiging. Een overtuiging is propositioneel en kan waar of onwaar zijn. Een overtuiging is hetzelfde als een oordeel en een mening. Als een overtuiging in een verklarende zin gebruikt wordt, dan geeft dat als resultaat een bewering (=’statement/claim’).

Beweringen (‘claims’), kwesties (‘issues’) en argumenten

Bij kritisch denken gaat het vooral om drie dingen: (1) beweringen, (2) kwesties en (3) argumenten. Deze elementen moeten in een gesprek (of in geschreven vorm) vastgesteld kunnen worden om ze verder te kunnen analyseren.

 

1. Beweringen (‘claims’)

Beweringen zijn dingen die we zeggen of schrijven om informatie over te brengen. Het gaat bij beweringen vaak om stellingen, meningen of overtuigingen. Beweringen kunnen waar of onwaar zijn en kunnen over van alles gaan. Van sommige beweringen is het meteen duidelijk of ze waar of onwaar zijn. Het is dan niet nodig om kritisch naar deze beweringen te kijken. Bij andere beweringen is dit minder duidelijk en moet er wel kritisch over nagedacht worden.

Beweringen kunnen objectief of subjectief zijn. Bij een objectieve bewering is de waarheidsbeoordeling onafhankelijk van wat mensen denken. Voorbeeld: ‘Er is leven op Mars’. Of er leven op Mars is of

.....read more
Access: 
JoHo members
Psychologie en Wetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

College- en werkgroepaantekeningen bij Psychologie en Wetenschap - UL

College-aantekeningen bij Psychologie en Wetenschap aan de Universiteit Leiden - 2014/2015

College-aantekeningen bij Psychologie en Wetenschap aan de Universiteit Leiden - 2014/2015

Let op: dit zijn de collegeaantekeningen uit studiejaar 2014-2015. Verwijzingen naar de verplichte stof zijn mogelijk niet meer actueel.


College 1: Logisch positivisme & Categoriale logica

Al heel lang vraagt men zich af wat wetenschap is en hoe men wetenschap moet bedrijven. In de loop der jaren zijn hier verschillende visies op geweest, met als belangrijkste het logisch positivisme (L-P). Logisch positivisme werd lange tijd (tot 1960) gezien als de standaard theorie over wetenschap en is gebaseerd op de natuurwetenschap. Het L-P is van grote invloed geweest op de status van psychologie als wetenschap en ook nu is het nog van invloed op o.a. het vak Methode & Technieken.

Logisch positivisme aan de hand van een voorbeeld


Een klassiek model van wetenschappelijk onderzoek is het infectiemodel van Semmelweis. In 1844 werkte Semmelweis als arts in het ziekenhuis in Wenen. Hij vroeg zich af hoe het kwam dat er al jarenlang op kraamafdeling 1 een veel hoger sterftecijfer was dan op kraamafdeling 2.

De standaard visie in die tijd was dat ziekten ontstonden door ‘epidemische’ invloeden, kortweg ‘slechte’ lucht (De ziekte ‘malaria’ heeft hier haar naam aan te danken; slechte lucht is in het Latijn: mal-aria). Dit verklaarde echter niet het verschil tussen de twee afdelingen. Daarnaast hadden vrouwen die onderweg naar het ziekenhuis begonnen te bevallen veel minder kans op kraamkoorts. Daarom ging Semmelweis systematisch op zoek naar een verklaring. Hij testte verschillende hypothesen maar kwam niet tot een significant verschil tussen de twee afdelingen. In 1847 is er een doorbraak; zijn collega arts Kolletscha wordt verwond door een student tijdens een autopsie-les en sterft vervolgens. Zijn ziektebeeld komt overeen met die van de vrouwen. Het blijkt dat ‘Lijkstof’, rottende stof in de bloedbaan, de oorzaak is van het hogere sterftecijfer op kraamafdeling 1, studenten gaan namelijk direct van de autopsie-les (alleen) naar kraamafdeling 1 gaan om daar de vrouwen te onderzoeken. Door het chemisch reinigen van de handen daalt het sterftecijfer binnen enkele maanden. De hypothese wordt later nog uitgebreid. Semmelweis kwam tot de conclusie dat wondkoorts ontstaat door infectie. 


Er is veel weerstand tegen Semmelweis’ ideeën, de methode van handen wassen is namelijk erg pijnlijk en het idee dat artsen verantwoordelijk zijn voor een ziekte wekt veel weerstand op. Hij wordt ontslagen en gaat naar Budapest om daar te werken in een ziekenhuis. In 1850-1856 is het sterftecijfer in zijn ziekenhuis minder dan 1%. In 1861 publiceert hij zijn boek: ‘Die Ätiologie, der Begriff und die Prophylaxis des Kindbrettfiebers´. Semmelweis zocht.....read more

Access: 
JoHo members
Psychologie en Wetenschap -UL - StudyNotes (2012-2013)

Psychologie en Wetenschap -UL - StudyNotes (2012-2013)

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


College 1: Logisch positivisme & Categoriale logica

 

Al heel lang vraagt men zich af wat wetenschap is en hoe men wetenschap moet bedrijven. In de loop der jaren zijn hier verschillende visies op geweest, met als belangrijkste het logisch positivisme (L-P). Logisch positivisme werd lange tijd (tot 1960) gezien als de standaard theorie over wetenschap en is gebaseerd op de natuurwetenschap. Het L-P is van grote invloed geweest op de status van psychologie als wetenschap en ook nu is het nog van invloed op o.a. het vak Methode & Technieken.

 

Logisch positivisme aan de hand van een voorbeeld
Een klassiek model van wetenschappelijk onderzoek is het infectiemodel van Semmelweis. In 1844 werkte Semmelweis als arts in het ziekenhuis in Wenen. Hij vroeg zich af hoe het kwam dat er al jarenlang op kraamafdeling 1 een veel hoger sterftecijfer was dan op kraamafdeling 2.

De standaard visie in die tijd was dat ziekten ontstonden door ‘epidemische’ invloeden, kortweg ‘slechte’ lucht (Latijn: mal-aria). Dit verklaarde echter niet het verschil tussen de twee afdelingen. Daarom ging Semmelweis op zoek naar een verklaring. Hij testte verschillende hypothesen, maar kwam niet tot een significant verschil tussen de twee afdelingen. In 1847 is er een doorbraak; een collega arts wordt verwond door een student tijdens een autopsie-les en sterft vervolgens. Zijn ziektebeeld komt overeen met die van de vrouwen. Het blijkt dat ‘Lijkstof’, rottende stof in de bloedbaan, de oorzaak is van het hogere sterftecijfer op kraamafdeling 1. Aangezien studenten direct van de autopsie-les (alleen) naar kraamafdeling 1 gaan om daar de vrouwen te onderzoeken.

Door het chemisch reinigen van de handen, daalt het sterftecijfer binnen enkele maanden. De hypothese wordt later nog uitgebreid. Semmelweis kwam tot de conclusie dat wondkoorts ontstaat door infectie.
Er is veel weerstand op Semmelweis’ ideeën, de methode van handen wassen is namelijk erg pijnlijk en het idee dat artsen verantwoordelijk zijn voor een ziekte wekt veel weerstand op. Hij wordt ontslagen, maar in 1861 publiceert hij zijn boek: ‘Die Ätiologie, der Begriff und die Prophylaxis des Kindbrettfiebers´. Semmelweis zocht dus een verklaring (der Begriff) voor het ontstaan van de ziekte. Maar wat is een verklaring? Het is toetsbare voorspellingen genereren. Verklaringen zijn niet hetzelfde als pseudo-verklaringen, waarin iets alleen maar een label opgeplakt krijgt. Een hypothese (verklaring) selecteert de relevante feiten uit een stroom van informatie. Zo kun je gericht onderzoek doen naar de relevante feiten in plaats van alles maar te willen verklaren. Logisch.....read more

Access: 
Public
P&W overzicht college 2

P&W overzicht college 2

College 2

Categoriale logica: geven van verklaringen 

Propositie logica: analyseren van proposities, wanneer zijn ze waar en wanneer niet. Je kijkt naar de status van de hele zin, het gaat om de waarheid van de hele zin, niet om een onderdeel daarvan. Vooral verificatie. Toetsen hypothesen.

Twee soorten: enkelvoudig en samengestelde

  • Enkelvoudige proposities kunnen niet verder worden ontleed. Via een observatie moet je bepalen of ze waar zijn of niet. 
  • Samengestelde proposities ontstaan uit eenvoudigere proposities door gebruik van voegwoorden (en; of; als dan). De voegwoorden bepalen of de zin waar is of niet. 

De voegwoorden en negatie hebben waarheidstabellen. 

Waarheidstabellen: laat zien hoe de waarheid van een samengestelde propositie volgt uit deel-proposities. 

Verificatie: theorie (algemene uitspraak) die overeenstemt met observatie is waar

Confirmatie: theorie (algemene uitspraak) die overeenstemt met observatie wordt bevestigd 

Modus Ponens: stellende wijs, afkappingsregel àP=1; Q=1; als P dan Q, 

Modus Tollens: opheffende wijs, falsificatie àP=0; Q=0; als P dan Q = 1

Verificatie hypothese: hypothese bevestigen, na bevestiging stoppen met zoeken. 

Popper: was het oneens met wetenschappers. Hij vond dat een theorie falsificeerbaar dient te zijn. We leren meer van onze fouten: kennis groeit bij poging fouten te verbeteren. Objectieve kennis is kennis die bekritiseerd kan worden. 

Popper geeft ander demarcatie-criterium: een theorie is wetenschappelijk als het gefalsifieerd kanworden. Een theorie die niet gefalsificeerd kan worden heeft geen empirische inhoud.  

Falsificatie: aantonen dat iets niet klopt. 

Tautologie: uitspraak die altijd waar is: als P dan P àals het vriest, dan vriest het = niet falsificeerbaar àgeeft geen nieuwe informatie 

Contradictie: uitspraak die altijd niet waar is: P en niet P àhet vriest en het vriest niet 

Duhem-Quine stelling: aanval op falsificatie, het is niet duidelijk wat er gefalsificeerd wordt bij een negatieve uitkomst. Observatie uitspraken kun je niet afzonderlijk toetsen. Bij negatieve test kun je de uitspraak behouden en iets anders in de theorie veranderen (VB: het meetinstrument (IQ-test: meetinstrument is verkeerd).

Access: 
JoHo members
College- werkgroepaantekeningen week 4 en 5 (P&W)

College- werkgroepaantekeningen week 4 en 5 (P&W)

Bevat de college- en werkgroepaantekeningen van week 4 en 5.


College 4: Overzicht Wetenschapsleer & Logica (12-05-2015)

Logisch positivisme

Het Logisch Positivisme domineerde de wetenschap tot 1960 en is in deze tijd nog steeds van invloed. Het logisch positivisme richt zich op de context of justification. Context of justification is de rechtvaardiging van een theorie op basis van logische- en ervaringsgronden. De waarheid van een theorie komt dus voort uit observatie-uitspraken. Feiten die door observatie zijn verkregen vormen de basis van wetenschap, wat vergelijkbaar is met de common sense view of science (Chalmers). Hierbij zijn feiten direct gegeven, betrouwbaar en onafhankelijk van theorie. Je kunt alleen iets observeren als het meetbaar is, daarom moet men een theoretisch begrip operationaliseren. Operationaliseren is aangeven hoe je een theoretisch begrip kunt meten (observeren). Een voorbeeld hierbij is intelligentie meten door middel van een IQ score.

 

Het doel van logisch positivisme is het formuleren van een universele methode van wetenschap. Het demarcatiecriterium maakt hierbij onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap (onzin). Dit leidt tot een vooruitgang in de wetenschap.

 

Het logisch positivisme maakt gebruik van twee vormen van logica: inductie en deductie. Inductie is het afleiden van een universele uitspraak uit bijzondere uitspraken. Er zijn vier categoriale beweringen bij het inductivisme. A en E zijn algemeen, terwijl I en O individueel zijn. Verder zijn A en I bevestigend, en E en O zijn ontkennend.

 

Het doel van wetenschap is om tot een deductief-nomologische verklaring te komen. Hierbij wordt uit algemene wetten en begincondities (explanans) een conclusie afgeleid (explanandum). Een deductief-nomologische verklaring wordt verkregen door deductie. Deductie is een individuele uitspraak (conclusie) logisch afleiden uit andere uitspraken (premissen). De basisvorm hiervoor is een syllogisme. Modus ponens is zo’n syllogisme: Als P dan Q, P, dus Q.

 

Deductie wordt ook gebruikt voor verificatie, het toetsen van hypothesen. De redenering van een verificatie is als volgt: Als P dan Q, Q, dus P. Helaas geldt dit niet altijd, daarom wordt verificatie ook wel de drogreden van de consequens genoemd. De oplossing van dit probleem is confirmatie. Volgens Chalmers zijn feiten uitspraken over objecten in de buitenwereld, waardoor ze feilbaar zijn. Er heerst dus een inductieprobleem, aangezien inductie nooit zekerheid geeft. Bewijzen hoort thuis in de logica, niet in de wetenschap.

 

 

Popper

Inductie en verificatie zijn geen logisch geldende redeneringen en geven dus geen zekerheid. Popper kwam daarom met het begrip falsificatie. Volgens Popper kunnen individuele gevallen namelijk algemene wetmatigheden falsifiëren. Hierbij geldt het syllogisme van de vorm modus tollens: Als P dan Q, niet Q, dus niet P. Dit is de opheffende wijs. Door je te richten op de mogelijkheid van falsificatie van theorieën en hypothesen ontstaat.....read more

Access: 
Public
Psychologie en Wetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Oefenmateriaal Psychologie en Wetenschap - UL - Psychologie, jaar 1

TentamenTests van Critical Thinking - Moore & Parker - 12e druk

TentamenTests van Critical Thinking - Moore & Parker - 12e druk

Voorbeeld tentamenvragen bij Critical Thinking van Moore & Parker


Wat is kritisch denken? - Tentamen 1

Vragen

Vraag 1

Wanneer doen we aan kritisch denken?

Vraag 2

Wat zijn de drie kernelementen van kritisch denken?

Vraag 3

Wat wordt bedoeld met ‘cognitieve bias’?

Vraag 4

Wat zijn heuristieken?

Vraag 5

Wanneer zeggen we dat een claim ‘waar’ is?

Antwoordindicatie

Vraag 1

We doen aan kritisch denken wanneer we onze gebruik maken van onze redeneringen om op conclusies te komen.

Vraag 2

De drie kernelementen van kritisch denken zijn (1) beweringen, (2) kwesties, en (3) argumenten.

Vraag 3

‘Cognitieve bias’ is een overtuiging die wordt beïnvloed door onbewuste kenmerken van de menselijke psychologie.

Vraag 4

Heuristieken zijn algemene regels die we onbewust gebruiken bij het schatten van waarschijnlijkheden.

Vraag 5

Een claim is ‘waar’ wanneer deze vrij is van error.

Welke twee manieren van redeneren zijn er? - Tentamen 2

 

Vragen

Vraag 1

Wat is een deductief argument? Wat is precies de relatie tussen de conclusie en premissen? Wanneer kan de conclusie onjuist zijn?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen een deductief en een inductief argument?

Vraag 3

Beschouw de volgende redenering: 'Tot nu toe heeft inductie altijd goed gewerkt, dus is het een methode die altijd goed zal werken'.

Wat voor soort redenering is dit? Is het een overtuigende redenering?

Vraag 4

Wat is het probleem met inductie? Wat zou het kunnen betekenen voor de rechtvaardiging van wetenschappelijke kennis?

Vraag 5

Uit welke twee delen is een argument standaard opgebouwd?

Vraag 6

Wat is het verschil tussen een deductief argument en een inductief argument?

Vraag 7

Wanneer is een argument valide?

Vraag 8

Welke drie niveaus van overtuigingen bestaan?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Een deductief argument bestaat uit premissen. Premissen zijn voor waar aangenomen uitspraken, uitgangspunten, en een conclusie die daar logisch uit volgt. Als de premissen juist zijn, is de conclusie dat ook, wanneer je het met de premissen eens bent, ben je dat ook met de conclusie.

Bijvoorbeeld:

.....read more
Access: 
Public
TentamenTests bij de 4e druk van What is this thing called science? van Chalmers

TentamenTests bij de 4e druk van What is this thing called science? van Chalmers


Oefenvragen bij hoofdstuk 1 van het boek What is this thing called science? van Chalmers

Vragen bij het eerstejaarsvak Psychologie en Wetenschap aan de UL

Let op: vragen bij dit vak zijn gedeeltelijk gebaseerd op de literatuur en aanvullend op de colleges.

Vraag 1

Wat is de gezondverstand-visie op wetenschap (common sense view of science) waar chamlers naar refereert?

Vraag 2

Geef aan waarom waarnemingen niet alleen bepaald worden door het waargenomen object en geef hierbij een voorbeeld.

Vraag 3

Wat betekent het dat een theorie ondergedetermineerd kan zijn door de data?

Vraag 4

Wat is operationaliseren?

Vraag 5

Wat bedoelt Hanson met de opvatting dat observaties theoriegeladen zijn?

Vraag 6

Waarom ondergraaft Hanson’s opvatting over "theory-ladenness" het Logisch Positivisme?

Overige oefenvragen

Vraag 1

Wat zijn feiten en waarin verschillen ze van waarnemingen?

Vraag 2

Door o.a. welke belangrijke persoon ging men in de 17e eeuw observaties zien als basis van de wetenschap?

Vraag 3

Welke overeenstemmende overtuiging hebben empiristen en positivisten ten aanzien van feiten?

Vraag 4

Sommige wetenschappers vinden dat feiten ten grondslag liggen aan de wetenschap. Noem drie van hun aannames.

Vraag 5

Verklaar waarom twee mensen die hetzelfde waarnemen, onder dezelfde omstandigheden, toch iets anders zien.

Vraag 6

Wat maakt het mogelijk om waarnemingsfouten te verbeteren?

Antwoorden vragen bij het eerstejaarsvak Psychologie en Wetenschap aan de UL

Vraag 1

Wetenschap zou zijn "afgeleid van feiten". Dit is volgens Chalmers niet volledig juist, maar er zit wel een kern van waarheid in.

Vraag 2

Waarnemen via het oog is meer dan dat wat we zien. Door de perceptie en ervaring van de waarnemer kunnen twee mensen die hetzelfde waarnemen (hetzelfde beeld op hun netvlies krijgen), onder dezelfde omstandigheden, toch iets anders zien. Het eindresultaat wordt bepaald door onze verwerking. Bovendien kan training ons vermogen om details te onderscheiden in complexe beelden verhogen. Wanneer tandarts de Vries een foto maakt van mijn gebit, zal hij hier makkelijker dieperliggende systemen en details in kunnen onderscheiden en beschrijven. Hoewel mijnheer de Vries en ik naar dezelfde foto kijken, zien we allebei wat anders.

Vraag 3

.....read more
Access: 
JoHo members
Psychologie en Wetenschap - UL - TentamenTests (2015-2016)

Psychologie en Wetenschap - UL - TentamenTests (2015-2016)


Logisch positivisme & Categoriale logica

Open Vragen

Vraag 1

Wat is de common sense view of science die Chalmers beschrijft?

Vraag 2

Waarom worden waarnemingen niet alleen bepaald door een waargenomen object? En geef een voorbeeld.

Vraag 3

Wat bedoelt Chalmers als hij zegt dat observeerbare feiten objectief maar ook feilbaar zijn?

Vraag 4

Beschrijf het proces van inductie. Waarom geeft dit geen zekerheid? Wat is het inductieprobleem dat Chalmers beschrijft?

Vraag 5

Wat is het verschil tussen een deductieve en een inductieve redenering? Geef van beide een voorbeeld.

Vraag 6

Bekijk de volgende redenering: tot nu toe heeft inductie altijd goed gewerkt, dus is het een methode die altijd goed zal werken. Wat voor soort redenering is dit? Is het overtuigend?

Vraag 7

Wat is een deductief nomologische verklaring? Beschrijf de begrippen die hierbij gebruikt worden. Voor welke wetenschapstheorie zijn deductief nomologische verklaringen belangrijk?

Vraag 8

Wat zijn categoriale beweringen? Welke vier hoofdtypen kun je onderscheiden? Geef van elk een voorbeeld.

Vraag 9

Wat is een syllogisme? Wat zijn de belangrijkste begrippen die hierbij voorkomen? Waarom zijn ze belangrijk voor de wetenschap?

Vraag 10

Wat zijn de twee belangrijkste bronnen van kennis volgens het logisch positivisme? Geef een korte beschrijving van beide. Waarom zijn deze zo belangrijk?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Dat wetenschap gebasseerd is op feiten. Op wat we kunnen horen, zien, voelen etc.

Vraag 2

Wat er precies op je netvlies valt is anders dan dat wat je "ziet" twee mensen kunnen op precies dezelfde tijd, onder dezelfde omstandigheden en vanuit hetzelfde punt iets observeren, maar toch iets anders zien. Dit komt omdat mensen niet alleen zien wat op hun netvlies valt, maar ook kennis, wetenschap en ervaring toepassen om te kunnen verklaren wat ze echt "zien".

  • Voorbeeld: een dokter die een röntgenfoto maakt. Waar ik alleen een zwartwit foto van en paar botten ziet kan hij bijvoorbeeld allerlei dieperliggende systemen onderscheiden en beschrijven. Terwijl dezelfde foto op ons netvlies valt, zien we allebei wat anders.

Vraag 3

Observaties van verschillende personen kunnen tot dezelfde conclusie leiden (5 verschillende mensen kunnen bijvoorbeeld meten dat een potlood 10 cm is en allemaal dezelfde conclusie trekken) hier zie je dus dat een observeerbaar feit objectief is. Er zijn als het ware allerlei tests die een observatie kan ondergaan om te kijken of het als waar aangenomen kan worden en als het al deze tests doorstaat wordt het gezien als een feit. Maar misschien kan een observatie nu alle tests doorstaan hebben maar in de toekomst kan misschien wel een test komen die zegt dat de observatie geen feit is. Op deze manier is een observeerbaar feit feilbaar.

Vraag.....read more

Access: 
JoHo members
TentamenTests bij Psychologie en Wetenschap aan de Universiteit Leiden - 2012/2013

TentamenTests bij Psychologie en Wetenschap aan de Universiteit Leiden - 2012/2013

Deze TentamenTests zijn gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


Critical Thinking van Moore & Parker - Vragen

 

  1. Wat is volgens de logica een bewering?

  2. Bedenk drie beweringen die voldoen aan de regels van de logica.

  3. Ga na of de volgende bewering subjectief is: "Marijke heeft de ziekte kanker". Gebruik de contradictie test.

  4. Wat is het verschil tussen een deductief en een inductief argument?

  5. Wat is volgens de logica een goede manier om een argument te identificeren? En waarom is dit nodig?

  6. Noem twee dingen waardoor een bewering onduidelijk kan zijn. Leg ze uit.

  7. Noem drie typen definities, leg ze uit en geef een voorbeeld.

  8. Waar hangt de geloofwaardigheid van een bewering vanaf?

  9. Wat is aanvankelijke aannemelijkheid?

  10. Waarom moet je oppassen als je bij het beoordelen van een bewering uit gaat van je eigen waarneming?

  11. Wat is retorica?

  12. Geef vier voorbeelden van retorische middelen en leg ze uit.

  13. Onder welke categorie van retorische middelen vallen de volgende uitspraken:

    1. Je was weer eens je verstand verloren.

    2. Surinamers zijn luie mensen.

    3. Ik zeg niet dat jij het gedaan hebt, maar die papieren zijn niet goed gerangschikt.

    4. Door huidartsen aanbevolen.

    5. Neem hem niet serieus, hij is nog maar een kind.

    6. Heb jij een acht gehaald voor het tentamen? Nou, dan ben ik Einstein. (haha)

    7. Dat heb ik nu al tig keer gezegd.

    8. Wat een afgrijselijk belachelijke trui heb jij aan zeg.

    9. Met dat kapsel lijk je op een bloemkool.

  1. Waarom moet je oppassen als je foto- of filmmateriaal bekijkt?

  2. Wat is een surrogaatbewijs?

  3. Wat is een drogredenering?

  4. Noem drie instrumenten waarmee een drogredenering tot stand komt. Leg ze uit.

  5. Welke denkfout is dit?

  1. Als jij mij slaat, mag ik jou slaan.

  2. Ik ben tegen stierenvechten. In Spanje mag het, dus als het daar gebeurd is het niet erg.

  3. Is dit bureau goed beveiligd vraag je? Dit is de veiligste provincie van het land?

  1. Wanneer ben je bezig met ‘apple polishing’?

  2. Herschrijf de volgende bewering zo dat het een ‘schuldgevoel argument’ wordt: Autorijden is

  3. .....read more
Access: 
Public
Psychologie en Wetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Follow the author: Psychology Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2732