Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16108 keer gelezen
Dit onderzoek focust op de vraag of er iets uniek is aan de adolescentie, waardoor jongeren vaker problemen vertonen. De hypothese hierbij is dat er een mismatch bestaat tussen de behoeften van de adolescent en de mogelijkheden die uit hun sociale omgeving aangeboden worden. Adolescenten vertonen vaker problemen op school, maar ook in gezinsinteracties. Adolescenten krijgen ruzie met hun ouders, wat veroorzaakt kan worden door intrapsychische veranderingen tijdens de adolescentie. Andere verklaringen zijn dat in deze periode er veel verandert in het leven van de adolescent, zoals het veranderen van school. Er kan sprake zijn van een onvoldoende person-environment fit in de nieuwe school.
Dit onderzoek focust op de vraag of er iets uniek is aan de adolescentie, waardoor jongeren vaker problemen vertonen. De hypothese hierbij is dat er een mismatch bestaat tussen de behoeften van de adolescent en de mogelijkheden die uit hun sociale omgeving aangeboden worden. Adolescenten vertonen vaker problemen op school, maar ook in gezinsinteracties. Adolescenten krijgen ruzie met hun ouders, wat veroorzaakt kan worden door intrapsychische veranderingen tijdens de adolescentie. Andere verklaringen zijn dat in deze periode er veel verandert in het leven van de adolescent, zoals het veranderen van school. Er kan sprake zijn van een onvoldoende person-environment fit in de nieuwe school.
Er zijn verschillende visies op de rol die de school speelt in deze interactie. De grootte van de school kan invloed hebben. Zo is uit onderzoek gebleken dat kleine scholen veel voordelen bieden op het gebied van motivatie. Ook de kwaliteit van de leraar en de kwaliteit van de leerkracht-leerling interactie kan hier invloed op hebben. Een verandering in deze factoren kan dus invloed hebben op het functioneren van een adolescent.
De person-environment fit suggereert dat adolescenten die geen goede fit hebben met hun omgeving, slechter zullen functioneren. Leerkrachten zullen er dus alles aan moeten doen om de fit tussen (de behoeften van de) leerling en omgeving ideaal te maken, ook als de behoeften veranderen. Hierbij moet uitgegaan worden van wat de behoeften zijn, hoe de leerling gemotiveerd kan worden tot verdere ontwikkeling en hoe de ontwikkeling verloopt in vergelijk met andere leerlingen. De fit wordt beïnvloed door verschillende factoren en kan dus ook door verschillende factoren veranderen. Zo spelen schoolniveau, grootte van de school en bureaucratie een rol. In de overgang tussen basisschool en middelbare school zijn zes patronen te onderscheiden:
Op middelbare scholen is er een grotere nadruk op de macht van de leerkracht en discipline, terwijl op de basisschool meer ruimte is voor eigen inbreng en keuzes. Dit kan voor problemen zorgen aangezien er autonomie weggenomen wordt bij de overgang.
Op de middelbare school is er minder persoonlijk en positief contact tussen leerling en leerkracht. Daarnaast vertrouwen leerkrachten hul leerlingen minder dan op de basisschool.
Op de middelbare school wordt meer klassikaal gedaan en worden resultaten en voortgang openbaar geëvalueerd. Dit verhoogd de concurrentie tussen leerlingen.
Een van de grootste gevonden verschillen is dat leerkrachten in de brugklas (7th grade) zichzelf als minder bekwaam beoordelen, zeker met leerlingen die problemen vertonen.
Het werk in de brugklas vereist minder cognitieve vaardigheden dan dat op de basisschool. Er wordt vaak vanuit gegaan dat dit wel zo is, terwijl uit het onderzoek blijkt dat vooral in het 3e jaar op de middelbare school (grade 9) de weinig eisende activiteiten het meest voorkomen.
Er bestaat een groot verschil in beoordeling van competentie en prestaties tussen de basisschool en middelbare school. Op de middelbare school wordt kritischer gekeken naar hoe een leerling presteert en zijn de cijfers gemiddeld lager. Dit kan een grote impact hebben op het zelfvertrouwen van de leerling en daarmee op motivatie.
Adolescenten hebben een veilige, intellectueel stimulerende omgeving nodig om met deze veranderingen om te kunnen gaan. Er is dus veel mis met het systeem zoals het nu is. De keuzevrijheid wordt beperkt, juist nu adolescenten daar behoefte aan hebben. Cognitieve vaardigheden worden niet getest, terwijl die juist groeien en de sociale groepen rond de jongeren worden door de overgang naar een andere school opgebroken. En dat terwijl peer-ondersteuning erg belangrijk is in deze periode. Deze fouten liggen echter in het bureaucratische systeem, en niet bij de leerkrachten. Zij hebben vaak ook moeite met les geven op een manier die bij hen past, en effectief is voor de leerlingen.
In dit onderzoek worden de zovenstaande veranderingen nader bekeken. Er werd een 2-jarig longitudinaal onderzoek gestart op 12 scholen met in totaal 1500 leerlingen. Het grootste verschil dat gevonden werd was het zelfvertrouwen van de leerkrachten in hun werk. Dit had invloed op de zelfredzaamheid van de leerlingen. Ook deze relatie is getest, waaruit naar voren kwam dat leerlingen die van een leerkracht met veel zelfvertrouwen overschakelden naar een leerkracht met weinig zelfvertrouwen aan het eind van hun eerste jaar op de middelbare school (7th grade) zichzelf lager inschatten met betrekking tot bekwaamheid in schoolvaardigheden dan leerlingen die gelijk bleven of erop vooruit gingen wat betreft zelfvertrouwen van de leerkracht. Een verandering in de aard van de relatie met de leerkracht heeft invloed op de interesse van leerlingen in het vak dat de leerkracht geeft. Dit werkt twee kanten op, leerlingen die de leerkracht aardig vinden zullen meer hun best doen voor zijn vak, terwijl leerlingen die het slecht kunnen vinden met de leerkracht vaak minder interesse tonen in het vak.
De person-environment fit is ook getest in dit onderzoek. De ontwikkeling tijdens de puberteit leidt tot een behoefte aan meer autonomie. Dit is duidelijk te zien bij onderzoek onder de meisjes. Vroege starters gaven aan minder autonomie te ervaren dan meisjes die op tijd, of laat in de puberteit kwamen. De behoefte veranderde dus, terwijl het aanbod gelijk bleef. Leerkrachten behandelden vroege starters anders dan de meisjes die op tijd of laat starten met de puberteit. Daarnaast ervaren de vroege starters de klas anders dan de andere meisjes. Hoe dit precies werkt moet nog onderzocht worden.
Door de slechte fit die vroege starters ervaren, lopen zij meer risico op regeloverschrijdend gedrag en spijbelen. Meisjes die aangeven dat ze geen zeggenschap hebben, maar dat wel zouden moeten hebben (can’t but should), lopen meer risico op normbrekend gedrag en slechte resultaten op school.
Ook in de gezinnen verandert er veel als jongeren van school wisselen. Er ontstaat een stressvolle periode waarin jongeren autonomer willen worden, terwijl de ouders vaak nog niet toe zijn aan het loslaten van de regels. Jongeren gaan ook steeds meer tijd doorbrengen met vrienden in plaats van thuis. Jongeren komen in aanraking met andere ouders en gaan zich afvragen of de opvoedpraktijken van hun ouders wel zo goed zijn. Dit leidt vaak tot het betwijfelen van de autoriteit van de ouders. Daarentegen kunnen ouders juist beschermender worden aangezien ze de veranderingen in hun kinderen opmerken. De meeste ruzies gaan over kleine zaken zoals je kamer opruimen. Dit komt doordat de jongere vindt dat dit nu zijn eigen zaak is, terwijl ouders vast willen houden aan de regels die zij opgesteld hebben. Deze autonomie niet krijgen kan problemen op school en zelfvertrouwen van de jongere beïnvloeden.
De omgeving van adolescenten moet een goede fit zijn met de behoeften van de adolescent. Dit geldt zowel voor school als voor in het gezin. Voor het welzijn van de leerling en de leerkracht zou er veel moeten veranderen op de middelbare scholen. Daarnaast zal er meer onderzoek gedaan moeten worden naar de person-environment fit bij adolescenten thuis.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1321 | 1 |
Add new contribution