Actietheorie – gecontroleerde bewegingen zijn het resultaat van een wisselwerking tussen een zenuwstelsel, een spier-skeletsysteem en een omgeving.
Motortheorie – gecontroleerde bewegingen zijn het resultaat van motorprogramma’s in de hersenen die het stomme en passieve lichaam aansturen.
Sense-model-plan-action –
Leer van de vier oorzaken – vier oorzaken (stoffelijke, vormgevende, werkende en doeloorzaak) die volgens Aristoteles noodzakelijk zijn om veranderingen en de wereld om ons heen te begrijpen.
Mechanisering van het wereldbeeld – voorstelling van de wereld verklaard vanuit de wetten van de mechanica.
Mechanistische verklaring – verklaringen in termen van wat er in de tijd aan vooraf gaat.
Principe van valversnelling – stelling van Galilei waarin hij beweert dat de valsnelheid van objecten onafhankelijk is van hun massa.
Teleologische verklaring – verklaringen in termen van een doel, functie, of eindtoestand.
Traagheidsprincipe – stelling van Galilei waarin hij beweert dat beweging geen kracht veronderstelt en een bewegend voorwerp door zal blijven bewegen in afwezigheid van wrijvingskracht.
Wetten van Newton – drie bewegingswetten en zwaartekrachtwet van Newton waarmee hij veel verschillende fenomenen kon verklaren en de wetenschap vooruit bracht.
Axioma – een stelling die dient als bewijs voor andere stellingen (gebruikt bij deductief redeneren).
Deductie – redeneervorm waarbij men een conclusie trekt uit voorafgaande stellingen.
Empirisme – filosofische stroming waarin ervan uitgegaan wordt dat kennis voortkomt uit ervaring/zintuigelijke waarnemingen.
Ik denk dus ik besta – cogito ergo sum. Eerste principe, het beginpunt, van Descartes’ filosofie.
Lichaam-geest dualisme – Theorie van Descartes dat mensen bestaan uit een lichaam en een geest.
Perceptietheorie – theorie waarin op basis van drie stadia Descartes beweert dat onze waarneming van de wereld een interpretatie is van sensaties.
Rationalisme – filosofische stroming waarin ervan uitgegaan wordt dat kennis voortkomt uit de rede, de ratio.
Context-conditioned variability – een fenomeen dat binnen de context van de bewegingswetenschappen wordt uitgelegd als de afwezigheid van een een-op-een relatie tussen het activeren van een spier en de resulterende beweging. De resulterende beweging is afhankelijk van wat de omringende spieren doen.
Bildungstrieb – term van Blumenbach waarmee hij verwees naar de inherente drijvende kracht in organismen die verantwoordelijk is voor vorming en regeneratie.
Preformatietheorie – theorie die ervan uitgaat dat ieder mens zich in miniatuurformaat in de zaad- of eicel bevindt en alleen nog groter hoeft te groeien.
Romantiek – stroming die zich richtte op de subjectieve ervaring.
Theorie van epigenese – theorie die ervan uitgaat dat een organisme zich ontwikkelt en vormt.
Verlichting – stroming die zich richtte op de rede, wetenschap en kennis.
Evolutieleer – theorie over het ontstaan en de ontwikkeling van het leven. Soorten stammen van elkaar af; dit is veroorzaakt door een proces van natuurlijke variatie en selectie binnen de soorten.
Proces van variatie en natuurlijke selectie – er bestaan kleine verschillen binnen een soort (variatie). Variaties die de kans op overleven en voortplanting vergroten worden doorgegeven aan het nageslacht wat ervoor zorgt dat meer goede eigenschappen overblijven.
Affordances – eigenschappen van een object of omgeving die je de mogelijkheid biedt een handeling te verrichten (het oortje van een theekop biedt de affordance om het kopje vast te houden).
Ambient optic array – term van Gibson voor lichtstructuren waarmee een waarnemer direct de omgeving kan waarnemen.
Directe waarnemingstheorie – betekenisvolle informatie wordt aan de omgeving onttrokken. Waarnemen is een actief en dynamisch proces, waarbij het hele organisme betrokken is.
Theorie van zelforganisatie – door interactie tussen elementen in een systeem ontstaat een patroon zonder sturing van een interne of externe controle-eenheid.
Synergetica – theorie die patroonformatie en zelforganisatie van patronen en structuren in open systemen verklaart.
Bron:
- Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Add new contribution