Strafrechtelijk interview

Een interview dat juridisch bruikbaar is. Het gaat hier om waarheidsverzameling. Er worden strenge eisen gesteld aan de verhoorder: deze moet geheel objectief blijven. Daarnaast is alleen verbale communicatie van belang.

Diagnostisch interview

Een interview dat een hulpverlener gebruikt om een diagnose te stellen en een aansluitende behandeling uit te kunnen voeren. Er zijn enkele basisregels, maar er de hulpverlener is redelijk vrij in het verloop. De hulpverlener mag subjectief zijn en zowel verbale als non-verbale communicatie gebruiken.

Adviseur verhoor kwetsbare personen

Deze begeleidt en coacht de verhoorder.

Beheerder verhoorregistraties

Deze regelt het beheer en de planning van de verhoorruimten met registratieapparatuur en regiekamers.

Bronamnesie

Herinneringen worden vertekend door nieuwe informatie die je binnenkrijgt. Hierdoor kun je geen of moeilijk onderscheid maken tussen de precieze herinnering en de extra informatie, waardoor de herinnering en de nieuwe informatie in elkaar integreren en samen de opgeslagen herinnering vormen.

Episodisch geheugen

Hier worden gebeurtenissen opgeslagen (tijdsgebonden).

Semantisch geheugen

Feitenkennis.

Suggestibiliteit

Het kind gaat geloven in onware informatie die door een ander wordt gegeven. Dit beïnvloedt de herinnering.

Compliance

Het kind geeft informatie waarvan hij of zij denkt dat de verhoorder het wil horen. Dit komt doordat kinderen geen conflicten of negatieve feedback willen krijgen, omdat ze de wensen van de verhoorder willen inwilligen, of omdat ze af willen zijn van de vragen.

Source monitoring

Het zoeken naar de bron van je eigen herinneringen.

Confirmation bias

Mensen hebben de neiging om informatie te zoeken die past bij informatie die ze al in hun hoofd hebben.

Belief perseverance

Het niet aannemen van nieuwe informatie wanneer deze niet bij de eigen veronderstellingen past.

Truth bias

Meer waarde toekennen aan informatie die past bij je eigen veronderstellingen.

Free recall

Het kind het verhaal zelf of spontaan laten vertellen.

Scenariomodel

Een gestructureerde verhoormethode om een getuigenverklaring te krijgen die zo zuiver mogelijk is.

Scenario A

Een getuige verklaart spontaan na een neutrale openingsvraag.

Scenario B

Een getuige verklaart na bevraging op een indirecte manier.

Scenario C

Een getuige heeft voorinformatie nodig.

Weerstand

Gedrag waaruit blijkt dat het kind iets te vertellen heeft, maar dit niet kan, durft of wil.

Ui-pelvragen

Dit zijn keuzevragen die zijn gebaseerd op de inhoud van de weerstand. Er wordt hiermee van buiten naar binnen gewerkt, alsof je een ui afpelt.

Toetsvragen

Deze vragen worden gesteld wat meer te weten te komen over oorzaak-gevolg relaties.

Disclosure

Wanneer heeft het kind de eerste maal gesproken over de gebeurtenis, tegen wie, wie initieerde het gesprek, wat ging vooraf aan dat gesprek en hoe reageerde de gesprekspartner verbaal en emotioneel gezien?

Drieslagregel

(1) gedrag benoemen, (2) de regel benoemen en (3) benoemen wat het kind moet doen.

Pygmalion-effect

De verwachting dat iemand met een verstandelijke beperking slechter zal presteren, leidt tot een slechtere prestatie.

Sporen

Bij getuigen met een verstandelijke beperking: de verhoorder stemt zijn of haar houding, stem, volume, energie enzovoorts op de getuige.