Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
In 1815 kozen mannen van 21+ de Provinciale Staten, zij kozen de Tweede Kamer. De eerste Kamer werd gekozen door de Koning. En de ministers ‘hingen aan’ de koning.
De overgang naar ons stelsel heeft plaatsgevonden in verschillende stappen.
Vertrouwensregel: wanneer een meerderheid van de Tweede Kamer laat blijken geen vertrouwen meer te hebben in de minister of kabinet als geheel dan moet de minister of het kabinet als geheel haar ontslag moet aanbieden.
De koning
De minister
De staatssecretaris
Tweede Kamer
Nadelen: het kan zijn dat de meerderheid in het parlementniet de meerderheid van het land vertegenwoordigt, het grenzen trekken van de districten moeten soms gewijzigd worden omdat het aantal inwoners verandert.
Situatie 1815
Huidige situatie
1840, 1848, 1866-68, 1917-1922 hebben deze verandering tot grond gebracht.
1840
1848 (Thorbecke)
1866-68
1917-22
Minister
Sinds 1922: voor de verkiezingsuitslag wordt ontslag door het kabinet ingediend.
Demissionair: ontslag aangeboden maar nog niet geaccepteerd. Kan hetzelfde als een gewone minister.
Kabinetscrisis kan ontstaan door 2 mogelijkheden:
Wetgeving
Organen krijgen bepaalde bevoegdheden.
Attributie: toekennen van bevoegdheid X maar die bevoegdheid wordt tijdens het overbrengen geschapen.
Delegatie toekennen van bevoegdheid van B naar X. Het is een bestaande bevoegdheid en komt terecht bij een lager orgaan.
Wetgever in formele zin
Regering
Minister
De nadruk ligt bij Gemeenterecht, maar je moet ook van Provinciewet weten.
Autonome bevoegdheden
Stappenplan
Gemeente
Is er een verantwoordingsplicht voor de B&W ten opzichte van de Raad? Ja, art. 169 Gemw.
Is de burgermeester vertantwoording schuldig aan Raad? Ja, 180 Gemw.
Kan de Raad ervoor zorgen dat leden van B&W ontslag neemt? Art.49 is een soort vertrouwensregel, deze verschilt met de andere omdat deze is geschreven en het tweede verschil is dat de Raad de minister gewoon kan ontslaan terwijl de TK alleen kan dwingen tot ontslag.
Bestaat er een soort vertrouwensregel tussen burgermeester en raad? Nee, er kan alleen ene aanbeveling worden gedaan. Art 61
Art.91 GW gaat over de totstandkoming van verdragen.
Een rijkswet heeft zowel betrekking op Nederland (als in Europa) en op de delen in het Caribische gebied.
Transformatie wetgeving in beginsel alleen bij dualistisch stelsel. Een transformatiewet is een wet waarin internationale regelgeving (verdrag) in nationale regels (wetten) wordt getransformeerd.
Verdragen staan boven de wet (art.94 GW)
Ieder verbindende verdragsbepaling
Instellingen EU
Costa/ENEL- arrest
Thema 1: democratische rechtsstaat in context
Constitutioneel recht = Recht betreffende de instellingen en vormen van openbare machtsuitoefening over burgers
Staatsrecht = Recht betreffende de instellingen en vormen van openbare machtsuitoefening over burgers in de staat. De staat is een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied.
Belinfante: “De staat is een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied. De gemeenschap heeft een gemeenschappelijke cultuur en is een rechtsgemeenschap.”
Het eigene van Nederlands staatsrecht
Bronnen staatsrecht
Kenmerken democratie
Kenmerken rechtsstaat
Democratie: regering van en voor het volk door het volk namens het volk.
Vormen van democratie
Correctief raadgevend referendum
Uitgezonderde wetten waar geen referendum over gehouden kan worden(art.5)
Onder andere:
Problemen
Politieke mandatering
De tweede regel van Benifante
Rechtsregels die kabinetsformatie beheersen
Hoe komen we van een kabinet af?
De staat: een organisaties die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied.
Machiavelli: geeft in ‘De Vorst’ (1513) adviezen over hoe een gezagdrager heeft op te treden met het doel niet om zijn persoonlijke grootheid te verhogen, maar om de eenheid van Italië te bewerkstelligen.
Gezag is het tegendeel van vrijheid, het beperkt de vrijheid van het individu. En individuen zijn, zoals Locke in 17de eeuw uitdrukte: ‘by nature all free, equal and independent’.
Rousseau à ‘Du contrat social ou Principes du droit politique’: het onmisbare gezag bestaat alleen omdat de individuen gezocht hebben naar een vorm van samenwerking die met alle gemeenschappelijke kracht de persoon en het goed van ieder lied verdedigt en beschermt en waardoor ieder zich weliswaar met alle anderen verenigt, maar toch alleen maar zichzelf gehoorzaamt en even vrij blijft als tevoren. Dat is ‘le prolème fondamental dont le contrat sociale donne la solution’.
Gelijkwaardigheid: tegenwoordig is elke burger gelijkwaardig en heeft recht op gelijke invloed op het staatsbestuur.
Ambivalente verhouding van de burger tot de staat: de burger is aan de ene kant soeverein, omdat hij de bestuurders aanwijst aan de hand van zijn wil, maar aan de andere kant is hij onderworpen aan het mede door hemzelf ingestelde gezag.
Om het risico van dictatuur te ontgaan, heeft men een middel gevonden dat redelijk goed werkt: dat is de verdeling van het gezag over verschillende organen en dus over verschillende mensen of groepen van mensen. Doordat ieder orgaan slechts een deel van het gezag kan uitoefenen, heeft het de andere organen nodig. Dit wordt het stelsel van checks and balances genoemd.
Het verbieden van een partij, die als doel heeft vrouwen hun politieke rechten te ontnemen, is in strijd met de uitgangspunten van de democratische rechtstaat.
Ik ben het niet eens met de stelling dat het verbieden van een partij, die als doel heeft vrouwen hun politieke rechten te ontnemen, in strijd is met de uitganspunten van de democratische rechtstaat. Ik zal eerst een korte toelichting geven het begrip democratische rechtstaat.
Nederland is een democratie. Dat Nederland een democratie is houdt in dat de burgers invloed hebben op hoe het land bestuurd wordt en door wie het land bestuurd wordt. Iedereen die 18 jaar of ouder is, heeft kiesrecht. Een democratie neemt als uitganspunt: de gelijkwaardigheid van mensen.
Nederland is ook een rechtsstaat. Een rechtsstaat is erop gericht dat burgers beschermd zijn tegen machtsmisbruik door de staat zelf. Kenmerkend voor een rechtsstaat is dat de staatsorganen zijn onderworpen aan het recht. Het betekent ook dat iedereen die het ergens niet mee eens is, aan een onafhankelijke persoon mag vragen hoe het zit. Die onafhankelijke persoon is de rechter.
Uit deze omschrijvingen komt naar voren dat de gelijkwaardigheid en bescherming van mensen voorop staat in een democratische rechtstaat. Als een partij als doel heeft vrouwen hun politieke rechten te ontnemen dan werkt deze partij niet mee aan de gelijkwaardigheid van mensen en ook niet aan het beschermen van burgers. Als vrouwen geen politieke rechten meer zouden hebben dan vervalt het uitganspunt van democratie dat iedereen die 18 jaar of ouders is kiesrecht heeft. Daarom moet mag de democratische rechtstaat dan ingrijpen en deze partij verbieden.
Opdrachten
Uit de Nederlandse Grondwet valt niet op te maken dat Nederland een democratie is.
Is te vinden in art. 4, 50, 54, 81 GW.
De kern van het parlementair stelsel is de vertrouwensregel, door die regel is de uitvoerende macht in Nederland democratisch gelegitimeerd. Dit is een ongeschreven regel!
Een land dat geen democratie is, kan ook geen rechtstaat zijn.
In 1815 kozen mannen van 21+ de Provinciale Staten, zij kozen de Tweede Kamer. De eerste Kamer werd gekozen door de Koning. En de ministers ‘hingen aan’ de koning.
De overgang naar ons stelsel heeft plaatsgevonden in verschillende stappen.
Vertrouwensregel: wanneer een meerderheid van de Tweede Kamer laat blijken geen vertrouwen meer te hebben in de minister of kabinet als geheel dan moet de minister of het kabinet als geheel haar ontslag moet aanbieden.
De koning
Samenvatting Hoofdstuk 1 Consitutioneel Recht
Meer hoofdstukken bekijken? De hele samenvatting van het Constitutioneel Recht verschijnt binnenkort op de vakpagina en/of boekpagina van JoHo.org
Het staatsrecht is het recht van een, in de loop van de geschiedenis ontstaan, door het recht geregeld verband dat staat wordt genoemd. Er zijn net zoveel staatsrechten als er staten zijn, ook al zijn er verschillende gemeenschappelijke principes aan te duiden. Als geprobeerd wordt deze gemeenschappelijke principes te verwoorden, dan komt men in de algemene staatsleer. Dit houdt de beschrijving in van algemene principes (synthetisering) van de verschillende staatsrechten. Als de diverse nationale stelsels worden vergeleken met elkaar, dan gaat het om vergelijkend staatsrecht. Het staatsrecht heeft zodoende betrekking op ‘de staat’. Het begrip ‘staat’ komt in het positieve staatsrecht niet voor (in Nederland kennen wij de term Koninkrijk), maar speelt een belangrijke rol in het volkenrecht en het privaatrecht. In het volkenrecht is de staat het volkenrechtsubject. In het privaatrecht is de staat een rechtspersoon, onderworpen aan het recht (art. 2:1 BW). Het privaatrecht kent de volgende omschrijving van het woord ‘staat’: een organisatorisch verband, dat het hoogste gezag uitoefent op een bepaald gebied en is een dwanggemeenschap.
Als het begrip ‘staat’ niet voorkomt in het positieve staatsrecht, rijst de vraag waarop het positieve staatsrecht dan betrekking heeft. Als tijdelijke omschrijving van het staatsrecht kan worden geschreven: recht dat alleen relaties regelt waarbij de overheid betrokken is. Het onderwerpt de overheid in die relaties aan het recht. Recht veronderstelt betrekkingen tussen ten minste twee personen, ambten of instellingen. Staatsrecht bestaat niet zonder een overheid.
Ook voor het bestuursrecht geldt dat zij alleen relaties regelt waarbij de overheid is betrokken. Het staatsrecht verschilt in dit opzicht niets van het bestuursrecht. Het staats- en bestuursrecht worden als publiekrecht beschouwd, omdat het onderscheid tussen beide nauwelijks rechtsgevolgen heeft. Men kan echter methodologisch en didactisch wel een zinvol onderscheid maken. Staatsrecht is hierin het primaire recht dat de totstandkoming, de gelding en de handhaving van rechtsnormen regelt. Dit wordt ook wel het funderende of scheppende recht genoemd. Bestuursrecht is naar dit onderscheid altijd secundair recht. De Grondwet en organieke wetten worden vaak beschouwd als staatsrecht.
Het staatsrecht heeft zowel betrekking op relaties tussen overheden onderling (bijvoorbeeld betrekkingen tussen de Koning en de ministers) als op relaties tussen de overheid en de burger. Het staatsrecht regelt machtsuitoefening van de overheid over de burger. Het maakt de macht tot bevoegdheid van de overheid. Er is sprake van een verticale relatie tussen de overheid en burger, zij zijn niet gelijkwaardig aan elkaar.
Het begrip staatsrecht kan tot nu als volgt worden beschreven: het primaire recht dat zowel betrekkingen tussen overheden onderling als tussen overheid en burger regelt.
Macht en bevoegdheid zijn onlosmakelijk verbonden met het begrip overheid. ‘Macht’ is in.....read more
Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution