Psychotherapie - Master klinische psychologie
- 2437 keer gelezen
Cognitieve gedragstherapie theorie en praktijk
Hoofdstuk 9
Het identificeren van automatische gedachten
De interpretatie van een situatie beïnvloed de emotie, het gedrag en de lichamelijke reactie. Deze interpretatie komt vaak tot uiting in automatische gedachten.
Mensen met een stoornis interpretren situaties vaak verkeerd. Automatische gedachten vertekenen hun werkelijkheid.
Als gedachten kritisch worden bekeken en denkfouten worden gecorrigeerd, voelen mensen zich vaak beter.
Automatische gedachten vormen een gedachtenstroom naast een manifeste gedachtenstroom. Het komt bij iedereen voor. Meestal zijn we ons niet bewust van deze gedachten, maar dat kunnen we wel worden.
Cognitieve gedragstherapie leert mensen hoe ze hun gedachten op en bewuste, gestructureerde manier kunnen evalueren.
Automatische gedachten worden voorspelbaar als onderliggende overtuigingen worden geïdentificeerd. Je richt je op het identificeren van die gedachten die disfunctioneel zijn.
Automatische gedachten zijn meestal kort. Meestal zijn cliënten zich meer bewust van de emotie die ze voelen als gevolg van de gedachte dan de gedachte zelf. Deze emoties hebben een logisch verband met de inhoud van de automatische gedachten.
Automatische gedachten hebben vaak een beknopte vorm, mar kunnen gemakkelijk uitgebreider worden omschreven als je naar de betekenis van de gedachte vraagt.
Automatische gedachten kunnen een verbale en een visuele vorm hebben of beide.
Automatische gedachten kunnen op twee manieren geëvalueerd worden. Dit zijn op grond van: 1) Geldigheid, wordt in iemand gevormd en komt op ondanks objectieve bewijzen voor het tegendeel. In een andere vorm klopt de gedachte wel, maar de conclusie die hieruit wordt getrokken niet 2) Bruikbaarheid, de gedachte is wel geldig, maar disfunctioneel.
Het is handig om automatische gedachten uit te leggen aan de hand van voorbeelden van de cliënt zelf. Tijdens de bespreking van een specifiek probleem probeer je de cliënt automatische gedachten te ontlokken die geassocieerd zijn met het probleem.
Het leren identificeren van automatische gedachten lijkt op het leren van elke andere vaardigheid.
Je stelt altijd de volgende vraag: Wat ging er door je heen? Deze vraag stel als 1) cliënten een problematische situatie beschrijven die zich sinds de vorige sessie heeft voorgedaan 2) je merkt dat het negatieve affect gedurende de sessie veranderd of sterker wordt. Hier is het belangrijk om alert te blijven op zowel verbale als non-verbale aanwijzingen van de cliënt zodat je ‘hot cognitions’ aan het licht kan brengen.
Directe identificatie van automatische gedachten stelt de cliënt in staat de gedachten meteen te toetsen en aan te pakken, zodat ook het werk makkelijker wordt in de rest van de sessie.
Als je een (non)verbale verandering opmerkt concludeer je dat er een verschuiving in affect heeft plaatsgevonden en controleer je dat door de cliënt te vragen wat er door hem heen ging.
Problemen met het ontlokken van automatische gedachten
Als cliënten niet in staat zijn om de vraag ‘wat ging er zojuist door je heen?’ te beantwoorden, kun je: 1) hen vragen hoe ze zich voelden en op welke plek in hun lichaam ze de emotie ervoeren 2) hen om een gedetailleerde beschrijving van de problematische situatie vragen 3) hen vragen om de problematische situatie te visualiseren 4) suggereren dat ze de specifieke situatie met jou in een rollenspel uitspelen 5) hen vragen of ze daar een beeld bij hebben 6) gedachten beschrijven die tegengesteld zijn aan de gedachten die ze zojuist gehad hebbe 7) vragen naar de betekenis van de situatie 8) de vraag herformuleren.
Als de cliënt het maar moeilijk blijft vinden, kun je samen besluiten op een ander onderwerp over te stappen. Zo voorkom je dat de cliënt het gevoel krijgt verhoord te worden of zichzelf als een mislukking gaat zien.
Het identificeren van secundaire automatische gedachten
Het is belangrijk om door te blijven vragen, ook als cliënten iets over hun gedachte hebben vertelt. Soms kunnen andere belangrijke gedachten naar boven komen.
Cliënten kunnen meer automatische gedachten hebben, zoals over hun reactie op de situatie.
Het is belangrijk om vast te stellen op welk moment de cliënt het meest overstuur was. Cliënten kunnen verontrustende gedachten hebben gehad: 1) voor een situatie, in afwachting van wat er gebeuren gaat 2) gedurende een situatie 3) na een situatie, terugkijkend op wat er is gebeurd.
Het identificeren van de problematische situatie
Als cliënten het moeilijk vinden om de situatie of het probleem te identificeren waar ze het meest last van hebben, kun je hen vragen een aantal verontrustende problemen op te noemen en net te doen alsof het is opgelost. Hier kijk je of er sprake is van opluchting. Als de situatie is geïdentificeerd, kunnen automatische gedachten worden ontdekt.
Onderscheid maken tussen automatische gedachten en interpretaties
Interpretaties kunnen gedachten representeren, maar hoeven dat niet te doen.
Het specificeren van automatische gedachten die zijn ingebed in een gesprek
Voor een goede evaluatie moeten cliënten leren om de precieze woorden te specificeren die door hen heen gaan.
Het veranderen van de vorm van de gedachte (telegramstijl of vraag)
De gedachten waarover cliënten vertellen zijn vaak niet volledig geformuleerd. Omdat het lastig is in telegramstijl geformuleerde gedachten te evalueren, moet je de cliënt overhalen de gedachte te completeren.
Als cliënten hun gedachte niet kunnen verwoorden, kun je het tegenovergestelde opperen.
Probeer cliënten ertoe te brengen hun gedachten in de vorm van een bewering te geven, voordat je tot evaluatie overgaat.
Situaties herkennen die automatische gedachten kunnen oproepen
Een groot aantal (externe en interne) stimuli kunnen automatische gedachten oproepen. Cliënten kunnen secundaire gedachten hebben over elk mogelijk deel van het cognitieve model.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel staat alle literatuur die nodig is voor het vak Psychodiagnostiek, in de klinische psychologiemaster van de UvA. Hier wordt ingegaan op cognitieve gedragstherapie. Als een bonus staat er ook literatuur voor relatietherapie.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2868 |
Add new contribution