Maatregelen tegen SGP - Arrest

Maatregelen tegen SGP (HR 09-04-2010, NJ 2010, 388)

Casus

Bij besluit van 20 december 2005 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties de aanvraag van de SGP om haar op grond van de Wet subsidiëring politieke partijen (Wspp) voor het jaar 2006 subsidie te verlenen, afgewezen. Dit wegens strijd met artikel 7 van het Vrouwenverdrag, omdat vrouwen niet op gelijke voet met mannen lid kunnen worden van die partij.

In 2006 had de Minister het bezwaar door de SGP (en vier anderen) doorgezonden aan de rechtbank 's-Gravenhage ter behandeling als beroepschrift. Bij uitspraak van 30 november 2006 verklaarde de rechtbank, het door de SGP ingestelde beroep, ongegrond. Tegen deze uitspraak had de SGP hoger beroep ingesteld.

Raad van State

In hoger beroep is aan de orde of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Minister mocht weigeren de SGP voor het jaar 2006 subsidie ingevolge de Wspp te verlenen.

Volgens de SGP heeft art. 7 van het Vrouwenverdrag geen rechtstreekse werking. En zou dat wel het geval zijn dan zou bij de toepassing van die verdragsbepaling in het onderhavige geval een afweging moeten worden gemaakt tussen het gelijkheidsbeginsel en het kiesrecht enerzijds en de godsdienstvrijheid, de verenigingsvrijheid en de vrijheid van meningsuiting anderzijds, waarbij de laatstgenoemde grondrechten dienen te prevaleren. De SGP stelt verder dat de rechtbank ten onrechte geen ruimte voor de Minister ziet om een ander besluit te nemen dan afwijzing van de subsidieaanvraag.

Enkele organisaties, waaronder Clara Wichmann, hebben gesteld dat art 7 van het Vrouwenverdrag wel rechtstreekse werking toekomt en dat ten aanzien van politieke partijen het gelijkheidsbeginsel en het passief kiesrecht dienen te prevaleren boven het recht op vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting.

De Raad van State oordeelde dat de SGP nooit is veroordeeld wegens discriminatie en dat een politieke partij de vrijheid moet hebben om standpunten in te nemen over het staatkundig bestel, ook als deze ingaan tegen heersende gelijkheidsopvattingen. Vrijheid van meningsuiting, godsdienst en vereniging en vergadering behoren tot de grondbeginselen van onze rechtsorde en de SGP kan zich daarop dan ook terecht beroepen. De opvattingen van de SGP beperken vrouwen daarnaast niet in hun mogelijkheden om politiek actief te zijn

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaart het hoger beroep van de SGP gegrond.

Kern

De Raad van State stelde in deze zaak dat de Staat te onrechte geweigerd had de SGP de gebruikelijke subsidie voor de politieke partijen te verlenen.

Oefenvragen bij het arrest Maatregelen tegen SGP

Vraag 1

Tijdens het hoorcollege Inleiding staats- en bestuursrecht is dit jaar diverse malen aandacht besteed aan de uitspraak van de Hoge Raad in de SGP-zaak. Lees de onderstaande opmerking over het HR-arrest in deze zaak:

“Een belangrijk punt waarover de Hoge Raad in deze zaak moest beslissen, was de vraag of aan artikel 7 van het VN-Vrouwenverdrag, waarop in deze zaak een beroep werd gedaan, rechtstreekse werking toekwam.”

a. Dit is juist.

b. Dit is onjuist.

Antwoorden oefenvragen bij het arrest Maatregelen tegen SGP

1. A

Image

Check summaries and supporting content in full:
ABRvS 5 december 2007, AB 2008, 35 (Subsidie SGP) - Arrest

ABRvS 5 december 2007, AB 2008, 35 (Subsidie SGP) - Arrest

ABRvS 5 december 2007, AB 2008, 35 (Subsidie SGP)

Feiten

Bij besluit van 20 december 2005 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties de aanvraag van de SGP om haar op grond van de Wet subsidiëring politieke partijen (Wspp) voor het jaar 2006 subsidie te verlenen, afgewezen. Dit wegens strijd met artikel 7 van het Vrouwenverdrag, omdat vrouwen niet op gelijke voet met mannen lid kunnen worden van die partij.

In 2006 had de Minister het bezwaar door de SGP (en vier anderen) doorgezonden aan de rechtbank 's-Gravenhage ter behandeling als beroepschrift. Bij uitspraak van 30 november 2006 verklaarde de rechtbank, het door de SGP ingestelde beroep, ongegrond. Tegen deze uitspraak
had de SGP hoger beroep ingesteld.

Raad van State

In hoger beroep is aan de orde of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Minister mocht weigeren de SGP voor het jaar 2006 subsidie ingevolge de Wspp te verlenen.

Volgens de SGP heeft art. 7 van het Vrouwenverdrag geen rechtstreekse werking. En zou dat wel het geval zijn dan zou bij de toepassing van die verdragsbepaling in het onderhavige geval een afweging moeten worden gemaakt tussen het gelijkheidsbeginsel en het kiesrecht enerzijds en de godsdienstvrijheid, de verenigingsvrijheid en de vrijheid van meningsuiting anderzijds, waarbij de laatstgenoemde grondrechten dienen te prevaleren. De SGP stelt verder dat de rechtbank ten onrechte geen ruimte voor de Minister ziet om een ander besluit te nemen dan afwijzing van de subsidieaanvraag.
Enkele organisaties, waaronder Clara Wichmann, hebben gesteld dat art 7 van het Vrouwenverdrag wel rechtstreekse werking toekomt en dat ten aanzien van politieke partijen het gelijkheidsbeginsel en het passief kiesrecht dienen te prevaleren boven het recht op vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting.

De Raad van State oordeelde dat de SGP nooit is veroordeeld wegens discriminatie en dat een politieke partij de vrijheid moet hebben om standpunten in te nemen over het staatkundig bestel, ook als deze ingaan tegen heersende gelijkheidsopvattingen. Vrijheid van meningsuiting, godsdienst en vereniging en vergadering behoren tot de grondbeginselen van onze rechtsorde en de SGP kan zich daarop dan ook terecht beroepen. De opvattingen van de SGP beperken vrouwen daarnaast niet in hun mogelijkheden om politiek actief te zijn
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaart het hoger beroep van de SGP gegrond.

Kern

De Raad van State stelde in deze zaak dat de Staat te onrechte geweigerd had de SGP de gebruikelijke subsidie voor de politieke partijen te verlenen.

Access: 
Public
Clara Wichmann/Staat (SGP) - Arrest

Clara Wichmann/Staat (SGP) - Arrest

Clara Wichman/Staat (SGP zaak) (EHRM 10-07-2012, application no. 58369/10)

Onderwerp

Discriminatie van vrouwen, actief en passief kiesrecht.

Rechtsvraag

Betreft het gedogen van het vrouwenstandpunt van de SGP door de Nederlandse Staat een schending van art. 7 (a) en (c) van het VN-Vrouwenverdrag? Dit artikel stelt dat lidstaten moeten voorkomen dat vrouwen binnen het politieke leven worden gediscrimineerd.

Casus

Staatkundig Gereformeerde Partij SGP werd in 1918 opgericht en heeft, sinds 1922, consequent één tot drie zetels in de Tweede Kamer gehad. SGP is een confessionele politieke partij en die zijn programma en zijn statuten baseert op de Bijbel.

Het SGP is van mening dat hoewel alle menselijke wezens van gelijke waarde als schepselen van God zijn, verschillen in karakter, talenten en plaats in de samenleving moeten worden erkend. Mannen en vrouwen hebben volgens de SGP in de samenleving verschillende rollen. Vrouwen zijn dus niet inferieur aan mannen als menselijke wezens; maar in tegenstelling tot mannen, moeten vrouwen niet in aanmerking voor een openbaar ambt. Dit komt terug in de artikelen 7 en 10 van de statuten van de SGP, waardoor de partij geen vrouwen toelaat op zijn eigen kieslijst.

Rechtbank

Eiseressen menen dat de Staat op grond van nationale en internationale regels verplicht is om maatregelen te nemen tegen deze situatie, bijvoorbeeld door te zorgen dat vrouwen wel volwaardig lid kunnen worden of door het stopzetten van subsidies. De rechtbank overweegt dat de Staat in strijd handelt met het Vrouwenverdrag en verwijt haar dat zij geen maatregelen heeft genomen tegen de regels van de SGP. Sterker nog, door het verlenen van subsidie aan de SGP worden de regels die de SGP hanteert juist gefaciliteerd. Hiervoor is geen rechtvaardiging te vinden. De Staat geeft daarmee onvoldoende uitvoering aan art. 7 van het Vrouwenverdrag. Daarmee handelt de Staat onrechtmatig tegenover eiseressen en de personen wiens belangen door eiseressen worden behartigd. Aan de onrechtmatige toestand dient volgens de rechtbank een einde te worden gemaakt.

De Staat handelt in strijd met art. 7 Vrouwenverdrag. Daarmee handelt zij onrechtmatig jegens eiseressen en de personen wiens belangen zij behartigen. Zolang vrouwen geen volwaardig lid van de SGP kunnen worden moet de subsidie aan de SGP niet langer worden toegekend. De Staat wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Hoge Raad

De Hoge Raad beslist in deze zaak dat het VN-Vrouwenverdrag 'rechtstreekse werking' heeft. Dat wil zeggen dat de Staat verplicht is effectief er voor te zorgen dat vrouwen volwaardig aan politieke partijen kunnen deelnemen en dat zij zich via de politieke partijen kandidaat kunnen stellen op kieslijsten. De Staat kan hierbij geen eigen belangenafweging maken.

Het is volgens de Hoge Raad onaanvaardbaar dat een politieke groepering bij het samenstellen van kandidatenlijsten in strijd handelt met het grondrecht dat de kiesrechten van alle burgers waarborgt. Ook als dit wordt gedaan met een beroep op een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging. De Staat moet er voor zorgen dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent, dit door maatregelen te treffen die effectief zijn en tegelijkertijd de minste inbreuk maakt op de grondrechten van (de leden van) de SGP. ( de rechter is niet bevoegd specifieke maatregelen voor te schrijven die de Staat zou moeten treffen en kan ook geen bevel geven de subsidiëring van de SGP stop te zetten).

De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat Nederland in strijd met het VN-Vrouwenverdrag handelt door toe te staan dat de politieke partij SGP in hun statuten heeft vastgelegd dat vrouwen geen passief kiesrecht genieten en dus niet verkiesbaar mogen zijn namens de partij.

De SGP mag vrouwen niet uitsluiten van kandidatenlijsten voor de verkiezingen. De Staat is verplicht effectieve maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen binnen de partij toekent.

EHRM

Het Hof stelt in zijn beschikking dat "not only is democracy a fundamental feature of the European public order but the Convention was designed to promote and maintain the ideals and values of a democratic society. Democracy, the Court has stressed, is the only political model contemplated in the Convention and the only one compatible with it. By virtue of the wording of the second paragraph of Article 11, and likewise of Articles 8, 9 and 10 of the Convention, the only necessity capable of justifying an interference with any of the rights enshrined in those Articles is one that may claim to spring from a “democratic society”.

Voort stelt het Hof, dat een politieke partij haar politieke doelen onder het EVRM mag nastreven op twee voorwaarden:

  1. De middelen die voor dat doel worden ingezet dienen legaal en democratisch te zijn

  2. De voorgestelde veranderingen dienen zelf verenigbaar te zijn met fundamentele democratische beginselen.

Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, kan een politieke partij die is gebaseerd op morele waarden voortvloeiend uit een religie niet worden beschouwd als onverenigbaar met de fundamentele democratische beginselen zoals neergelegd in het EVRM.

Het Hof geeft aan dat de gelijkheid van de seksen een belangrijk doel is van de EU Lidstaten. Er moet dan ook een zeer zwaarwegende reden bestaan voordat een verschil in behandeling op grond van geslacht als verenigbaar met het EVRM kan worden beschouwd.

De SGP is van mening dat vrouwen niet moet worden toegestaan zich op haar eigen kieslijst verkiesbaar te stellen voor volksvertegenwoordigingen van de Nederlandse Staat. Of dit uitdrukkelijk is vastgelegd in de reglementen van de partij maakt volgens het hof niet uit, omdat dit standpunt publiekelijk wordt uitgedragen en in de praktijk wordt gevolgd.

Het Hof geeft aan dat de Nederlandse Hoge Raad, heeft geconcludeerd dat het standpunt van de SGP onacceptabel is, onafhankelijk van het feit dat dit is gebaseerd op de diep beleefde religieuze overtuiging. Het Hof komt tot het oordeel dat in het kader van het EVRM dezelfde conclusie voortvloeit uit art. 3 van het Eerste Protocol, juncto art.14 EVRM.

Het Hof verklaart de klacht van de SGP niet–ontvankelijk (‘manifestly ill-founded’) op grond van de artikelen 35 §§ 3 (a) en 4 van het EVRM. Omdat het zich moet onthouden van het uiten van een visie op de vraag wat de verantwoordelijke regering zou moeten doen om een einde te maken aan de huidige situatie. Het Hof geeft aan dat het geen actie kan voorschrijven in een ontvankelijkheidsbeschikking.

Access: 
Public
SGP-zaak (Clara Wichmann) - Arrest

SGP-zaak (Clara Wichmann) - Arrest

Clara Wichmann t. de Staat (SGP-zaak) (EHRM 20-07-2012, app. no. 58369/10)

Feiten

Staatkundig Gereformeerde Partij SGP werd in 1918 opgericht en heeft, sinds 1922, consequent één tot drie zetels in de Tweede Kamer gehad. SGP is een confessionele politieke partij en die zijn programma en zijn statuten baseert op de Bijbel.

Het SGP is van mening dat hoewel alle menselijke wezens van gelijke waarde als schepselen van God zijn, verschillen in karakter, talenten en plaats in de samenleving moeten worden erkend. Mannen en vrouwen hebben volgens de SGP in de samenleving verschillende rollen. Vrouwen zijn dus niet inferieur aan mannen als menselijke wezens; maar in tegenstelling tot mannen, moeten vrouwen niet in aanmerking voor een openbaar ambt. Dit komt terug in de artikelen 7 en 10 van de statuten van de SGP, waardoor de partij geen vrouwen toelaat op zijn eigen kieslijst.

De SGP, de Nederlandse Staat en een groep van Stichtingen (waaronder de Clara Wichmann Stichting en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten) procederen tot aan de Hoge Raad. Op 6 oktober 2010 dient de SGP een klacht in bij het EHRM, met een beroep op de artikelen 9 (vrijheid van godsdienst), 10 (vrijheid van meningsuiting) en 11 (vrijheid van vereniging) van het EVRM.

EHRM

Het Hof stelt in zijn beschikking dat “not only is democracy a fundamental feature of the European public order but the Convention was designed to promote and maintain the ideals and values of a democratic society. Democracy, the Court has stressed, is the only political model contemplated in the Convention and the only one compatible with it. By virtue of the wording of the second paragraph of Article 11, and likewise of Articles 8, 9 and 10 of the Convention, the only necessity capable of justifying an interference with any of the rights enshrined in those Articles is one that may claim to spring from a “democratic society”.

Voort stelt het Hof, dat een politieke partij haar politieke doelen onder het EVRM mag nastreven op twee voorwaarden: 1) de middelen die voor dat doel worden ingezet dienen legaal en democratisch te zijn, en 2) de voorgestelde veranderingen dienen zelf verenigbaar te zijn met fundamentele democratische beginselen. Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, kan een politieke partij die is gebaseerd op morele waarden voortvloeiend uit een religie niet worden beschouwd als onverenigbaar met de fundamentele democratische beginselen zoals neergelegd in het EVRM.

Het Hof geeft aan dat de gelijkheid van de seksen een belangrijk doel is van de EU Lidstaten. Er moet dan ook een zeer zwaarwegende reden bestaan voordat een verschil in behandeling op grond van geslacht als verenigbaar met het EVRM kan worden beschouwd.

De SGP is van mening dat vrouwen niet moet worden toegestaan zich op haar eigen kieslijst verkiesbaar te stellen voor volksvertegenwoordigingen van de Nederlandse Staat. Of dit uitdrukkelijk is vastgelegd in de reglementen van de partij maakt volgens het hof niet uit, omdat dit standpunt publiekelijk wordt uitgedragen en in de praktijk wordt gevolgd.

Het Hof geeft aan dat de Nederlandse Hoge Raad, heeft geconcludeerd dat het standpunt van de SGP onacceptabel is, onafhankelijk van het feit dat dit is gebaseerd op de diep beleefde religieuze overtuiging. Het Hof komt tot het oordeel dat in het kader van het EVRM dezelfde conclusie voortvloeit uit art. 3 van het Eerste Protocol, juncto art.14 EVRM.

Het Hof verklaart de klacht van de SGP niet–ontvankelijk (‘manifestly ill-founded’) op grond van de artikelen 35 §§ 3 (a) en 4 van het EVRM. Omdat het zich moet onthouden van het uiten van een visie op de vraag wat de verantwoordelijke regering zou moeten doen om een einde te maken aan de huidige situatie. Het Hof geeft aan dat het geen actie kan voorschrijven in een ontvankelijkheidsbeschikking.

Access: 
Public
Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
916