Oefenmateriaal Nefrologie & Urologie

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Oefenvragen

     1. De urine teststrook is niet geschikt voor het screenen op:

a)       Bence-Jones eiwitten

b)       leukocyturie

c)       hematurie

d)       albuminurie

 

  1. Een man van 80 jaar komt op het spreekuur wegens geleidelijk  toenemende zwelling van de enkels, die vooral in de avond aanwezig is. ’s Nachts moet hij een aantal keer het bed uit om te plassen. Een urine dipstick toont een spoor eiwit. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het oedeem.
    a)   hartfalen
    b)   nefrotisch syndroom
    c)   veneuze stuwing bij spataderen
    d)   zowel a, b en c kan de oorzaak zijn

 

  1. Een 55-jarige man heeft een nefrotisch syndroom. Wat is het immunofluorescentie patroon dat wordt gezien bij patiënten met een membraneuze glomerulopathie?
    a)   granulair, aan de buitenzijde van de glomerulus basaalmembraan
    b)   lineair langs de glomerulus basaal membraan
    c)   granulair, in het mesangium
    d)   pauci-immuun

  

  1. Bij een patiënt worden vetcilinders gevonden in de urine.
    Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

a)   acute tubulus necrose

b)   SLE nefritis
c)   minimal change nefropathie

      d)   IgA nefropathie

 

  1. Bij een 13-jarig meisje wordt diabetes mellitus type 1 vastgesteld.  Het beloop wordt gecompliceerd door slechte regulatie, hypertensie en retinopathie.
    Hoe lang na het manifest worden van de ziekte ontstaat nierfalen?

    a)   < 10 jaar
    b)   10-20 jaar
    c)   20-30 jaar
    d)   > 30 jaar

 

  1. Een patiënt in het ziekenhuis plast minder dan een halve liter per dag en heeft een oplopend serumcreatinine. De fractionele Na+ excretie in de urine is 0.1%.
    Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

    a)   prerenale nierinsufficientie
    b)   postrenale nierinsufficientie
    c)   acute tubulus necrose
    d)   acute interstitiële nefritis

 

  1. Een patiënte heeft een acute glomerulonefrits?
    Welke test vraagt u aan als u denkt aan de ziekte van Wegener?
  1. Anti Nucleaire Antilichamen (ANF)
  2. Anti Glomerulaire Basaal Membraan (anti-GBM)
  3. Anti Neutrofielen Cytoplasmatische Antilichamen (ANCA)
  4. Anti Streptolysine Antilichamen (AST)

 

  1. Een patiënt heeft een chronische nierinsufficiëntie door IgA nefropathie
    Wat is de sterkste
    progressiefactor?
    a)   roken
    b)   hypertensie
    c)   overgewicht
    d)   anemie 
     
  2. Een 30 jarige dialysepatiënt moet lang wachten op een niertransplantatie?
    Met welke factor is de kans op overlijden verhoogd ten opzichte van een gezonde leeftijdsgenoot
    ?
    a)   2
    b)   4
    c)   10
    d)   80
     
  1. Een jonge dialysepatiënte wordt getransplanteerd met een postmortale donornier
    Wat is de belangrijkste oorzaak van transplantaatfalen?

    a)  acute afstoting
    b)  chronische afstoting
    c)  recidief oorspronkelijke ziekte
    d)  CMV (Cytomegalovirus) infectie
  2. Een man met LUTS wordt behandeld met Finasteride (5-alpha reductase remmer) Welke eigenschap van dit middel is correct?
    a)   Totaal PSA stijgt met bijna 50 % tijdens de therapie
    b)   Totaal PSA daalt met bijna 50 % tijdens de therapie
    c)   Prostaatvolume wordt gereduceerd met 50 % in een paar maanden
    d)   Prostaatvolume blijft vrijwel constant gedurende de therapie
     
  1. Een uroselectieve alpha blocker is bruikbaar bij de behandeling van BPH.
    Welke van de volgende stellingen over dit geneesmiddel is juist?

    a)   Hypotensie is een belangrijke bijwerking
    b)   Het prostaatvolume neemt significant af.
    c)   Het middel werkt door het blokkeren van testosteron
    d)   Het middel is vooral geïndiceerd bij patiënten met een grote prostaat

 

  1. Een 72-jarige man plast bloed.
    Welke bevinding wijst op hematurie van urologische oorsprong?

    a)  Dysmorfe erytrocyten
    b)  Erytrocyten cilinders
    c)  Terminale hematurie
    d)  Macroscopische hematurie
     
  2.  Een 23-jarige vrouw heeft het afgelopen jaar driemaal een urineweginfectie gehad.      De eerste maal met een Escherichia coli (amoxi S, nitrof S, sulfa S, trim S, cotrim S), de tweede keer met Proteus mirabilis en de derde keer weer met Escherichia coli (amoxi R, nitrof S, sulfa R, trim S, cotrim S).
    Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het recidiveren van de infecties?

    a)  De aanwezigheid van nierstenen
    b)  Een blaasresidue bij blaashalssclerose
    c)  De aanwezigheid van chronische pyelonefritis
    d)  Herhaalde introductie van bacteriën in de blaas tijdens geslachtsgemeenschap
     
  3.  Een infectiesteen in de nier gaat gepaard met:
    a)  Een hoge PH van de urine (alkalisch)
    b)  Een lage PH van de urine (zuur)
    c)  Een lage osmolaliteit van de urine
    d)  Een hoge osmolaliteit van de urine
     
  1. Een jongen van 14 jaar komt met zijn moeder wegens hevige pijn in zijn balzak.
    Welke diagnose staat bovenaan uw differentiaal diagnose?

    a)  Spermatocèle
    b)  Varicocèle
    c)  Hydrocèle testis
    d)  Torsio testis
     
  2.  Bij een jonge man wordt een non-seminoom van de rechter testis vastgesteld.
    Wat is de belangrijkste locatie van lymfkliermetastasen?
  1. Rechts inguinaal 
  2. Supraclaviculair
  3. Retroperitoneaal bij de bifurcatie van de aorta
  4. Retroperitoneaal ter hoogte van de niervaten

 

18. Bij een jong meisje wordt reflux nefropathie vastgesteld;.
      Wat is de belangrijkste overweging ten aanzien van een operatieve behandeling?

  1. Niet nodig vanwege spontaan herstel in de puberteit
  2. Niet nodig vanwege de beschikbaarheid van ACE-remmers
  3. Nodig voor het voorkomen van nierfunctieverlies
  4. Nodig voor het voorkomen van recidiverende urineweginfecties

 

19. Een 66-jarige man wil zijn PSA weten.
     
Welke eigenschap van deze bepaling klopt?

      a)  Het is een goede tumormarker

      b)   Het is specifiek verhoogd bij prostaatcarcinoom

  1. Het is specifiek verhoogd bij prostaatmetastasen
  2. Het loopt met de leeftijd op

 

20.  Een 68-jarige man heeft erectiele dysfunctie.

       Wat is de belangrijkste contra-indicatie voor het gebruik van silfadenil?
      
a) Doorgemaakt hartinfarct
       b) Diabetische retinopathie
       c) Het gebruik van een nitraat
       d) Het gebruik van een beta-blokker

 

Antwoorden

1. A

2. A

3. A

4. C

5. B

6. A

7. C

8. B

9. D

10. B

11. B

12. A

13. C

14. D

15. A

16. D

17. D

18. C

19. D

20. C

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is used in:

Borst, Buik en Nier - Geneeskunde - Bundel

Nefrologie en urologie - Geneeskunde - Bundel

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization