- Opmerkingen (red) mbt de samenvatting: lay out en de opmaak zijn wat onoverzichtelijk; inhoud is OK
Het procesrecht wordt ook wel het recht der acties genoemd, naar het Latijnse woord voor proces actio. Dit recht bevat de regels omtrent het voeren van een proces. Van de rechter krijgt men na een proces een vonnis. Als dit vonnis gunstig is voor de eiser, kon het met behulp van de overheid ten uitvoer gelegd worden en werd het hierom een executoriale titel genoemd.
Executie
In het Romeinse recht had alleen het veroordelende (condemnatoire) vonnis executoriale kracht. Er was bij de Romeinen bijna nooit sprake van reële executie, wat inhoudt dat je als eiser krijgt waar je recht op had. Alle processen gingen om geld. Executie zonder executoriale titel kan alleen in uitzonderlijke gevallen zoals bij hypotheek- en pandrechten en wordt dan parate executie genoemd. In de Romeinse tijd zijn er drie vormen van proces geweest. Allereerst het stelsel der wettelijke acties, daarna de formula-processen en als laatste de buitengewone rechtsgang. In het stelsel der wettelijke acties werd het proces eerst voor de praetor voorbereid met rituele handelingen en uitspraken (op straffe van verliezen van het proces), waarna een procesovereenkomst met daarin de instructie tot rechtspreken aan een lekenrechter (iudex privatus) gegeven werd. Als de schuldenaar in gebreke bleef bij zijn schuldeiser, volgde personele executie. De schuldenaar werd feitelijk het bezit van de schuldeiser, die hem drie weken na het vonnis als slaaf kon verkopen, indien niemand hem dan had vrij gekocht.
Overgang naar formulae
Omdat de wettelijke acties erg omslachtig waren - en de uitkomsten (je kon tot slaaf worden gemaakt) bijzonder onaangenaam waren - werden zij met de Julische proceswetten vervangen door de formulae. Dit waren in vaste bewoordingen opgestelde ‘formulieren’ die alleen nog met de namen en feiten ingevuld en door de praetor goedgekeurd hoefden te worden. Er ontstonden dus standaardmodellen voor de instructie aan de lekenrechter, die geen feitelijke kennis van het recht had zoals onze rechters. De eiser moest de gedaagde dagvaarden (in ius vocare). De praetor ging vervolgens na of het proces doorgang kon vinden en op welke manier. Als de gedaagde bekende, werd dit als veroordeling gezien.
De formula
De formulae waren volgens een vaste indeling opgebouwd, waarin eerst de rechter werd genoemd, dan de feiten van het proces en ten.......read more
Add new contribution