Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16248 keer gelezen
Door welke drie fenomenen kan de sociaalculturele factor niet meer worden genegeerd door psychologen?
Hoe wordt cultuur onderzocht? Benoem hoe de culturele antropologie en psychologie dit doet.
Benoem minstens drie kenmerken van het begrip ‘cultuur’
Geringe representativiteit: ondervertegenwoordiging van etnische minderheden in de psychologie
Toename van migratie in Europa in de laatste dertig jaar
Opkomst van de globalisering: De psychologie als vakgebied verspreidde zich vanuit het westen over de hele wereld
Culturele antropologie: Gedrag in een specifieke socioculturele context bestuderen
Psychologie: Proccessen die het individuele gedrag bepalen bestuderen, kleinschalig en los van de maatschappelijke context
Een aangeleerd aspect van het menselijk gedrag
Meestal impliciet aanwezig in ons bestaan
Een keuze voor bepaalde gewoonten en gedragsvoorschriften
Bindend: Mensen nemen cultuur als vanzelfsprekend van elkaar over
Verwijst naar een groep mensen
Verwijst naar symbolen en verleent betekenis
Wat bleek uit het experiment van Tse & Cavanagh (2000)?
Welke vaardigheid ontbreekt bij mensen uit traditionele culturen op het gebied van logisch denken en waarom?
Zijn psychologische (basis)functies algemeen voor alle culturen of bestaan er verschillen?
Uit een experiment van Tse & Cavanagh (2000) blijkt dat bepaalde waarnemingen die bijzonder automatisch verlopen toch gebaseerd zijn op ervaring. De output van een moduul wordt overgeschreven door een op ervaring gebaseerd proces.
Logisch denken is bij iedereen aanwezig. Alleen denken mensen in traditionele culturen niet altijd binnen de grenzen van een gesteld probleem. Dit lijkt een vaardigheid te zijn die op school wordt aangeleerd.
Interpretatie (en dus cognitie) heeft biologische componenten en cultuur daarmee ook. Interpretatie is afhankelijk van de kennis in je geheugen. Informatie uit je geheugen organiseert wat je ziet tot een betekenisvol geheel. Dat noem je cognitie. Om te kunnen interpreteren heb je kennis nodig. Deze kennis komt ergens vandaan en is in de regel overgedragen.
Benoem de drie postulaten uit het onderzoek van Kardiner naar de basispersoonlijkheid van een cultuur.
Kardiner & DuBois deden onderzoek op een eiland bij Java. Wat namen zij waar met betrekking tot het opvoedingspatroon van de eilandbewoners?
Wat stelt Rohner (2004) wat betreft ouderlijke warmte en latere persoonlijkheid?
In de Six Culture Study (Whiting & Whiting, 1975) werd een keten gevonden van vier variabelen. Benoem dit keten.
Welke waarden (5) en emoties (2) kenmerken het individualisme?
Welke waarden (4) en emoties (3) kenmerken het collectivisme?
Vroege ervaringen leiden tot blijvende effecten
Gelijke ervaringen leiden tot gelijke persoonlijkheden
Een opvoeding is tamelijk uniform in een maatschappij
Een opvoedingspatroon van relatieve verwaarlozing leidt tot een basispersoonlijkheid die getypeerd wordt door labiliteit, cognitieve achterstand en onevenwichtige relaties met anderen.
Maatschappijen die kinderen koel opvoeden creëren volwassenen met weinig emotionele reacties, een laag zelfbeeld en een instabiel karakter.
De complexititeit van de economische en maatschappelijke structuur
Werklast van de moeder
Taken van de kinderen
Zorgdragend/verantwoordelijk versus dominant/afhankelijk gedrag van kinderen
Waarden: onafhankelijkheid, emotionele loskoppeling van groepen, prestaties, wedijver en autonomie.
Emoties: boosheid, trots.
Waarden: gehoorzaamheid, harmonie, deugdzaamheid, onderlinge samenwerking.
Emoties: sympathie, schaamte, verbondenheid.
Wat zijn de twee theoretische perspectieven op de relatie tussen migratie en psychische problematiek?
Welke twee conclusies kunnen er getrokken worden door het onderzoek in Nederland betreffende migratie en psychische problematiek onder jeugdigen?
Wat zijn de 4 acculturatieoriëntaties van Berry?
het stressperspectief
het veerkrachtperspectief
Het effect van migratie op verschillende indicatoren van internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij jongeren in Nederland lijkt niet veranderd te zijn in de laatste tien jaar.
In vergelijking met Marokkaans-Nederlandse jongeren laten Turks-Nederlandse jongeren meer internaliserende problemen zien
Assimilatie: een strategie waarbij migranten zich aanpassen aan de huidige cultuur en daarbij afstand doen van de oorspronkelijke cultuur
Integratie: een aanpassing aan de huidige samenleving en tegelijk een behoud van de oorspronkelijke cultuur
Separatie: migranten richten zich alleen op de oospronkelijke cultuur
Marginalisatie: migranten richten zich zowel niet op de oorspronkelijke cultuur als op de huidige cultuur
Noem twee verklaringen voor de menselijke neiging tot sociale categorisatie.
Definieer het begrip ‘ingroup bias’.
Wat kan de negatieve consequentie zijn van een ingroup bias?
Wanneer worden mensen zich bewust van hun culturele identiteit?
Omschrijf de gedachte van de Terror Management Theory (Greenberg et al., 1990).
Behoefte aan cognitieve ordening
Behoefte aan een positieve sociale identiteit
Het toeschrijven van meer positieve eigenschappen aan je eigen groep en je minder aangetrokken voelen tot leden van andere groepen.
Negatieve denkbeelden ontwikkelen over andere groepen (ook wel genoemd ‘outgroup derogation’).
Als ze in aanraking komen met een andere cultuur.
Mensen realiseren zich dat het leven eindig is en dat veroorzaakt doodsangst. Een positieve zelfwaardering is een belangrijke buffer tegen die angst. Als mensen het idee hebben dat hun waarden worden bedreigd zijn ze sterker geneigd tot ingroup bias en outgroup derogation.
Benoem de vijf dimensies die Hofstede onderscheidt ten aanzien van waarden op het werk.
Noem vier voorbeelden van ‘surface level diversity’.
Beschrijf het begrip ‘fault lines’.
Wat is een ‘boundary spanner’?
In de theorie van Tuckman & Jensen worden een aantal fasen onderscheiden. Zet ze in de goede volgorde.
Definieer de term diversiteitsmanagement.
Machtsafstand
Individualisme
Masculiniteit
Onzekerheidsreductie
Langetermijnoriëntatie
Etniciteit
Taal
Leeftijd
Kleding
Demografische verschillen tussen teamleden die potentieel tot een breuk of tot subgroepvorming kunnen leiden.
Persoon die de grenzen tussen subgroepen binnnen een groep oversteekt en zorgt voor betere communicatie tussen de subgroepen; een teamlid dat zich met verschillende subgroepen kan identificeren en vaak aan verschillende subgroepen deelneemt.
Forming
Storming
Norming
Performing
Adjourning.
Het creëren van een positieve omgeving waarin verschillen binnen het personeel worden onderkend en gewaardeerd.
Noem de vijf onderdelen van BRAVO.
Noem drie van de vier potentiële stressoren voor migranten.
Beschrijf de fasen in het ‘commonsense-model’ van ziekte- en gezondheidsgedrag (Leventhal et al., 1984)
Wat zijn de drie stappen in de methode van Pinto (1994)?
Definieer het begrip ‘somatisatie’.
Bewegen
Roken
Alcohol- en drugsgebruik
Voedsel en veiligheid (in vrijen en wonen)
Ontspanning
Migratie
Acculturatie
Maatschappelijke beeldvorming
Discriminatie
De patiënt is een zelfregulerend systeem dat de ervaring van klachten of symptomen verwerkt in vier fasen:
Taxatie van klachten leidt tot handelingen gericht op
Het omgaan met deze klachten
Het eventueel zoeken van hulp en vervolgens tot
Evaluatie van de resultaten waarbij geleerd wordt van voorafgaande
Stap 1: Leren kennen van eigen (cultuurgebonden) normen en waarden
Stap 2: Leren kennen van (cultuurgebonden) normen en waarden van de ander
Stap 3: Vaststellen van de wijze waarop men in de gegeven situatie met de verschillen in normen en waarden omgaat
Psychische klachten in de vorm van lichamelijke klachten presenteren; niet willen instemmen met een psychische duiding.
Wat is de Nederlandse nieuwe term voor vrouwenbesnijdenis?
Definieer het begrip infibulatie.
Wat zijn de mogelijke gevolgen van vrouwenbesnijdenis?
Waaruit ontstaat minderheidsstress en wat is het gevolg ervan volgens het Minority Stress Model (Meyer, 2003)?
Waarom kan homoseksualiteit beschouwd worden als een minderheidsfactor?
Vrouwelijke genitale verminking (VGV)
Verwijdering van de clitoris, meest invasieve vorm van vrouwenbesnijdenis.
Depressies
Chronische overgevoeligheid
Gevoelens van incompleetheid
Angst voor onvruchtbaarheid, voor seksueel contact en voor de gezondheid van het geslachtsorgaan
Minderheidsstress is het gevolg van geïnternaliseerde negatieve attitudes, discriminatie en sociale afkeuring en uitsluiting. Depressie, hopeloosheid en suïcidale ideatie zijn het gevolg.
Gezien sociale afkeuring van homoseksualiteit vanuit de normen van niet-westerse culturen en religies zoals de islam.
Definieer het begrip ‘externe vertekening’ oftewel ‘external bias’.
Definieer het begrip ‘interne vertekening’ oftewel ‘internall bias’, en noem de drie soorten interne vertekening.
Noem twee andere woorden voor equivalentie.
Wat doet de COTAN?
Noem drie manieren van aanpak om de kwaliteit van multicultureel testen te verbeteren.
De test voorspelt niet even goed voor autochtonen en allochtonen.
Een item of test meet niet hetzelfde in verschillende culturele groepen.
Constructbias
Methodebias
Itembias
Vergelijkbaarheid, gelijkwaardigheid.
Deze onderwerpt psychologische tests aan een kwaliteitsbeoordeling.
Gebruik van cultuurvrije tests
Gebruik van standaardtests
Geen gebruik van standaardtests, enkel werken met interviews en gedragsobservaties
Wat is volgens het universalisme en het relativisme de relatie tussen cultuur en psychische problemen?
Wat is somatisatie en hoe relateert het tot psychische problemen?
Volgens het universalisme heeft cultuur geen invloed op de psychische problemen zelf, alleen op de symptomen er van. Volgens het relativisme moeten psychische problemen echter altijd in het licht van de patiënt zijn cultuur bekeken worden.
Somatisatie is het benadrukken van lichamelijke klachten. Wellicht lijdt de migrant niet daadwerkelijk aan deze lichamelijke klachten, ze moeten worden gezien als een uiting van de nood van de migrant. Het is vaak een uiting van het onder woorden brengen van het zieke gevoel bij PTSS en het gevolg van langdurige stress.
Waarom kunnen psychische problemen van allochtonen niet altijd worden behandeld met reguliere psychotherapie?
Wat is ‘ethnic matching’?
Leg uit waarom cultuursensitieve therapie effectiever kan zijn dan ‘ethnic matching’.
In westerse landen zijn waarden zoals onafhankelijkheid, individuele vrijheid en autonomie van groot belang. Men verwacht in therapie vaak eigen verantwoordelijkheid voor de genezing. Allochtonen stellen zich echter vaker passiever op. Zij schamen zich vaker voor hun psychische problemen en hebben er moeite mee zich open te stellen tegenover de therapeut.
Een koppeling tussen een cliënt en een therapeut met dezelfde etnische achtergrond.
Uit onderzoek is gebleken dat het behandeleffect onafhankelijk is van de etnische achtergrond van de therapeut. Belangrijker is dat de therapeut zich bewust is van zijn eigen culturele achtergrond en de invloed daarvan op zijn hulpverlening. Tevens moet hij zich bewust zijn van de leef- en denkwereld van de cliënt. Het bewustzijn van de therapeut is belangrijker dan zijn etnische achtergrond.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
987 |
Add new contribution