TentamenTests bij de meestvoorkomende statistiekonderwerpen tijdens je studie - Bundel

 

Oefen- en tentamenvragen bij de meestvoorkomende statistiekonderwerpen tijdens je studie. Deze tentamenvragen zijn een aanvulling op de JoHo Statistiek samenvatting, waarin in dezelfde volgorde als deze tentamenbundel de theorie wordt behandeld.

Bundle items:
Wat wordt bedoeld met het begrip statistiek? - Tentamens 1

Wat wordt bedoeld met het begrip statistiek? - Tentamens 1

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen een onafhankelijke en een afhankelijke variabele? Beschrijf beide begrippen.

Vraag 2

In onderzoek worden over het algemeen verschillende soorten variabelen gemeten. Vul in welke termen ontbreken in de volgende zin:

De ......... variabele heeft invloed op de ......... variabele

  1. onafhankelijke; afhankelijke
  2. experimentele; controle
  3. experimentele; afhankelijke
  4. controle; experimentele

Vraag 3

Wat is een quasi-onafhankelijke variabele?

Vraag 4

Bekijk onderstaande twee definities van het begrip prestatie-motivatie.
I. Iemand krijgt de opdracht een toren van lucifers te bouwen. Prestatie-motivatie is het aantal keren dat iemand dit probeert voordat hij/zij de poging opgeeft.
II. Prestatie-motivatie is het vermogen om jezelf te bewegen tot een bepaalde prestatie. Zijn deze definities conceptueel of operationeel?

  1. Operationeel; conceptueel
  2. Operationeel; operationeel
  3. Conceptueel; operationeel
  4. Conceptueel; conceptueel

Vraag 5

Wat houdt correlationeel onderzoek in?

Vraag 6

Een onderzoeker wil nagaan in welke mate hoogbegaafdheid bij kinderen op de basisschool samengaat met gedragsproblemen in de klas. Welk soort onderzoek is geschikt om deze vraagstelling te onderzoeken?

Vraag 7

Wat is het doel van correlationeel onderzoek?

  1. Het verschil tussen twee groepen meten
  2. De invloed van de ene op de andere variabele meten
  3. Het verband tussen twee variabelen meten
  4. De som van de twee groepen berekenen

Vraag 8

Bij een steekproef hoort een .........; bij een populatie hoort een..........

  1. populatie; parameter
  2. statistiek; parameter
  3. parameter; statistiek
  4. statistiek; populatie

Vraag 9

Een steekproeffout ontstaat doordat:

  1. Er niet genoeg mensen in de populatie zijn
  2. Er een verschil is tussen de specifieke personen in de steekproef en alle mensen in een populatie
......read more
Welke soorten steekproeven en variabelen zijn er? - Tentamens 2

Welke soorten steekproeven en variabelen zijn er? - Tentamens 2

Vragen

Vraag 1

Wat is de afhankelijke variabele?

Vraag 2

Wat is een continue variabele?

Vraag 3

Wat is het verschil tussen correlationeel en experimenteel onderzoek?

Vraag 4

Wat is het verschil tussen variabelen en parameters?

Vraag 5

Wat is het verschil tussen continue en discrete variabelen?

Vraag 6

In een demografische vragenlijst wordt naar opleidingsniveau gevraagd, waarbij de antwoordopties zijn: basisschool, voortgezet onderwijs, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. Wat voor soort variabele is ‘opleidingsniveau’ in dit geval?

  1. Interval
  2. Ordinaal
  3. Nominaal
  4. Ratio

Vraag 7

Er wordt op de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar het zelfbeeld van eerstejaars studenten. Ze moeten vragen beantwoorden op een schaal van 1 (laag) tot 7 (hoog). Op wat voor niveau wordt er gemeten?

  1. Interval
  2. Ordinaal
  3. Nominaal
  4. Ratio

Vraag 8

Joost doet een opiniepeiling onder studenten en trekt een steekproef op iedere universiteit in Nederland. Wat voor soort steekproeftrekking is dit?

  1. Systematisch
  2. Cluster
  3. Gestratificeerd
  4. Gelaagd

Vraag 9

Iemand beweert over een bepaalde variabele dat de score van Elise twee keer zo groot is als die van Adriaan. Welk meetniveau moet de variabele ten minste hebben om deze uitspraak te kunnen doen?

  1. Interval
  2. Ordinaal
  3. Nominaal
  4. Ratio

Vraag 10

In een onderzoek wordt de variabele Intelligentie op de volgende manier gemeten: 1 = IQ lager dan 70 2 = IQ tussen 71 en 90 3 = IQ tussen 91 en 110 4 = IQ tussen 111 en 120 5 = IQ hoger dan 120 Welk meetniveau heeft deze variabele?

Vraag 11

In een onderzoek wordt gekeken naar het verband tussen sekse, leeftijd en cognitieve vaardigheden.

......read more
Op welke manier kan data beschreven, verkend en verzameld worden? - Tentamens 3

Op welke manier kan data beschreven, verkend en verzameld worden? - Tentamens 3

Vragen

Vraag 1

Wat zijn de drie voorwaarden voor causaliteit?

Vraag 2

Van elf willekeurig gekozen studenten is direct na afloop van tentamen M&T nagegaan hoeveel van de 40 vragen zij goed beantwoord hebben. Deze scores zijn weergegeven in onderstaande stemplot. 0 2 6 6 1 0 8 9 2 1 3 4 6 8 9
Bepaal de waarde van de Mediaan.

Vraag 3

Wat is de mediaan van de scores 4-6-8-10-18?

Vraag 4

Wat is de mediaan van de volgende rij getallen: 8, 9, 14, 15?

Vraag 5

De getallen zijn al gerangschikt van klein naar groot. Er zijn een even aantal (8) getallen. De mediaan is dan het gemiddelde van de twee middelste getallen: 9 en 14.

Vraag 6

Welke centrummaat kun je gebruiken voor categorische variabelen?

  1. Het gemiddelde
  2. De mediaan
  3. De module
  4. De kwartielafstand

Vraag 7

Welke weergave kan worden gebruikt om de observaties van een kwantitatieve variabele in kaart te brengen?

  1. Scatterplot
  2. Contingency table
  3. Regressie analyse
  4. Loglineaire regressie analyse

Vraag 8

Wat is de interkwartielafstand?

Vraag 9

Welke maat beschrijft de typische afstand tot het gemiddelde in een distributie?

Vraag 10

De volgende 5 begrippen worden veel gebruikt om kenmerken van een statistische variabele samen te vatten: minimum, maximum, 1e kwartiel, 3e kwartiel, mediaan. Wat is de goede volgorde, van klein naar groot?

Vraag 11

Wat houdt errorvariantie in?

Vraag 12

Hoe wordt de standaarddeviatie berekend uit de variantie?

Vraag 13

Om een indruk te krijgen van de relatie tussen aantal gerookte sigaretten per dag en tijdsduur nodig om 2 km te joggen maak je van deze gegevens van een

......read more
Wat wordt bedoeld met de begrippen betrouwbaarheid en validiteit? - Tentamens 4

Wat wordt bedoeld met de begrippen betrouwbaarheid en validiteit? - Tentamens 4

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen betrouwbaarheid en validiteit, twee centrale begrippen binnen de statistiek?

Vraag 2

Uit welke twee onderdelen bestaat de totale variantie in een dataset van scores?

Vraag 3

Tussen welke twee waardes kan de betrouwbaarheid van een meting liggen?

Vraag 4

Welke drie soorten betrouwbaarheid worden er onderscheiden?

Vraag 5

Hoe wordt de split-halfbetrouwbaarheid berekend?

Vraag 6

Wat is het verschil tussen interne en externe validiteit?

Vraag 7

Een studie-adviseur probeert studiesucces te voorspellen. Hij neemt bij een groep eerstejaars studenten een vragenlijst af die motivatie meet. Aan het einde van hun eerste jaar bekijkt hij of studenten het jaar succesvol hebben afgesloten. Vervolgens bepaalt hij de correlatie met de score op de vragenlijst. Van welke soort validiteit is hier sprake?

Vraag 8

Een onderzoeker heeft vastgesteld dat hogere niveaus van testosteron bij jonge mannen samenhangen met verhoogd risicovol gedrag tijdens het autorijden. In een vervolgstudie vindt hij hetzelfde verband in een steekproef jonge vrouwen. Van welke soort validiteit is dit een voorbeeld?

Vraag 9

Wat betekent validiteit?

Vraag 10

Wanneer is een onderzoek betrouwbaar?

Antwoordindicatie

Vraag 1

De betrouwbaarheid houdt in dat het meetinstrument consistente resultaten geeft. Als je twee keer dezelfde meting doet, geeft een betrouwbaar meetinstrument twee keer hetzelfde resultaat. Validiteit beschrijft of het gemeten concept inderdaad gemeten wordt door het meetinstrument.

Vraag 2

De totale variantie bestaat uit variantie door ware scores en variantie door meetfouten (errorvariantie en systematische variantie).

Vraag 3

Tussen de 0 en 1.

Vraag 4

Test-hertest betrouwbaarheid, interitem betrouwbaarheid en interbeoordelaar betrouwbaarheid.

Vraag 5

Bij de split-halfbetrouwbaarheid

......read more
Welke verdelingen bestaan er binnen de statistiek? - Tentamens 5

Welke verdelingen bestaan er binnen de statistiek? - Tentamens 5

Vragen

Vraag 1

Wat is het gemiddelde en de standaardafwijking van de standaardnormaalverdeling?

Vraag 2

Iemand kiest geblinddoekt 4 knikkers uit een mand met oneindig veel knikkers. De helft is rood, de andere helft groen. Hoe groot is de kans dat hij vier groene knikkers trekt?

Vraag 3

In een aselecte steekproef van 20 eerstejaars studenten in Groningen zijn er 12 thuiswonend. Wat is het 95%-betrouwbaarheidsinterval?

Vraag 4

Wat is de kritieke Z-waarde die je gebruikt bij de bepaling van een 92%-betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde?

Vraag 5

Er wordt gezegd dat 55% van de huwelijken in de staat Californië (USA) binnen 15 jaar eindigt in een echtscheiding. 15 jaar geleden is er een groot onderzoek gestart waarbij honderden huwelijken in Californië zijn gevolgd. Stel, er worden random 100 van deze huwelijken geselecteerd. Wat is de exacte vorm van de steekproevenverdeling (sampling distribution) van het aantal van deze huwelijken dat eindigt in een echtscheiding?

Vraag 6

Een onderzoeker bekijkt de samenhang tussen mate van alcoholgebruik en studieresultaat (beide variabelen hebben drie categorieën. Hij heeft 15 personen onderzocht, en vindt een chi-kwadraat waarde van 1.3. Met hoeveel vrijheidsgraden moet hij toetsen?

Vraag 7

Om te toetsen of er een associatie is tussen geslacht en rook gedrag (wel of niet roken) tel je in een groep van 75 mannen en 69 vrouwen het aantal rokers en niet-rokers. Vervolgens voer je een chi-kwadraat test uit. Wat is het aantal vrijheidsgraden?

Vraag 8

Men wil weten of de ‘man/vrouw’-verhouding onder de werknemers van bedrijf A en B van elkaar verschillen. Op steekproefbasis stelt men vast dat de proportie man in van bedrijf A 0.40 en in bedrijf B

......read more
Op welke manier wordt een steekproef uitgevoerd? - Tentamens 6

Op welke manier wordt een steekproef uitgevoerd? - Tentamens 6

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen een parameter en een statistiek?

Vraag 2

Welke drie soorten nonprobability samples zijn er?

Vraag 3

In een onderzoek naar de patiënten van psychiatrische inrichtingen in Nederland wordt de steekproef als volgt getrokken. Eerst trekt men at random een aantal inrichtingen uit de complete lijst van Nederlandse psychiatrische inrichtingen. Uit elk van die inrichtingen wordt vervolgens at random een aantal patiënten getrokken. Wat voor steekproef is dit?

Vraag 4

Een onderzoeker wil weten in hoeverre alcoholgebruik samenhangt met studieresultaten. Zij hangt op een prikbord op de universiteit een briefje waarop drinkende studenten worden opgeroepen om deel te nemen aan het onderzoek. Er melden zich 33 studenten. Wat voor steekproef is dit?

Vraag 5

Hoe bereken je de standaardafwijking?

Vraag 6

Wat geeft een z-score aan?

Vraag 7

Welk kenmerk is onderscheidend van de verdeling van steekproefgemiddelden?

Vraag 8

Wat is waar met betrekking tot de vorm van de verdeling van steekproefgemiddelden?

  1. Hoe groter de steekproef, hoe meer de gemiddelden verspreid zijn
  2. Hoe kleiner de steekproef, hoe meer normaal verdeeld.
  3. Hoe groter de steekproef, hoe dichter de gemiddelden bij elkaar liggen
  4. Hoe kleiner de steekproef, hoe meer de gemiddelden verspreid zijn

Vraag 9

Welk van de volgende kenmerken wordt niet beschreven door de centrale limiettheorie?

  1. Grootte van de steekproef
  2. Vorm van de steekproef
  3. Variabiliteit van de steekproef

Vraag 10

Wat is het verschil tussen standaarddeviatie en standaardfout?

Vraag 11

Wat is het effect van steekproefgrootte op de uitkomst van een hypothesetest?

  1. De kans op een significant effect is groter bij een grotere steekproef
  2. De kans
......read more
Hoe wordt een hypothese getest? - Tentamens 7

Hoe wordt een hypothese getest? - Tentamens 7

Vragen

Vraag 1

Een onderzoeker wil bestuderen of een medicijn effectief is. Wat zou de nulhypothese stellen over dit medicijn?

Vraag 2

Wat is de relatie tussen power en alfaniveau?

Vraag 3

Hieronder staan vijf stellingen. Zijn deze stellingen goed of fout?

  1. Hoe groter de sample, hoe hoger de power;
  2. Een tweezijdige toets geeft een hogere power dan een eenzijdige toets;
  3. Als de power van een test lager wordt, wordt de kans op een Type-II fout ook lager;
  4. Als het alfaniveau toeneemt, neemt de grootte van het kritische gebied ook toe;
  5. De term significant wordt gebruikt wanneer de nulhypothese wordt afgewezen.

Vraag 4

Welke assumpties liggen ten grondslag aan hypothesetoetsing met z-scores?

Vraag 5

Wat is een type 1 fout?

Vraag 6

Waarom wordt de type 1 fout als iets ernstigs gezien?

Vraag 7

In welke situatie is het waarschijnlijk dat een type 2 fout voorkomt?

Vraag 8

Welke factoren kunnen een hypothesetest beïnvloeden? Noem er 3.

Vraag 9

Waarom is een statistisch significant effect niet gelijk aan een substantieel effect?

Antwoordindicatie

Vraag 1

De null hypothese stelt dat het medicijn geen effect heeft.

Vraag 2

Als het alfaniveau groter wordt, wordt de power ook groter. Oftewel: de kans op een significant effect wordt groter.

Vraag 3

Goed, fout, fout, goed, goed

Vraag 4

  • Random sampling;

  • Onafhankelijke observaties;

  • De waarde van σ verandert niet door de behandeling;

  • Normale sampling distributie.

Vraag 5

Een Type I-fout betekent dat de nulhypothese verworpen wordt, terwijl die eigenlijk aangenomen had moet worden. Met

......read more
Wat is een bias? - Tentamens 8

Wat is een bias? - Tentamens 8

Vragen

Vraag 1

Waar kan een bias voorkomen?

Vraag 2

Welke drie typen bias kunnen ontstaan in een steekproef?

Vraag 3

Waarom zijn uitschieters een belangrijke bron van bias?

Vraag 4

Waarom is de aanname van lineariteit zeer belangrijk?

Vraag 5

Wat betekent homoscedasticiteit?

Vraag 6

Hoe kun je de assumpties van homoscedasticiteit en lineariteit tegelijk bekijken?

Vraag 7

Wat kun je doen om bias te verminderen?

Vraag 8

Wat wordt er bedoeld met de zogenaamde selectiebias?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Bias kan voorkomen bij de schattingen van de parameters, de standard error en het betrouwbaarheidsinterval, en de test statistieken en p-waarden.

Vraag 2

Sampling bias, response bias en nonresponse bias

Vraag 3

Uitschieters zijn een belangrijke bron van bias, omdat die het gemiddelde enorm omhoog of omlaag kunnen brengen.

Vraag 4

De aanname van lineariteit is belangrijk omdat het model niet meer klopt als de variabelen geen lineair verband vertonen.

Vraag 5

Homoscedasticiteit betekent dat alle groepen een ongeveer gelijke variantie hebben.

Vraag 6

De assumpties van homoscedasticiteit en lineariteit kun je tegelijk bekijken door een scatterplot te gebruiken.

Vraag 7

Om bias te verminderen kun je bepaalde extreme scores verwijderen, uitschieters vervangen door de hoogste score die geen uitschieter is, je data analyseren met robuuste methodes en de data transformeren.

Vraag 8

Dit houdt in dat de manier waarop je je participanten selecteert, kan leiden tot een vertekend beeld. Denk bijvoorbeeld aan internet-enquêtes. Mensen die geen internet hebben selecteer je hierdoor automatisch niet.

...read more
Wat is statistische inferentie en hoe maak je schattingen? - Tentamens 9

Wat is statistische inferentie en hoe maak je schattingen? - Tentamens 9

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen beschrijvende en inferentiële statistiek?

Vraag 2

Myrthe kijkt naar de jaarlijkse uitgaven van gezinnen in verschillende regio’s in Nederland over de periode 1980 tot afgelopen jaar. Gebruikt zij inferentiële of beschrijvende statistiek?

Vraag 3

Een arbeidspsycholoog doet onderzoek naar werkstress bij startende ondernemers. Hij gebruikt gegevens van de Kamer van Koophandel en vindt dat 62% van de ondernemers man is, en 38% vrouw. Van de ondernemers die aan zijn onderzoek meedoen, rapporteert 73% van de vrouwen bovengemiddelde stress, tegenover 45% van de mannen. Hij voorspelt dat vrouwelijke ondernemers vaker last zullen krijgen van burn-outklachten. Welk deel in het onderzoek is beschrijvende statistiek, en welk deel is inferentieel?

Vraag 4

Hoe wordt de vorm van statistiek genoemd die zich bezig houdt met het trekken van conclusies?

Vraag 5

Hoe wordt de waarde die het meest consistent is met de geobserveerde data genoemd?

  1. Puntschatting.
  2. Intervalschatting
  3. Maximale waarschijnlijkheidsschatting
  4. Minimale waarschijnlijkheidsschatting

Vraag 6

In een marktonderzoek naar online winkelgedrag zegt 79% van een steekproef van 1200 personen regelmatig online producten te bestellen. Bereken het 95% betrouwbaarheidsinterval.

Vraag 7

In een onderzoek naar de houding van jongeren tegenover het vuurwerkverbod wordt een steekproef gedaan. In de steekproef van 500 middelbare scholieren is 56% voor en 44% tegen. Bereken het 99% betrouwbaarheidsinterval.

Vraag 8

Hoe kun je het betrouwbaarheidsinterval verkleinen?

Vraag 9

Een vrouwenblad plaatst een poll met de stelling ‘Mijn vriendinnen gaan voor mijn familie’. 883 lezeressen nemen deel aan de poll. Wat is de geschatte standaardfout als 36% het eens is?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Beschrijvende

......read more
Wat wordt bedoeld met de begrippen correlatie, regressie en lineaire regressie? - Tentamens 10

Wat wordt bedoeld met de begrippen correlatie, regressie en lineaire regressie? - Tentamens 10

Vragen

Vraag 1

Welke waarde in een regressiefunctie is de constante waarde?

  1. y

  2. α

  3. β

  4. ε

Vraag 2

Wanneer is een correlatie sterker?

  1. Als de waarde groter is

  2. Als de waarde kleiner is

  3. Als de waarde negatief is

  4. Als de waarde positief is

Vraag 3

Wat betekent R2 binnen de regressieanalyse? Wat is R2?

Vraag 4

Waarom kun je beter niet extrapoleren met een regressieanalyse?

Vraag 5

Wat houdt een positieve relatie tussen twee variabelen in?

Vraag 6

Wat geeft de covariantie aan?

Vraag 7

Wat is Pearson correlatie coëfficiënt?

Vraag 8

Wat is een bivariate correlatie?

Vraag 9

Waarom is er bij correlatie niet automatisch sprake van causaliteit?

Vraag 10

Wat is het coëfficiënt van determinatie?

Vraag 11

Wat is Spearman correlatie coëfficiënt?

Vraag 12

Wanneer wordt de Kendall’s tau gebruikt?

Vraag 13

Wanneer gebruik je de biseriële correlatie coëfficiënt?

Vraag 14

Wat is de partiële correlatie?

Vraag 15

Wat is het verschil tussen semi-partiële correlatie en partiële correlatie?

Vraag 16

Wat gebruik je om correlaties te vergelijken?

Vraag 17

Wat moet je doen om de effectgrootte te berekenen?

Vraag 18

Wat wordt precies geanalyseerd wanneer er een regressieanalyse uitgevoerd wordt?

Vraag 19

Wat wordt bedoeld met residuen?

Vraag 20

Heeft een goed model een hoge F-ratio of juist een lage?

Vraag 21

Wat betekent een regressiecoëfficiënt van 0?

Vraag 22

Wat is een probleem bij de forwardmethode van invoer?

Vraag 23

Wat is een probleem bij de stapsgewijze invoer?

Vraag 24

Wat wordt bedoeld met een uitschieter?

......read more
Wat is multipele regressie en hoe werkt het? - Tentamens 11

Wat is multipele regressie en hoe werkt het? - Tentamens 11

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen de pearson correlatie en de multipele correlatie R?

Vraag 2

Voor twee modellen berekenen we de adjusted R2 : Model 1 heeft een adjusted R2 van 0.788 en model 2 van 0.793. Welke model is het betere model op basis van deze waarden?

Vraag 3

In een model zijn twee partiële correlaties gevonden tot de afhankelijke variabele: rx1y= 0.6, rx2y=0.4. De verklaarde variantie is 60%. Hoeveel variantie wordt verklaard door beide variabelen?

Vraag 4

Gegeven is de volgende SPSS tabel:

Wat is de gestandaardiseerde vergelijking?

Vraag 5

Wat is de betekenis van B in de tabel bij de vorige vraag?

Vraag 6

Welke uitspraak over het evalueren van individuele voorspellers is juist?

  1. Het evalueren van individuele voorspellers is handig wanneer het model niet beter dan kansniveau voorspelt.
  2. Om te evalueren kunnen zowel b-gewichten als bèta-gewichten worden gebruikt.
  3. Bèta-gewichten kunnen beïnvloed worden door de variabiliteit van een variabele, extra voorspellers en meetfouten.
  4. Het evalueren van bèta-gewichten en structuurcoëfficiënten kan vaak al voldoende zijn.

Vraag 7

Wat zijn de assumpties voor multipele regressie?

Vraag 8

In een regressie analyse bij data van 150 personen is het regressiegewicht van X2 niet significant, maar de correlatie is toch hoog: 0.6. Verdere gegevens: correlatie X1 en Y = 0.8, correlatie X1 en X2 = 0.8. Wat kan hiervoor de verklaring zijn?

  1. Er is sprake van een interactie-effect tussen X1 en X2
  2. De data zal waarschijnlijk non-lineair zijn.
  3. X1 heeft geen unieke bijdrage.
  4. X2 heeft geen unieke bijdrage.

Vraag 9

Welke uitspraak over (semi)-partiële correlaties is juist?

    ......read more
    Wat is logistische regressie en hoe werkt het? - Tentamens 12

    Wat is logistische regressie en hoe werkt het? - Tentamens 12

    Vragen

    Vraag 1

    Wanneer wordt logistische regressie gebruikt?

    Vraag 2

    Wat voor vorm heeft de lijn van een logistische regressie?

    Vraag 3

    Bij logistische regressie is er enkel een verband tussen X en de:

    1. de odds.
    2. de kans om bij groep 1 te horen.
    3. de log(odds) (logit).
    4. de odds ratio.

    Vraag 4

    In een Logistische regressie model is een dichotome voorspeller opgenomen. X1 heeft een regressiecoëfficiënt van 0.568. Het model heeft een constante van -3.734. Een individu beschikt over kenmerk X1. Hoe groot is de kans dat hij bij de doelgroep hoort?

    Vraag 5

    Een onderzoeker wil een logistische regressie analyse uitvoeren op zijn verkregen data over het wel of niet hebben van een depressie, uit een steekproef van 150 respondenten. De voorspellende variabelen zijn van intervalniveau en de afhankelijke variabele is dichotoom. Hij vindt onder andere dat een aantal van zijn voorspellers sterk correleren met elkaar, dat de voorspellers lineair gerelateerd zijn aan de log kansen en dat de errors afhankelijk zijn van elkaar. Is het verstandig om een LRA uit te voeren?

    Vraag 6

    I. Bij dichotome variabelen wordt het aanwezig zijn van een kenmerk/variabele gecodeerd met 1 en he niet aanwezig zijn met 0.
    II. LRA probeert te voorspellen tot welke groep een individu behoort door de kans te berekenen dat het individu tot de responsgroep behoort.

    1. Alleen stelling I is juist.
    2. Alleen stelling II is juist.
    3. Beide stellingen zijn juist.
    4. Geen van de stellingen is juist.

    Vraag 7

    Hoe interpreteer je een significante omnibus-test?

    Vraag 8

    Met welke test kun je het logistische regressiemodel evalueren en hoe werkt deze test?

    ......read more
    Hoe werkt de analyse van variantie (ANOVA)? - Tentamens 13

    Hoe werkt de analyse van variantie (ANOVA)? - Tentamens 13

    Vragen

    Vraag 1

    Wat is het voordeel van ANOVA boven t-toetsen?

    Vraag 2

    Welke toets wordt gebruikt om de homoscedasticiteit te toetsen?

    Vraag 3

    Wat zijn de drie aannames voor het uitvoeren van een ANOVA?

    Vraag 4

    Hoe kan de F-waarde berekend worden uit een gegeven t-waarde?

    Vraag 5

    Bezie onderstaande stellingen over de ANOVA, en geef aan welke stelling(en) juist is/zijn.
    I. De sterkte van een bepaald effect in de ANOVA is R².
    II. De F-waarde in een ANOVA tabel is te berekenen door de gemiddelde kwadratensom van het model te delen door de gemiddelde kwadratensom van de error.

    1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
    2. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
    3. Beide stellingen zijn juist
    4. Beide stellingen zijn onjuist

    Vraag 6

    Uit een ANOVA tabel zijn de volgende gegevens bekend. Wat is de F-waarde?
    SS between groups: 400
    SS within groups: 150
    df between groups: 4
    df within groups: 16

    Vraag 7

    Uit een onderzoek naar het effect van therapie op depressie is het resultaat in onderstaande ANOVA-tabel gepresenteerd. Patiënten zijn door middel van toevalsmatige toewijzing in drie verschillende groepen ingedeeld. De patiënten uit groep 1 kregen gedragstherapie, de patiënten uit groep 2 kregen cognitieve gedragstherapie en de patiënten uit groep 3 kregen geen therapie (controle groep). De afhankelijke variabele is angstklachten na afloop van de therapie.

    Blijkt uit bovenstaande tabel dat de therapieën significant verschillen in effectiviteit bij α = . 05?

    Vraag 8

    In een ANOVA wordt onderzocht wat het effect is van 4 typen compost op de groei van rozen. Voor elk

    ......read more
    Wat is het tweeweg ANOVA model? - Tentamens 14

    Wat is het tweeweg ANOVA model? - Tentamens 14

    Vragen

    Vraag 1

    Wanneer is sprake van een significant interactie effect?

    1. Wanneer de onafhankelijke variabelen significant gecorreleerd zijn.
    2. Wanneer het effect van een onafhankelijke variabele verklaard kan worden door een variabele die niet in het model is opgenomen.
    3. Wanneer het effect van de ene onafhankelijke variabele significant verschilt voor de categorieën van een andere onafhankelijke variabele.
    4. Wanneer twee onafhankelijke variabelen significant een afhankelijke variabele voorspellen.

    Vraag 2

    Hoe bereken je de vrijheidsgraden voor het interatie-effect van A en B?

     

    De volgende informatie is nodig bij het beantwoorden van de volgende twee vragen:

    In 2010 is er een onderzoek uitgevoerd naar gevoelens van spijt ten aanzien van relaties en verschillen in die gevoelens tussen mannen en vrouwen. De proefgroep bestond uit 40 vrouwen en 29 mannen, gemiddelde leeftijd 19 jaar (sd = 1.18). Elke deelnemer heeft een vragenlijst ingevuld volgens de volgende instructies: Als je terugkijkt op je relatie is er dan iets waar je spijt van hebt? Iets dat je anders had willen doen. Iets waar je wel of juist geen actie had willen ondernemen. Bram en Timo moeten voor hun statistiekcursus een onderzoekje doen. Na het lezen van een artikel over het onderzoek naar spijtgevoelens hebben ze zelf een soortgelijk onderzoek gedaan. Samen hebben ze een lijstje opgesteld met potentieel genante of ongemakkelijke situaties die in relaties voorkomen (de vraag “Ben ik te dik?” met “Ja” beantwoorden, samen naar de sauna, enz.). Veertig medestudenten worden gevraagd om mee te werken aan dit onderzoek: 20 vrouwelijke studenten en 20 mannelijke studenten. Ze worden gevraagd aan te geven hoeveel spijt ze hebben van de beschreven situaties (waar 0 ‘geen

    ......read more
    Wat is ANCOVA? - Tentamens 15

    Wat is ANCOVA? - Tentamens 15

    Vragen

    Vraag 1

    Waarom gebruik je bij dit experiment een ancova?

    Vraag 2

    Om welke twee redenen is het handig om covariaten toe te voegen?

    Vraag 3

    Wanneer wordt gewerkt met aangepaste groepsgemiddeldes?

    Vraag 4

    Welke drie specifieke aannamen gelden er voor de ancova? - Geen error in de covariaat - lineaire relatie met de afhankelijke variabele - parallellisme.

    Vraag 5

    Wat zijn nadelen van het gebruik van covariaten?

    Vraag 6

    Wanneer voer je een ANCOVA uit?

    Vraag 7

    Wat zijn covariaten?

    Vraag 8

    Wat zijn de twee redenen om een covariaat mee te nemen in de analyse?

    Vraag 9

    ANCOVA heeft dezelfde assumpties als ANOVA maar wat zijn de twee bijvoegingen?

    Vraag 10

    Bij ANCOVA hebben we de partial eta squared, wat is dit?

    Vraag 11

    Wat is de assumptie van homogeniteit van regressiecoëfficiënten?

    Vraag 12

    Wanneer kan de omega squared gebruikt worden bij ANCOVA?

    Vraag 13

    Waarmee kan bij ANCOVA de de effectgrootte van de contrasten berekend worden?

    Antwoordindicatie

    Vraag 1

    Het is een ANCOVA omdat het model zowel categorische als numerieke verklarende variabelen bezit

    Vraag 2

    Het toevoegen van covariaten maakt het mogelijk om de effecten van factoren accurater en specifieker te testen door (1) vermindering van errorvariantie en (2) eliminatie van systematische bias (statistische controle).

    Vraag 3

    Als de groepen verschillen op de covariaat.

    Vraag 4

    • Geen error in de covariaat
    • Lineaire relatie met de afhankelijke variabele
    • Parallellisme.

    Vraag 5

    Covariaten moeten met mate worden gebruikt omdat ze een vrijheidsgraad kosten en moeilijk te interpreteren zijn.

    Vraag 6

    Als een ANOVA een continue variabele bevat

    ......read more
    Wat zijn MANOVA (multivariate analysis of variance) en DA (discriminantanalyse)? - Tentamens 16

    Wat zijn MANOVA (multivariate analysis of variance) en DA (discriminantanalyse)? - Tentamens 16

    Vragen

    Vraag 1

    Wanneer wordt manova gebruikt?

    Vraag 2

    Wanneer is het niet slim om een manova te doen?

    1. Als een set afhankelijke variabelen heel hoog gecorreleerd zijn.
    2. Als je meerdere categorieën van de onafhankelijke variabele wilt onderzoeken.
    3. Als de afhankelijke variabelen gemiddeld gecorreleerd zijn.
    4. Als je wilt identificeren welke afhankelijke variabelen het meeste groepsverschil veroorzaken.

    Vraag 3

    Een professor realiseert zich dat hij een probleem heeft, maar wil zijn ene significante resultaat toch graag publiceren. Hij corrigeert voor het feit dat hij 20 keer dit onderzoek heeft herhaald met een Bonferroni correction. Neem alpha = 0.05. Bonferroni geeft advies om de alpha te verlagen zodat voor alle experimenten samen de kans op een Type I fout onder de 0.05 blijft. Welke waarde voor alpha adviseert Bonferroni aan te houden?

    Vraag 4

    Wat zijn de twee redenen voor het uitvoeren van een manova in plaats van meerdere anova’s?

    Vraag 5

    Bezie onderstaande stellingen over manova, en geef aan welke stelling(en) juist is/zijn.

    I. Een voordeel van een multivariaat factor ontwerp is dat het laat zien hoe onafhankelijke variabele interacteren zodat ze invloed hebben op de afhankelijke variabele.

    II. De waarde van Wilk’s lambda geeft het proportie onverklaarde variantie.

    1. Alleen stelling 1 is juist
    2. Alleen stelling 2 is juist
    3. Beide stellingen zijn juist
    4. Beide stellingen zijn onjuist

    Vraag 6

    Wat is het verschil tussen de manova en de discriminantanalyse (DA)?

    Vraag 7

    Wat wordt er getoetst met de box-M toets?

    Vraag 8

    Wat is het maximaal aantal discrimantfunctievariaten?

    Vraag 9

    Wat zijn de twee belangrijkste nadelen van DA?

    Vraag 10

    Wat is een MANOVA?

    Vraag 11

    ......read more
    Wat zijn Random- en Mixed-Effects Analysis of Variance Models? - Tentamens 17

    Wat zijn Random- en Mixed-Effects Analysis of Variance Models? - Tentamens 17

    Vragen

    Vraag 1

    Wat is het verschil tussen een random-effects en een fixed-effects model?

    Vraag 2

    Waardoor wordt het verschil in effectgroottes veroorzaakt bij het vergelijken van fixed-factor modellen?

    Antwoordindicatie

    Vraag 1

    In het random-effects model, zijn in alle steekproeven de levels van de onafhankelijke variabele random genomen van de levels van de populatie. Hierdoor kunnen er generalisaties gemaakt worden over alle levels van de populatie. In het fixed-effects model worden eerst de levels van de onafhankelijke variabele geselecteerd, waarna de onderwerpen (subjects) random worden toegewezen aan de levels van de onafhankelijke variabele.

    Vraag 2

    De verschillen in effectgrootte uit verschillende studies komt door random steekproeferror

    ...read more
    Wat wordt bedoeld met categoriale uitkomsten: chi-quare en loglineair regressie? - Tentamens 18

    Wat wordt bedoeld met categoriale uitkomsten: chi-quare en loglineair regressie? - Tentamens 18

    Vragen

    Vraag 1

    Een toets die de proporties van een populatie distributie toetst noemt men:

    1. Correlatie
    2. Regressie
    3. Chi-kwadraat toets for goodness of fit
    4. Chi-kwadraat toets voor onafhankelijkheid

    Vraag 2

    Bij een chi-kwadraat toets wordt er verwacht dat 49% van de populatie in categorie A valt en 51% in categorie B, wat is de verwachte frequentie van categorie A bij een steekproef van 500 mensen:

    1. 245
    2. 249
    3. 251
    4. 255

    Vraag 3

    Op een bepaalde middelbare school is 55 % van de populatie man en 45% vrouw, in een steekproef op een schoolfeest worden 385 mannen en 215 vrouwen geteld, wat is de waarde van χ2 voor de man-vrouw verhouding op het feest:

    1. 20,14
    2. 20,37
    3. 20,46
    4. 20,56

    Vraag 4

    Een waarde van χ2 = 11,05, bij df = 5 en α = .05:

    1. Is significant, het ligt boven de kritieke waarde voor χ2
    2. Is significant, het ligt onder de kritieke waarde voor χ2
    3. Is niet significant, het ligt boven de kritieke waarde voor χ2
    4. Is niet significant, het ligt onder de kritieke waarde voor χ2

    Vraag 5

    In chi-kwadraat toets for goodness of fit waarin kinderen worden onderverdeeld in lievelingskleur (rood, blauw of geel) en vervolgens elke kleur geteld, is het aantal vrijheidsgraden:

    1. 1
    2. 2
    3. 3
    4. 4

    Vraag 6

    De test die frequentie-data gebruikt om de relatie tussen twee variabelen te evalueren, heet:

    1. Correlatie
    2. Regressie
    3. Chi-kwadraat toets for goodness of fit
    4. Chi-kwadraat toets voor onafhankelijkheid

    Vraag 7

    Bij een chi-kwadraat toets voor onafhankelijkheid, met een variabele met 3 categorieën en een

    ......read more
    Access: 
    Public
    Follow the author: Psychology Supporter
    Contributions, Comments & Kudos

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.
    Statistics
    3903