Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014. Acuut nierfalen wordt gedefinieerd als een abrupte of snelle achteruitgang van de nierfunctie, wat te zien is aan een daling van de GFR en daarmee een stijging van het serum creatinine. Echter, direct na nierschade, kunnen de creatininelevels nog normaal zijn en is er enkel verminderde urineproductie. Ook de productie van erytropoëtine, hydroxylatie van vitamine D, regulatie van de zuur-base balans en regulatie van de zout- en waterbalans en bloeddruk zijn verstoord. Het serumureum en het serumcreatinine zullen stijgen en de urine output zal afnemen, dit laatste heet oligurie (<300-500 ml/dag). Wanneer helemaal geen urine wordt uitgescheiden heet het anurie (<50 ml/dag). DefinitieAcute nierinsufficiëntie wordt vaak herkend aan een snelle stijging van het creatinine dat in dagen tot weken optreedt. Naast nierfunctieverlies omvat acute nierinsufficiëntie een syndroom dat bestaat uit een creatinine stijging met of zonder afname van urineproductie, oedeem, hypertensie of tekenen van een uremisch syndroom (malaise, misselijkheid, braken, sufheid, coma, pleuritis en pericarditis). Spierzwakte of ritmestoornissen kunnen het gevolg zijn van ernstige hyperkaliëmie, een Kussmaul-ademhaling (een zeer diepe, snelle, regelmatige ademhaling) van ernstige metabole acidose. Het is ook lastig om te differentiëren tussen een acute nierinsufficiëntie en een chronische nierinsufficiëntie. Daarom wordt gebruik gemaakt van de RIFLE criteria: Risk, Injury, Failure, Loss, End-stage), waarbij gebruik wordt gemaakt van de stijging in het serum creatinine of de verminderde urineproductie (urinary output). De R, I, en F zijn...


Access options

      How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Go to www JoHo.org, and join JoHo WorldSupporter by choosing a membership + online access
       
      2 - Return to WorldSupporter.org and create an account with the same email address
       
      3 - State your JoHo WorldSupporter Membership during the creation of your account, and you can start using the services
      • You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
      • You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
      Already an account?
      • If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
      • Please note: here too you must have used the same email address.
      Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?

      Toegangsopties (NL)

      Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Ga naar www JoHo.org, en sluit je aan bij JoHo WorldSupporter door een membership met online toegang te kiezen
      2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
      3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
      • Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
      Heb je al een WorldSupporter account?
      • Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
      • Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
      • Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
      Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

      Join JoHo WorldSupporter!

      What can you choose from?

      JoHo WorldSupporter membership (= from €5 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
      JoHo WorldSupporter membership + online access (= from €10 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
      • To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)

      Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter!  (NL)

      Waar kan je uit kiezen?

      JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar
      • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
      • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
      • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
      • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
      JoHo membership met extra services (abonnee services):  Online toegang Only= €10 per kalenderjaar
      • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
      • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

      Meld je aan, wordt donateur en maak gebruik van de services

      Check page access:
      JoHo members
      This content is related to:
      Check more or recent content:

      Nefrologie en urologie - Geneeskunde - Bundel

      Nefrologie en urologie samenvatting verplichte stof deel 2

      Nefrologie en urologie samenvatting verplichte stof deel 2

      Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


      Nefrologie

      Acute Nierinsufficiëntie

      Acuut nierfalen wordt gedefinieerd als een abrupte of snelle achteruitgang van de nierfunctie, wat te zien is aan een daling van de GFR en daarmee een stijging van het serum creatinine. Echter, direct na nierschade, kunnen de creatininelevels nog normaal zijn en is er enkel verminderde urineproductie. Ook de productie van erytropoëtine, hydroxylatie van vitamine D, regulatie van de zuur-base balans en regulatie van de zout- en waterbalans en bloeddruk zijn verstoord. Het serumureum en het serumcreatinine zullen stijgen en de urine output zal afnemen, dit laatste heet oligurie (<300-500 ml/dag). Wanneer helemaal geen urine wordt uitgescheiden heet het anurie (<50 ml/dag).
       

      Definitie
      Acute nierinsufficiëntie wordt vaak herkend aan een snelle stijging van het creatinine dat in dagen tot weken optreedt. Naast nierfunctieverlies omvat acute nierinsufficiëntie een syndroom dat bestaat uit een creatinine stijging met of zonder afname van urineproductie, oedeem, hypertensie of tekenen van een uremisch syndroom (malaise, misselijkheid, braken, sufheid, coma, pleuritis en pericarditis). Spierzwakte of ritmestoornissen kunnen het gevolg zijn van ernstige hyperkaliëmie, een Kussmaul-ademhaling (een zeer diepe, snelle, regelmatige ademhaling) van ernstige metabole acidose. Het is ook lastig om te differentiëren tussen een acute nierinsufficiëntie en een chronische nierinsufficiëntie. Daarom wordt gebruik gemaakt van de RIFLE criteria: Risk, Injury, Failure, Loss, End-stage), waarbij gebruik wordt gemaakt van de stijging in het serum creatinine of de verminderde urineproductie (urinary output). De R, I, en F zijn drie levels van nierdysfunctie, de L en de E zijn twee outcomes. Omdat de creatinine stijging vaak langzaam gaat in het begin en de urineproductie niet wordt bijgehouden wordt de diagnose vaak te laat gesteld. Stijging van het ureum is sterk afhankelijk van de eiwitintake, leverfunctie, mate van katabolie en het effectief circulerend volume.
      De mortaliteit varieert van 25-70%, afhankelijk van de populatie waarin het zich voordoet. Ongecompliceerd ANI heeft een mortaliteit van 5-10%, waar een ANI op de intensive care unit voor orgaan falen kan zorgen met een mortaliteit van 50-70%. Sepsis-gerelateerde ANI heeft een significant slechtere prognose dan een ANI zonder sepsis. Vooral afhankelijk van het serumcreatinine. Een toename van 0.3 mg/dL in het serum creatinine is een belangrijke prognostische factor. In follow up, wordt uiteindelijk 12.5 % van de patiënten met acute nierinsufficiëntie dialyse afhankelijk en 19-31% van hen ontwikkeld chronisch nierfalen.

       

      De anamnese is erg belangrijk om de oorzaak van het acute nierfalen te ontdekken en de behandeling te bepalen. Een gedetailleerde medische geschiedenis en lichamelijk onderzoek in combinatie met laboratorium onderzoek zijn van absoluut belang om tot een juiste diagnose te komen.

       

      Anamnese en LO: Let vooral op hypotensie, congestief hartfalen, volumecontractie, nefrotoxiciteit door medicatie, trauma, bloedverlies of –transfusies, bindweefselziekten of auto-immuunziekten en expositie aan toxische stoffen als ethyl, alcohol, kwikdampen,.....read more

      Access: 
      JoHo members
      Nefrologie en urologie samenvatting verplichte stof deel 1

      Nefrologie en urologie samenvatting verplichte stof deel 1

      Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


      Normaalwaarden – Uit het hoofd kennen voor het tentamen!

      • Hb                                                               7,5 – 10 mmol/L
      • Creatinine in bloed                                         64 – 104 μmol/L
      • Creatinine in urine                                         5,9 – 14,1 mmol/24uur
      • Creatinine klaring                                          120 –170 ml/min
      • Albumine in bloed                                          34 – 48 g/L
      • Albumine in urine                                          < 20 mg/L
      • Totaal eiwit in urine                                        < 0,15 g/24 uur
      • Microalbuminurie                                           30 – 300 mg/24 uur
      • Albumine/creat ratio                                      3 – 30 mg/mmol
      • HbA1c                                                          4,3 – 6,3 %
      • Natrium                                                        136 – 144 mmol/L
      • Natrium in urine                                             30 – 300 mmol/L
      • Kalium                                                         3,6 – 4,8 mmol/L
      • Calcium                                                        2,15 – 2,55 mmol/L
      • Ureum                                                          2,2 – 7,5 mmol/L
      • Fosfaat                                                         0,9 – 1,5 mmol/L
      • Bicarbonaat                                                  22 – 28 mmol/L
      • Fractionele natrium excretie                           <1% = hypovolemie, >2% = ATN
      • Proteïnurie                                                    > 0,3 g/24 uur, A/C > 30 mg/mmol
      • Nefrotisch syndroom                                      > 3,5 g/24 uur, A/C > 350 mg/mmol

       

      Nefrologie: Ontwikkeling en anatomie van de nieren en urinewegen

      Het urogenitale systeem ontwikkelt zich uit het intermediaire mesoderm. Uit het mesoderm ontwikkelt zich de urogenitale lijst, welke zich vormt aan beide zijden van de aorta. Het bestaat uit een nefrogeen (excretoir) en een genitaal (reproductief) deel. In de embryonale fase zijn deze twee systemen nauw met elkaar verbonden. Het nefrogene gedeelte komt drie weken eerder tot ontwikkeling dan het genitale gedeelte.

       

      Ontwikkeling van de urine tractus

      De urinetractus bestaat uit de volgende delen:

      • Nieren: excretie van urine
      • Ureters: leiden urine van de nieren naar de blaas toe
      • Urineblaas: tijdelijke opslag van urine
      • Urethra: leidt de urine van de blaas het lichaam uit

       

      In de embryonale fase komen drie paar nieren tot ontwikkeling.

      • Pronephros

      De eerste set nieren heet de pronephros. Ze ontstaan vroeg in de vierde week in het halsgebied (cervicale nefrotomen) van het embryo en zijn rudimentair (ze hebben geen functie). Vanaf de nieren worden urinewegen, ducti pronephrici, naar de cloaca (het laatste deel van de darm, vormt ook de latere urogenitale sinus) toe gevormd. Een groot gedeelte van deze afvoerbuis zet zich voort in de mesonephros.

      • Mesonephros

      Ontstaan aan het eind van de vierde week, caudaal van de pronephros. Ze bestaan uit glomeruli en de mesonefrische tubuli en zullen vier weken lang functioneren als primitieve nieren, totdat de permanente nieren ontwikkelen. De mesonefrische tubuli komen uit in de ductus mesonefricus, wat oorspronkelijk de ductus pronefricus was. De ductus mesonefricus worden ook wel de buis van.....read more

      Access: 
      JoHo members
      Nefrologie en urologie samenvatting collegeaantekeningen deel 2

      Nefrologie en urologie samenvatting collegeaantekeningen deel 2

      Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


      Hoorcollege Verhoogd PSA (13-1)

       

      Casus

      Man 62 jaar, geen klachten.
      RT: gladde, symmetrisch, vast-elastische prostaat, dit voelt hetzelfde als je duimmuis.

      Volume prostaat 35cm2, wat redelijk gewoon is.

      PSA 7 µg/l

      Hoe nu verder?

      Je kunt de prostaat voelen met rectaal toucher. In de centrale zone van de prostaat ontstaat de goedaardige prostaatvergroting, een adenoom. In de perifere zone ontstaan de meeste prostaatkankers. Rectaal toucher doe je het liefst in rugligging, omdat je dan de symmetrie van de prostaat het best kan voelen.

       

      Sperma bestaat deels uit vocht, afkomstig van de prostaat, en deels uit vocht uit de zaadblaas met spermatociden. De prostaat is gelegen tussen de blaas en de urethra. In het vocht afkomstig uit de prostaat zit veel PSA. PSA staat voor prostaat specifiek antigen en is een glycoproteïne dat in prostaatepitheel gemaakt wordt. De functie van het PSA het oplossen van eiwitten in het sperma. Bij de productie van PSA lekt een klein beetje de bloedbaan in en dit is in het bloed te meten. PSA is geen tumormarker en dus ook niet specifiek voor prostaatkanker, echter wel voor prostaataandoeningen. Het kan verhoogd zijn bij ontsteking, groei, trauma, carcinoom en verhoogde druk. Het is wel bruikbaar als marker voor prostaatkanker.

       

      De bovengrens van de normaalwaarde is 4 g/L. De normaalwaarden van de PSA nemen toe, naarmate men ouder wordt.

      40-49: tot 2,5 g/L

      50-59: tot 3,5 g/L

      60-69: tot 4,5 g/L

      70-79: tot 6,5 g/L

      Dit komt doordat de prostaatgrootte toeneemt en de bloedvaten fragieler worden waardoor er meer weglekt.

       

      Oorzaken van een verhoogd PSA zijn:

      • Benigne prostaathyperplasie: een grote prostaat.

      • Prostatitis: ontsteking. Bij een cystitis heeft de patiënt ook vaak een prostatitis.

      • Trauma, operatie, prostaatbiopsie, urineretentie, infarct.

      • Prostaatkanker.

      De incidentie van prostaatkanker in biopten is afhankelijk van rectaal toucher en het PSA. Bij een verhoogd PSA wordt echter niet altijd een afwijkend rectaal toucher gevonden.

       

      Deze patiënt heeft een serum PSA van 4 – 10 met een normaal rectaal toucher. Daarmee heeft hij ongeveer de 25% kans op prostaatkanker. Vervolgens wordt er een transrectale echo gedaan.

       

      Diagnostiek prostaatkanker:

      • Rectaal toucher: wordt bij voorkeur gedaan bij een patiënt in rugligging, zodat tegelijkertijd de symmetrie beoordeeld kan worden. Vooral de perifere zone van de prostaat, waar de kankers ontstaan, kan goed gevoeld worden.

      • PSA.

      • Echo prostaat met transrectale echografie

      • .....read more
      Access: 
      Public
      Nefrologie en urologie samenvatting laatste collegeaantekeningen

      Nefrologie en urologie samenvatting laatste collegeaantekeningen

      Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


      WG: Urologische oncologie 21 januari 2014

       

      Vignet F

      Klinische presentatie

      Jongen 23 jaar, zeer vaste onregelmatige vergroting linker testis, is de laatste tijd sneller vermoeid, geen koorts, geen plasklachten.

       

      DD: De vast aanvoelende testis is zeer verdacht voor een testis tumor. In regel wordt genomen dat alles wat hard aanvoelt en in de bal zit kanker is, en dat alles wat buiten de bal ligt en hard aanvoelt benigne is.
      Aanvullend onderzoek

      • Echo: bevestiging diagnose (aantonen aanwezigheid tumor): operatie

      ` Doorsturen naar uroloog. Die zal hetzelfde denken en al een spoedoperatie regelen. Testiscarcinoom is een snel groeiende tumor die binnen 24 uur na diagnose behandeld moet worden d.m.v. orchidectomie (testikel resectie)

      • Bloedonderzoek: LDH, bèta-HCG, alfafoetoproteïne (AFP). Dit geeft indicatie voor de type tumor en bij follow up kan je ze als beginwaarden van tumormarkers beschouwen. Maar het heeft op dit moment geen diagnostische waarde omdat lab resultaten van vooral AFP lang kan duren (3 dagen) en omdat de tumormarkers niet per se verhoogd hoeven te zijn, dus negatieve uitslag sluit kanker niet uit.

      • Metastaseonderzoek: naar de rug, longen, retroperitoneale en supraclaviculaire lymfeklieren (vooral de nierlymfeklieren om dat hier de bloedvaten naar de testis lopen): CT abdomen en thorax met contrastvloeistof omdat je anders de afwijking niet kan onderscheiden van bloedvaten (zijn ook rondjes). Deze CT wordt pas gedaan nadat de patient geopereerd is.

       

      Behandeling

      Vóórdat de testis wordt verwijdert moet dhr. naar een fertiliteitspoli doorgestuurd worden voor de mogelijkheid tot sperma invriezen. De kans op infertiliteit is niet zo heel groot, maar de chemotherapie die na de operatie volgt is erg schadelijk.

       

      Operatief verwijderen van de aangedane testikel, weefsel naar patholoog die type testiscarcinoom kan onderzoeken wat van belang is voor verdere behandeling. Deze operatie wordt een orchidectomie genoemd. De testis wordt bereikt via de lies. Als bij CTscan metastasen zijn gevonden worden die met radio- en/of chemotherapie behandeld. Regelmatig wordt CT herhaald om het effect te bepalen, na 3 kuren zonder voldoende effect zal resectie van lymfeklieren/metastasen nodig zijn (dit is een grote operatie!)

       

      Seminoom is stralingsgevoelig. Nadeel van bestraling is secundaire (bestralings-)tumoren, dus als het kan liever chemotherapie geven. Chemo wordt vaak als profylaxis gegeven.

      Non-seminoom is een meer agressieve vorm kanker en produceert meer AFP. Deze vorm is minder gevoelig voor bestraling en chemo is dan ook eerste keus.

       

      Algemene informatie

      Prevalentie van testiscarcinoom is ongeveer 1 in 300 (± één keer per jaar in huisartsenpraktijk), mortaliteit slechts.....read more

      Access: 
      Public
      Nefrologie en urologie samenvatting collegeaantekeningen deel 1

      Nefrologie en urologie samenvatting collegeaantekeningen deel 1

      Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


      HC 1: Inleiding en nierfysiologie (06-01-2014)

       

      Inleiding

      Het blok bestaat uit:                                                                                      

      • Colleges
      • Werkgroepen/werkcollege
      • ZSO’s

      Klinische presentaties nefrologie

      • Proteïnurie: eiwitverlies bij de urine
      • Hematurie: bloedverlies bij de urine
      • Acute nierinsufficiëntie (ANI)
      • Chronische nierinsufficiëntie (CNI)

       

      De klinische presentaties worden behandeld aan de hand van de 4 stappen van het geneeskundig proces:

      • Herken de klinische presentatie.
      • Anamnese en lichamelijk onderzoek.
      • Laboratorium en radiologisch onderzoek.
      • Maak een differentiaal diagnose.
        • Maak gebruik van een schema.
        • Toegespitst op de patiënt.
      • Stel een diagnostisch actieplan op.
        • Gebruik het theorema van Bayes.
      • Stel een therapeutisch actieplan (ITEP) op.
        • Leefregels, farmacotherapie, interventie.

       

      Een ANI kan als volgt geclassificeerd worden:

      • Pre-renaal: hartfalen, hele lage bloeddruk.
      • Renaal:
        • Vasculair: hypertensieve crisis
        • Glomeruli (glomerulonefritis). Glomerulaire oorzaken kunnen verder onderverdeeld worden, aan de hand van immunofluorescentie (IF), in:
          - IF: lineair (anti-GBM nefritis)
          - IF: granulair (SLE nefritis)
          - IF: pauci-immuun (ziekte van Wegener)
        • Tubuli: acute tubulus necrose
        • Interstitium: interstitiële nefritis. Dit komt onder andere voor als bijwerking van medicijnen.
      • Post-renaal: prostaathypertrofie. Dit geeft een gestoorde urineafvloed wat leidt tot stuwing naar de nier: hydronefrose. Dit kan je opsporen met een echo.

       

      Acute nierfunctieverslechtering kan komen door een pre-renale oorzaak (een heel lage bloeddruk door een falend hart of ernstige diarree) of door acute tubulus necrose (ATN).

      Om onderscheid te kunnen maken tussen een prerenale acute nierinsufficiëntie en acute tubulus necrose (dit komt voor bij mensen op de IC, waarbij tubuli echt beschadigd zijn doordat ze een tekort aan zuurstof hebben) kan gekeken worden naar het urine sediment, urine natrium, de FE Na (%), urine osmolaliteit en de respons op NaCl. Het is belangrijk om dit onderscheid te maken, omdat je bij iemand met een ernstige hypotensie vocht (NaCl) zal toedienen om de bloeddruk wat omhoog te krijgen, maar als je vocht toedient aan iemand met ATN zal deze overvuld raken en zal zich hartfalen ontwikkelen. Het zout kan moeilijker worden vastgehouden in het lichaam en de zoutconcentratie in de urine is zeer hoog.

       

      .....read more

       

      Prerenaal

      ATN

      Sediment

      normaal

      Troeperig, tub epitheel cellen

      Urine natrium

      Access: 
      Public
      Aanvulling collegeaantekeningen Nefrologie en Urologie

      Aanvulling collegeaantekeningen Nefrologie en Urologie

      Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


      WG: Klachten van het scrotum

      Vignet F

      Klinische presentatie

      Jongen 23 jaar, zeer vaste onregelmatige vergroting linker testis, is de laatste tijd sneller vermoeid, geen koorts, geen plasklachten.

      DD: De vast aanvoelende testis is zeer verdacht voor een testis tumor.
      Aanvullend onderzoek

      • Echo --> bevestiging diagnose (aantonen aanwezigheid tumor) --> operatie

      Doorsturen naar uroloog. Die zal hetzelfde denken en al een spoedoperatie regelen. Testiscarcinoom is een snel groeiende tumor die binnen 24 uur na diagnose behandeld moet worden d.m.v. orchidectomie (testikel resectie)

      • Bloedonderzoek: LDH, bèta-HCG, alfafoetoproteïne (AFP). Dit geeft indicatie voor de type tumor en bij follow up kan je ze als beginwaarden van tumormarkers beschouwen. Maar het heeft op dit moment geen diagnostische waarde omdat lab resultaten van vooral AFP lang kan duren (3 dagen) en omdat de tumormarkers niet per se verhoogd hoeven te zijn, dus negatieve uitslag sluit kanker niet uit.

      • Metastaseonderzoek: naar de rug, longen, retroperitoneale en supraclaviculaire lymfeklieren (vooral de nierlymfeklieren): CT abdomen en thorax met contrastvloeistof omdat je anders de afwijking niet kan onderscheiden van bloedvaten (zijn ook rondjes).

      Behandeling

      Vóórdat de testis wordt verwijdert moet dhr. naar een fertiliteitspoli doorgestuurd worden voor de mogelijkheid tot sperma invriezen. De kans op infertiliteit is niet zo heel groot, maar de chemotherapie die na de operatie volgt is erg schadelijk.

      Operatief verwijderen van de aangedane testikel, weefsel naar patholoog die type testiscarcinoom kan onderzoeken wat van belang is voor verdere behandeling. Als bij CTscan metastasen zijn gevonden worden die met radio- en/of chemotherapie behandeld. Regelmatig wordt CT herhaald om het effect te bepalen, na 3 kuren zonder voldoende effect zal resectie van lymfeklieren/metastasen nodig zijn (dit is een grote operatie!)

      Seminoom is stralingsgevoelig. Nadeel van bestraling is secundaire (bestralings-)tumoren, dus als het kan liever chemotherapie geven. Chemo wordt vaak als profylaxis gegeven.

      Non-seminoom is een meer agressieve vorm kanker en produceert meer AFP. Deze vorm is minder gevoelig voor bestraling en chemo is dan ook eerste keus.

      Algemene informatie

      Prevalentie van testiscarcinoom is ongeveer 1 in 300 (± één keer per jaar in huisartsenpraktijk), mortaliteit slechts 1 in 5000. De genezing is over het algemeen 95%: bij T1 tumoren is het 99% en T4 tumoren ±70%. Dat laatste cijfer is heel hoog in vergelijking met andere soort gemetastaseerde kankers.
      Vignet G:

      Man 55 jaar, vraagt of zijn PSA bepaald kan worden, broer prostaatkanker, RT: prostaat niet

      goed te beoordelen. Uitslag PSA: 6 ng/ml (te hoog voor zijn leeftijd).
      Prostaat kan lastig te beoordelen zijn bij obesitas, of de prostaat kan iets verder.....read more

      Access: 
      Public
      Oefenmateriaal Nefrologie & Urologie

      Oefenmateriaal Nefrologie & Urologie

      Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


      Oefenvragen

           1. De urine teststrook is niet geschikt voor het screenen op:

      a)       Bence-Jones eiwitten

      b)       leukocyturie

      c)       hematurie

      d)       albuminurie

       

      1. Een man van 80 jaar komt op het spreekuur wegens geleidelijk  toenemende zwelling van de enkels, die vooral in de avond aanwezig is. ’s Nachts moet hij een aantal keer het bed uit om te plassen. Een urine dipstick toont een spoor eiwit. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het oedeem.
        a)   hartfalen
        b)   nefrotisch syndroom
        c)   veneuze stuwing bij spataderen
        d)   zowel a, b en c kan de oorzaak zijn

       

      1. Een 55-jarige man heeft een nefrotisch syndroom. Wat is het immunofluorescentie patroon dat wordt gezien bij patiënten met een membraneuze glomerulopathie?
        a)   granulair, aan de buitenzijde van de glomerulus basaalmembraan
        b)   lineair langs de glomerulus basaal membraan
        c)   granulair, in het mesangium
        d)   pauci-immuun

        

      1. Bij een patiënt worden vetcilinders gevonden in de urine.
        Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

      a)   acute tubulus necrose

      b)   SLE nefritis
      c)   minimal change nefropathie

            d)   IgA nefropathie

       

      1. Bij een 13-jarig meisje wordt diabetes mellitus type 1 vastgesteld.  Het beloop wordt gecompliceerd door slechte regulatie, hypertensie en retinopathie.
        Hoe lang na het manifest worden van de ziekte ontstaat nierfalen?

        a)   < 10 jaar
        b)   10-20 jaar
        c)   20-30 jaar
        d)   > 30 jaar

       

      1. Een patiënt in het ziekenhuis plast minder dan een halve liter per dag en heeft een oplopend serumcreatinine. De fractionele Na+ excretie in de urine is 0.1%.
        Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

        a)   prerenale nierinsufficientie
        b)   postrenale nierinsufficientie
        c)   acute tubulus necrose
        d)   acute interstitiële nefritis

       

      1. Een patiënte heeft een acute glomerulonefrits?
        Welke test vraagt u aan als u denkt aan de ziekte van Wegener?
      1. Anti Nucleaire Antilichamen (ANF)
      2. Anti Glomerulaire Basaal Membraan (anti-GBM)
      3. Anti Neutrofielen Cytoplasmatische Antilichamen (ANCA)
      4. Anti Streptolysine Antilichamen (AST)

       

      1. Een patiënt heeft een chronische nierinsufficiëntie door IgA nefropathie
        Wat is de sterkste
        progressiefactor?
        a)   roken
        b)   hypertensie
        c)   overgewicht
        d)   anemie 
         
      2. Een 30 jarige dialysepatiënt moet lang wachten op een niertransplantatie?
        Met welke factor is de kans op overlijden verhoogd ten opzichte van een gezonde leeftijdsgenoot
        ?
        a)   2
        b)   4
        c)   10
        d)   80
         
      1. Een jonge dialysepatiënte wordt getransplanteerd met een postmortale donornier
        Wat is de belangrijkste oorzaak van transplantaatfalen?

        a)  acute afstoting
        b)  chronische afstoting
        c)  recidief oorspronkelijke ziekte
        d)  CMV (Cytomegalovirus) infectie
      2. .....read more
      Access: 
      Public
      Oefenvragen Urologie

      Oefenvragen Urologie

      Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.


      Vraag 1

      De huisarts wordt bezocht door een 42 jarige vrouw, moeder van 3 kinderen. Zij klaagt over ongewenst urineverlies. Dit urineverlies treedt met name op bij lichamelijke inspanning (volleybal), maar soms verliest zij ook urine als zij aandrang voelt. Zij is dan te laat op het toilet.

       

      Klinische vraag Antwoord

      1. Noem de twee vormen van urine-incontinentie die hier kunnen spelen, dan wel de combinatie van beide, in volgorde van waarschijnlijkheid (drie opties dus).

      1.

      [a] Stress- (inspannings-)incontinentie

      [b] Urge- (aandrang-)incontinentie. Een gemengde incontinentie het meest waarschijnlijk, daarna stress en dan urge.

      2. Welke twee onderdelen van het lichamelijk onderzoek en de anamnese zijn van belang voor de vraag of de huisarts moet verwijzen?

      2.

      [a] De aanwezigheid van een blaasverzakking [b] Is urineverlies door hoesten of persen te provoceren?(speculumonderzoek ook goedrekenen)

      Biomedische vraag Antwoord

       

      1. Welke spier vormt het grootste deel van de bekkenbodem?

      1. M. levator ani

      2. Het corpus perineale is een belangrijke structuur voor de integriteit van het perineum en de ondersteuning van bekkenorganen. Noem twee spieren die aan het corpus perineale hechten.

      2. M. bulbospongiosus, m. sfincter ani externus, m. levator ani, m. transversus perinei profundus, m. transversus perinei superficialis

       

      Vraag 2

      Een 36 jarige gehuwde vrouw, vier kinderen, komt bij u op het huisartsenspreekuur. De voorgeschiedenis vermeldt COPD en zij heeft fors overgewicht (97 Kg bij een lengte van 1.64). Zij klaagt sinds de geboorte van haar laatste kind een jaar geleden over ongewenst urineverlies bij hoesten. Haar partner heeft zich inmiddels laten steriliseren. Bij onderzoek vindt u bij het spreiden van de labia een bleke ronde zwelling naar buiten puilen.

       

      Klinische vraag Antwoord

      .....read more

      1. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak voor deze abnormale bevinding?

      1. Cystocele

      2. Noem drie behandelingsmogelijkheden om haar probleem te verhelpen.

      2. Algemene maatregelen: (afvallen, COPD behandelen) operatieve correctie (TFT, Stamey, Burch

      Access: 
      Public
      Notes bij Urologie, gynaecologie en nefrologie - Geneeskunde - VU (2014-2015)

      Notes bij Urologie, gynaecologie en nefrologie - Geneeskunde - VU (2014-2015)

      Bevat de aantekeningen bij de colleges van het blok, gebaseerd op het studiejaar 2014-2015


      Week 1

      College 1 – Inleiding in de urologie

      24-11-2014

      Anatomie

      Urinewegen, komt niet echt terug in de cursus maar moet je wel weten. Hier de anatomie in het kort.

      Nieren:

      Nieren zijn retroperitoneale organen. De nieren bewegen met de ademhaling mee, ongeveer 2 wervels heen en weer. De nieren liggen los in je lichaam. Doordat ze losliggen heeft dit ook nadelen, bijvoorbeeld als je valt dan vallen je nieren nog wat langer door waardoor ze kapot kunnen gaan en los kunnen komen van hun “steel”.

      Blaas

      De blaas is een gespierde zak, die is gemaakt van glad spierweefsel. De binnenbekleding is bekleed met urotheel, dit is waterdicht epitheel, urine is een afvalproduct en wil je dus niet terug krijgen in je lichaam. Dus het is ook heel belangrijk dat dit epitheel niks door laat. De blaas is afkomstig van de einddarm.

      De blaaswand bestaat uit (van binnen naar buiten):

      • Transitioneel epitheel

      • Lamina propria

      • Submucosa

      • M. detrusor vesicae (functie: voorkomen van retrograde ejaculatie)

      • Adventitia (met bloedvaten)

      De blaas bij mannen: onder de blaas zit de prostaat (functie bij de voortplanting). Bij oudere mensen kan de prostaat ook plasklachten veroorzaken.

      Bovenop de koepel van de blaas zit het median umbilical ligament, die naar de navelstreng toe.....read more

      Access: 
      Public
      Work for WorldSupporter

      Image

      JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

      Working for JoHo as a student in Leyden

      Parttime werken voor JoHo

      Check all content related to:
      How to use more summaries?


      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
      2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
      3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
      4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
      5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

      Field of study

      Access level of this page
      • Public
      • WorldSupporters only
      • JoHo members
      • Private
      Statistics
      1789
      Comments, Compliments & Kudos:

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.