Vraag 1
Schwartz meende dat waarden (values) in het basic value model in te delen waren op twee dimensies. Op welke twee dimensies zijn ze in te delen?
Self-transcedence – self-enhancement ; openness to change – conservation
Personal values – social values ; moral values – competence values
Security – self direction ; achievement –benevolence
Instrumental values – terminal values ; extrinsic values – intrinsic values
Vraag 2
Wat maakt niet deel uit van Scientific Management?
Taken zo veel mogelijk standaardiseren
Medewerkers voldoende betalen
Een taak in zo veel mogelijk deeltaken opsplitsen
Medewerkers inspraak geven in de taak die ze moeten uitvoeren
Vraag 3
Jan was van plan om op 1 januari te beginnen met sporten, maar heeft dat niet gedaan. Zijn intentie heeft niet geleid tot gedrag. Hoe is dat volgens de theory of planned behaviour te verklaren?
Door zijn subjectieve norm ten aanzien van het sporten
Door een gebrek aan waargenomen (perceived) controle over het gedrag
Door de attitude van Jan ten aanzien van sporten
Alle voorgaande antwoorden zijn correct
Vraag 4
Welke eigenschap is niet geassocieerd met extraversie?
Assertief
Spraakzaam
Sociaal
Zelfvertrouwen
Vraag 5
Welke van de onderstaande factoren dient als een moderator in het job characteristics Model van Hackman & Oldham?
Interne werk motivatie
Autonomie
Growth need strenght
Ervaren verantwoordelijkheid
Vraag 6
Het job characteristics model kan gezien worden als een toepassing van …
De theory of planned behaviour (Ajzen)
Scientific management (Taylor)
Het basic human value model (Schwartz)
Expectancy theory
Vraag 7
Volgens de theory of planned behaviour, wordt de intentie om over te gaan op een bepaalde actie onder andere veroorzaakt door de attitude die men heeft. Daarnaast wordt het ook veroorzaakt door…
Hetgeen men denkt dat anderen van die actie vinden
De verwachtingen die men heeft over de gedragsuitkomsten
De ervaringen die anderen in het verleden van die actie hadden
De zichtbaarheid (publicity) van die actie
Vraag 8
Welke uitspraak over self-efficacy is het minst juist? Self-efficacy kan bevorderd worden door…
Beloningen
Gedragsmodellen
Emotionele staat
Eerdere ervaringen
Vraag 9
Wat is niet onderdeel van de Big Five persoonlijkheidsdimensies?
Openheid voor ervaringen
Optimisme
Emotionele stabiliteit
Anderen helpen (agreeableness)
Vraag 10
Wat houdt de frustratie-regressie hypothese in?
Het houdt in dat hogere behoeften pas werkzaam worden als lagere behoeften bevredigd zijn.
Het houdt in dat behoeften-frustraties, door wie of wat dan ook veroorzaakt, tot agressief gedrag leidt.
Het houdt in dat, naarmate het minder lukt om hogere behoeften te bevredigen, lagere behoeften een sterkere rol gaan spelen.
Het houdt in dat mensen terugvallen in oude relatiepatronen wanneer nieuwe relaties spanningen opleveren.
Vraag 11
Piet zegt dat hij zich in de ene situatie heel anders kan gedragen dan in de andere situatie, alsof hij een andere persoon is. Wat is waar over Piet?
Hij scoort laag op de dimensie consciousness
Hij scoort laag op de dimensie self-monitoring
Hij scoort hoog op de dimensie consciousness
Hij scoort hoog op de dimensie self-monitoring
Vraag 12
In termen van Maslow’s theorie, bevredigt job enrichment (taakverrijking)…
Need for power
Safety needs
Need for achievement
Self-actualisation needs
Vraag 13
In de relatie tussen leidinggevende en medewerker, spreekt men van een Pygmalion-effect:
De medewerker steeds meer in zijn/haar prestaties en gedragingen voldoet aan de verwachtingen van de leidinggevende
Wanneer de verwachtingen van de leidinggevende over prestaties en gedrag van de medewerker steeds meer overeen komen met het de feitelijke prestaties en gedragingen van de medewerker
De verwachtingen van de leidinggevende over prestaties en gedrag van de medewerker steeds extremer worden, in positieve dan wel negatieve zin. Daarbij gaan ze afwijken van de feitelijke prestaties en gedragingen van de medewerker.
De medewerker steeds minder in zijn/haar prestaties en gedragingen voldoet aan de verwachtingen van de leidinggevende.
Vraag 14
Een gesprek tussen een medewerker en zijn leidinggevende komt niet van de grond, doordat de medewerker, die slecht Engels spreekt, niet goed weet te verwoorden wat de oorzaak is van een vertraging. We hebben hier primair te maken met een:
Sender barrier
Encoder barrier
Receiver barrie
Decoding barrier
Vraag 15
Volgens het model van attributie van Kelley zijn er drie dimensies die bepalen of er interne of externe attributies worden gemaakt. Welke van de volgende hoort daar niet bij?
Covariation
Distinctiveness
Consensus
Consistency
Vraag 16
Welk kanaal (medium) heeft de meeste informatierijkheid?
Telefoon
Persoonlijk geschreven
Face-to-face
Formeel gedrukt
Vraag 17
Het principe dat verklaart waarom we samengestelde objecten waarnemen als één geheel, is bekend onder de naam
Sociale perceptie
Semantische geheugen
Confirmation bias
Perceptuele groepering
Vraag 18
Performance is determined by more than effort (Porter and Lawler). De volgende factoren spelen volgens hen ook een rol:
- Vaardigheden (ability), rolbewustzijn (role perception) en werktevredenheid (job satisfaction)
- Vaardigheden(ability), persoonskenmerken (traits) en rolbewustzijn (role preception)
- Persoonskenmerken (traits), fairness, vaardigheden (ability)
- Fairness (eerlijkheid) van de beloning, vaardigheden (ability) en rolbewustzijn (roleperception)
Vraag 19
Welk type verantwoordelijkheden (responsibility) vormt de basis van de responsibilities piramide van Carroll?
Legale verantwoordelijkheden
Filantropische verantwoordelijkheden
Economische verantwoordelijkheden
Ethische verantwoordelijkheden
Vraag 20
Klaas rekent uit dat hij een 1 mag halen op zijn laatste proefwerk en dan nog een voldoende haalt voor het vak. Hij besluit daarom niet te gaan leren voor het proefwerk.
Welke inspannings-bepalende factor geldt er bij deze leerling?
Equity
Expectancy
Valentie
Instrumentaliteit
Vraag 21
Als Piet meer moet werken dan jij, om dezelfde beloning te krijgen als jij, ervaar jij dat voor jezelf als
Positieve inequity
Positieve equity
Negatieve inequity
Negatieve equity
Vraag 22
Management by objectives is een manier van managen die gebaseerd is op onder meer
De profit maximisation theorie van Vroom
De equity-theorie van Adams
De motivator-hygiene theorie van Herzberg
De goal-setting theorie van Locke en Latham
Vraag 23
Wat is geen coping strategy (wat stress betreft)?
Symptom management strategy
Prevention strategy
Control strategy
Escape strategy
Vraag 24
360 graden feedback is feedback die een werknemer niet alleen krijgt
Van zijn baas, maar ook van collega’s, medewerkers en andere personen
Over zijn prestaties, maar ook over zijn motivatie, werkwijze en competenties
Over alles wat fout ging, maar ook over alles wat goed ging
Van menselijke informanten, maar ook andere data-bronnen, zoals objectieve metingen.
Vraag 25
Work stress becomes apparent/ wordt zichtbaar (volgens het Karasek-model, het job demand-control model) wanneer
De psychologische vraag laag is en beslissingsvermogen hoog
De psychologische vraag laag is en beslissingsvermogen laag
De psychologische vraag hoog is en beslissingsvermogen hoog
De psychologische vraag hoog is en beslissingsvermogen laag.
Vraag 26
In welk ontwikkelingsstadium van groepen zie je het volgende: ‘Questions about authority and power are resolved through unemotional, matter-of-fact group discussion’
Forming
Adjourning
Norming
Performing
Vraag 27
Verschillende groepen onafhankelijk van elkaar aan hetzelfde probleem laten werken is een hulpmiddel ter preventie van
Groepsprocessen verlies
Social loafing
Groupthink
Intra-groep competitie
Vraag 28
Als we het over team-effectiviteit hebben, dan hebben we het niet over
De competenties in het team
De kwaliteit van de teamprestatie
De continuïteit van het team
De tevredenheid van de teamleden
Vraag 29
Een kwaliteitscirkel (quality circle)
Is cross-functioneel samengesteld. Dat wil zeggen dat het bestaat uit mensen afkomstig van allerlei verschillende werkvelden.
Is een soort projectteam
Werkt pas goed als er minimaal 25-30 mensen regelmatig in participeren
Heeft slechts advies-bevoegdheden
Vraag 30
Op welke van de cultuurdimensies van Hofstede en Bond scoren de Verenigde Staten (en Nederland trouwens ook) zeer hoog?
Uncertainty avoidance
Power distance
Masculinity
Individualisme
Vraag 31
Het cursusboek noemt vier functies die de organisatiecultuur vervult. Welke van de onderstaande hoort daar niet bij?
Het geeft de leden een organisationele identiteit.
Het maakt de gemeenschappelijke betrokkenheid bij de organisatie mogelijk (het faciliteert het).
Het bepaalt de machtsverhoudingen binnen de organisatie (power-balance).
Het bevordert de stabiliteit van het sociale systeem van de organisatie.
Vraag 32
De term ‘availability’ (‘beschikbaarheid’) in de benaming ‘availability heuristic’ slaat op de beschikbaarheid van
Informatie
Feedback
Beslissingscriteria
Oplossingen
Vraag 33
Welke drie 'streams of events' vormen mede de bouwstenen van het Garbage Can Model van besluitvorming?
Oplossingen, keuzegelegenheden, keuzecriteria
Problemen, oplossingen, keuzegelegenheden
Problemen, oplossingen, keuzecriteria
Problemen, keuzegelegenheden, keuzecriteria
Vraag 34
Welke power base is het meest verwant aan charismatisch leiderschap?
Reward power
Legitimate power
Referent power
Expert power
Vraag 35
Als je, als trainer van een eredivisieclub, alleen gebruik maakt van een database over spelersprestaties en tegenstander-karakteristieken, met een daaraan gekoppeld computerprogramma, om tot een beslissing te komen over de opstelling van je elftal, gebruik je de volgende besluitvormingsstrategie:
Aided-analytic
Aided-nonanalytic
Unaided-analytic
Unaided-nonanalytic
Vraag 36
De Delphi-techniek en de NGT (Nominale groep-techniek) hebben met elkaar gemeen dat:
Ze worden toegepast om gelijkmatige inbreng van deelnemers aan groepsbesluitvorming te bevorderen
Ze worden toegepast om besluitvorming in groepen te versnellen
Bij beide de deelnemers aan groepsbesluitvorming elkaar niet zien
Bij beide de ruimte voor groupthink maximaal is
Vraag 37
Uit meta-analytische studies over ‘gender and leadership’ komt naar voren dat vrouwelijke leidinggevenden I. net zo effectief zijn als mannelijke leidinggevenden.
II. het zelfde soort leiderschapsrollen pleegden te vervullen als mannelijke leidinggevenden
Beide zijn juist
Alleen I is juist
Alleen II is juist
Beide zijn onjuist
Vraag 38
De resultaten van de Ohio-onderzoeken naar leiderschap leidden tot het onderscheid van ‘initiating structure’ en ‘consideration’. Dit is een onderscheid van
Gedragsdimensies
Leiderschap-needs
Leiderschap-traits
Behavioural styles
Vraag 39
Het idee van unfreezing-changing-refreezing komt van
Festinger
Kotter
Weick
Lewin
Vraag 40
I. De OD-aanpak van organisatieverandering (organisation development, organisatie-ontwikkeling) past geheel in de ‘Theorie O’-aanpak van organisatieverandering
II. ‘Creating a learning organisation’ past geheel in de ‘Theorie E’-aanpak van organisatieverandering
Beide zijn juist
Alleen I is juist
Alleen II is juist
Beide zijn onjuist
- A
- D
- D
- D
- C
- B
- A
- A
- B
- C
- D
- C
- A
- A
- A
- C
- D
- B
- C
- D
- A
- D
- B
- A
- D
- C
- C
- A
- D
- D
- C
- A
- B
- C
- A
- A
- B
- A
- D
- C
Add new contribution