Informatiemanagement - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefententamen 2016


Vragen

Vraag 1

Wat is geen laag in een neural network?

  1. Input layer

  2. Processing layer

  3. Middle Layer

  4. Output layer

Vraag 2

Wat is geen beperking (constraint) bij projectmanagement?

  1. Tijd

  2. Kennis

  3. Scope

  4. Kosten

Vraag 3

Hoe wordt een computer genoemd waarmee je je kunt verbinden en die op zijn beurt zich verbindt met de website die je wilt bezoeken?

  1. Proxyserver

  2. Internetserver

  3. Intermediateserver

  4. Backboneserver

Vraag 4

Enterprise resource planning systemen:

  1. Worden gebruikt om transacties sneller te verwerken

  2. Worden tegenwoordig nauwelijks nog gebruikt in organisaties

  3. Gebruiken een gemeenschappelijke database voor alle functionele gebieden

  4. Worden gebruikt om websites mee te analyseren

Vraag 5

Wat is geen IS-succesvariabele in het Updated D&M IS Success Model?

  1. Systeemkwaliteit

  2. Gebruik

  3. Individuele impact

  4. Gebruikerstevredenheid

Vraag 6

Het acroniem BOYD staat voor:

  1. Backup Your Own Data

  2. Buy Your Own Device

  3. Bring Your Own Data

  4. Bring Your Own Device

Vraag 7

Skype is een voorbeeld van:

  1. Teleconference

  2. Telepresence

  3. Voice over IP

  4. Videoconference

Vraag 8

Computerondersteuning is het meest voorhanden voor:

  1. het oplossen van semigestructureerd problemen en strategic planning

  2. Het oplossen van gestructureerde problemen en operational control

  3. Het oplossen van semigestructureerde problemen en management control

  4. Het oplossen van gestructureerde problemen en management control

Vraag 9

Om frauduleus gebruik van creditcards op te sporen maken creditcardmaatschappijen vooral gebruik van:

  1. Data mining

  2. Expertsystemen (expert systems)

  3. Fuzzy logic

  4. Decision support systems

Vraag 10

In het artikel How Smart, Connected Products Are Transforming Competition van Michael E. Porter en James E. Heppelmann wordt beschreven hoe de concurrentie tussen organisaties wordt beïnvloed door:

  1. Het Internet of Things

  2. Het World Wide Web

  3. Het dark internet

  4. Het deep web

Vraag 11

Waar is sprake van als applicaties geen toegang hebben tot data die verbonden zijn met andere applicaties?

  1. Data-isolatie (data isolation)

  2. Data-integriteit (data integrity)

  3. Data-consistentie (data consistency)

  4. Data-redundantie (data redundancy)

Vraag 12

Het primaire sleutelveld (primary key field) wordt in een database gebruikt voor:

  1. Het specificeren van een record

  2. Het specificeren van een attribuut

  3. Het uniek identificeren van een record

  4. Het uniek identificeren van een attribuut

Vraag 13

Waarin verschilt big data van traditionele data?

  1. Volume, variety en veracity

  2. Volume, velocity en verification

  3. Volume, velocity en variety

  4. Volume, verification en variety

Vraag 14

De gegevens in een data warehouse worden door de gebruikers:

  1. Voortdurend geüpdatet

  2. Elke dag geüpdatet

  3. Elke nacht geüpdatet

  4. Nooit geüpdatet

Vraag 15

Raimundo heeft een elektronicawinkel. In de winkel staat een point-of-sale terminal die verbonden is met een desktopcomputer die in een ruimte achter de winkel staat en als server dienst doet. Neil gebruikt in de winkel ook een notebook die draadloos met het internet is verbonden om de voorraad te kunnen raadplegen of in het assortiment van leveranciers te kunnen zoeken. Welk netwerktype heeft Raimundo?

  1. Client-server

  2. Peer-to-peer

  3. LAN

  4. WAN

Vraag 16

Wat is geen organisatorisch antwoord (organizational performance response) op omgevingskrachten (business environment pressures):

  1. Strategische informatiesystemen

  2. Compliance met overheidsregulering en -deregulering

  3. Bedrijfsprocesherstructurering

  4. Verbeterde datamanagement

Vraag 17

Voor de meeste bedrijven _____ het World Wide Web de dreiging dat nieuwe concurrenten de markt betreden door _____ van traditionele toegangsbarrières.

  1. Verlaagt, verhoging

  2. Verhoogt, verlaging

  3. Verhoogt, verhoging

  4. Verlaagt, verlaging

Vraag 18

Van welke concurrentiestrategie is de introductie van de geldautomaat (ATM machine) door Citibank een klassiek voorbeeld?

  1. Innovatie (innovation)

  2. Kostleiderschap (cost leadership)

  3. Differentiatie (differentiation)

  4. Operationele effectiviteit (operational effectiveness)

Vraag 19

In TCP/IP, is IP verantwoordelijk voor:

  1. De opsplitsing en samenstelling van pakketten bij versturing over het Internet

  2. De totstandbrenging van Internetverbindingen tussen computers

  3. De bepaling van de volgorde waarin pakketten worden verstuurd over het Internet

  4. Het checken op fouten

Vraag 20

Bernardo heeft een telecomwinkel. Eén van zijn leveranciers heeft onlangs een webgebaseerd systeem opgezet waarmee Bernardo de voorraden van de leverancier kan checken en orders bij de leverancier kan plaatsen. Hier is sprake van een:

  1. Internet

  2. Extranet

  3. Intranet

  4. The Net

Vraag 21

Wat is geen voorbeeld van een Web 2.0 applicatie?

  1. Blogs

  2. Wikis

  3. Netcasting

  4. AJAX

Vraag 22

Social commerce:

  1. Is alleen in het voordeel van klanten

  2. Is alleen in het voordeel van bedrijven

  3. Is in het voordeel van klanten en bedrijven

  4. Is niet in het voordeel van klanten en is niet in het voordeel van bedrijven

Vraag 23

Welke tool wordt door marketeers niet gebruikt voor marktonderzoek?

  1. Blogs

  2. Wikis

  3. Online forums

  4. RSS

Vraag 24

Larissa werkt bij een middelgrote onderneming, en moet voor de directrice een dashboard ontwikkelen. Welke vraag zal Larissa niet stellen aan de directrice?

  1. Moet het dashboard ook drill-down mogelijkheden bieden?

  2. Welke prestatie-indicatoren moet het dashboard presenteren?

  3. Moet het dashboard ook realtime gegevens weergeven?

  4. Moet het dashboard ook kunnen draaien op je iPhone?

Vraag 25

In het artikel Common Pitfalls in Dashboard Design van Stephen Few wordt gesteld dat informatie op dashboards die met elkaar in verband moeten worden gebracht, moet worden geplaatst op:

  1. Eén computerscherm

  2. Onderliggende computerschermen

  3. Opeenvolgende computerschermen

  4. Afzonderlijke computerschermen

Vraag 26

Welke uitspraak is onjuist?

  1. Functional area information systems worden meestal afzonderlijk ontwikkeld

  2. Functional area information systems communiceren gemakkelijk met elkaar

  3. ERP-systemen zijn ontwikkeld om bedrijfsprocessen te integreren

  4. ERP-systemen gebruiken een gemeenschappelijke database

Vraag 27

Wat is geen nadeel van ERP-systemen?

  1. Ze zijn complex.

  2. Ze zijn duur

  3. Ze vergen veel tijd om te implementeren

  4. Ze bestaan uit modules

Vraag 28

Wat is geen customer touch point?

  1. Telefooncontact

  2. E-mailcontact

  3. Klant die winkel bezoekt

  4. Telefooncontact, e-mailcontact en klant die winkel bezoekt zijn allemaal customer touch points

Vraag 29

Waardoor worden IT-middelen van organisaties steeds kwetsbaarder?

  1. Cybercrime wordt overgenomen door georganiseerde criminelen

  2. Computerhackers hoeven steeds minder vaardigheden te bezitten

  3. Computers worden steeds kleiner, sneller en goedkoper

  4. Alle bovenstaande zaken leiden ertoe dat IT-middelen van organisaties steeds kwetsbaarder worden

Vraag 30

Als eerst het vertrouwen van medewerkers van een organisatie wordt gewonnen, om ze vervolgens bijv. hun password te ontfutselen, is er sprake van:

  1. Tailgating

  2. Hacking

  3. Spoofing

  4. Social engineering

Vraag 31

Op welke softwareaanvallen heeft het beleid van een organisatie inzake e-mail (e-mail policy) de minste invloed?

  1. Virus

  2. Worm

  3. Phishing

  4. Zero-day

Vraag 32

Het hoofdkantoor van het bedrijf waarvoor je werkt is getroffen door een aardbeving waardoor de elektriciteitsvoorziening en daarmee IT-configuratie volledig is uitgevallen op het hoofdkantoor. Het bedrijf stuurt je naar hun hot site om te zorgen dat de informatiesystemen van het bedrijf zo spoedig mogelijk weer in de lucht komen. Welke uitspraak over deze hot site is juist?

  1. Op de site zullen geen servers aanwezig zijn, dus je moet een krachtige mainframe meenemen

  2. Op de site zullen geen workstations aanwezig zijn, dus je moet een laptop meenemen

  3. De site zal zich in de dichtstbijzijnde stad bevinden

  4. De site zal (bijna) een exacte kopie van de IT-configuratie van het hoofdkantoor bevatten

Vraag 33

Welke informatie over individuen mag worden opgeslagen in databases, valt onder:

  1. Privacy

  2. Accuracy

  3. Property

  4. Accessibility

Vraag 34

Leatitia bezit een winkeltje, en heeft een stagiaire gevraagd een website voor haar winkeltje te ontwerpen. Bij de presentatie van het ontwerp geeft de stagiaire aan dat ze het ontwerp van het internet heeft geplukt. Het ethische probleem dat Leatitia nu heeft valt onder:

  1. Privacy

  2. Accuracy

  3. Property

  4. Accessibility

Vraag 35

Profiling:

  1. Verhoogt de individuele privacy

  2. Verlaagt de individuele privacy

  3. Vernietigt de individuele privacy

  4. Beïnvloedt de individuele privacy niet

Vraag 36

Hoe wordt het proces genoemd waarbij tussenpersonen (middlemen) worden geëlimineerd door een volledig geautomatiseerde e-commercetransactie?

  1. Desintegratie

  2. Disintermediatie

  3. Direct sales

  4. Supply chain integratie

Vraag 37

In welk marketplacemodel, proberen organisaties hun producten en diensten elektronisch te verkopen aan andere organisaties?

  1. buy-side

  2. sell-side

  3. vendor-side

  4. customer-side

Vraag 38

Hoe wordt het gedeelte van de aarde dat bereikt wordt door een satelliet, genoemd?

  1. Hotspot

  2. Wireless area

  3. Footprint

  4. Zone

Vraag 39

Welke standaard voor draadloze netwerken is het meest geschikt voor personal area networks?

  1. Wi-Fi

  2. 4G

  3. Bluetooth

  4. WiMAX

Vraag 40

Hoe wordt de technologie die radiogolven gebruikt om individuele items te identificeren, genoemd?

  1. Telemetry

  2. Bar codes

  3. Shipping labels

  4. Radio-frequency identification

Vraag 41

Als bedrijfstransacties (business transactions) meteen worden verwerkt als ze optreden, dan is er sprake van:

  1. OLTP

  2. OLAP

  3. TPS

  4. direct TPS

Vraag 42

Welk proces op het gebied van Human Resource Management wordt het minst ondersteund door informatiesystemen?

  1. administreren van bonussen

  2. ontslaan van medewerkers

  3. vinden van geschikte medewerkers

  4. testen van sollicitanten

Vraag 43

Welke uitspraak is onjuist?

  1. Organisaties die gebruik maken van Software-as-a-Service draaien applicaties op de hardware van de leverancier

  2. Organisaties die gebruik maken van open-source software kunnen deze software niet aanpassen

  3. Outsourcing houdt in het verwerven van applicaties bij externe organisaties

  4. Insourcing houdt in het zelf ontwikkelen van applicaties

Vraag 44

In de traditionele systems development life cycle:

  1. Zijn gebruikers alleen betrokken bij de testfase

  2. Zijn gebruikers alleen betrokken bij de onderhoudsfase (maintenance phase).

  3. Dragen gebruikers eisen aan waar het informatiesysteem aan moet voldoen

  4. Spelen gebruikers geen enkele rol

Vraag 45

Wat is geen customer touching CRM-applicatie?

  1. FAQs

  2. E-mail

  3. Winkelwagentje

  4. Gepersonaliseerde webpagina’s

Vraag 46

Wat is geen potentieel probleem van een on-demand CRM-systeem?

  1. Deze systemen verhogen de kosten voor de organisatie

  2. Deze systemen zijn lastig aan te passen

  3. Deze systemen zijn lastig te integreren met andere systemen

  4. Deze systemen brengen beveiligingsrisico’s met zich mee

Vraag 47

Interorganisationele informatiesystemen leiden niet tot:

  1. vermindering van de kosten verbonden aan routinematige bedrijfstransacties

  2. verbetering van de kwaliteit van de informatiestromen tussen organisaties

  3. verhoging van de cyclustijd (cycle time) in organisaties

  4. elimineren of vermindering van de benodigde papierwinkel in organisaties

Vraag 48

Wat is geen voordeel van EDI?

  1. Minimalisering van invoerfouten

  2. Vergroting van de berichtlengte

  3. Beveiliging van de berichten

  4. Verhoging van de productiviteit

Vraag 49

Via een extranet is het voor bedrijfspartners mogelijk, bij een bedrijf:

  1. Orders te plaatsen

  2. De status van orders te checken

  3. De voorraadniveaus te checken

  4. Orders te plaatsen, de status van orders te checken en de voorraadniveaus te checken

Vraag 50

Het applicatieportfolio (application portfolio) van een bedrijf is een lijst van:

  1. Alle bestaande applicaties van het bedrijf

  2. Alle bestaande applicaties die moeten worden gewijzigd

  3. Alle nieuwe applicaties die moeten worden ontwikkeld

  4. Alle applicaties die moeten worden gewijzigd of ontwikkeld

Vraag 51

Als een bedrijf hun legacy-systeem geschreven in COBOL uitschakelt en meteen het nieuwe PeopleSoft ERP-systeem in de lucht brengt, dan is er sprake van:

  1. Gefaseerde conversie (phased conversion)

  2. Directe conversie (direct conversion)

  3. Parallelle conversie (parallel conversion)

  4. Pilotconversie (pilot conversion)

Vraag 52

Agile development:

  1. Duurt lang

  2. Vereist weinig input van gebruikers

  3. Levert functionaliteit op in snelle iteraties

  4. Maakt altijd gebruik van scrum

Vraag 53

Wat wordt door organisaties naar potentiële softwareleveranciers gestuurd zodat ze hun product kunnen beschrijven en aan kunnen geven in hoeverre het product tegemoet komt aan de eisen van de organisatie.

  1. Request for proposal

  2. Request for specification

  3. Request for bid

  4. Request for requirements

Vraag 54

Welke uitspraak is onjuist?

  1. BPM kan leiden tot verlaging van de kosten

  2. BPM kan leiden tot verlaging van de flexibiliteit

  3. BPM kan leiden tot verhoging van de opbrengsten

  4. BPM kan leiden tot verhoging van de klanttevredenheid

Vraag 55

Wat is geen hardwarecomponent?

  1. primary storage

  2. secondary storage

  3. operating system

  4. central processing unit

Vraag 56

Grid computing:

  1. Is ideaal voor transactieverwerkendesystemen

  2. Verdeelt de verwerking van een applicatie tussen verschillende servers

  3. Vereist geen speciale software

  4. Is lastig op te schalen

Vraag 57

Expert systems:

  1. Lossen problemen op die te ingewikkeld zijn voor menselijke experts

  2. Zijn gebouwd met procedurele programmeertalen

  3. Werken op specifieke domeinen

  4. Kunnen op elk organisatieprobleem worden toegepast

Vraag 58

Je gaat als business analist aan de slag bij een organisatie. Wat is onderdeel van je functie?

  1. Het opstellen van technische specificaties voor applicaties

  2. Het ontwerpen van oplossingen voor organisatieproblemen

  3. Het managen van IT-projecten

  4. Het maken van websites

Vraag 59

De lijst met al je aankopen bij CoolBlue (gekochte boeken, betaalde prijzen, etc.) is:

  1. Data

  2. Informatie

  3. Kennis

  4. Wijsheid

Vraag 60

Wat is geen IT-component?

  1. Een netwerk

  2. Een computerprogramma

  3. Een printer

  4. Alle bovenstaande zaken zijn IT-componenten

Antwoorden

  1. b MIS,1.1 Why Should I Study Information Systems?

  2. b MIS,1.2 Overview of Computer-based Information Systems

  3. a MIS,1.2 Overview of Computer-based Information Systems

  4. c MIS,1.2 Overview of Computer-based Information Systems

  5. c Delone en McLean, 2003

  6. d MIS,2.1 Business Pressures, Organizational Responses, & IT Support

  7. c MIS,2.1 Business Pressures, Organizational Responses, & IT Support

  8. b MIS,2.2 Competitive Advantage and Strategic Information Systems

  9. a MIS,2.2 Competitive Advantage and Strategic Information Systems

  10. a Porter en Heppelmann, 2014

  11. a MIS,3.2 The Database Approach

  12. c MIS,3.2 The Database Approach

  13. c MIS,3.3 Big Data

  14. d MIS,3.4 Data Warehouses and Data Marts

  15. c MIS,4.1 What Is a Computer Network?

  16. b MIS,4.2 Network Fundamentals

  17. b MIS,4.3 The Internet and the World Wide Web

  18. a MIS,4.4 Network Applications

  19. a MIS,5.1 Managers and Decision Making

  20. b MIS,5.3 Business Intelligence Applications for Data Analysis

  21. d MIS,5.4 Business Intelligence Applications for Presenting Results

  22. c Few, 2006

  23. d MIS,6.1 Ethical Issues

  24. c MIS,6.1 Ethical Issues

  25. a MIS,6.2 Privacy

  26. b MIS,7.1 Introduction to Information Security

  27. d MIS,7.2 Unintentional Threats to Information Systems

  28. d MIS,7.3 Deliberate Threats to Information Systems

  29. d MIS,7.5 Information Security Controls

  30. d MIS,8.1 Web 2.0

  31. d MIS,8.2 Fundamentals of Social Computing in Business

  32. d MIS,8.4 Social Computing in Business: Marketing

  33. a MIS,9.2 Business-to-Consumer (B2C) Electronic Commerce

  34. c MIS,9.3 Business-to-Business (B2B) Electronic Commerce

  35. b MIS,10.1 Wireless Technologies

  36. b MIS,10.2 Wireless Computer Networks and Internet Access

  37. b MIS,10.4 Pervasive Computing

  38. c MIS,11.1 Transaction Processing Systems

  39. c MIS,11.2 Functional Area Information Systems

  40. d MIS,11.3 Enterprise Resource Planning Systems

  41. a MIS,11.3 Enterprise Resource Planning Systems

  42. b MIS,12.1 Defining Customer Relationship Management

  43. b MIS,12.2 Operational Customer Relationship Management

  44. c MIS,12.4 Other Types of Customer Relationship Management

  45. c MIS,13.2 Supply Chain Management

  46. a MIS,13.3 Information Technology Support for Supply Chain

  47. c MIS,13.3 Information Technology Support for Supply Chain

  48. b MIS,14.1 Planning for and Justifying IT Applications

  49. d MIS,14.2 Strategies for Acquiring IT Applications

  50. d MIS,14.3 The Traditional Systems Development Life Cycle

  51. b MIS,14.3 The Traditional Systems Development Life Cycle

  52. c MIS,14.4 Alternative Methods and Tools for Systems

  53. a MIS,14.5 Vendor and Software Selection

  54. b MIS,PI1.2 Business Process Reengineering and Business

  55. c MIS,PI2.1 Introduction to Hardware

  56. b MIS,PI4.2 What is Cloud Computing?

  57. c MIS,PI5.2 Expert Systems

  58. b MIS, PI5.3 Neural Networks

  59. b MIS,PI6.1 Explain the relationship between …

  60. d MIS, PI7.3 Computer-Based Actions to Protect Your Information Assets

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Oefententamens Informatiemanagement Bedrijfskunde (B1-RUG)

Informatiemanagement - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefententamen 2016

Informatiemanagement - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefententamen 2016


Vragen

Vraag 1

Wat is geen laag in een neural network?

  1. Input layer

  2. Processing layer

  3. Middle Layer

  4. Output layer

Vraag 2

Wat is geen beperking (constraint) bij projectmanagement?

  1. Tijd

  2. Kennis

  3. Scope

  4. Kosten

Vraag 3

Hoe wordt een computer genoemd waarmee je je kunt verbinden en die op zijn beurt zich verbindt met de website die je wilt bezoeken?

  1. Proxyserver

  2. Internetserver

  3. Intermediateserver

  4. Backboneserver

Vraag 4

Enterprise resource planning systemen:

  1. Worden gebruikt om transacties sneller te verwerken

  2. Worden tegenwoordig nauwelijks nog gebruikt in organisaties

  3. Gebruiken een gemeenschappelijke database voor alle functionele gebieden

  4. Worden gebruikt om websites mee te analyseren

Vraag 5

Wat is geen IS-succesvariabele in het Updated D&M IS Success Model?

  1. Systeemkwaliteit

  2. Gebruik

  3. Individuele impact

  4. Gebruikerstevredenheid

Vraag 6

Het acroniem BOYD staat voor:

  1. Backup Your Own Data

  2. Buy Your Own Device

  3. Bring Your Own Data

  4. Bring Your Own Device

Vraag 7

Skype is een voorbeeld van:

  1. Teleconference

  2. Telepresence

  3. Voice over IP

  4. Videoconference

Vraag 8

Computerondersteuning is het meest voorhanden voor:

  1. het oplossen van semigestructureerd problemen en strategic planning

  2. Het oplossen van gestructureerde problemen en operational control

  3. Het oplossen van semigestructureerde problemen en management control

  4. Het oplossen van gestructureerde problemen en management control

Vraag 9

Om frauduleus gebruik van creditcards op te sporen maken creditcardmaatschappijen vooral gebruik van:

  1. Data mining

  2. Expertsystemen (expert systems)

  3. Fuzzy logic

  4. Decision support systems

Vraag 10

In het artikel How Smart, Connected Products Are Transforming Competition van Michael E. Porter en James E. Heppelmann wordt beschreven hoe de concurrentie tussen organisaties wordt beïnvloed door:

  1. Het Internet of Things

  2. Het World Wide Web

  3. Het dark internet

  4. Het deep web

Vraag 11

Waar is sprake van als applicaties geen toegang hebben tot data die verbonden zijn met andere applicaties?

  1. Data-isolatie (data isolation)

  2. Data-integriteit (data integrity)

  3. Data-consistentie (data consistency)

  4. Data-redundantie (data redundancy)

Vraag 12

Het primaire sleutelveld (primary key field) wordt in een database gebruikt voor:

  1. Het specificeren van een record

  2. Het specificeren van een attribuut

  3. Het uniek identificeren van een record

.....read more
Access: 
Public
Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Tentamen 2015

Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Tentamen 2015


Vragen

Vraag 1

  1. Geef aan of het volgende data, informatie of kennis is, en licht het antwoord kort toe:

    1. Een lijst die tijdens een directievergadering wordt opgesteld met oorzaken van de teruglopende omzet in verschillende regio’s.

    2. Een overzicht van de werknemers waarvan het ziekteverzuim het afgelopen jaar bovennormaal was voor de verzuimmanager.

    3. Een lijst met alle diagnosebehandelingscombinaties (een code in de gezondheidszorg die het geheel van een geleverd zorgproduct omschrijft) voor een ziekenhuisdirecteur.

  2. Eén van de modellen die gebruikt kan worden om te bepalen hoe informatiesystemen strategisch kunnen worden ingezet is Porter’s vijfkrachtenmodel. Teken dit model en leg aan de hand van het model uit hoe de strategische rol van informatiesystemen voor een organisatie in het algemeen vorm krijgt.

Vraag 2

  1. Veel organisaties hebben hun bedrijfsprocessen veranderd door de invoering van een enterprise systeem. Noem twee voordelen en twee nadelen van een enterprise systeem en licht ze kort toe.

  2. Maak een level-0-diagram van het verkopen van kantoorartikelen door HAKA waarin de processen eenheid van tijd, plaats en handeling vertonen op basis van de volgende beschrijving:

Als klanten een bestelling plaatsen wordt gecontroleerd of de bestelde artikelen op voorraad zijn aan de hand van een voorraadlijst en meteen ook of de klant kredietwaardig is aan de hand van een debiteurenoverzicht. De beoordeling van de order wordt ook direct aan de klant medegedeeld. De afdeling verkoop krijgt de voorraadlijst elke middag en het debiteurenoverzicht elke ochtend van de financiële administratie. Als een bestelling geaccepteerd wordt, dan wordt de bestelling ook meteen geregistreerd in het verkoopsysteem. Bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van klanten worden regelmatig fouten gemaakt omdat bestellingen die klanten in de loop van de dag doen, niet worden meegenomen op het debiteurenoverzicht. ´s Nachts worden voor de bestellingen facturen gegenereerd. De originele facturen worden de volgende ochtend naar het magazijn gebracht waarna het magazijn zorg draagt voor de aflevering van de goederen aan de klant. Later op de dag krijgt de financiële administratie de kopie-facturen.

  1. Met welk probleem kampt de verkoopafdeling en is dit probleem in of out scope? Licht het antwoord beknopt toe. Beschrijf vervolgens het probleem in termen van het bijgevoegde datakwaliteitsmodel (zie bijlage).

Vraag 3

  1. Op de klantenservice-afdeling van een zorgverzekeraar is een nieuw informatiesysteem ingevoerd waarmee o.a. verfijnder de afhandeltijd van de klantgesprekken en de verkochte producten door een medewerker gemeten kunnen worden.

    Welke ontwerpvariabele uit welke categorie (organisatie-, control- en culturele variabelen) van het managerial levers model wordt in dit geval door het nieuwe informatiesysteem beïnvloed? Licht het antwoord toe.

  2. Door het nieuwe systeem wordt het ook mogelijk dat de medewerkers van de klantenservice-afdeling thuis

  3. .....read more
Access: 
Public
Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Tentamen 2014 (I)

Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Tentamen 2014 (I)


Vragen

Vraag 1

  1. Er zijn verschillende redenen waarom algemeen (business) managers moeten participeren in beslissingen over informatiesystemen. Noem twee redenen en licht ze kort toe.

  2. Maak een use case diagram op basis van de onderstaande beschrijving van het gebruik van een Wijn Verkoop Systeem (WVS).

    Het bedrijf Wyntjes handelt in wijn. Klanten plaatsen hun orders telefonisch bij de verkopers. Bij de beoordeling van een order, checken de verkopers met behulp van het WVS of er voldoende voorraad is om de order te kunnen accepteren. De uitkomst van deze check wordt mondeling aan de klant medegedeeld. Als er voldoende vooraad is, wordt de order geregistreerd in het WVS. Hierbij worden ook de klantgegevens geregistreerd als het om een nieuwe klant gaat. De verkoopmanager zorgt er ten slotte voor dat ’s nachts het WVS alle facturen in tweevoud afdrukt. De volgende ochtend brengt zij de facturen naar de afdeling opslag en distributie en de kopie-facturen naar de afdeling administratie.

  3. Van mensen wordt wel gezegd dat ze in een Grand Illusion leven. Wat wordt hiermee bedoeld en welke problemen van het visuele systeem van mensen tonen aan dat mensen in een Grand Illusion leven.

Vraag 2

  1. Information resources kunnen worden ingedeeld in IT-assets en IT-capabilities. Leg uit wat een IT-asset en een IT-capability is. Geef van beide een voorbeeld.

    Social media zoals Facebook zijn geen bezit van organisaties. Kunnen ze desalniettemin een information resource voor organisaties zijn? Licht het antwoord toe

  2. Eén van de modellen die gebruikt kan worden om te bepalen hoe informatiesystemen strategisch kunnen worden ingezet is Porter’s vijfkrachtenmodel. Teken dit model en leg aan de hand van het model uit hoe de strategische rol van informatiesystemen voor een organisatie in het algemeen vorm krijgt.

  3. Leg voor één kracht uit hoe een supermarktketen deze kracht zou kunnen beïnvloeden met een informatiesysteem.

Vraag 3

  1. Op de klantenservice-afdeling van een zorgverzekeraar is een nieuw informatiesysteem ingevoerd waarmee o.a. verfijnder de afhandeltijd van de klantgesprekken en de verkochte producten door een medewerker gemeten kunnen worden.

    Welke ontwerpvariabele uit welke categorie (organisatie-, control- en culturele variabelen) van het managerial levers model wordt in dit geval door het nieuwe informatiesysteem beïnvloed? Licht het antwoord toe.

  2. Door het nieuwe systeem wordt het ook mogelijk dat de medewerkers van de klantenservice-afdeling thuis gaan werken. Noem een voordeel en een probleem die dit met zich mee zou kunnen brengen en leg het uit.

  3. Leidt de toepassing van informatiesystemen in organisaties tot centralisatie of decentralisatie, of is beide mogelijk? Licht het antwoord toe.

Vraag 4

  1. Veel organisaties hebben hun bedrijfsprocessen veranderd door de invoering van een enterprise systeem. Noem twee voordelen en twee nadelen

  2. .....read more
Access: 
Public
Informatiemanagement - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefententamen 2014 II

Informatiemanagement - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefententamen 2014 II


Vragen

Vraag 1

Leg het verschil uit tussen alignment en strategisch determinisme aan de hand van de IS-strategiedriehoek.

Vraag 2

Het Maillott Hotel is een wereldwijde hotelketen op middenklasse niveau dat door veel zakenmensen wordt gebruikt. Kostenbeheersing en een consistente kwaliteit kenmerken de strategische positionering.

Blitz Karton is een wereldwijde hotelketen dat haar klanten wil bedienen met gastvrijheid op het hoogst mogelijke niveau. Deze keten heeft zich gepositioneerd in het hoogste prijsniveau en richt zich op vermogenden en machtigen.

Beide hotelketens maken gebruik van CRM om haar strategische doelen te realiseren. De gebruikswijze van CRM is echter geheel verschillend. Geef voor beide ketens twee voorbeelden van CRM gebruik dat past bij de gekozen strategische positie.

Antwoorden

Vraag 1

Bij alignment wordt gestreefd naar wederzijdse afstemming tussen de bedrijfsstrategie, de organisatiestrategie en de informatiestrategie (de hoekpunten van de IS-strategie-driehoek), terwijl bij strategisch determinisme de bedrijfsstrategie zowel de organisatiestrategie en de informatiestrategie anderzijds bepaalt.

Vraag 2

CRM bij Maillot

  • Voorbeeld 1
    Geautomatiseerd inchecken met een credit card. Het klantenprofiel wordt tegelijkertijd bijgewerkt. (operationele efficiency door besparing op balie personeel)

  • Voorbeeld 2
    Stimuleren van vraag door loyaliteitsprogramma’s en gezinsaanbiedingen. (genereren van extra business via e-mail)

CRM bij Blitz Karton

  • Voorbeeld 1
    Persoonlijke voorkeuren zoals krant, bloemen en whiskeymerk in CRM systeem bijhouden en ongevraagd op kamer plaatsen (differentiation: merkvoorkeur door persoonlijke dienstverlening).

  • Voorbeeld 2
    Bij inchecken aan balie de gegevens ongemerkt aanvullen met persoonlijke voorkeuren en eigenschappen.

 

Access: 
Public
Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Tentamen 2012

Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Tentamen 2012


Vragen

Vraag 1a.

Informatiesystemen kunnen de organizational-, control- en cultural-variabelen van organisaties beïnvloeden. Noem een organizational-variabele die door informatiesystemen beïnvloed kan worden en leg uit hoe de invloed gestalte krijgt.

Vraag 1b.

Gregor (2006) onderscheidt vijf typen theorieën op het gebied van informatiesystemen. Noem de vijf typen en licht ze kort toe en geef vervolgens aan tot welk type het Technology Acceptance Model behoort en licht de keuze beknopt toe.

Vraag 1c.

In het artikel The Superefficient Company onderscheidt Michael Hammer efficiency en superefficiency. Leg uit hoe volgens Hammer superefficiency te bereiken valt en geef hiervan een voorbeeld.

Vraag 2a.

Van wie, Carr (2003) of van McAfee en Brynjolfsson (2008), sluit(en) de opvattingen het beste aan bij strategisch determinisme. Onderbouw de keuze door de essentie van de artikelen beknopt weer te geven.

Vraag 2b.

Eén van de modellen die gebruikt kan worden om te bepalen hoe informatiesystemen strategisch kunnen worden ingezet is Porter’s vijfkrachtenmodel. Teken dit model en leg aan de hand van het model uit hoe de strategische rol van informatiesystemen in het algemeen vorm krijgt.

Vraag 2c.

Leg voor één kracht uit hoe een supermarktketen kracht zou kunnen beïnvloeden met een informatiesysteem.

Vraag 3a.

Eén van de raamwerken voor het ontwerpen van enterprise architecturen is Archimate. Uit welke drie lagen bestaat dit raamwerk en noem van elke laag een centraal concept.

Vraag 3b.

De organisatie van de informatievoorziening heeft tegenwoordig veelal een federaal karakter (federal IT). Federal IT combineert de voordelen van centralized IT en decentralized IT, en vermijdt de nadelen ervan. Noem twee voordelen van centralized IT en twee voordelen van decentralized IT die ook gelden voor federal IT.

Vraag 3c.

In een organisatie bestaat bij de verschillende afdelingen veel ongenoegen over de toerekening van de IT-kosten omdat deze niet gebaseerd is op het feitelijke gebruik. Welke

allocatie-methode wordt gebruikt en wat zijn hiervan de voordelen?

Vraag 4a.

Voor het ontwikkelen van informatiesystemen kunnen verschillende redenen zijn. Noem drie en licht ze kort toe.

Vraag 4b.

Maak een contextdiagram van de afdeling verkoop van het handelsbedrijf CinqueStelle op basis van de volgende beschrijving:

CinqueStelle is een handelsbedrijf in kantoorartikelen. Klanten plaatsen hun bestellingen bij de afdeling verkoop. Op deze afdeling wordt eerst gecontroleerd of de bestelde artikelen op voorraad zijn aan de hand van een voorraadlijst en of de klant kredietwaardig is aan de hand van een debiteurenoverzicht. Als één van beide of beide niet het geval is, wordt aan de klant medegedeeld dat de bestelling geweigerd wordt. De afdeling verkoop krijgt de voorraadlijst elke ochtend en het debiteurenoverzicht elke middag van de financiële administratie. Als de bestelling geaccepteerd wordt, dan wordt de bestelling geregistreerd in het verkoopsysteem dat alleen op de afdeling verkoop wordt gebruikt. Het verkoopsysteem wordt vervolgens gebruikt om facturen te genereren. De originele factuur gaat tegelijkertijd met.....read more

Access: 
Public
Informatiemanagement: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Informatiemanagement: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Informatiemanagement voor de opleiding Bedrijfskunde, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp voor jouw studie ga je naar de Samenvattingen Bundel Bedrijfskunde RUG Bachelor 1.
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1819
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image
The JoHo Insurances Foundation is specialized in insurances for travel, work, study, volunteer, internships an long stay abroad
Check the options on joho.org (international insurances) or go direct to JoHo's https://www.expatinsurances.org